zaterdag 31 augustus 2013

Over die pakken, maar meer over Prlwytzkofsky.

Ja, ik moest het verhaal over de mensen in pakken nog afmaken, besefte ik opeens. Ik had het eerste verhaal af en zat toen wat na te denken. (Ja, dat overkomt me een enkele keer. Ja, ja, vrij ongebruikelijk, ik weet het. Maar het verruimt af en toe je geest, zonder dat het pijnlijk is, moet ik zeggen.) En terwijl ik dat zo zat te doen, ik had wat steun van de firma Cabernet/Sauvignon, begreep ik opeens dat ik, in mijn vorige leven, zie aldaar, ook wel eens iets dergelijks had meegemaakt. En misschien nog wel veer erger eigenlijk en ik begreep 'in a flash' dat het mijn, toenmalige, carrière, en dat van veel van mijn toenmalige collegae, wel eens gekost zou kunnen hebben. Niet het verhaal  over het enorme verschil tussen de 'vloer' en de 'mannen in pakken', natuurlijk, da's van nu, maar, zoals gezegd, ik had in mijn 'verleden' namelijk zo goed als hetzelfde meegemaakt en wist nu waarom ik zo 'aansloeg' over die 'mannen in pakken', die alles van de theorie, maar niets van de werkvloer weten/wisten. Bij de marine had die mentaliteit van een dergelijke groep mensen, nee, mannen, hoor, (vrouwen zijn anders, wel valser, maar anders) een zooitje mannen dus die alleen voor eigen gewin optraden, voor heel veel collegae het einde van een veelbelovende carrière gekost. Doordat heel veel van die collegae "hun bek open trokken", zoals dat heet en tegen dat clubje inging om betere , ik noem het zo, werkomstandigheden' af te dwingen. Waaronder ik dan ook was en, ergo, op een gegeven dag te horen kreeg van zo'n uitgestreken staf medewerker dat ik "geschikt" was voor bevordering, maar niet "erg geschikt". Ik had, volgens die uitgestreken man, te vaak en te veel kritiek gehad op de leiding. Ik schreef dat verhaal dus dan maar zo een beetje op en ik kreeg een enorm aantal positieve berichten op Fb.

Maar dat tot zover. Ik wil mijn frustraties nu ook weer niet al te erg voor het voetlicht brengen, hoor. Ik werd op een goed moment gestoord in mijn mijmeringen, mijmeren, dat is iets dat ik tijdens het werk, als ik tijd heb, wel eens doe, dat mijmeren. Ik had het vrij rustig die ochtend dus soms tijd om te mijmeren, met soms fraaie mijmeringen tot ik door mijn eigen 'Professor Prlwytzkofsky' werd opgeschrikt uit die mijmeringen. (Je wordt opgeschrikt uit mijmeringen. Noot verjaagd of verschrikt of verheugd, nee, je wordt altijd opgeschrikt, schijnt.)  Hebben jullie ooit van die naam/figuur, Professor Prlwytzkofsky' gehoord? Misschien en vermoedelijk  niet. Ik heb het idee, ergens ver weg, dat ik hem ooit eens heb opgevoerd in een van mijn Blogs. Maar goed. Die mijnheer, wat zeg ik, die professor Prlwytzkosky, is een figuur uit de stripverhalen van Marten Toonder, die legendarische en vaak hilarische, maar altijd maatschappij kritische reeks  verhalen over de 'Heer van stand', Ollie B. Bommel en zijn side kick, hoewel dat eigenlijk niet helemaal zo is, Tom Poes.
De maatschappij kritiek die Toonder beschrijft is geheel neutraal en treft zowel de linkse, als de rechtse en 'neutrale' politiek maar ook het sociale leven en de kerkgang, het militarisme, het kapitalisme en socialisme, nou ja, noem maar op. Professor P. is een exponent van de 'doorgedraaide' wetenschapper en het wetenschappelijk onderzoek dat in de jaren zeventig en tachtig werd gevoerd en op de zoveelste maatschappij 'kritiese' studierichting die in die jaren weer werd geopend. De prof stamt ergens ver uit het oosten van Europa. Hij is van onbestemde lengte, misschien 1 meter 60, misschien 1 meter 70. Hij is gekleed, let op, de strips zijn in zwart/wit, of, als je wilt, in donker- en licht grijs, in een lange gabardine jas, draagt een overdreven hoge hoed en heeft een grijze of witte baard tot voorbij de knieën. Het is een echte geleerde en een 'universeel geleerde', waarmee Toonder bedoelt dat hij de Leonardo da Vinci van zijn 'striptijd' is. De hooggeleerde weet alles van alles, of in ieder geval heel veel, van alles of juist heel weinig van de menselijke omgang onderling. Hij onderzoekt en doet.. , God, wat zit ik weer te wauwelen, ik stop. Goed die prof heeft het taalgebruik van zijn land meegenomen.
 De man, mijn eigen professor P, het is inderdaad een mijnheer, ken ik nu al een jaar of vier. Het is niet dat hij elke dag in de winkel komt, nu ja, ik zie hem niet elke dag, maar ja, ik werk alleen in de ochtenden en dan ook nog maar vier van die ochtenden in de week, natuurlijk.Hij heeft een buitenlands uiterlijk, als ik dat mag zeggen. Ik bedoel daarmee dat je hem niet meteen in de groep van Amstelveense vakkenvullers, de Almerense booreilandmedewerkers of een in Assen wonende oud HCCP controle chefs hoeft te plaatsen, zonder overigens iets tegen die mensen te hebben hoor. Maar mijnheer heeft iets buitenlands.Aanvankelijk dacht ik dat hij Joods was en uit Israël terug was gekomen. Maar dat leek me toch ook weer niet het hele verhaal.
--later over mijn prof--




vrijdag 23 augustus 2013

Over 'mensen in pakken'

