woensdag 30 april 2014

Nooit eten weggooien, hoor!


Ik ben een klein beetje een baby "boomer". Ik ben van die generatie die een jaar of twee geleden nog voor hun voeten kreeg van de politiek dat wij, van die generatie, de grote opvreters en uitvreters waren, die alleen maar de lusten en niet de lasten van de nu neergaande economie hadden geplukt. Die kritiek kwam van vooral jeugdige en vaak studentikoze types. E. en ik herkenden ons daar helemaal niet in. Wij zijn al op jonge leeftijd gaan werken en we hebben al die jaren sociale lasten afgedragen, zodat de studentikoze types, die zoveel kritiek op ons hadden, studentikoze types konden blijven zijn.
Zelf ben ik van enkele jaren na de wereldoorlog. Nee, goochem, de tweede wereldoorlog natuurlijk, maar wel grappig geprobeerd, overigens. Mijn ouders waren echter wel van voor de eerste wereldoorlog en, ja ze zijn natuurlijk al jaren geleden overleden. Ze waren kleuter toen die oorlog uitbrak en peuter toen die eindigde en ja, ons land heeft die oorlog niet echt meegemaakt of zwaar aan den lijve ondervonden. Maar hun generatie heeft wel heel bewust de tweede wereldoorlog meegemaakt. (Veel van de ouders van de mensen die dit 'stukkie' lezen misschien ook wel, in ieder geval de grootouders van hen.)
Die tweede oorlog was, voor mijn ouders dan, heel naar en heel vervelend. Nee, ik kan er geen gevoel voor uitdrukken. Ik, mijn generatie, en dus nu hun kinderen, (die studentikoze types) hebben ons hele leven geweten en begrepen dat we alles mochten zeggen of schrijven of doen, zolang we geen wetten overtraden. (Wat dus tussen veertig en vijfenveertig onmogelijk was.)  Die wetten waren streng, hoor, toen we nog jong waren. Fietsen zonder licht, dat was not done. Vanaf een half uur na zonsondergang en tot een half uur voor zonsopgang moest je je lampjes aan hebben. Je moest je hand uitsteken als je afsloeg. Er was een verplicht stopteken als je fietste. Je moest je linkerarm pompend op en neer bewegen om aan te geven dat je wilde stoppen. Op het gras lopen als daar een bordje stond dat dat niet mocht? Vergeet het. Een stoplicht dat rood was? Ja, wat denk je. We hadden in het dorp, waar ik ben groot geworden, geen eens een verkeerslicht, overigens. We hadden slechts een (1) kruispunt, trouwens. Maar: we werden wel aan een verkeersexamen onderworpen op school, door de verkeerspolitie, die bestond toen nog. In die tijd hadden we zelfs nog een politiebureau in het dorp. Later was dat een (1) politieman, die toevallig in het dorp woonde maar die dan 'wel te bereiken' was. Nu is er slechts een (1) agent van dienst voor de hele gemeente, die is gefuseerd met vier of vijf andere gemeentes, geloof ik.
De melkboer kwam nog langs. Die had dan een honderd liter tank met melk achter op zijn wagentje. We gingen daar met een liter kan naar toe en hij tapte een liter af. En schreef het op in zijn crediteuren boekje. De winkelier kwam langs, met een voorgedrukt boekje en hielp de moeders bij het invullen: 'Doen we nog een pondje koffie, vrouw Graver, een gulden veertig, deze week. En, oh ja, ik heb de zeep in de aanbieding.' En schreef dat dan ook op. Later werd betaald. Als de oogst of de slacht binnen was.

Heb ik heimwee naar die jaren? Goh, nee, ik weet het niet. Niet echt, misschien wel, een beetje. Ik vond het wel allemaal een rustige jeugd, eigenlijk. Je wist wat wat was en wie wie was. De burgemeester woonde in dat huis, daar was het gemeentehuis, daar was de kerk, dat was de dominee en ja, de dokterswoning was bekend en ja, daar woonde die maffe man met zijn gezin. Die man was een kunstenaar, weet je niet. Hij schreef stukkies voor een krant, de man las boeken en had er zelfs geschreven! Hij had lang haar en een baard en zo. En: veel belangrijker: 'ze deden het met elkaar' zijn vrouw en hij dan, wist een vriendje te vertellen, want zijn moeder had gehoord van de nicht van de slager zijn achterneef dat de vrouw van de schrijver had verteld dat ze het nog steeds deden. Nou ja, ze had het iets anders gezegd, misschien was het 'vermeden' of 'geleden' of 'ik heb me gesneden', maar ja, die kunstenmakers: viezeriken waren het, toch, allemaal toch? Kijk nu eens naar zo een man als die Karel Peer, of heette hij nu Appel, die zij: Ik rotzooi maar wat aan. Ja, die stadjers, ga, wat een raar volk. En geef mij ook nog maar een pond verse worst, slager. En wat kaantjes voor de hond, die vind mijn man zo lekker.'

