dinsdag 31 mei 2016

Zwarte Pieten Referendum. Over inkleuren van de Nachtwacht!


 De bedreigde zwaan Rijksmuseum SK-A-4.jpeg

De discussie over al dan niet Zwarte Piet is al weer in alle hevigheid losgebarsten. Het is vandaag de laatste dag van mei (2016) en het hele Sint en Piet gedoe ligt nog een dikke vijf maanden van ons verwijderd. Ik begrijp dat de toetreding van die mevrouw Simons tot de verlengde arm partij van Erdogan, DENK, wel debet aan die vervelende discussie is. Ik ga jullie, ik leg nu mijn hand op het hart, beloven dat dit het laatste stukje is dat ik over dit vervelende onderwerp ga schrijven. Ondertussen zijn we al in een stroomversnelling van polemieken geraakt. Super Piet, Erik van Muiswinkel, haakte ondertussen al formeel af. Zogenaamd omdat hij de discussie zwart/wit wilde laten voor wat het was of zo, maar vermoedelijk meer omdat hij het 'gel..' over het onderwerp zat was. Ik heb die Muiswinkel altijd wel aardig, hoewel links, gevonden. Hij deed fantastische imitaties. Onder andere zijn imitatie van Hans Janmaat, een zielige, maar ook droevige Haagse politicus die te vaak in zijn eigen voet schoot, brachten mij tranen van het lachen in de ogen. Samen met hem, Muiswinkel, hebben een grote groep BN'ers, wat zijn dat overigens, BN'ers, een open brief in de landelijke kranten geschreven waarin ze, in het openbaar, Zwarte Piet in de ban willen doen. Da's hun goed recht, gelukkig wel, zoals het het goede recht is van mevrouw Simons om aangifte te doen wegens discriminatie en waarbij het ook het goede recht is van miljoenen weldenkende Nederlanders, geen BN'ers, maar mensen die hun CD'tjes en hun boekjes en hun showtjes bekijken en beluisteren en bezoeken, om wel voor Zwarte Piet op te komen en dat laatste stukje typisch Nederlandse cultuur, voor ons te behoeden.
Ik neem aan dat, na het wegstemmen van de Pietermanknecht, de volgende stap van de DENK mensen zal zijn om De Nachtwacht alsnog over te schilderen of in te kleuren, zodat er een gemengd en multicultureel gezelschap op het "plaatje van Rembrand(t)" (dit is een zo oneerbiedige uitspraak dat ik waarschijnlijk aangeklaagd ga worden en dat ook verdien) te zien zal zijn? Een groepje mensen met andere huidskleuren dan alleen maar de blanke. Het centrale groepje van drie krijgen een Negroïde, een Mediterrane en een Hindoestaanse inkleuring, terwijl het kleine meisje Blank mag blijven? Iedereen gelukkig! Afbeeldingsresultaat voor nachtwacht

En, wat te denken van die Witte Zwaan van Asselijn? (Zie afbeelding helemaal bovenaan) Met een viltstift kan je die makkelijk zwart maken, hoor. Het schilderij heet officieel: De Bedreigde Zwaan en, als je hem dus zwart kleurt, of bruin of geel, maakt niet uit, dan kun je dus meteen aantonen dat gekleurde zwanen, lees gekleurde mensen, in ons land heel erg bedreigd worden en zo. Maar deze woorden zullen dus ook wel weer in allemaal verkeerde keelgaten schieten, vrees ik. Voornamelijk bij de Multiculti politie!

Maar, is het niet handiger om eens aan het hele Nederlandse volk te vragen wat ze der nou allemaal van vinden? Ik bedoel dat we dat zouden kunnen doen door middel van een referendum. Die wordt dan uitgeschreven, de stembussen gaan open, de politiek kan weer een tijdje vooruit met allerlei discussie gedoe, de fractieleider kunnen weer eens harde standpunten innemen en Pechthold en Wilders gaan weer eens rollebollend over de vloer. LOL gegarandeerd, heerlijke Tv tijdens de Sportzomer!
Maar: waarom zou het een raar idee zijn? Ik bedoel, we hebben kort geleden een (fiks duur) referendum gehad over een roversstaat. (Nee, niet over een stoffig land met gejurkte mannen en mishandelde vrouwen, in Pakistan schijnt dat nu bij wet geregeld te zijn dat mannen vrouwen mogen slaan, overigens, maar dat terzijde) nee, over de Oekraïne. Het interesseerde geen ene mens ene f..., hoor, maar hoppa, geef der miljoenen aan uit en zie het resultaat. Nihil!
Want: wat der wel echt aan onze Nederlandse, (ik wilde eerst het woord 'echte" voor Nederlandse zetten, maar de Simons politie leest mee, dus ja, dan zou ik worden opgepakt en terechtgesteld, maar, het is morgen zulk fraai fietsweer, dus doe ik het maar niet) harten knaagt is die Pietermanknecht. Dus ja, waarom niet, een referendum over
de Zwarte Piet, al dan niet. 
Dan weten we weer waar we met z'n allen staan, 
we gaan er tegen aan
de tegenstanders krijgen gelijk of niet, 
de voorstanders ook of niet 
en iedereen geniet.
Nu ja, hoeveel meer kreupel rijm kun je krijgen?
Ik zit nu even uit te hijgen!

Mijn laatste Pieten stukkie dus. Tenzij? Tenzij der echt zo een gek komt met een voorstel tot een dergelijk referendum. Jan Roos: het is aan U!


maandag 30 mei 2016

Vrouwen als MARN? (2)

In een reactie op mijn laatste Blog schreef een maatje, een wat onbeholpen maar goed bedoelend en braaf mens, als reactie: 'Goh, ik kan nu even niet, het zijn de maandelijkse troebelen. Ha, ha', schreef hij, 'zo laten ze een fraai spoor achter in de sneeuw.' (over eventuele vrouwelijke krijgers in de sneeuw dan.) Ja, een beetje lomp, een beetje LEO* zelfs, maar, deep down heft hij wel een beetje gelijk. (Overigens heeft dit maatje als vlootje veel bij de MARN's gediend. Hij kent jet Korps van de inside out en heeft ook de gijzelingen bij De Punt meegemaakt, embedded bij de MARN's en was een van de eersten in de trein, dit terzijde. Hij kreeg overigens nooit een Veteranen insigne, da's dan weer maf!)

Goed, vanaf nu word ik natuurlijk vreselijk afgefakkeld door de Gutmenschen en de pro-vrouwen partijen. Maar hij, dat maatje, heeft wel degelijk gelijk, natuurlijk. Niet wat het verse spoor in de sneeuw betreft, maar ja, menstruatie en hygiëne zijn wel dingen die meespelen. Een vrouw tussen haar, zeg, dertiende en vijfenvijftigste, approx, menstrueert nu eenmaal. Klaar en geen verdere uitleg nodig. Ja, je kan als dame de menstruatie uitstellen en bijvoorbeeld chemische hormonale middelen slikken om dat te bewerkstelligen. Maar of dat handig is om dat "ad infinitum" te doen? Ja, het kan, je zou ook kunnen denken aan de 'prikpil', die doet goede dingen en zo. Maar: er is altijd het gevaar van zogenaamde 'doorbraakbloedingen' en ja, da's dan ook weer een ding. Nee, ik heb de vorige opmerkingen niet uit een of ander gynaecologisch rapport of zo, maar gewoon uit een goed gesprek met de lief. Nu ja, hoe dan ook, dit onderdeel van de vrouwelijke fysiek laat ik maar even terzijde. Ik ben inderdaad geen "kennert", zegt maar! (Dus, dames die dit lezen en meer info hebben? Wij, de geliefde en ik, horen graag hoe het allemaal zit en zo, ter vervolmaking van het verhaal!) Overigens: de vloot dames hebben dat soort problemen niet. De ziekenboeg a.b. Zr. Ms. schepen zijn uitgerust met allerlei soorten anti-conceptie middelen (en niet alleen voor de "wip", natuurlijk, en er zijn aparte douches/toiletten voor de vrouwelijke bemanningsleden. Ook zijn er hele goeie vrouwelijke ziekenma's aan boord van elk oorlogsschip, die de vrouwelijke collegae willen en kunnen informeren!)
Maar goed, ik kom heel voorzichtig, lees nog even over de Gutmenschen en zo, terecht bij het psychische aspect van MARN zijn. Dat is een van de pijlers van dat dienen bij, in en met het Korps. Het Korps heeft, geheel terecht, geen plek voor doetjes, watjes of emoties. Nu ja, het is er uit. Vrouwen zijn dus geen doetjes, geen watjes. Ik heb gehoord van vrouwelijke boksers. Karate Kid-innen, Tea Kwondo meisjes en/of zelfs Cage Fight grieten. Pet af, hoor. Je moet het maar willen, durven of kunnen. Maar dat is sport, dat wat die dames doen. Dat doen ze, net als fietsen of andere sporten, maar een aantal uren daags. Op uitzending of in ernst gebied zijn, is een 24/7 ding, soms gedurende maanden of een half jaar en dat is iets heel anders. Het Korps doet dan ook wel aan sport, maar het Korps is geen sportvereniging, begrijp dat goed. Ja, je mot rennen, rondje 'Bouwland', zeg maar, dat is een dagelijks iets. Nee, de "torren" doen aan psychologisch afbreken en opbouwen. Popu gezegd, verbeter me oudere, dienende en oud dienende mannen, maar eerst neemt het Korps je je geest af, maakt jouw geest ten gronde en begint die dan weer op te bouwen, naar de alles omvattende Corps d' Esprit, De Korpsgeest. Da's heel ingewikkeld allemaal en heel zwart/wit geschreven. Maar het is zoals het is. Mannen hebben nu eenmaal minder last van emoties. Mannen zijn van 'oudsher' jagers en geen 'gezin behoeders.' Dat deed het 'zogende deel' van de mensheid, de vrouwen. Die hielden, da's in ons geval nog steeds zo (en bewijzen jullie maar eens dat het in jullie gezinnen niet zo is), de verjaardagen van opa's/oma's/vage ooms/tantes/neven en nichten bij en zo. Vrouwen hebben een andere instelling. Vrouwen willen dat de zaken rustig marcheren, ze willen niet opgenaaid worden,  ze willen hun ding kunnen doen op hun eigen manier. Not so bij het Korps. Ik hoop dus ook dat de vrouwen die kandidaat zijn om MARN te worden, tegen die geweldige psychische druk gaan kunnen, maar ik heb mijn twijfels. Het Korps zal de super zware opleidingen niet aanpassen. Je traint de besten en je gaat niet de besten op het niveau van de zwakkeren trainen of zoiets, toch?
Dus, ja, ik ben bang dat het hele verhaal van de MINDEF, mevrouw Hennis, een vreselijk en dom proefballonnetje is. Het is bijna verkiezingstijd nietwaar?

Nogmaals: van mij mag het, hoor, maar ik geloof het niet echt. Vrouwelijke Mariniers? Ik mot het nog zien en meemaken!

*LEO: Lomp En Onhandig.

zondag 29 mei 2016

Vrouwen als Marinier? Proefballon of provocatie? 1

Ja, schrik niet, wetende of onwetende lezer, maar het op een na laatste Nederlandse mannelijke bolwerk staat op punt om te vallen. Het trotse, al meer dan 350 jaar bestaande, Korps, fraai en fier onderdeel van onze vloot, gaat binnenkort vrouwen in haar gelederen opnemen. Vrouwen kunnen MARN worden. Laat die woorden even inzinken, dames en heren en zie wat het met je doet.