Zoals jullie al eerder hebben gelezen werkt onze super met een geautomatiseerd bestelsysteem. Een, volgens de mensen die het systeem indertijd  hebben aangeschaft en geïntroduceerd in ons bedrijf, een dikke tien jaar geleden nu al weer, absoluut goed systeem, 'foolproof' zoals ze zeiden, want alle bestelproblemen zijn hiermee opgelost. Volgens de bedenkers en aanschaffers en verdedigers van het systeem dan. Die mensen werkten op het hoofdkantoor. Onze jongste zoon, die bij een heel andere firma werkte, maar ook werd geconfronteerd met dat soort mensen, noemde dat soort mensen: 'de mannen in pakken' een soort allegorie op 'the men in black' een populaire serie films in die jaren. Die 'mannen in pakken' werkten en doen dat nog op dat hoofdkantoor en hadden absoluut geen voeling met de werkvloer. Integendeel, ze kwamen vanaf diverse al dan niet 'hoge' en vakgerichte scholen en waren aan hun baan bij het hoofdkantoor, ook wel het Politburo genoemd,  geraakt op basis van hun diploma's in stede van hun bekwaamheid in het vak of hun bekendheid op en ervaring met de werkvloer.
De 'werkvloer'. Een beetje een jaren zeventig of tachtig kreet, eigenlijk. De werkvloer, het 'veld', de 'blote voeten man', 'jullie die het doen', riep zo'n mens ooit eens, het was in dit geval een vrouw in de feminine tegenhanger van 'het pak', een blazer, een kokerrok en een shirt, het zijn allemaal van die vage sociografische omschrijvingen van ons, de mensen die het eigenlijke werk doen. Die mensen die exact weten hoe: a. het werk gedaan moet worden, b. wat zijn/haar cliënten/patiënten willen en c. hoe de collegae hun werk invullen en d. hoe het staat met de voorraden en e. hoe de logistiek in en naar de winkel verloopt. Kortom, mensen die exact weten wat er gebeurd op die 'vloer'. Mensen die helemaal precies weten hoe die voornoemde groepen zullen ageren en reageren en dat, door jaren van ervaring kunnen opvangen en kunnen beheersen en erop in kunnen spelen. De man en de vrouw dus, die weet wat er speelt en waar, eigenlijk, goed naar geluisterd zou moeten worden omdat ze veel ervaring en veel te vertellen hebben. Op een lager niveau dan de pakken dragende mannen gebeurd dat natuurlijk ook. Jullie chefs en mijn, directe chefs en diensthoofden doen dat (hopelijk en denkelijk) ook. De FM's die ik heb meegemaakt waren mensen uit de praktijk. Natuurlijk hebben ze hun administratieve taken, maar de doorsnee FM is dagelijks meerdere malen op de werkplek te vinden. Die mensen kennen ons, vaak bij naam en toenaam en ze weten wat ze aan ons hebben en luisteren en 'responden' dan ook met ons. Ja, een lelijk woord, maar ik wist even niets anders te verzinnen. Deze 'relateren' (ook een naar woord, maar zie boven) dan wel naar hun rayon managers, (de tweede lijn pakken dragende figuren, maar tussen hen en de echte pakken is er ook een groot gat. (Die rayon managers zijn over het algemeen strebers die bij de pakken willen gaan behoren en dat vaak ook doen, maar ook zij hebben geen enkele voeling met de vloer, blijkt in de praktijk.)
Dus de scheiding der geesten is enorm. We zien het vaak om ons heen. Er komt een groep mannen en vrouwen (in pakken inderdaad) de winkel binnen en die gaan alles eens lekker kritisch bekijken en noteren dat in grote schrijfblokken in een dure uitvoering. Ze stellen zich niet voor. Ze dragen wel een naambadge, maar de letters daarop zijn dermate klein dat je in hun 'persoonlijke omgeving' moet komen, dus binnen vijftien centimeter, om de naam te kunnen lezen. (als je je daar al voor zou interesseren, natuurlijk) Hun uitstraling is voornamelijk een van verregaande arrogantie en totale 'onaanraakbaarheid'. Nu is dat allemaal niet zo interessant hoor, want de mensen in pakken veranderen zo snel van baan dat ze vandaag bij De Keten werken en morgen bij de concullega. Zo zag ik een maandje of twee geleden een man in pak die ik eerder in ons bedrijf zag, maar nu met een AH badge op, in mijn lokale super. Het zijn de ultieme jobhoppers geloof ik.
Nu zit ik een beetje in met mijn geautomatiseerde bestellingen voor mijn afdeling. Ik heb het eerder uitgelegd. Toen de PC's en de gehele automatisering op de diverse werkplekken werd geïntroduceerd hoorden we alleen maar zeggen dat de papieren wereld nu voorbij was. Vanaf toen zou er geen boom meer sneuvelen om een bestellijst of controlelijst of iets dergelijks meer in handen te krijgen, de automatisering was totaal. Ik kan je vertellen dat ik nog nooit zoveel papier heb zien genereren als 'sinds die dag' zoals Reinhard May dat zo fraai zingt in 'Als de dag van toen'. Om 0800 uur spuugt de printer een goede 200 vel papier uit waarop alle artikelen, a plus minus 40 stuks per blad, zijn geprint. Naam, codenummer, aantal, aantal in bestelling. aantal dat geleverd gaat worden, voorraad ter plekke en vervaldatum staan keurig genoteerd. De verantwoordelijke hoort dan een geautomatiseerd systeem te controleren en te verbeteren. In mijn gedachten een beetje een raar idee. Het betekent dat je dus de automatisering moet controleren en verbeteren. Dat kost per persoon, per afdeling ongeveer een uur. Met 'de hand' dus op papier bestellen, waarbij je de schappen naloopt en kijkt wat je hebt en wat je denkt te gaan verkopen, kost slechts een half uur. Dat gebeurd nog steeds op de afdeling die niet geautomatiseerd kan worden, zeggen pakken, namelijk de bier en fris afdeling.
-morgen meer-