MARN = Marinier! De trots der natie! Die meest exclusieve groep 'lichte infanteristen' die ons land kent, de mannen die overal geweest zijn, alles gedaan hebben en overal een T-shirt voor hebben gekregen, zijn, als het aan de huidige (vrouwelijke) minister ligt, geen exclusieve mannenclub meer, maar zullen daarnaast vrouwen in hun gelederen hebben! In 'vechtfuncties' begreep ik uit de plannen van die minister. Of was het een politiek proefballonnetje? Of een provocatie van de minister? Goed, daarmee alles gezegd zijnde over ministers en politiek, is de OnderZeeDienst, de OZD, nu nog het enige echte mannenbolwerk in ons land, misschien wel ter wereld. (Ik weet dat er een Duitse en vrouwelijke sub commandant is aangesteld.) Mag dit, vrouwen bij het Korps? Ja, natuurlijk mag dit. Volgens de Grondwet zijn mannen en vrouwen gelijk aan elkaar, moeten ze de zelfde rechten en plichten hebben of vervullen. Nu ja, quote me niet op deze regels, ik ben geen rechtsgeleerde, maar zo is het ongeveer wel! Dus meiden: meld je aan, zou ik zeggen, toch?

Maar! Mits! Tenzij! Want ja, ik weet het niet. Even kort door de bocht: in het USMC, de Amerikaanse torren, dienen al vrouwen in gevechtsfuncties, begreep ik. Nu heb ik geen hoge pet op van die Yanken en ook niet van hun Mariniers, als ik eerlijk ben. Geen Billy Joel romantiek over Parris Island en Tameless Horses en zo, hoor en ook de serie Pacific kreeg me niet overtuigd. Ik heb de USMC meegemaakt, meerdere malen en hun kracht ligt vooral in hun nummers, in de grote getallen. Een bataljon weg, zet je toch een ander BAT in, toch? 
De kracht van ons Korps ligt namelijk in de flexibiliteit, de saamhorigheid en de efficiëntie van het Korps. Uit de bek van een vlootje, zoals ze ons noemen, lijkt dit wel vloeken in het Vaticaan, of Trump te vergelijken met Moeder Theresia, zoiets. (Er wordt in nare kringen zelfs gefluisterd dat ik vrienden onder de MARN's zou hebben, maar ik ontken, als oprecht vlootje, natuurlijk alles, edelachtbare.)
Goed, de Rode Baretten, de Licht debiel, oeps, sorry, de Lucht Mobiele brigade heeft ook vrouwen in functies, toch? Ja, maar wel in de logistiek, als administratief of verzorgend personeel, geen vrouwen in de vuurlinie. Het Korps heeft ook dat soort vrouwelijke krachten in dienst, maar die komen dan weer van de vloot. Ik schreef er al eerder over.
Mogen vrouwen dus bij het Korps? Ja, dat mag. Kunnen ze bij het Korps? Nee, dat denk ik niet! Nee, ik ga niet seksistisch zijn, helegaar niet. Ik ben geen Marinier, maar ik heb jaren bij de Mariniers gediend, ik was "embedded" zeg maar. Ik weet, uit eigen ervaring, hoe zwaar de opleiding van die gasten is. Niet alleen fysiek zwaar, maar vooral geestelijk zwaar. Over de fysieke kant: Ik werd bij het korps geplaatst en kreeg de zelfde uitrusting als hen. Veel en heel veel. Gelukkig sjouw je niet alles mee, maar als een MARN op trip gaat heeft hij zijn "huisje" op zijn rug. Een vreselijk grote 'Burgon', zo heetten die dingen in mijn tijd, rugtassen mag je het niet meer noemen. De uitrusting die je meesjouwde was ongeveer 45, schrijve vijfenveertig, kilogrammen. Daarnaast had je nog je persoonlijke wapen. Ik had (toen) een Glock 17, een fraai pistool en een fantastisch wapen, maar de torren hadden (toen) een Dimaco C7, een 'lange loop', zoals dat in jargon heette, om mee te sjouwen. Daarnaast had het peloton, dat is een zelfstandig opererende eenheid, bestaande uit een aantal geweergroepen, maar nee, dit wordt te technisch, maar goed veel van die mannen hadden ook nog (onder)delen van mortieren, MG's of verbindingsapparatuur mee, ook allemaal zware shit. Vaak was het totaal gewicht rond de vijftig, zegge 50, kilo wat ze meesjouwden te voet of op de ski's, (en ja ik kom later terug op de wintertrainingen), op hun 'bult' droegen. De 'medic' van het peloton had dan ook nog eens zijn medische uitrusting bij zich. 
Veel dames/meiden zijn vaak niet eens zo zwaar als het gewicht dat ze moeten torsen. Ik heb het in eigen ervaring meegemaakt, ik moest zelf "omhangen" zoals het heet. Ik moest geholpen worden door Werner Z., mijn Mariniers zoon. Ook daar vertelde ik al over. Ik dog da ik gek wier! Man, wat een gewicht! Ik was, vroeger, bij mijn vader werkend, aan zwaar tillen gewend. Hij was molenaar en ik moest vaak zakken van 50 kilo graan of veevoer vervoeren, van de vrachtwagen naar de boeren thuis. Maar: dit leek der totaal niet op! Wat een dood gewicht dat aan een paar banden om je schouders hing. Ter hoogte van mijn borst. Ja, over mijn "mannelijke tepels" zeg maar. 

Ik hoor jullie, emancipatie dames al blèren: dat kunnen wij ook, wij doen niet onder voor kerels. Ik geloof en hoop het.

=later meer. Over fysieke en psychische  verschillen=

donderdag 26 mei 2016

Politieke randfiguren

Weet je dat, als je eenmaal een gekozen Tweede Kamerlid bent, dat dat 'vak' je een aardig bedrag oplevert? Ik geloof, nee, ik geef het toe, ik heb het nagezocht, dat Kamerleden een ton per jaar maken of zo. Om precies te zijn is dat is 107.007 euro's per jaar. Dat fraaie salaris is exclusief allerlei declaraties of kosten of zukse zaken en zo. Wel inclusief vakantie toelage dan weer, gossie wat sielie. Ik ben geen rekenwonder, maar 100.000 pegulanten in het jaar, komt neer op bijna 9000,00 euro per maand! Als je dat omrekent in ouwe florijnen, wij ouderen doen dat nog vaak, is dat 20.000 pietermannen in de maand. Buiten onkosten en zo dan.
Ik vind dat een smak poen. Ik heb van mijn hele leven nog niet zo een bedrag per maand ontvangen, zelfs niet toen ik, onder VN vlag de vrede moest bewaren in een stoffig en naar buitenlands land. We werkten toen tachtig uur in de week, maanden aan een stuk, ver van huis en vol gevaar, zeg maar en we kregen dan wel weer een toelage, maar daar kon je dan net je telefoonkosten naar huis mee betalen, zijnde een maal per veertien dagen, zoiets. En ik heb er toen en later wel heel hard voor een kleiner salaris gewerkt hoor en verder ook altijd, ik heb wel heel vaak een 'natte rug' gehad, ook toen ik eenmaal als NUKUBU werkte, voor een bedrag dat stukken en stukken lager was dan het geld dat onze politici maken. Ik bedoel, die politiek is elk jaar zoveel maanden met reces, zoals het heet, ze doen hun werk  zittend/bellend/sms'end in de bankjes of ze zijn gewoon niet aanwezig? Ik kan dat, maar het zal wel populistisch van mijn kant zijn, geen werk noemen. Net zoals de grootverdieners in onze maatschappij, ja, ik bedoel daarmee de onderwijsgevenden inderdaad, die het met een heel en veel boven modaal salaris, ook niet is gegeven om een drijvende kracht in onze economie te zijn. Ik bedoel: kijk eens naar het aantal 'werkdagen' per anum, ja, fraai woord, en kijk eens naar de salarissen? Het is zoiets van voetjeballers of tennisjertes tegen wielrenners! Die gasten hebben nauwelijks wedstrijden van net aan negentig minuten met topsalarissen, of af en toe een balletje meppen met om de drie minuten een pauze (en zeg niet dat het zwaar is, want als het regent stoppen die tennis vlekken ermee),  tegen de enorme inspanningen van minstens zes uur op de fiets tegen iets meer dan het minimum inkomen.

Maar soit. Dus: je bent goedgebekt, je hebt een pak aan, met stropdas, niet zoals je pa die in een jurk rondloopt, je richt je vooral tegen een minderheid in het land dat jou alle vrijheid geeft, je spreekt controversiële uitspraken tegen het volk van je Vaderland en je richt dus een publiek partij op. Die ga je dan "Slim" of "Smart" of "Denk" noemen en je bent binnen. Hoppa, je bent gekozen Kamerlid, je verdiend dus een ton per jaar, zodat je de familie, die in een uitzichtloos land woont, financiële steun kan zenden of over laten komen en ja, goh, zo ben je, in die matriarchale wereld, dan weer het goede zoontje. Maar ja, daar zit je met je buitenlandse bekkie alleen maar buitenlandse kiezers te trekken en dat schiet niet op. Dus zet je een advertentie in de krant, of op de webpagina van het UWV of de Randstad mensen: "Help wanted" en der is altijd wel een magoggel die erop reageert!
En ja, hoor, der reageert iemand. Een gefrustreerd iemand. Iemand met een hekel aan het land dat haar heeft gevoed en (helaas niet) heeft opgevoed. Haar ouders verdwenen in de moeilijke jaren, waarin haar vaderland het echt nodig had, vanuit Suriname/Sranang, naar Nederland, omdat de uitkeringen hier beter, dus hoger waren. De originele bewoners van Sranang vervloekten die gelukzoekers en wilden zelf hun staat aan het draaien brengen. (Ik weet dat, ik schreef het al, ik heb veel gesproken met die mensen in die tijd.) Goed, hun dochter heeft op Nederlandse kosten gestud.. nu ja, dat heeft ze niet. Ze heeft geloof ik alleen de peuterspeelzaal afgemaakt en dat ook nog eens met een negatief studieadvies.
Daarna is ze het verheven wereldje van de "Gooise, nee, de Aalsmeerse, matras" ingedaald. Met figuren als John en Linda, Patsy en Geer, Goor en goorder en zo. Ze zag opeens het licht! 'Ik word actreutel', maar dat lukte niet, want geen talent. Daarna zag ze weer het licht! 'Ik word zangeres', maar dat lukte niet, ze had geen talent. Daarna zag ze wederom het licht! 'Ik word presentatrice', maar dat lukte ook niet, want ja, ook daarvoor had ze geen, oh had ik dat al gezegd?
Maar nu heeft ze haar roeping gevonden! Ze is opeens tegen Zwarte Piet, ze ontkent alle Turkse misdaden tegen de Armeniërs en ja hoor, nu gaat ze het maken, samen met een Turkse en een Marokkaanse partijgenoot! 
Hitler schreef in Mein Kampf: " Ich aber beschloß nun, Politiker zu werden". Hierbij wil ik dit domme zijkonijn van onze maatschappij natuurlijk niet vergelijken met de vreselijkste moordenaar ooit, hoor, maar, voor diegenen die de geschiedenis kennen, weten dat er raakvlakken zijn. Dat gaat over mislukking zijn, niet erkend worden in de echte wereld, door geld gebrek, ook grootheidswaan doet mee, ook het willen optreden in de 'limelights', het zich afzetten tegen een bepaald ras of volk, ja, jullie vullen het zelf allemaal in, nu ja, ik heb een slim lezers publiek.
Dus nee, die Denk partij, samen met ene Sylvana Simonis, komen niet voor een bevolkingsgroep op hoor, ech nie! Geen talent!
Ze komen alleen maar op voor een dik salaris en daarna een wachtgeld van een ton en meer per jaar. 
Ef.... opportunisten!  





woensdag 25 mei 2016

MHO 4, de laatste dan maar!

Nu ja, de laatste? Dat Marine Hospitaal herbergt zoveel verhalen, legendes, sagen en anekdotes in het voormalige gebouw en in de geesten van de mensen die daar ooit woonden en werkten, dat ik er wel een boek over zou kunnen schrijven. Als laatste een melodramatisch en ergens ook een heel triest verhaal, waarbij ik, naar mijn gevoel en zelfs veertig jaar later, nog steeds geen goede rol heb gespeeld. 
Een onderofficier van ons eigen dienstvak, ene X., was, veel te jong, overleden. (Dit verhaal speelt zich overigens ongeveer af in de tijd van het verhaal van de SBN, dat ik eerder schreef.) Ik was nog steeds een jonge korporaal, ik deed in die tijd geloof ik de röntgen opleiding en had weer eens de wacht. Wij liepen: "Vier van de vijf", heette dat, je had dan elke vijfde dag de wacht, dat was vierentwintig uur op, maar dan hadden we wel 'slaapwacht', zeg maar. Je kon dan, als het rustig was gewoon 's nachts, na tien uur,  inleggen, gaan pitten betekent dat, maar vaak, vooral in de zomer, was je behoorlijk bezig in die nachten. Zandvoort en haar strandtenten en kroegen waren onze beste klanten, hoewel we ook wel eens naar Haarlem moesten voor ambu diensten.  En na zo een nacht, waarin  je nogal wat patiënten had gezien, moest je daarna gewoon werken/leren, hoor. 

Goed, die overleden collega onderofficier lag met nog meer zorg dan anders opgebaard in de aula, de rouwkamer. Hij lag er keurig netjes, ik geloof zelfs in zijn uniform, op een fraaie baar, met zwarte afhangende kleden, twee grote kaarsenstandaards met inhoud aan het hoofdeinde, een fraai wit laken gedrapeerd over zijn stoffelijk overschot en zo. Ik had eerder al een seintje gekregen dat zijn weduwe haar overleden man wilde bezoeken. Ik ving haar, bij haar binnenkomst, op, deed de gebruikelijke geluiden van rouwbeklag en begeleidde haar naar de op een na laatste rustplaats. Ik deed de deur open, liet haar nog even wachten en haalde het laken van zijn ingevallen en doodsbleke gelaat. Ik liet haar binnen en deed vijf stappen terug, een doos met zakdoekjes bij de hand. Ik zag haar verdriet en hoorde haar huilen. Maar, ik hoorde ook een soort gesis, zoiets van: "heerlijke schoft." Nu ja, emoties zijn emoties dus ik deed er verder niet moeilijk over. Mijn 'pieper' piepte en het was een twee piep. Dat betekende dat het geen spoedoproep was, maar dat ik wel ASAP contact op moest nemen met de telefoon-/alarmcentrale. (Geen Doos, deze keer) Ik pakte de telefoon die naast de aula hing, belde en kreeg de telefonist. 'Eh, Lucas, ik heb de weduwe X, hier aan de balie. Maar ik begreep dat jij al ene weduwe X. beneden hebt?' Tja, nu ja, om te zeggen dat ik helemaal geschokt was is overdreven de oud collega en zijn levenswandel kennende maar lastig was het wel. 'Overigens' zei de stem van de man in de centrale, 'deze mevrouw spreekt alleen maar Engels.' Oeps! Even trok ik weg, maar: Rust kenmerkt de zeeman, is het KM gezegde dus ik zeg tegen de man aan de telefoon: 'Zet haar even apart, niet in de kantine, maar in het kantoor van de chef opname, die is leeg en de deur is open. Geef haar koffie of thee, thee doe maar, ze is Engelse, toch? Ik kom ASAP.' 
Ik vertelde haar, die ik nu maar in gedachten de 'hoofdweduwe' noemde, dat ik even weg moest en of zij het wel aankon. Ze knikte. Ik belde voor de zekerheid met de ziekenverpleger van de wacht, een eerste klas, die even zat te rusten en drukte hem 'op post' op de hoek van de rouwkamer. Je wist maar nooit of de hoofdweduwe rare dingen in der koppie had, gelet op het gefluister dat ik had gehoord. Ik floot mijn collega in en hij begreep het. Ik vroeg hem ook om haar met zachte drang weg te werken, zoiets zeggende dat het bezoekuur over was, zuks dan. Het was een slimme knaap en hij knikte. 'Ik probeer het', beloofde hij. Daarna ging ik naar boven. De rouwkamer was gevestigd in de voormalige kapel, het Hospitaal was namelijk een klooster geweest zoals ik al schreef, en de die kapel lag op de begane grond. Ik liep even langs de portier en hij zei dat de Engelse weduwe in het aangewezen kantoor aanwezig was. Even snel een paar halen aan een shaggie, ik moest even denken hoe het allemaal zat en hoe ik het aan moest pakken. F... it, twee weduwen, gek ventje! Hoe laat je het zover komen? Dat je van vrouwen hield en dat je je ding nauwelijks binnen boord kon houden, dat was alom bekend, maar tot twee maal trouwen? Eikel, dacht ik, maar dat mocht ik niet denken, want over de doden, nu ja, et cetera.
Ik liep het bureau van de chef opname binnen en zag haar zitten. Een niet onaantrekkelijke vrouw van eind dertig. Ze was niet al te lang, had donkerblond halflang haar en fraaie groene ogen. Ze had een aardig lichaam met nogal grote, eh neusgaten, zeg maar. Ik stelde me voor en ik hoorde haar naam en ja, ik condoleerde haar en dat soort zaken, weet je niet. We rookten een snelle sigaret, ik vroeg of ze nog thee wou, maar nee, ze wilde 'farewell' zeggen. Ik zat op hete kolen, want ik wilde niet dat ze in de aula kwam voordat de andere weduwe weg was, maar mijn pieper gaf een toon, eentje. Dat betekende dat er een berichtje was. Ik belde en de ziekenpa op post met de weduwe zei dat ze klaar was om weg te gaan! Ik haalde diep adem. Ik zei dat we nu op weg gingen en ik maakte de toer naar de aula net andersom. Het gebouw was een vierkant met dus gangen die allemaal in elkaar overgingen. Ik had voor de lange toer gekozen, via allemaal poliklinieken die niet bezet waren. Daarmee hoopte ik dat de dames elkaar niet zouden ontmoetten. De ziekenpa, een clevere snuiter, ik zei het al, had hetzelfde idee gehad en dus de zelfde weg gekozen, denkende dat ik de snelste weg had gepakt. Dus kwamen we elkaar tegen. Hij met de hoofdweduwe, ik met de hulp weduwe, zeg maar. Halverwege kwamen we elkaar dus tegen. De vrouwen liepen met gebogen hoofd, alleen in hun verdriet.
Nee, er was geen confrontatie. Beide vrouwen hadden hun eigen herinneringen aan een man die beweerde er alleen voor 'hen' te zijn. Hij leefde een dubbelleven. Ten koste van twee mooie en lieve vrouwen. Hij had kinderen bij zijn Nederlandse vrouw, ook nog. Vaak kwamen zijn 'exploten' zoals de Vlaming zegt, op in verhalen die aan de tap, de bar dan, verteld werden en mijn oudere vrienden van de RenP weten er ook nog van. Het waren "Arie" of "flinke Tinus" verhalen. Verhalen die zich herhalen en sterker worden naarmate ze verteld werden. Ik heb getracht te vertellen hoe zielig ik het vond, dat van die twee echtgenotes en hun verdriet en hoe eng ik de oud collega vond omdat hen aan te doen. Maar ja, ik heb er uiteindelijk zelf wel aan meegedaan, aan die deceptie van hem en zijn twee vrouwen. Ik heb ze niet geconfronteerd met elkaar. Zou dat dan slim geweest zijn? Nu hebben beide vrouwen het idee, mochten ze nog leven, dat zij slechts een man hadden in hun leven?

Nee, ik ben niet echt trots op de afhandeling van die situatie. Kon ik veel anders doen? Na dik veertig jaar denk ik er nog vaak over en ik voel me nog steeds niet helemaal senang, zeg maar.

N.B. Ik geloof dat er nogal wat rellen ontstonden rond de begrafenis van de collega. Daar werden de dames uiteindelijk wel met elkaar geconfronteerd.



zaterdag 21 mei 2016

Uit de oude Doos(eman) MHO3

Uit vorige reacties op mijn Blogjes blijkt dat herinneringen aan de geschiedenis van het ouwe trouwe, helaas niet meer fysiek bestaande Hospitaal nog gelezen willen worden. Ik kreeg nogal wat 'hits', om te 'new speaken', en er was zelfs een 'share' van mijn verhaaltje. Dat doet deugd voor een eenzame en lijdende schrijver, natuurlijk. 
Maar goed, het blijkt dat het MHO nog steeds in vele mensenharten en mensengedachten leeft. Gek genoeg, ik ben nu eerlijk, heb ik een beetje een haat/liefde verhouding met dat deel van mijn leven, want ja, eerlijk is eerlijk, een groot deel van mijn leven is het zeker geweest. Ik ben er in vormende jaren, vanaf mijn achttiende zeg maar, opgeleid en opgevoed, in de KM stijl dan. Ik heb er mijn eerste vechtgenote leren kennen en via haar heb ik dus een geweldige zoon, met nu drie geweldige kleinkinderen. Dat zijn dus nog steeds Good vibes. Ik ben er gevormd doordat ik leerde met lijden en leiden om te gaan. Ik ben er gevormd omdat ik snelle beslissingen, soms levensreddende, en adequate acties moest maken dan wel ondernemen, op een leeftijd waarop veel mensen nog nooit met dood en verminking in aanraking kwamen of waren geweest. Ik was, vele collegae van toen met mij, al voor dat ik officieel mocht stemmen, het baasje, het 'alfa' mannetje op de ambulance, met slechts een (1) jaar ziekenverplegers opleiding. Tegenwoordig, schrijft de oude ingezakte man, heeft de ambulance verpleger er minstens drie jaar opleiding op zitten en ook nog eens allemaal deel cursussen en zo. Maar, goed, wij, de marine, deden het anders en ik kan met de hand op het hart zeggen dat we het misschien wel, nu ja, gewoon echt wel, net zo goed deden. (Ik herinner me halsbrekende amburitten over de Zeeweg richting Zandvoort of terug uit de regio. Onderwijl beademde je of gaf je hartmassage en de chauffeur maar blazen. Met de ambu dan. Goed dat is wel heel melodramatisch, maar wie dit herkent steekt zijn vinger op!)