donderdag 15 augustus 2013

Een Marokkaan in de auto (2)

Ik lul veel te veel, merk ik alweer. Ik had het op een berichtje kunnen houden, maar ja, ons kent ons, toch. In ieder geval, het ging over de parkeergarage.
Hein, noem ik hem. Soms, als ik een goede bui heb, maar dat gebeurt bijna nooit (jullie kennen me) noem ik hem Heintje Davids. (Dat was een hele ouwe vrouwelijke cabaretier uit de vorige eeuw) Niet dat Hein ook maar enig idee heeft wie die Heintje Davids is, hoor. (Voor jullie: ze was de zuster van Louis Davids. Dat was een Joodse cabaretier die in de jaren dertig die ooit 'leuke' maar vreselijke achterhaalde liedjes zong over 'de kleine man' en over de 'olieman die een Fordje had opgedaan.' Google maar eens. Leuk maar wel  van heel vroeger.) Zo heet Hein natuurlijk niet. Hij heet Abdellah, komt uit Amsterdam west en is, zoals je al wel begrepen zult hebben, van Ierse afkomst. Hoe flauw kun je zijn! Nee Abdellah, of Abdul, is een derde generatie Marokkaanse jongen die bij ons werkt. Een goeie gozer, prettige collega en een keiharde werker. Hij volgt een vakopleiding, betaald door De Keten, maar door een extern opleidingsinstituut gegeven, die hem uiteindelijk diverse bevordering op zal leveren. Ik denk dat hij, voor mijn pensionering, da's morgen over vier jaar, bedankt voor je felicitatie, al een assistent FM functie zal hebben. Abdellah of Abdul zijn natuurlijk lange namen. Dan is Appie korter en bekt sneller. Appie wordt dan Ap, Ap wordt dan (Appie) Hein en Hein wordt dan Heintje of Heintje Davids. Ja de menselijke geest doet gekke dingen met namen. Zo herinner ik me vanuit mijn vorige leven, ik ga dat niet meer uitleggen, jullie worden dat zat, dat wij aan boord van het fregat Jan van Brakel een stoere en grote Friese marinier hadden die Wesselius heette. De marine houdt van korte en snelle woorden dus Wesselius werd al gauw WC luis. Tot een slimme vlootbaal, scheldnaam van mariniers voor mensen van de vloot, bedacht dat mariniers natuurlijk geen wc's hadden, maar latrines. Dus werd zijn naam verbasterd tot Latrinus en daar luisterde hij dan ook naar en zo stond hij in de periode dat hij aan boord zat, dan ook onder bekend. Een andere jongen had nogal grote oren en was graatmager. Zijn bijnaam was Plamo, zo meldde hij zich ook aan de telefoon en zo. Plamo kwam van: PLank Met Oren, natuurlijk.
Ik ouwehoer weer te veel, zo kom dit nooit af, schiet nou eens op man.
Goed, ik sta dus even buiten wat spullen weg te brengen en even te roken en ik hoor een hoop kabaal (kanaal zegt de ras Amsterdammer, komt waarschijnlijk van canaille) vanuit de parkeergarage. Natuurlijk ga je even kijken. De parkeergarage is onder de winkel aangelegd en heeft een venijnige hellingshoek naar boven. Aan het begin van die 'klim' staat het slaghek waar je dus je kaartje moet invoeren om naar buiten te kunnen gaan. Ik kijk naar beneden en zie een klein autootje, een Nissan of iets in die geest, net na het uitgaande slaghek stilstaan op het begin van de helling. Achter het wagentje is het slaghek weer dicht gegaan. Voor dat slaghek staan, in de garage, een stuk of zes auto's te wachten. Het hek gaat niet open, want de Nissan is niet voorbij het controle lampje 'alles veilig' kunnen rijden. Ik hoor dat de bestuurder van het voertuigje wanhopige pogingen doet om de motor weer aan de praat te krijgen, maar dat dat niet lukt. Ik loop er naar toe en zie een wat wanhopige mevrouw, met Indiase of Hindoestaanse gelaatstrekken, druk bezig met de auto te starten en ze ziet er behoorlijk wanhopig uit. Ik beduid aan de mensen die nog achter het hek staan dat ze even rustig moeten zijn met dat getoeter en gevloek en dat de zaak zal worden opgelost.
Een uniform doet wonderen. Dat heb ik al jaren ervaren natuurlijk, zie mijn vorig leven. Mensen zien iets dat ze herkennen als autoriteit en geven zich daar graag aan over. Hoewel ik alleen een jasje draag in de kleuren van mijn winkel geeft me dat toch een soort van die 'macht' of autoriteit. Het getoeter en geblaas neemt meteen af en ik open het portier van de Micra. De mevrouw, het huilen staat haar nader dan het lachen, vertelt dat, elke keer dat ze de uitgang wil uitrijden, de motor 'niet pakt'. Ik vraag haar om de auto in de versnelling en op de handrem te zetten en dat ik het wel even wil proberen. Dat doet ze en ze stapt uit. Ze is, zie ik nu, hoogzwanger maar dan ook echt hoog! zwanger! Ik stap in, schuif de stoel op zijn achterste positie, start het voertuig en doe de lichten aan, om beter op het dashboard te kunnen zien of er foutmeldingen binnenkomen. Dat heb ik af en toe wel eens in onze Hyundai, zo'n storingsmelding. Maar nee, het zou moeten lukken. Ik start, schakel in zijn een, geef gas en laat koppeling opkomen, geef voorzichtig gas en laat rem en handrem voorzichtig en gelijkmatig los. De hellingproef, dus. Maar, ze mislukt totaal. Het wagentje pakt niet en glijdt terug. Remmen, handrem aan en in zijn vrij. Nieuwe poging: nu in zijn twee en dan hetzelfde, maar weer zakt het autootje terug. Mevrouw staat nu een beetje wanhopig met de telefoon aan haar oor en belt haar partner of een hulpdienst. Nou, dit gaat zo niet lukken en de file neemt toe achter het hek en de mensen worden, begrijpelijk, steeds ongeduldiger. Ik stap uit, leg aan de zwangere mevrouw uit dat ik collegae ga halen omdat we de auto weg moeten duwen en gebaar aan de file lijders dat hulp op komst is.
Ik trommel Appie op en nog wat mannen, zoals Ray en Ivar. We laten mevrouw instappen, versnelling in zijn vrij en op mijn teken de handrem eraf. 'Ja', brul ik, we duwen uit alle macht, maar de aantrekkingskracht van de aarde op het mini autootje is groter dan de gecombineerde kracht van vier kerels en we worden bijna verpletterd tegen het slaghek achter ons. 'Handrem!', brul ik en de auto stopt. Ik laat Ivar de slaghekken openen via de controlekamer, vroeger was de parkeergarage ook van De Keten, maar ze is nu van Q park, die het beheer heeft, zodat de file kan oplossen en dan komt Heintje op een lumineus idee. 'Ik stap in en ga in zijn vrij naar achteren, dan kunnen we de wagen op het vlakke wel in een parkeerplek duwen, toch?', zegt hij in mooi Marokkaans-Mokums.
Een strak plan en  hij stuurt de Nissan behendig naar beneden, achteruit een moeilijke bocht nemend. Mevrouw begint een beetje wanhopig te worden want ze heeft zo een afspraak bij de vroedvrouw. Wij, vier kerels en galant, zeggen dat het allemaal wel goed zal komen. Ap start voor alle zekerheid de wagen nog eens, schakelt en, verdulleme, hij rijdt zo naar boven!  Terwijl hij ons voorbijgaat zeg ik grappend tegen de dame: ''t Is wel een Marokkaan in je auto, hoor!'
Dit naar aanleiding van een opmerking die mijn vriend Mohamed ooit eens maakte toen hij, als bakker, met een groot broodmes moest werken. 'Lucas, kijk uit, man, een Marokkaan met een mes, ga maar even achteruit!'
Mevrouw kijkt opgelucht het rijdende autootje na. Ap stopt boven en laat de motor lopen. Nuchter zegt ze tegen me: 'dat geeft niet hoor, mijn man is ook een Marokkaan!'
Tja, zogenaamde grappige oordelen kunnen ook weer vooroordelen lijken.


dinsdag 13 augustus 2013

Een Marokkaan in je auto! (deel 1 en in dit deel kom ik er niet aaan toe)