In dat MHO, ik verwissel van decor, zoals je merkt, werkten nogal wat Militaire Werkmannen. Die dienstgroep was een apart fenomeen in de KM. Ik moet het even uitleggen en voor eens probeer ik kort te zijn. Een militair werkman, ik ben der nooit een van een ander gender tegengekomen, was vaak een 'gepensioneerde', MATR 1 of KPL. Na hun vijftigste hadden ze een niet al te dik pensioen maar konden dan als 'manusje van alles' in de dienst terugkomen. Vaak in banen of baantjes die niet al te veel eisend waren. Ze werden vaak te werk gesteld als 'provoost', als hulp in de huishouding, zeg maar, soms als Kooi-/zakkenboer*, soms als portier of telefonist. In het MHO hadden we legendarische Militaire werklui. Ze hadden de rang, of was het nu stand, van een eerste klas en zo behoorden ze ook te worden aangesproken. Ik herinner me mannen als Jaap en Mat en Aad en een Indische 'mijnheer', die een chique en dubbele achternaam had en die de oorlog, varend op Hr. Ms. Willem van der Zaan had door- en overleefd. Tja, ik geloof dat mijn generatie genoten nog de helden van die jaren hebben meegemaakt. 
What ever. Helaas was niet elke Militair Werkman een veteraan of een ex marineman. Zo werkte er in de receptie een mijnheer, die 'Doos' werd genoemd, een afkorting van zijn eigenlijke naam. Die man was een, denk ik me te herinneren, oude postbode die vanwege platvoeten of zukse zaken was afgekeurd voor het, toen nog twee maal dagelijks, bestellen van pakketten en brieven en dat. Hij solliciteerde en kreeg een baan bij de marine en was zo trots als een pauw. Hij droeg HET befaamde donkerblauwe uniform met het 'klare' anker op de mouw. Hij was tewerkgesteld al receptionist en telefonist maar hij was ook nog eens heel erg 'in Joop' zeg maar. Dat was en is goed recht, natuurlijk. Maar, op elke zondag die hij dienst had en dat de NCRV de zondagse kerkdienst op de radio verzorgde, moest Doos, door het geloof gedreven, de radio aanzetten en de uitzending beluisteren. Dat mag. Maar, hij wilde beslist niet gestoord worden tijdens die dienst en beantwoorde dus geen telefoons. Niet die van bezorgde mensen die wilden bellen met hun opgenomen verwanten of zo. Dat was zijn taak natuurlijk wel als telefoonman en receptionist. Maar, en dat was veel erger, ook beluisterde hij niet de zogenaamde noodtelefoon. Dat was een aparte aansluiting die men belde om een ongeval te melden of een ambulance te bestellen. Die telefoon werd dan door het nabije politiebureau gebeld. Ik weet niet precies hoeveel ongevallen wij niet hebben doorgekregen door 's mans betrokkenheid in De Here, maar ik denk dat het er wel een paar geweest zijn?
Maar goed, het was de heer Doos wel ingeprent dat er op zondagmorgen, om 1000 hr exact, zoiets was als 'Vlaggenparade.' Ja, de Km is traditioneel en hecht veel aan haar tradities. Vlaggenparade is Vlaggenparade en tijd is tijd. Ik ga het nu allemaal niet vertellen met "jongens bij de vlag" en zo, ik heb dat eerder beschreven, maar er wordt opgemerkt in het 'handboek voor de Vlaggenparade' dat de vlag met  enige formaliteit moet worden gehesen. Dus: rustig hijsen, geef de vlag dan de kans om te ontplooien, zo wat dan. Maar goed, een van die zondagen was er een preek die Doos helemaal aansprak en hij graag af wilde luisteren, maar ja, toch die vlag. Enfin, om even voor tien spoedde hij zich naar buiten, sloeg de vlag aan, trok haar als een gewond dier naar boven en rende terug om het vervolg van de donder-en-bliksem preek, waarin de niet gelovende mens werd afgekraakt, omdat hij geloofde in democratie en vrije seks, ik noem maar wat, van zijn favoriete programma aan te horen. 
Er lag een oudere, net gepensioneerde SBN, Schout Bij Nacht, da's een hoge ome, op een ziekenzaal, recht tegenover de vlaggenmast. Die gepensioneerde vlagofficier lag er met een wel geneesbare tropenziekte die hij in de oorlog in de Oost had opgelopen, malaria, berrie berrie, kwasiorkor, wie weet? Hij las die ochtend de bijvoegsels van de zaterdagkrant. Hij keek uit het raam. Hij zag een oudere man met een blauw pak met een rode uitmonstering op een arm een vlag naar boven hijsen en zich terug reppen naar het huis. De wind, een vrij strakke zeewind vanuit Zandvoort en dus vanaf de geliefde Noordzee van de SBN, blies de vlag strak. Een fraaie driekleur, fris gewassen. Mooie fraaie kleuren. Blauw, Wit, Rood. De SBN keek nog eens scherp. 'Het zal toch niet?' Maar het zal toch wel! De oude Doos had, in de haast om zijn dominee, de vlag verkeerd om aangeslagen. Blauw boven!
De SBN belde scherp met de hoofddienst van de wacht, dat was een hele jonge korporaal. Hij schold de jonge man de huid vol! 'Dit is absurd! Een blamage. Verhelp dat direct!'
'Jawel, Schout bij Nacht', zei ik en verhielp even later het euvel.

*Kooi-/zakkenboer: een functionaris, vaak was dat een MWKM, Militair WerKMan, die met baantjes als het op transport stellen van gevulde plunjebalen, het in ontvangst nemen van plunjezakken, allemaal na overplaatsingen van personeel. Vaak moest je de lakens van je bed bij hem inruilen voor schone. KM grapje: 'Wie is de baas in de kazerne?' 'De Commandant natuurlijk!' 'Nee, de Kooi-/zakkenboer, die deelt de lakens uit!'


vrijdag 20 mei 2016

Over een droge snee, MHO 2




Ja, fraaier krijg ik de foto niet, maar dit, mocht je het wel kunnen zien, is een vooraanzicht van het vroegere klooster van de zusters Urselieten of zo en later van het MHO. Hoewel de naam Marine Hospitaal anders laat vermoeden, was het ziekenhuis niet alleen voor marinemensen.  Er lagen gemiddeld meer burgers uit de regio opgenomen dan de mensen van het oudste krijgsmachtonderdeel. Het ziekenhuis had een goede naam in de regio, die zich uitstrekte van Haarlem in het oosten, Bloemendaal en Santpoort in het noorden, het poep chique Aerdenhout/Vogelenzang en zo in het zuiden en Zandvoort en het strand in het westen. Niet allen door de goede medische staf stond "ons" ziekenhuis zo goed bekend, maar zeker om de ambulance dienst en de eerste hulp afdeling. Ja, er was een ambu dienst. Die reden aanvankelijk met nogal aamborstige Hanomags rond, later met van die golfplaten Citroens en weer later met veel netter materiaal. Toen het circuit van Zandvoort nog een echt circuit was, waar ook formule 1 en echte TT wedstrijden werden gereden, had menige toeschouwer het idee om die coureurs eens te imiteren op de weg terug naar de huis, de bochtige en onoverzichtelijke Zeeweg. Tja, vaak ging dat dus niet goed en kregen wij, de m/v (ik wor der zoo moe van) van het hospitaal een zogenaamde "drie piepen" oproep op onze 'pagers' zeg maaar, ten teken dat het ambu team moest uitrukken. Vaak waren het hele ernstige ongevallen. Ik heb er nog veel in mijn geheugen gegrift en op mijn netvlies gebrand staan. Maar soms was het rien a la main, zoals de Fransman dat uitdrukt. Ik ben ooit eens met toeters en bellen moeten rijden naar een Zandvoortse strandtent waar een of andere actreutel, flink onder invloed van C2H5OH in een gebroken wijnglas was gestapt, een bloedende teen had overgehouden aan dat accident en meteen dacht dat haar niet eens zo flinke carrière naar Blanes was.

Maar goed. Zoals ik al zei was het MHO niet voorbehouden aan de (terecht) trotsen in het blauw, al dan niet met rode bies. Er lagen nogal wat burgers, NUKUBU's in KM speak. Die deden het allemaal net even anders dan de blauwen. De blauwen, mits niet half dood of comateus, redden zich vaak wel. Ze wasten en plasten zelf, maakten hun eigen bed open zorgden voor netheid en orde en tucht op de kamers. Maar er was geen strikte scheiding in patiënten, vaak lagen burgers en marine mensen door elkaar. Zo ook op een bepaalde kamer van een bepaalde Interne afdeling. We hadden daar twee van, genaamd Interne Een en, hoe raajen het? Interne twee, correct en tevens juist. Op die afdeling lagen alles wat niet chirurgisch was, zeg maar. De Interne afdelingen lagen op de derde verdieping, vlak onder de verdieping waar wij, ziekenpa's m/v, pfff, en ook de kamers van de verpleegsters waren gehuisvest. Want ja, van die meiskes, vaak in opleiding tot burger ziekenverzorgster, waren er velen die ook intern in het ziekenhuis waren. Alleen, alle dames sliepen op een aparte gang, de 'groene' gang genoemd. Een gang die, natuurlijk, zwaar bewaakt was. 
Waarom heette die gang de groene gang? Ik denk, ik ben er nooit geweest, natuurlijk niet, dat er een groene loper op de gang lag? Of dat de deuren groen waren? Of omdat de muren groen waren geschilderd? Ik heb geen enkel benul. Vrienden van me, ene J., ene H., ene G, of F., noem al de schalkjes maar op, zullen dit misschien wel weten. Die kwamen er illegaal wel eens, denk ik, maar ik ben zo onschuldig als dat bekende lam waar ze het vaak over hebben. 
Maar hoe dan ook. Op de Interne afdeling Een lag een burger mijnheer. Zoals elke dag werd er een 'soepronde' gemaakt door het ziekenhuis. Dat was rond een uur of elf. De kokologen, vaak marinekoks, de beste ter wereld overigens, daar kunnen Ramsey, Meeus en Ron Blaauw een punt aan zuigen, hadden rond die tijd een smakelijke en voedzame soep bereid en die werd uitgedeeld op de afdelingen en ook het personeel kon een bakkie pakken. Ook de mijnheer in kwestie kreeg zijn vaste kommetje smakelijke soep. Nu had deze mijnheer er altijd een boterhammetje bij, gewoon om te dopen. Dat vond hij lekker. Gewoon een droge witte boterham, geen boter, geen gedoe. Die dag was de vaste zaalzuster er niet. Vrij misschien, late dienst, ziek, wie weet? Een jonge en kittige ziekenverzorgster had haar 'wijk' overgenomen en deelde vriendelijk en aardig de koppen soep uit. Ze gaf de mijnheer zijn kommetje welriekende en smakelijk uitziende soep, knikte hem vriendelijk toe en liep verder. De mijnheer pakte zijn bordje met het kommetje soep erop aan, keek nog eens goed en hè? miste meteen zijn boterhammetje. Een beetje verontwaardigd riep hij haar terug: 'Zuster, heeft u een droog sneetje?' De zuster keek over haar schouder naar hem en schudde haar hoofd. 'Nee, hoor mijnheer, het zijn mijn nieuwe schoenen die zo kraken.'


Indien geïnteresseerd? Later meer, veel meer!





donderdag 19 mei 2016

Een droog sneetje. Over het MHO.

Aanvankelijk wilde ik een wat pissig en azijnachtig berichtje schrijven over ene "Sylvana". Ik had de laatste dagen die naam vaker horen circuleren op TXT, de fraaie nieuwspagina's die wij, Nederlands volk, kunnen bekijken via onze tv toestellen. (In België schaffen ze die dienst op de eerste van de zesde af, overigens. Nu ja, de Belgen hebben hun veiligheid en hun land al afgeschaft, dus dan is er geen reden om de TXT te behouden, denk ik.) Ik had overigens geen idee wie die Sylvana was. Noem me achterhaald, geen kind van deze tijd of naïef of een Dino of zo, maar ik had werkelijk geen flauw idee en ik besloot haar eens te goochelen. (Ja, dat moet anders, maar een soort geintje, oké?) Daarbij kwam ik op een filmpje van Hans Teeuwen, die nogal 'omstreden' cabaretier. Ik keek naar dat filmpje, lachte me de koelera en wist nog steeds niet wie die Sylvana was. Ja, een mevrouw van Afro-Surinaamse afstamming, bleek. (Dit is heel erg Hank-the-Yank-taal, nietwaar? In die taal mag je een blinde geen blinde noemen, maar een Visual challenged person, een lilliputter is een Lengthwise challengend pereson, een doofstom iemand is een Hearing and language challenged person. Ongeveer zoiets, dan. 
Maar goed, die mevrouw, ik kwam erachter dat ze, die Sylvana, een vrouw was, hoewel dat moeilijk te zien is in mijn optiek, die zich nogal druk maakt over ons, Nederlands, slaven verleden. Nu ja, dat is wel goed, zo fraai was dat verleden niet, maar ja, het is wel het verleden. Ik bedoel, de slavernij is in 1863 afgeschaft en de mensen die slaven waren zijn toen vrijgelaten en mochten hun eigen land gaan besturen en zo. Aanvankelijk onder de paraplu van het voormalige kolonialiserende land, wij dus, maar vanaf 1976 mochten ze het allemaal helemaal zelf regelen. Ik weet dat zeker, ik was er zelf bij, bij die onafhankelijkheidsfeesten. Weliswaar aan boord van een onderzeebootjager die op de rivier voor anker lag, maar toch. In elk geval, ik zie nu wat er van het land is gekomen en in mijn ogen is dat niet veul, zeg maar.
Ja, ik ben aan wal geweest, ik heb Suriname/Sranang bezocht, ik heb door Paramaribo gewandeld, heb de Bush bezocht en veel indianen dorpen en bos(ik-durf-het-haast-niet-te-schrijven)negerdorpen bekeken en heb met veel daar wonende Surinaamse mensen, veelal gekleurd, maar da's ook weer een pijnlijke opmerking, gesproken. Die waren allen, zonder een enkele uitzondering, helemaal tegen hun landgenoten die in grote getale naar het land van de kolonisten vertrokken of al vertrokken waren en waarbij die mensen zich verzamelden in wijken die later als getto's bekend zouden worden, zoals in de Bijlmer, bijvoorbeeld. Men, de Sranangs die ik sprak, vonden die mensen 'golddiggers', 'landverraders', 'lafbekken', mensen die niet mee wilden werken om hun land naar een hogere status te voeren. Ik denk dat de ouders van die Sylvana ook bij die groep mensen hoorden. Maar, de Sylvana in kwestie, samen met ene Prem, een niksje met een nog veel grotere muil, heeft haar hele brede en grote muil vol over 'slavernijverleden' en 'Zwarte Piet is een slaaf en moet verbojen worden', zukse zaken, dan. (Oh ja, ze begeeft zich ook nog eens op het smalle pad der politiek in een groepje ontevredenen die het in hun thuislanden, Turkije en Marokko al helemaal niet tot wannabe politici zouden hebben kunnen ontwikkelen. Ene politieke partij die zich Denk noemt, geloof ik.)

Maar soit, het sop is de (apen)kool van die SS niet waard, lijkt me.
Ik keek vanavond naar een herhaling van de succes tv serie "Het schaap in Mokum." Ik hoef en ga het niet allemaal uitleggen, natuurlijk. Ik hoop dat iedereen met alleen maar een klein beetje gevoel voor humor, nu ja, Jiddische en (dus) Mokumse humor, deze serie heeft gevolgd. In de jaren zeventig, geloof ik, schreef Ely Asscher, een Joodse schrijver, een serie over een Jordanees café, met allemaal stamgasten en allemaal belevenissen. Vooral beroemd werden de liedjes uit die serie: As je mekaar niet meer vertrouwen kan, Vissen, dat soort dingen. Maar er werden grote acteurs en actrices geboren in die serie, Adele Bloemendaal, Piet Romer en Leen Jongewaard om maar een paar te noemen. In elk geval, vandaag keken de liefde van mijn leven en ik naar de herhaling van een van die afleveringen. Zoals gezeid, het speelt in een Mokums kroegie, waar, toen nog, 'geroken' nu ja, gerookt, mocht worden. Nu ja, in ieder geval, een scene ging over 'gehaktballen', over zelf gemaakte ballen en geserveerd aan de bar. Op een gegeven moment vroeg een van de acteurs om een "bal met een wit sneetje." Volkomen onschuldig, toch? Maar mijn herinneringen gingen meteen vijfenveertig jaar terug in de tijd. Terug naar de tijd dat ik mijn opleiding(en) volgde in dat grote gebouw, dat voormalige klooster, landinwaarts gelegen aan de voet ban de Zandvoortse duinen. Mijn gedachten vloden terug naar het MHO, het Marine Hospitaal van Overveen, waar zoveel van mijn leeftijd- en vakgenoten hun opleiding(en) tot "superdoc" hebben gekregen, of ondergaan.
Mijn gedachten snelden naar een dergelijke  opmerking die ik een wat oudere patiënt hoorde maken tegen een jonge ziekenverzorgster, die met de "pre-lunch" soep kwam. Een bakkie soep om elf uur. En een vraag en een antwoord dat ik de rest van mijn leven als een heerlijke anekdote bij me zal dragen. Het ging zo, oh, sh.. mijn A4 is vol. Ik dacht dat ik net begon. Nu ja, morgen dan maar verder.



zaterdag 14 mei 2016

Pas op voor Facebook!

And now for something competely different!

Ja, ja, de kreet is van Monty Python, een van de leukste tv programma's ooit. Althans, als je van dat soort Jiskefet-achtige humor houdt. Ik ben, ik geef dat toe, de laatste Blogs nogal in 'Memory Lane' geweest. Niet dat dat erg is of was, ik geloof dat enkele van mijn lezers zich daar wel in konden vinden, overigens, gezien de 'feedback' die ik kreeg.
"Maar dat waren andere tijden, nu terug naar de onze", zoals de presentator van dat fraaie tv programma 'Andere Tijden', mijnheer Hans Goedkoop, dat zou zeggen. Want ja, DWDD en zo en ook mijn  wereld hoewel ik nooit naar dat nare DWDD kijk. Da's alvast punt een van mijn redenering. Ik vind het echt zo een typisch Gooise matras programma, waarbij het allemaal: 'ons kent ons' is. Waarbij allemaal dezelfde nare en typische mensjes langs komen die weer eens een boekje of een cd'tje hebben geproduceerd dat verkocht moet worden of dat die zieltjes weer eens dezelfde mening verkondigen. Nee, nee, nee, ik ga nu de bietenbrug op. Nou ja, wat ik bedoel te zeggen is dat al die BN'ertjes elk seizoen een andere mening hebben. Dat draait dan mee met of tegen de publieke opinie of wat de hand die hun voert, de VARA, lees de linkse stuurlui aan de wal, hen aanmaant te hebben, die opinie dan. Zo hoorde ik diverse malen een (ooit) vooraanstaande, maar nu totaal achterhaalde, cabaretier zich zelf steeds andere meningen opdringen, waarbij hij dan volhield dat dat zijn 'insteek' altijd al geweest was. (Oeps, ik betrap mezelf op een contradictio in Terminis. Ik schrijf namelijk net dat ik nooit naar dat wat ranzige en semi-populaire programma kijk en nu zeg ik dus net dat ik meerdere malen... enzovoort. Tja, caught in the lie, zeg maar. Maar laat ik het zo zeggen: ik zie de herhaling af en toen met een half oog en "that's the truth Your Honor".)
Maar goed, het leven gaat verder. Met soms spectaculaire verhalen: de Russische (winter) sport wereld is totaal vergeven van de doping. Joh, nieuws? Nee, natuurlijk niet, dat was al jaren bekend, maar de president van dat land heeft nu zelfs de inlichtingendienst ingeschakeld om de urinemonsters, waaruit die doping dan zou blijken, te vervalsen. Dat deden ze heel ingenieus, maar ze hadden zonder de baas van het Russische dopinglaboratorium gerekend en die man, hij was inmiddels al gevlucht naar het westen, maakte de verhalen openbaar! En nu maar wachten op het ware verhaal over dat vervalsen van die urinemonsters en alles wat er verder gaat gebeuren? Ik denk: niets natuurlijk. Sport is schijnbaar belangrijker dan oorlog. Althans, er gaat meer geld om in sport dan in oorlog. Dus gaan Adidas/Nike/CNN/Eurosport al die zaken niet vertellen en blijft Rusland gewoon meedoen met alle Olympische sporten. Wanna bet?
Tja, ik moet, helaas, het kan niet anders, het nog eens over onze zuiderburen hebben. Dat land dat totaal niet in staat is om te bestaan als een moderne natie. Nu hebben ze alweer drie weken lang een staking van cipiers. Voornamelijk in Waalse gevangenissen. Dat loopt zo hoog op, dat er militairen en politieagenten ingezet worden. Terwijl de terreur dreiging even hoog blijft en leger en politie al overtrokken veel werk moet doen. Dan hebben ze nog stakingen op Zaventem en zo. Daarna gaan de bagage afhandelaars ook nog eens staken.  Verrek, zeggen de Belgen, wat raar dat Schiphol een hele behoorlijke graan meepikt van onze problemen. Daar komt dan weer kritiek op van de Federale Belgische regering, die het "laf" vind dat Schiphol, dus wij Nederlanders met onze 'dikke nekken', werk en poen van hen afpakt. Onze kleindochter van drie zou zeggen: 'Da's niet eerlijk en niet leuk.' Maar ja, die is nog maar drie, natuurlijk en de Belgen, ietsjes ouder, hoewel niet verstandiger,  zouden dus beter moeten weten.
Tja, wat kleiner nieuws: de vluchtelingen die in ons land aankomen zouden veel te kleine woningen krijgen in ons land, als die aan hen worden toegewezen. Want ja, een vier kamer woning voor een vluchtelingen gezin uit een land waar ze misschien net aan een stoffig hutje in de woestijn bewoonden, ja, dat is toch pure discriminatie, mensen? (Nou ja, ik zit dat dan wel te zeggen in mijn voormalige vijfkamer- en scheefhuur huis. Nou ja, scheefhuur? Ik betaal me blind voor een dak over mijn hoofd, hoor. Ik heb net te hard en teveel gewerkt in mijn leven om voor allerlei subsidies in aanmerking te komen, waar ik wel altijd aan heb bijgedragen.)
Goed, ik geef het toe, ik heb een UWV uitkering. Na 45 jaar werken en dienen van en voor het vaderland en de NL economie. Ik trek van de staat. Ik ben schuldig.
Goed, laatste dingetje, dat me opviel. (FF it, ik lijk die grijze dakduif van DWDD draait door wel.) Maar de Belgische politie, ik geloof in samenhang met de FBI, waarschuwt tegen het gebruik van de nieuwe soort "Likes" die je tegenwoordig kunt geven op Facebook, die nieuwe Smileys, weet je wel. Dat hartje, die boze man, die WOW, je kent het wel. Volgens het krantenbericht dat ik las, zou Facebook via die emoticons, zoals ze officieel heten, allerlei gegevens van jou, als inklikker, aanklikker, noem het maar, kunnen achterhalen. Ik moest even lachen. Zolang je online bent, of zolang je met je mobiel bezig bent, ben je voor de halve wereld te zien. Net als in het betalen met je PIN en zo. Ik deed het af als Ge... eet gebak van Krul, tot ik vanavond een, heel onschuldig fotootje van een, ongeveer zesjarige meisje zag, een dochter van een oud collega, die helemaal trots stond te poseren met haar eerste zwemdiploma. Ik gaf het berichtje een "hartje". Lief, dus, vond ik, gewoon. Een jong kind dat het eerste zwemdiploma haalde, een trotse pa en ma, niks pix. Helemaal onschuldig toch?
Maar, daarna las ik dat bericht. F... ik, dacht ik. Zouden ze mensen kunnen tracen die een hartje zetten bij een jong kind, een meisje in dit geval, en die mensen kunnen 'linken' aan kinderporno? Nee toch? Ik ben helemaal niet paranoïde, maar ja, is het niet toch een beetje Big Brother?