Het zijn de nadagen van de niet verwachte lange en hete zomer van '13. De vakanties zijn nog niet beëindigd, de scholen moeten, in onze regio, nog beginnen en het is nog wel een weekje rustig. Nu loopt die zomer langzaam terug. De temperaturen zijn weer wat gedaald, de eerste herfstwolken kondigen zich aan.
Op mijn afdeling is mijn ijs verkoop dramatisch gedaald en dat geldt ook voor de verkoop van de zakken met kant en klare ijsblokjes, die overigens vandaag een dubbeltje goedkoper zijn geworden. Vorige week kon ik de zaak niet aanslepen, nu heb ik amper plek om het op te bergen, zeg maar. Zoals gezegd, het is de laatste van de rustige weken die de zomer ons, supermarkt personeel, elk jaar weer gunt. Vanaf maandag begint de 'rigamarole' weer. Maar nu nog een paar dagen genieten van de relatieve rust. Minder vracht, minder stress, minder gehaaste klanten, noem maar op.
Vandaag ben ik toevallig met de auto naar het werk gegaan. Ik doe het nauwelijks en dan ook nog niet zo graag. Op mijn fietsie is het gewoon korter, prettiger en, wees eerlijk, stukken goedkoper. Maar mijn allerliefste E. had gevraagd of ik kattenbak korrels wilde halen. Normaal halen we twee zakken van die sanitaire dingen als we in het Zaantje zijn. Maar, omdat we aanstaande woensdag niet hoeven op te passen op de kleinkinderen komen we dus niet in de DEKA in Zaandam. Hun assortiment hetzelfde is als bij ons in De Keten en ze hebben ergo, dezelfde kattenbak korrels. Deze zijn beter dan die van de Appie, vindt E. Maar ook de weersvoorspelling maakte de beslissing gemakkelijker om eens een ochtendje geriefelijk in het voertuig te stappen, de radio op een aardige zender te zetten, het raam naar beneden, een sigaretje losjes in de mondhoek en met een handje aan het stuur de, nog vrij lege, A2 oprijdend. De ochtend regen suisde zachtjes neer en werd verdreven door mijn ruitenwissers. Ik had de lampen aan en het dashboard gloeide vriendelijk blauw op. Een vrachtwagen van een Duitse firma stond met alarmlichten aan op de vluchtstrook, de chauffeur voor zijn voertuig, bellend en handgebaren makend, zag ik in mijn spiegel. Ik reed de Middenweg in, sloeg af bij de parkeergarage, hield mijn parkeerkaart voor de scanner en zette mijn wagen op mijn favoriete plek, zo, dat ik, na afloop van mijn dienst, meteen vooruit weg kon rijden en bij de slagbomen was, voordat iemand me kon blokkeren.
Dat was me al eens gebeurd namelijk, en daar had ik lering uit getrokken. Het was, zo als je tegenwoordig moet zeggen, een senior waar het om ging. Een mevrouw van in de tachtig, die helemaal geen idee had dat je een parkeerkaartje, die je trekt bij het inrijden van de parkeergarage, ook weer moet laten 'lezen' in een scanner, bij het uitrijden. Ze stond wat hulpeloos met haar voertuigje voor het uitrijhek, probeerde het kaartje in te voeren en weer in te voeren en weer, maar, doordat het bonnetje alleen nog maar een ingangstijd had, gaf het niet thuis voor het uitrijden. Er stapelde zich een file op achter haar. Mensen toeterden en scholden door de geopende ramen. 'Ouwe trut, schiet eens op!' 'Opoe ga naar het tehuis, mens!' Maar, zoals altijd, niemand die even zou uitstappen en de situatie zou bekijken of er aan zou denken om iets te doen. Ik zette onze Hyundai, (ja, sorry, ik werk bij De Keten, hoor, ik kan niks beters betalen, nee hoor, het is een prima auto met een 2 liter motor en daar zit een hoop pit in! Ik probeerde de wagen van de week even uit, er reden veel vrachtwagens in de weg op de A9, maar 170 haalde ik easy!) terug op een plek, liep naar de nu ondertussen helemaal gestreste en flippende dame toe en vroeg wat het probleem was. Toen ik dat eenmaal wist, kon ik actie nemen. Ik liep terug naar de kaartjes automaat, scande haar inrijkaart, kon lezen dat ze nul moest bijbetalen en liet mevrouw vertrekken. Natuurlijk sloeg haar autootje nog af, net onder het slaghek en tijdens het oprijden van de helling van uit de parkeergarage opnieuw, maar de weg werd vrij. (Die helling is ongeveer eeen 10% klim, heb ik uitgerekend, da's best steil, hoor!)
De mensen die achter haar stonden te wachten sloten, nu zwijgend, hun raampjes. Ze zagen waarschijnlijk wel, dat wat ik kon, zij ook hadden gekund. Maar ja, zo werkt het in ons land niet meer, geloof ik.
Heb schijt aan iedereen, behalve aan je zelf, want er is maar 1 nummer 1 en dat ben jij toch? Nee, hoor, ik ben niet heiliger dan de paus of heiliger dan jullie. Maar, ik geloof in het geloven van en het helpen van mensen om me heen, als dat nodig is. Ik weet, ik ken mezelf, dat ik, ondanks dat ik over een dag of twee 61 wordt, ja bedankt, pak er een van me, in elk geval dat ik ook niet zonder zonde ben en dat ik ook natuurlijk mijn fouten heb. Maar, ik weet ook dat ik die fouten in mijn karakter nu ondertussen wel een beetje ken en daar aan probeer te werken. Wat niet altijd gemakkelijk is, hoor.
Ik weet dat ik knap, aardig, gevoelig, sympathiek, intelligent ben, maar vooral: bescheiden! 
-Over die Marokkaan in die auto morgen meer. Ik moet mijn knappe gelaat even gaan scheren.-