donderdag 12 mei 2016

Over de Magazijn beheerders (1)

Ja, hallo, geloof je het zelf? Dat ik een heel Blog ga zitten schrijven alleen maar over onze vaak vergeten en vaak te weinig gewaardeerde collegae van de Dienst Goederenbeheer? (Dat was hun naam in ieder geval: de Logistieke Dienst Goederenbeheer, de LDGB'ers? Even terug naar het vorige verhaaltje, zie je daar ga ik alweer. Vriend B. schreef al terecht dat er natuurlijk veel meer mensen in ons ziekenverplegers vak zaten, met een brevet. Ja, brevet, ja. Ik heb dat allemaal uit lopen leggen. Nee, natuurlijk ben ik niet link, nee, integendeel, maar ja, opletten of goed lezen is ook een ding. En ja, hij had gelijk, er waren veel ziekenverplegers die WEL een brevet hadden, maar die mannen (toen dan) stamden allemaal uit andere vakken. B. zelf was van de dekdienst geweest en had een brevet Engels of Geruispeiler of Afstandpeiler behaald en er liepen er rond die als ziekenpa ook nog eens een brevet als Hulpziekenverpleger hadden. Maar dat waren mensen die niet als ziekenpa in dienst waren gekomen, snap je? Dienstvak verraders noemden wij hen. Een van die dienstvak verraders was ene A. Hij behoorde ooit tot het groepje mensen waar ik het over wilde hebben. Die A. zag al snel in dat in het door hem gekozen semi administratieve vlak geen snelle bevordering te behalen was. Dus keerde hij de jas en werd ziekenpa. Lekker uit roeping zeg maar. Roeping naar een carrière, inderdaad en dat kreeg hij dan ook. De man likte zich helemaal binnen bij de Helderse leiding en werd dus uiteindelijk ook de Helderse leiding en trapte tegen benen, stond op tenen en verne.... iedereen die hem in de weg stond bij het behalen van al die gallons. Die kreeg hij allemaal. Daarvoor in ruil kreeg hij de haat van alle welwillende ziekenpa's van deze wereld en deze KM. Of hij zo gelukkig ermee is? Ik hoop van gans harte van NIET. Deze man staat symbool voor alles wat naar is en wat baantjesjagerij en opportunisme en Machiavellistisch gedrag is. Ik haat de man. Heb dat al vanaf de eerste ontmoeting gedaan. Een gladakker, zeggen ze.

Maar soit, hij was dus MB'er, magazijnbeheerder, maar dan een totale foute, laat ik het daarop houden. De echte MB'ers, vanaf nu MB geheten, heb ik leren kennen als een groep mensen die vaak op de achtergrond werkten en bijna nooit in de "limelight" (konden) treden.Laten we eerlijk zijn mensen. Wij ziekenpas deden ook niet al te veel aan PR, maar, als der geoefend werd, of er was een "safeguard" actie, dan was er altijd een van ons in de spotlights. Tijdens een Fost/Nost zag men de ziekenpa met een helm met rood kruis en een armband met idem, op strategische posities. Bij het BOZ'en ook. Bij Heliops en zo, toch wel. De LDV zag je altijd druk met eten en op feesten en partijen en BBQ's aan dek. (Die lui kregen, terecht, veel applaus.) De LDA, de schrijvers, werden alom bedankt omdat ze, als het goeie lui waren, je declaraties en je mutaties voor elkaar hadden. (En je havengeld, natuurlijk.) Maar de MB was niet in de grote lampen te vinden. Nee, vaak deden ze, weggestopt in een achteraf hokje van een uitgespaard plekje dat hun bureau was, op een fregat of een kruiser, hun werk. 
Van daaruit beheerden ze alle goederen die aan boord van een relatief klein oorlogsschip zoals een fregat is, te beheren zijn. Zoals jullie weten heb ik in een Super gewerkt. Ruwweg gezegd hadden we daar tienduizend artikelen. Gypsie, een ouwe MB maat van me, vertelde wel eens dat zijn groep 30.000 artikelen beheerden, in store moesten hebben of, in ieder geval, moesten kunnen bestellen. Daar hadden ze natuurlijk, KM gezien, zeeën van ruimte voor. Toch? Nee natuurlijk.
Ik houd het even hierbij. Voor mijn doen een kort verhaal. Ik mot naar Songfestival kijken, begrijp je? Ik ga heel snel verder over de MB en over de MB die de MB controleert.



woensdag 11 mei 2016

Logistiekelingen

Voor ik ga beginnen over de groep schepelingen die men, toen ik nog dienst deed, de "Logistieke Dienst" noemde, moet ik even terug naar "vroeguh", toen alles "betuh" was. Dat is natuurlijk een gebbetje. Maar sommige dingen, in ieder geval bij de KM waren toen wel wat duidelijker, laat ik het zo zeggen, sommige dingen waren meer over zichtbaar. Elke marineman/v, oké, oké, had in die jaren, tot ergens in de jaren tachtig, geloof ik, duidelijk een zogenaamde 'uitmonstering' op z/h mouw. (En, zoals eerder geschreven. ik ga nu niet meer politico doe, maar marine mensen zijn dus gewoon m/v, geen gel.., eet gebak van Krul.)
Zo een uitmonstering gaf duidelijk aan wat je 'deed' bij de baas, nu ja wat je getracht werd te doen, namelijk dat 'dienstvak', zoals dat heette, uit te oefenen. Ik geloof dat er een dikke dertig of zo van waren, van die uitmonsteringen dan. Het waren, wat we nu zouden noemen, pictogrammen. Een matroos had bijvoorbeeld twee gekruiste ankers. Een seiner had twee gekruiste vlaggen, een kanonnier had dan weer twee gekruiste kanonnen, de schrijver twee gekruiste ganzenveren en de kok had dus twee gekruiste lepels.. nee, de kok had een hoofdletter K in een cirkel op zijn mouw. Daaronder kwamen dan de strepen die je rang beduidden. Ongegradueerden hadden van 0-1-2 rode strepen, korporaals hadden twee gele strepen, sergeanten drie gouden strepen, majoors dan weer vier en adjudanten hadden een fraaie en smalle gouden galon op de onderarm. De 'uitmonsteringen' kleurden mee met de rangen. If you get my drift!
Dan had je ook nog, nee, blijf der even bij, ga nu niet naar een andere site, wacht nog even, je kent me, ik ben altijd lang van stof, maar dan had je ook nog eens de zogenaamde "brevetten". Dat waren extra opleidingen die je kon volgen, helaas mochten en konden wij ziekenverplegers dat niet, en die brevetten waren vaak nuttig, of verplicht, voor een bevordering van matroos tot korporaal. Het leverde ook elke maand nog wat extra florijnen op hoor. Zo had je mensen met een brevet Engels, Olieman, Hulpziekenverpleger, Geruispeiler, hoornblazer, nu ja, noem maar op. Al die brevetten waren overigens in het rood. Want zodra je KPL, korporaal, werd, vervielen die brevetten en werden gezien als een deel van je korporaalsopleiding. (Hoewel het helemaal niet kon en mocht, haalde ik, als ziekenpa, het brevet scherpschutter. Ik vond schieten leuk om te doen en ik vond het uitdagend om de trucs te leren kennen om dat brevet te halen. Het brevet is nooit erkend, natuurlijk, ik heb der nooit ene cent aan verdiend, maar: I was pretty good at it.)
Het lijkt wel veel hé, al die uitmonsteringen en die pictogrammen? Troost je. Ik heb een "Bluejackets Manual" uit die jaren in mijn bezit, een handboek voor de US marine ongegradueerde. In dat boek kom ik wel 150 dienstvakken tegen en alleen al zeven rangen voor PO's, onderofficieren. Maar goed, Hank the Yank en overdrijven, nietwaar?
Enfin, toen kwamen de jaren tachtig met allemaal rampzalige regeringen. Mensen als Den Uyl, Lubbers, Van Acht, noem maar op. deden zich groot voor en deden aan reorganiseren. (Nu ja, vroeguh was dat dus net zo errug als nau?)
Wij, de KM kwamen ook niet onder die reorganisaties uit. Er was een "schaaf methode", een hele erge "schaafmethode" en een "kaasschaaf methode" en heel langzaam werd de hele krijgsmacht uitgehold en verminderd in menskracht en slagkracht. Dat zette kwaad bloed  bij ons, het personeel, maar ja, you just can't win. Niet allen werd de KM qua schepen en taken veranderd, maar ook de uniformen en de rangen en standen gingen ook op de schop. Zo werden de duidelijke pictogrammen van onze mouwen gehaald en werden groepen marinelui bij elkaar in diverse "Dienstgroepen" gedreven. Maar dat beet heel vaak. Hofmeeesters en koks hadden het niet echt op elkaar. Konstabels en Wapenelectronicamonteurs ook niet. "Nauten", de echte zeelui, de mannen aan dek, werden samengevoegd met de "Odops" de mensen die onder in het schip aan de radars zaten, en ja, dat vrat.
Maar, ja, marinemensen vreten zich overal doorheen, dus ook hierdoor. Maar war erger stak, bij ons, van de logistiek, was dat we op dat moment niet meer tot de KM behoorden, vonden wij. Want, na de reorganisatie, werden wij, logistiekelingen, opeens als een heel ander soort species beschouwd, namelijk als "Niet Combattanten". Doordat wij zilveren strepen en een zilveren onklaar anker moesten dragen op de mouw, waren wij geen 'marine militairen' meer, nu ja, zo voelde dat, in elk geval. Want wij, van de logistiek, bedienden geen wapens, schoten niet met kanons, vuurden geen torpedo's af en zulkse dingen. Helemaal waar. Maar, als der een raket op ons schip afgeschoten werd of zo, dan werden wij ook geraakt hoor, ondanks onze zilveren strepen. En ja, de mensen die ons als niet combattanten in een hoekje dreven, vergaten een belangrijk iets. Bij alle acties in binnen- en buitenland, waar ons Korps bij betrokken was, waren er altijd logistiekelingen 'embedded'. Er ging geen enkele buitenlandse missie of vage buitenlandse oefening door als er geen groep logistieke marine mensen bij zat. Als ziekenpa, als kok, als schrijver, machinist, elektromonteur of als magazijn beheerder. No way. Hoe goed het Korps ook was/is, ze steunden en helemaal terecht, op de vloot met haar expertise. 
En ja, als er in het buitenland op je geschoten werd, of der waren bermbommen of zo, ja, dan kon je wel zeventien zilveren strepen op je mouw hebben, maar dat hielp dus geen moer. Niet alleen dat, maar vaak waren mijn collegae ziekenpa's er als de kippen bij, die zin moet anders, maar in ieder geval, er werd veel hulp, gevraagd of ongevraagd, geleverd aan de mensen in die vaak nare en stoffige en gevaarlijke buitenlanden, door logistiek personeel. En nee, 'tuurlijk deden de lui van het Korps het zware werk. Maar ja, 'tuurlijk was het een operatie met alle mensen en middelen. (Ja, m/v) 
Nee hoor, dit is allemaal sans rancune geschreven, maar het is even een opzetje voor een verhaal dat ik wil gaan schrijven over onze meest ondergewaardeerde logistieke collegae, de MB'ers, of wel de Logistieke Dienst Goederen Beheer. 

=Later meer. Over Goederenbeheer, CAKM, over hoe je met dieven, dieven vangt, over detail inspectie en hoe dat allemaal altijd weer goed kwam.=
 



Met dank aan "Gypsie", die heel anders heet, maar een goede en blije en bevriende schurk der eerste klasse is.

maandag 9 mei 2016

Ome Bart, nog even.

 



Herinneringen halen herinneringen op, vaak. Ik had mijn Blogje over ome Bart net geschreven en gepost, toen ik een reactie kreeg van vriend B. Vriend B., ik noem hem even Bert voor het gemak is een van de beste, oudste en trouwste vrienden en natuurlijk behoort hij tot de Uitverkorenen, de Geroepenen, tot de Eenlingen. Bert kende Ome Bart ook, natuurlijk, maar de anekdote die hij vertelde/schreef was van na mijn tijd. Vermoedelijk diende ik het Vaderland op dat moment als ziekenverpleger op een van de mijnenvegers van de, toen nog, talrijke vloot die we hadden.Ik had daar dan een zes weken durende opleiding voor gehad aan boord van Hr. Ms. Soemba, een oude kanonneerboot, een veteraan uit de oorlog.
Het schip was verbouwd tot logementschip en was gemeerd in Den Oever. Een plaatsje van helemaal niks en niemendal, gelegen aan het begin, of einde, dat ligt eraan hoe je het bekijkt, van de Afsluitdijk. Het dorp had slechts een "bezienswaardigheid" als ik het zo mag noemen, ene Gonda. Een goede luisteraar heeft slechts een halve naam van node. Bij de Mijnendienst, zoals het bedrijf heette, kreeg ik weer vaak te maken met de mensen van de MDKAZ, de Mijnen Dienst KAZerne, vaak tot groot ongenoegen van mij en mijn ook varende collegae. De baasjes daar vormden een corrupte en nare bende. Soit.
Mijn vriend B. had me opgevolgd of afgelost in de MKAD. Nu moet je weten, brave lezer, dat de zogenaamde hoogconjunctuur begin jaren zeventig, nog niet was doorgedrongen tot de militaire/ambtenaren salarissen. We werden vet onderbetaald, toen en misschien nu nog. Dingen als Vaartoelage, gescheiden gezinstoelage, oefentoelage, dienst in het buitenland, bestonden niet tot nauwelijks. Ja, havengeld dat bestond al. Bij een verblijf in een buitenlandse haven had je recht op, ik geloof zes "gulden", je weet wel, die oude florijnen, per dag. Per etmaal. Vaak kwam het schip na 1200 H aan in een buitenlandse haven en ging je havengeld dus in om 0600 de volgende (zater)dag. Met het resultaat, 12 piek, kon je, ook toen, geen enkele deur intrappen, maar het was genoeg om een doosje bier uit het Caf te kopen.
Ja, ik aborteer weer, ik weet het. Goed, omdat de salarissen dus niet je dat waren, was het bezitten van een automobiel niet voor iedereen weggelegd. Nu ja, voor bijna niemand. De fiets was een alternatief en, als je in Den Helder woonde, zag je 's morgens rijen fietsende maten van en naar de schepen of kazernes gaan. Een beter alternatief was, als je verder van de kazerne woonde, de "plof".
De Brommert dus. Ome Bart had een bromfiets, ik geloof een Zundapp. Daarmee reed hij dagelijks, weer en wind, van Weesp, waar hij woonde, naar Amsterdam. Een ding ben ik nog vergeten te vertellen over mijn allereerste chef. Naast al zijn andere goede capaciteiten, was hij ook nog eens een beer van een vent, oer- en oersterk. Nadat hij, op een morgen, eens een lekke band had gekregen op zijn brommer, wilde hij dat zelf verhelpen. In de hoge wachtkamer van de hele oude, (het gebouw diende al vanaf 1850 als een tuigruimte), en krakkemikkige ziekenboeg, waren, aan een van de houten balken, twee haken bevestigd, met een touw. Die haken hingen op ongeveer een meter boven de grond en konden opgetrokken worden door een katrol. Waarom/hoe/door wie? Geen idee.
Enfin, Bart wilde zijn band plakken en vroeg aan Roy Doeve, een fijn voorbeeld van een mens en mij om die brommer op te hangen. Ik heb geen idee meer hoe zwaar het kreng was, maar wij kregen het niet voor elkaar. Ome Bart zei iets van: "stumpers", met nog een naar woord ervoor, pakte de brommer bij kop en kont en met het uitspreken van de woorden: 'Hup en Hup' en hing hij de plof in de touwen.

Maar goed. Ook maatje Bert had een plof. Hij woonde toen nog in het Gooi en qua fietsen was dat net te ver. OV was te duur en de brommer, ik geloof dat het een Honda was, was dus een uitkomst. Hij parkeerde, hij was vroeg die dag, dat was wel eens anders, maar daarover later misschien, zijn voertuig op een plek. Nee, op een verkeerde plek. Sterker, op een totaal verkeerde plek, want de plek van de ploffiets van Ome Bart. Die was eens wat later, iets wat hem nooit overkwam. Ome Bart kwam en zag en ontstak in toorn. Hij herkende het voertuig en riep de bestuurder tot zich. Er ontstond een discussie, een pittige, ook nog, vertelde mijn vriend me later. Tja, als jonge eerste klas win je over het algemeen geen twistgesprek met een oudere sergeant majoor. Dus Bert verloor van Bart, logisch. 
Nu, de laatste anekdote, was Bart ook geen voorstander van de "vrije haarlengte", zoals die, in 1972, voor het KM personeel was ingevoerd. Hij had me vaak verteld dat 'ie mijn haarlengte niets vond. (Ik droeg mijn haar tot net aan over de bovenrand van mijn oor, overigens.) Ik ging dus in discussie, dom dus, en vertelde hem van het Staatsblad en de mening van de MINDEF. Bart werd stil. Hij liet me aan het werk gaan en later op de ochtend dronken we, zo als gewoonlijk, koffie in het bureau van de Medische Administratie. Er mocht toen ook nog gerookt worden, natuurlijk. Ik luisterde naar de verhalen van de korporaals en de oudere collegae en zag Ome Bart weg lopen, maar schonk er geen aandacht aan. Een minuut later was hij terug, legde zijn hand op mij "Beatles" kapsel en wreef er wat over. 'Ik vind wel dat je gelijk hebt', sprak hij. 'De haarlengte moet vrij, natuurlijk. Maar, het kapsel moet wel schoon en verzorgd zijn, toch? Stond ook in het Staatsblad en is ook de mening van de MINDEF.' 
Hij pakte zijn koffiemok en liep naar zijn bureau. Ik voelde nattigheid, nee, plakkerigheid. Ik voelde met mijn vingers in mijn "aso kapsel". F... it wa's dit? Een kleverige, zwarte pasta plakte aan mijn handen. 'Oh nee, alsjeblieft niet?' Ik hield mijn vingers onder mijn neus. K..! Driewerf K..! Teerzalf, Ichtyol. Een heel oud middel, op basis van teer, dat werd gebruikt om bijvoorbeeld abcessen beter te laten rijpen. Die koelerazooi krijg ik nooit meer uit mijn haar! K..  en nu ja, laat maar, je volgt hem.
De anderen begonnen hilarisch te lachen. Ik spoedde me naar de douches en trachtte die zooi uit mijn haar te wassen. Nu ja, no effing way! Ik probeerde wasbenzine en spiritus en stonk een half etmaal in de wind naar de drank. Niets hielp. Nu ja, een afspraak bij de Barbier, de KM kapper dan wel. Dat kon nog, die middag. De barbier had me verwacht, leek het! De dag erop zat ik, met het bekende bloempot kapsel, aan tafel tijdens de koffie. 
'Goh', teemde Ome Bart, 'toch maar naar de kapper geweest?' Sinds die dag weet ik dat blikken niet kunnen doden. Ome Bart is overigens een goede kameraad van me geworden. Ik heb veel van hem geleerd. Ik herinner me hem nog met veel plezier en liefde. Hij was zijn vak, hij was een geboren ziekenverpleger. Hij leerde mij, en velen met mij, om de patiënt te herkennen en te handelen in het belang van de patiënt. Vaak tegen de wensen van de chefs van die patiënten in. 
Ik heb het idee dat dat hem zijn carrière gekost heeft!
Dit gedrag was overigens in felle tegenstelling met een heleboel andere zogenaamde chefs die ik had, die alles deden om hun carrière veilig te stellen, ten koste van de patiënt.
Voor de ingewijden: Maak het verhaaltje af en kleur de plaatjes!


zaterdag 7 mei 2016

Marine Memoires (Ome Bart)