donderdag 8 augustus 2013

Blije gezichten

Je kunt er niet omheen, natuurlijk, als je in een winkel werkt. Dat geldt ook voor mensen die optreden in theaters of in zalen. Of die boeken schrijven. Of die in welke commerciële sector dan ook werken. Je publiek is je inkomen nietwaar? Of je nu makelaar bent, of  benzinepomphouder of louche advocaat of vakkenvuller bent of dat je nu liedjes zingt voor geld, zoals de Rolling Stones, je publiek betaalt jouw salaris. Nu kun je wel dat publiek gaan schofferen of afzeiken en niet op hun wensen ingaan of er totaal geen aandacht aan besteden, maar dan wordt het 'de dood in de pot', geloof me. Youp, Theo, Hans, Mick en Bram, ik, we moeten het allemaal hebben van de mensen die betalen om naar ons te komen kijken of om onze diensten te vragen, of daar gebruik van maken.
Bij onze winkel is dat natuurlijk helemaal zo. De mensen komen dan wel niet zozeer voor ons, het personeel, ooit later meer daarover, maar wel voor het resultaat van ons werk. Want, geen volle winkel, geen publiek, geen omzet, geen maandsalaris. Nou ja, dat salaris krijg je natuurlijk wel, zolang de toko draait. Maar, gaat die omzet achteruit, dan rollen er wel koppen, hoor. Ik moet er even niet aan denken dat ik geen 'joppie' meer zou hebben. Ik word, over een week of wat, 61, en mocht ik de zak krijgen dan kom ik nergens meer aan de bak, natuurlijk. Maar, gelukkig is voor ons, supermarktpersoneel dat het moet hebben van de omzet, dus van het publiek, de slapste tijd een beetje voorbij. Ik geef heel eerlijk toe, zo'n slappere tijd 'heb ook wel wat'. Er is minder vracht om weg te werken, je hebt het dus minder knetterdruk als in andere weken en je kunt dus wat rustiger aan doen, bent niet zo gestrest om tegen de klok in je spullen weg te werken en, dat is ook een zegen, je hebt nu de tijd om je afdeling wat op te knappen, dingetjes die je bedacht om beter in te gaan delen ook te doen, een stevige bezem en een sopdot door het geheel te laten gaan, kortom: de winkel wordt er knapper van.
Er waren twee factoren waarom onze omzet, ik ga niet zeggen hoeveel die op weekbasis is, (maar geloof me, daar moet Jan M. ongeveer acht jaar voor werken, dus Google het maar) maar die omzet was in de afgelopen maand behoorlijk gekelderd. Statistieken liegen niet zegt men en de FM had het al voorspeld en het klopte haarscherp. We hadden bijna een halve ton minder per week. EURO'S lieve oudere lezers, da's meer dan 100.000 oude pegulanten, waarin ik, geboren in '52, mijn salaris en de prijzen in de winkel nog steeds in omreken. (Jullie ook? Ik weet dat het veel gebeurd in mijn omgeving.)
Factor 1 was natuurlijk de heerlijke en warme, lees zelfs hete, zomer van '13. Een zomer die maar duurde en duurde en nu, 0808, nog even verder gaat, hopelijk. In en tijdens zo'n mooie zomer eten mensen 'gemakvoedsel'. BBQ, salades, komkommers, tomaten en zo en af en toe een pizza uit de diepvries of uit het versvak. Of, dat gebeurt natuurlijk ook heel veel: geen zin om te koken, dus een frietje of even een shoarma of naar de Mac's of de Burger King, nu ja, je kent het wel. Daar zit voor ons, supers, geen verdienste aan.
Ja, maar de bier- en frisdrankomzet gaat wel met springen omhoog, natuurlijk, hoor ik jullie zeggen. Gelukkig wel en daar draait de winkel dan ook een beetje op. Net als waterijs. Maar, vaak zijn in deze periode al die soort artikelen in de 'actie', in de aanbieding dus, waarbij de winstmarge nauwelijks meer aanwezig is.
Goed, factor 2, en onderschat die niet. Het is Ramadan geweest. Ik hoef dat niet meer uit te leggen. De moslim wereld legt zich zelf een maand vasten op, die varieert met de stand van de maan en de sterren. Nee, ik maak het niet belachelijk, maar de meeste deelnemers aan dat evenement hebben vaak geen idee wanneer het begint maar zeker niet wanneer het eindigt. Deze maal was het: ofwel woensdag, ofwel donderdag ofwel vrijdag, kortom elke moslimstroming (en daar zijn er zoveel van) had zijn eigen agenda.
Maar voor de Mokumse moslims die bij De Keten winkelen was het vandaag al Suikerfeest schijnbaar, want ik zag, na een maand, de 'usual suspects' de winkel binnen komen rennen om acht uur in de ochtend en de schappen plunderen waar croissants en Baklava en vijgen/dadels (wat is het verschil daartussen? ik vind ze allebei niet te vreten) lagen opgetast. FM had daarop ingespeeld en veel van die dingen aan laten rukken.
De opluchting lag van hun gezichten af te lezen en was er vanaf te scheppen.
Die mensen hadden allemaal blije gezichten. Eindelijk weer eens eten en drinken wanneer je zelf zin hebt en niet wanneer een of ander oud en stoffig en achterhaald boek (of idem Imam) zegt dat het mag.
Omdat ons land in zijn geheel multiflauweculti is aangepast (oeps, ik Googelde net even op dat onderwerp, man, oh man, da's een moeilijk onderwerp. Het ging over varkensonderdelen in remschoenen van auto's en Lourdeswater in de koelvloeistof van bepaalde door Marokkanen geliefde auto's en, ja, ik hou van polemieken, maar dit is haat, pure haat.) is het voor ons Nederlanders niets nieuws meer, dat gedoe over vasten tijdens de heetste tijd van het jaar. Maar ik heb begrepen dat je tijdens de Ramadan: niet mag eten, niet mag drinken, niet mag roken (God, wat zou ik het daar moeilijk mee hebben) en geen vleselijke gemeenschap mag hebben, wippen, mensen, wippen, seks, betekent dat. (God wat zou ik het daar moeilijk mee hebben). Maar wat schijnbaar wel mag is dat je landgenoten kapot schiet omdat die net een ander zinnetje van die Koran, net even anders uitleggen. Soennieten en Sjiieten, zulks, dan. In ieder geval, in Syrië, Pakistan en al die Verweggistan landen gaan bommen af, worden mensen en kinderen en politieagenten opgeblazen met de regelmaat van het roepen door de voorzangers vanaf de moskee.
Katholiek versus Protestant zou je kunnen zeggen. In ons land zijn die geloven al een jaar of wat gelijkgesteld, echter niet zo in Noord Ierland en het is dus niet zo vreemd als het klinkt.
Maar goed, de 'Dramadan', zoals een verlichte Marokkaanse collega het noemde, die gewoon at/dronk en rookte (seks heb ik hem niet zie hebben gehad, in elk geval niet op de werkplek) is voorbij. De omzet gaat weer stijgen, de rustiger dagen zijn over. Morgen dus weer keihard aan het werk en veel, heel veel vracht.
Maar ja, het publiek betaalt mijn huur, dus moet ik weer 'sappelen' zoals een Joodse Mokumer het laatst noemde.



donderdag 1 augustus 2013

Heet en verongelijkt

'Maar', zei E. 'vind je het dan niet te heet om het te doen?' 'Nee', zei ik, 'het is me haast nooit te heet om het te doen.' 'Maar', zei E. 'je doet het al zo vaak, heb je er dan nooit genoeg van?' 'Nee', zei ik, 'ik heb er nooit genoeg van, ik vind het heerlijk om te doen.' 'Maar je hebt het vanmorgen nog gedaan', merkte mijn gade op. 'Ja', zei ik, maar ik kan het nog wel een keer, hoor!.' 'Nou', zei E., 'mij niet gezien. Ik vind het echt te heet.' 'Nou zei ik', dan doe ik het wel alleen.'
En zo stapte ik vanmiddag nog maar eens op de fiets en reed door de zinderende warmte een leuk rondje door het Amsterdamse bos. Nou ja, zinderend? Dat viel wel mee, het was warm, behaaglijk warm zelfs en de schaduwen van het bos legden aangename koelte strepen op mijn pad. Ik had het vanmorgen al gedaan natuurlijk, was al op en neer gefietst naar het werk, maar met zulk weer moet je elke kans grijpen om nog eens kilometers te maken. Ik reed wat voor de kat zijn viool weg eigenlijk. Ik had geen plan om een bepaalde route te gaan rijden. Ik ken het Amsterdamse bos goed, na al die jaren dat ik daar al met de fiets kom, maar zelfs nu nog kom ik nieuwe wegen en paden tegen. Die sla ik dan op de bonnefooi in en ik zie wel waar het eindigt. Verdwalen kan je niet, natuurlijk, het is een door mensen aangelegd park en alle wegen leiden uiteindelijk naar Amstelveen. Ik had wel het een en ander om te overdenken want het werk ging niet helemaal zo als het zou hebben moeten zijn. Ik betrap me er op dat ik zelfs in mijn tweede leven nog de werkstandaard van mijn eerste leven bewaar en dat is, geloof ik niet echt handig. Mijn eerste leven was er een van carrière maken, (hoewel niet tegen elke prijs, hoor) saamhorigheid, vriendschap en voor elkaar klaarstaan. En dat is datgene wat ik nu, in dit 'second life' zo mis. Vooral die collegialiteit. Ik geloof er niet zo in, in dat 'koker kijken' dat sommige van mijn collegae van andere afdelingen doen. Die, op het moment dat hun vracht binnen is, het allemaal wel gesneden vinden en zich verder niet meer bemoeien met wat er buiten hun afdeling omgaat en waar dan vaak nog een heleboel moet gebeuren dat een ieder in de zaak aan zou moeten gaan.
Ik zie mijn FM elke morgen alle afdelingen aflopen, allemaal zooi die daar dan niet thuis hoort oppakken en opruimen, displays netjes maken en met zijn mensen babbelen en vragen stellen en aanwijzingen en complimentjes geven. 'Ja, daar wordt hij voor betaald', zeggen jullie nu. Ja, dat is ook zo. Maar zijn voorgangers werden dat ook, maar die heb ik (op een enkele na) nauwelijks op de vloer gezien, laat staan dat ze alle namen en voornamen van het personeel kenden. (En nee, hij leest mijn Blogs nauwelijks en misschien wel helemaal niet. Dus, nee, ik schrijf dit niet voor of ondanks hem. Maar, zo schreef ik eerder, het woord 'leiderschap' is hem wel op het lijf geschreven. En dat is de basis van de band die wij hebben.)