Nee, hoor, gelukkig ben ik nog niet zover dat ik de herinneringen aan mijn leven moet gaan neerschrijven om dat de geest, mijn geest, weigert te werken. Maar ja, zoals ik al eerder schreef, je wordt ouder papa, je kan er niets aan doen. Het maffe met ouder worden is dat je dingen uit je jongere jaren beter voor je geest gaat halen. Of meer dingen van vroeger, van toen je jonger was, laat ik het zo zeggen! Nee, dat heeft niets te maken met "kinds" worden, hoor, helemaal niet. Nee, ik weet het niet precies, maar het valt me op bij mezelf, (of is aan mezelf), maar ook aan mensen in mijn omgeving van die leeftijd herinneren zich meer van 'toen', zeg maar.
Nu ja, ik weet het eigenlijk wel, hoor, als ik even nadenk. Ik ben nu op een leeftijd waarbij het "druk-druk-druk, werken-werken-werken, vergadering, haast, carrière mogelijkheden" en noem maar op, helemaal en totaal niet meer spelen. Mijn carrière is gedaan, mijn werk is weg. Onze kinderen, ik praat nu even voor de lief en mezelf, zijn de deur uit, nu ja, zo ongeveer dan, en redden zich behoorlijk, met werk en met redelijk stabiele relaties, noem het maar. We hebben kleinkinderen, ik ben nu "in between jobs" en heb dus zeeën van tijd om met de lief er op uit te gaan. (Vanmiddag waren we toevallig, het meissie wilde eens shoppen bij een zaak daar in de Bijlmer. De Amsterdamse Poort, heet het daar, en het is een vrij groot shopping centrum. Het was geloof ik al meer dan tien jaar geleden dat ik er geweest was. Toen voelde ik me er niet prettig, maar vandaag kwam er een totaal gevoel van onbehagen over ons. Wat een getto is dat geworden zeg! )
Maar goed. Ik zou, zoals vroeger belooft, eens verder schrijven over mijn KM jeugd, zeg maar, een stukje over de oude Onderofficieren die mij, maar meerder van mijn generatie,  hebben geleerd wat het was om marine ziekenpa te worden en te zijn. Daar over nadenkend kwamen heel wat namen naar boven. Als eerste kwam ik Bart Vorstenbosch in het geheugen tegen. "Ome Bart", zeiden wij, zijn personeel en de "Leeuw van Amsterdam", zoals een toenmalige commandant van die Marine Kazerne hem ooit noemde. Ik noem zijn naam gewoon in "real time", ik ga zijn naam niet verdoezelen. Ik begreep dat hij nog leeft en still kicking is, hoewel hij nu ver in de tachtig moet zijn als ik even snel reken. Die rekensom is zo: ik was achttien ongeveer toen ik onder zijn hoede kwam, hij was Sergeant Majoor. Dat werd je in die tijd vaak pas op je vijfenveertigste, dus hij was toen minimalieus minstens 30 jaar ouder zijn dan dat ik nu dan ik ben. Ik ben nu 63 en kicking, dus Ome Bart moet, f... it, al in de negentig zijn?! Oh dan moet ik even snel door schrijven.
Goed. Ome Bart, zoals alleen wij, die hij mocht, hem mochten noemen. Ik was een jonge "takenboeker", zeg maar en kwam totaal onervaren, na mijn EVO, mijn Eerste Vak Opleiding goed gezien, als ziekenverpleger der tweede klasse, de ziekenboeg van de MKAD binnengehuppeld. Ik klopte aan op de deur waar Chef Ziekenboeg opstond. Een barse stem riep me binnen. In een klein kamertje van ongeveer twee bij drie stond een bureau. Achter het bureau zat een grove en grote man in het blauwe marine uniform, met vier gouden strepen op zijn arm en de uitmonstering, de esculaap, van ons dienstvak erboven. Daarboven dan weer de kroon van het korps Onderofficieren. Tegenover hem zat ook al een oudere en Indonesische man in een witte verplegersjas. Ik nam de houding aan en meldde me correct. De man in de witte jas keek me aan, stak zijn hand uit en zei: "Sergeant Gerritsen, jij wordt bij mij ingedeeld." De sergeant majoor, die de chef ziekenboeg was, stelde zich niet voor, maar zei: 'Ga zitten Graver. Neem ten eerste je pet af in de ziekenboeg. Da's les een! Nooit met een hoofddeksel op je knar een ziekenboeg binnenkomen. Dat is uit respect voor de doden die er kunnen zijn."
Ik voelde me heel klein worden. Doden? In een ziekenboeg? In 1970? He? Hoe zit dit? De oudere Indische man liep weg. "Ik zie je zo nog wel", zei hij. Tegen mij, tegen de chef? De Chef stak zijn hand uit en stelde zich uiteindelijk voor. "Vorstenbosch. Je komt hier werken? Goed. Je bent jong en je moet nog veel leren, maar daar gaan wij voor zorgen. Je mag roken, nu, als je wilt. Je hebt net les een van me gehad. Nu geef ik je les twee. Dat is een heel eenvoudig lesje! Je stuurt nooit en ik bedoel nooit een patiënt naar de kloten voor dat je hem hebt gevraagd naar zijn klachten of hem hebt onderzocht. Ja, er zijn simulanten zat bij. Maar voor dat jij dat door hebt als jonge ziekenpa, ben je jaren verder. Ik eis dus, van al mijn mensen, dat ze elke man of vrouw die hier binnenkomt serieus nemen. Mocht hij of zij de zaak belazeren omdat hij of zij geen wacht wil lopen, of niet willen marcheren of zo en die klachten zijn onterecht, dan kun je hen alsnog aar de kloten sturen. Maar ik wil ten eerste dat je elke patiënt serieus neemt. Duidelijk, mijn jongen?"
Ik verslikte me in de rook van mijn Zware Van de Weduwe, die ik net een week van tevoren was gaan roken. Na dat ik uitgehoest was zei ik: "Jawel Sergeant Majoor." Ome Bart gromde: "gewoon majoor is zat. Je gaat nu naar inrouleren, je krijgt een plunjekastje in een kamer van de kazerne. Vanmiddag na het schaften ga je aan het werk bij Sergeant Gerritsen. Je begint op de ziekenzaal. Wij lopen hier vier van de vijf de wacht. Ook de weekenden. Doe je werk zoals je dat geleerd is en ik ben de beste chef die je kunt hebben. Pis je buiten de pot, ben ik de slechtste chef van de wereld! Duidelijk?"
Het was helemaal kristal. Ik rouleerde in, at in de eetzaal Manschappen en Korporaals een bekend maandag menu van snert en bami en meldde me daarna bij Sergeant Gerritsen. 

Die in de oorlog in een Jappenkamp had gezeten. Die er enorme trauma's aan had overgehouden. Die er nooit voor was verholpen. Die een verzamelaar van goederen was geworden en zijn maandelijkse quota van potloden en pennen, die hij maandelijks mocht aanvragen, dan ook ruim aanvroeg. Toen hij, een jaar later, de dienst verliet, bleken er ongeveer duizend pennen in zijn kasten opgeslagen te liggen. Het aantal administratieve formulieren, tempkaarten, ziektemelding formulieren, kladblokken, noem maar op, moesten met een vrachtwagen weggebracht worden voor her distributie.
=Later meer over Roy, Johan, Piet en noem maar op=


donderdag 5 mei 2016

Roeptoeteren in vrijheid!





De vierde en de vijfde mei zijn, al mijn hele lange, want meer dan drieënzestig jarige leven, onlosmakelijk aan elkaar verbonden. De invulling van die dagen, met name Bevrijdingsdag is nu heel anders geworden. Vroeger waren er vaak feesten, optochten, vrijmarkten en zo. Ook was het vaak een vrije dag, maar dat is allemaal verminderd.
Op vier mei herinneren we collectief, "onze" doden. Aanvankelijk waren dat alleen de gesneuvelde militairen van alle krijgsmachtdelen en de vermoorde Joden, Holebi's, Roma's, communisten en al de mensen die zich tegen het Duitse nazi juk keerden. Tegenwoordig herdenken we ook de mensen/militairen, noem maar op, die bij de uitoefening van hun plicht zijn omgekomen in den vreemde of gewoon in ons land, door aanslagen of een moordpartij, nu ja, noem maar op. (Zelf waren wij waren naar het graf van Ma-/schoonma gegaan en hadden daar een fraai plantje geplaatst. Dat kwam toevallig zo uit, hoor, we gedenken haar bijna elke dag in de geest, zeg maar.)

Op vijf mei vieren we Bevrijdingsdag. De dag dat ons land, na bijna vijf lange en bange jaren, door jongere en oudere mensen, uit de hele wereld, bevrijd werd van dat vreselijke regime dat toen half Europa overheerste. Bevrijding heet dat. Bevrijding betekent dat je weer vrij bent. Vrij betekent: onbelemmerd en ongebonden. Dat je dus onbelemmerd en ongebonden mag denken wat je wilt. Dat je kranten of bladen of boeken mag lezen, naar Tv programma's mag kijken, naar muziek mag luisteren, naar kunst kunt kijken, dat je kunt zeggen wat je wilt, zonder dat er een geheimzinnige verrader is die jou aangeeft bij de "anti-vrijheid" politie. Op Bevrijdingsdag vieren we dat we dat allemaal mogen en kunnen. (Ik geef toe: mensen in persoon tot op het bot beledigen of racisme beoefenen hoort daar, terecht, niet onder.)
Dus ja. Ik schrijf wel eens vaker een verhaaltje, een zogenaamd Blogje. Vaak over banale dingen, vroeger was dat vaak over mijn werk, want ik was vaak kritisch en ben dat nog steeds, overigens. En ja, de laatste dagen las ik alweer heel veel geroeptoeter. Geblèr en geschreeuw over van alles en nog wat. Roeptoeterij dus. In een vrije samenleving!
Er zijn mensen, zoals een zich zelf cabaretier noemende man van Zuid Amerikaanse, lees Surinaamse, afkomst, die al jaren in het geweer is tegen Zwarte Piet. De man vindt dat Kinderfeest, zonder enige bijbedoeling onzerzijds, een eerbetoon van ons, blanke, Nederlanders aan de slavernij tijd. (Ik geef eerlijk toe, realistisch als ik ben, dat de bladzijden over de koloniale geschiedenis van ons land heel diep donker gekleurde pagina's zijn in ons geschiedenis boek. Ik ga der niet verder op in, maar de halve lezer heeft maar een heel woord nodig, of, eh, nu ja, zoiets dus.)
Er is een andere mijnheer, een zich zelf journalist noemend typetje, van Surinaamse en Hindoestaanse afkomst, die veel aan het schreeuwen is op Tv programma's (nee, hij is niet aan het woord, hij schreeuwt) die hem, in zijn kring van bewonderaars, mateloos popiejopie heeft gemaakt. Die man, hij noemt zich Prem, geloof ik, zei dat hij, tijdens de twee minuten stilte op de Dam, twee minuten keiharde schreeuwen zou laten horen, over ons, blank Nederland dan, slavenverleden. Deze man is, aan zijn naam te horen, van Hindoestaanse komaf. De Hindoestanen zijn nooit slaaf geweest in Suriname, overigens, ze waren contract arbeiders en keken toen en nog steeds, heel erg neer op de donkere, Creoolse, bewoners van het door en door en totaal verrotte land, Sranang.
Er is ook een jonge juffer, die dan weer van Marokkaanse afstamming, die niets aan vier mei wil doen, omdat het een Antisemitisch propaganda verhaal zou zijn. De Joden zouden dat uitroeien van hun volk allemaal verzonnen hebben, nu ja, woorden van die strekking in elk geval, volgens die juffer. En er was ook nog eens een Turkse mijnheer die een partij had opgericht, DENK. Die man beweerde op een filmpje dat de moslims in ons land het zelfde lot overkwam als de Joden in de oorlog. 'Misschien', bazelde hij, 'nog wel erger. Jullie (wij Nederlanders) discrimineren ons, de moslims.'
Toen mijn tranen waren opgedroogd na zoveel domheid en rancune en hilarisch gelach, ik dacht echt even dat ik op zo'n hilarische site van Dumpert of zo zat, zonk het wel allemaal even in. Al die mensen komen uit landen of staten die geen enkele basis benul hebben van het woord "vrijheid", een woord dat misschien wel een van de belangrijkste woorden in ONZE, Nederlandse, cultuur is. Zij komen allen uit landen en gebieden waar bijvoorbeeld een Bouterse de baas is. Ze komen uit landen waar een Sharia heerst, die vrouwen eerst stenigt en dan pas vraagt: waarom moeten we dit van de Imam doen? Ze komen uit landen waar vrouwen zich moeten bedekken met 'kopvodden.' (Ja, ik blijf het toch wel een leuke kreet vinden.) Ze komen uit landen waar ene Erdogan de vrijheid van meningsuiting totaal uit de wetboeken heeft geschrapt en waar de gekozen eerste minister heel recent is opgestapt. 
Dus ja, ik moet dan maar aannemen dat zullie, die nooit echte vrijheid van meningsuiting hebben gekend, ons de les zullen leren? Ik ben het totaal niet met die umagugels eens, natuurlijk.
Maar: ze mogen het wel. Ze mogen, in mijn land, en dus in mijn/onze vrijheid gewoon zeggen wat ze denken en wat ze vinden. Zoals ik mag zeggen en schrijven dat ik het umagugels vind. Dat ik het ze niet gun om ins onze democratie en in onze bevrijding te leven en hun opruiende praatjes te verkondigen en aan mijn normen en waarden tw twijfelen. Dat ik het dus dwazen vind. Dat mag ik zeggen. Dat mag ik vinden.
Wat ik dus dan niet weer kan vinden is dat een lid van een politieke partij zegt dat hij de Joodse barakken van Westerbork genoeg opvang vindt voor vluchtelingen. Da's een stap te ver, vind ik. Maar hij mag het wel, begrijp je?

Zo mijmerend fietste ik vanmorgen via Kudelstaart, over het Bezworen Kerf en door de Kwakel, een heerlijk rondje. De zon scheen. Ik deed aan het bijwerken van mijn kleurenschema. De hemel was hoog en werd alleen verstoord door de condensstrepen van vliegtuigen die opstegen en daalden naar Schiphol, hier om de hoek gelegen. Een woedende gans zat achter een kauw aan die de eieren uit het ganzennest wilde roven. Een buizerd stond te loeren op een prooi in het jonge graan op een akker. 
Ik was bevrijd van mijn sores. Ik was vrij. Ik mocht dit Blog schrijven.