De heerlijke zomer duurt aan en aan. De vakanties doen dat ook. Ik mis de vertrouwde gezichten waar ik normaal gesproken mee 'achter de klep sta', zoals we het lossen van de vrachtwagens noemen, om de tientallen karren met groente, fruit, zuivel, brood, vlees, kaas en vleeswaren te lossen, die vier keer daags binnen komen. Gezichten en namen en stemmen, waarvan je wist dat slechts een woord of gebaar genoeg was om te weten dat die kar daar naar toe moest, dat die naar 'beneden' ging, dat hij of zij mijn diepvries wel naar de afdeling zou brengen. Dat gevoel is er niet alleen voor het gemak of de gezelligheid, maar vooral ook voor de veiligheid. De containers die van de laadklep van de vrachtwagen komen wegen soms tot 250 kilo of zo en zijn soms niet te 'handelen' door hun lompheid. Dus wil je een wat door de wol geverfde collega naast je hebben die ook het eventuele gevaar ziet en ook de routine heeft om zo'n rollend kreng een haakse zwiep te geven zodat de kar je niet verpletterd tegen de massieve wand van niets toegevend retour karren achter je, maar daadwerkelijk de winkel ingaan.
Maar, de wereld is met vakantie. Alle vertrouwde mannen en vrouwen van de 'ouwe hap' liggen of op het strand van een ver weg land, of in Blijburg of in Lelystad. Dus kreeg ik vandaag een mannetje naast me. Een mij totaal onbekend jongen van net aan 16, misschien jonger. Een kind van zijn tijd.
Kinderen van zijn tijd hebben eigenlijk geen tijd om te werken, is dat jullie wel eens opgevallen? Ze hebben allemaal een directe verbinding tussen hun rechterhand, (in enkele gevallen hun linker) met een plat apparaatje ter grootte van een flink sigarettenpakje. Op dat apparaatje,of met dat apparaatje, moeten ze waarschijnlijk het leven bestieren, het heelal ontdekken of het weer regelen of, op zijn minst, het vliegverkeer op Schiphol regelen, want dat ding is niet uit hun handen weg te meppen.
De jonge gast, met een enorme krullenbol, bestond het dan ook om, al dan niet het weer of een kunstmaan aansturend of een 747 te laten landen, met een hand een zuivelcontainer, bruto gewicht rond de 300 kilogram, aan te willen pakken en 'ff' de winkel in te willen sturen, druk met zijn duim over het toetsenbord beroerende.
Ik schreeuwde en vloekte zoals alleen een (oud) onderofficier dat door jaren oefening kan. De krullenbol keek verbaasd. 'Wat dan?' 'Dat dan, eikel, gvd!' ......
De ... mogen niet van uitgevers van boeken en kranten, maar ze staan er nu even voor een minuut voluit en volle bak mijn hart te staan luchten. De krullenbol, ik heb zijn naam niet, wil zijn naam ook niet, nam hoogst verongelijkt afscheid (heel tijdelijk zou ik merken) van zijn levensverlengend apparaat en werkte nu wel met twee handen.
Ja, dat soort zaken daar dacht ik even over na, terwijl het fraaie bos zijn fraaie plekjes aan me blootgaf.  Ik had het jong natuurlijk anders moeten opvangen. In mijn vorige leven zou ik dat ook gedaan hebben. Maar ja, daar bleven jonge gasten over het algemeen zes jaar om een vak te leren en, vooral, om van hun leidinggevenden te leren maar in de doorsnee super is dat zes dagen of zo. Nee, spijt had ik er niet van om hem even lekker verrot gescholden te hebben, hoor.
Dat is het leven en als hij verder gaat met werken, wat iedereen zal moeten, komt hij er wel achter dat ik het ook voor zijn veiligheid bedoelde.
Later in de ochtend had hij dat ding weer in zijn klauwen. Maar, hij hield de deur van de goederenlift wel voor me open. Met een soort glimlach. Een beetje bewonderend en een beetje angstig.