Heimwee, nee, niet echt, maar een ding wist en weet ik nog wel, van die jaren: "Nooit eten weggooien, hoor!"  Dat hadden mijn ouders me altijd ingeprent!
Daar kwam ik van de week weer eens achter, toen ik langs de groente afdeling liep. Prachtige bloemkolen werden weggegooid, want er zet ergens een bruin vlekje aan!

=later dus meer, want wat we tegenwoordig nodeloos weggooien, doet zeer=
Poëzie, bijna!

zondag 27 april 2014

Beter? Stukken beter! (De laatste over De dag)

Ik was somber en depri en zo. Ik weet het. Het was geen echt leuke Blog dat laatste. Laat ik het er op houden dat ik gewoon moe was en pijn in mijn rug en mijn lijf had. Gelukkig voor mij, is het stukken beter. Lekker gerust, veel aan andere dingen gedacht en: lekker gefietst! Fietsen is een absolute vervanger voor allerlei antidepressiva, geloof me!
 
Koningsdag, het laatste verhaal er over, ik beloof het, brak aan onder een fraaie blauwe hemel met een net een niet al te stekend Oranjezonnetje. Ik wilde toch nog even lekker even buiten spelen en dus vertrok ik, rond een uur of negen, voor een tocht in de omgeving van een kilometer of vijftig of zo. Dat vertrek werd bemoeilijkt door allerlei obstakels zoals, "wouten", "wouten wagens", betonblokken en dranghekken, die me noodzaakten om via allerlei slinkse omwegen, mijn stad, die nu behoorlijk aan het volstromen was, te verlaten. De stad, in ieder geval mijn deel ervan, kleurde al helemaal Oranje. Het koninklijk bezoek aan Graft en De Rijp, prachtige plaatsjes, bezoek ze ooit eens, moest zelfs nog beginnen. Vroeg in de ochtend werden de laatste voorbereidselen bij ons nog getroffen en waren er een heleboel mensen heel druk aan het werk. Rond elf uur was ik weer terug en diverse kinderen, al dan niet met aanhang, waren gearriveerd en deden koffie en thee, soep en tosti's of zo. Natuurlijk moest ik nog even douchen, "soppen" in KM taal. Ondertussen stroomde de straat vol en voller. Oranje, muurbreed, Oranje mutsen, hoeden en kronen en klompen. Gezellig! Allerlei muziekgroepen probeerden hun toeters en bellen uit, maar ook de zeeverkenners, die hun bootjes, een fraaie botter of schouw, in elk geval een platbodem met zwaarden en ook een zeilvlet, recht tegenover ons huis hadden gemeerd, hesen en streken zeilen en deden dingen met schoten, halzen en vallen en zo. Zei de oude marine man.
Recht voor ons huis was een "Persvak" gemaakt met dranghekken. Dat vak was, tot op dat moment, nog helemaal leeg. Alle persmensen waren natuurlijk mee met de Royals in die andere plaatsjes waar de entourage was. Er was slechts een (1) cameraploeg ter plekke. Terwijl ik onder het "gemalen water" stond, vroegen die twee mannen aan E., die even op het buiten stond, of ze bij ons op het balkon mochten staan filmen. E. heette ze welkom en ze installeerden zich. Het waren aardige en vlotte kerels en ja, wees eerlijk, zo vaak heb je niet een camera ploeg over de vloer. Wij zijn niet van die mensen die aan 'Spijt', of 'Familiediner' of dat soort openbare exercities van leed doen om op te vallen. E., nuchtere en bescheiden dame die ze is, vroeg of ze haar svp niet in beeld wilden nemen. Ze houdt daar niet van. Ik ook niet, natuurlijk. Jullie kennen me ondertussen wel. Lucas B. Graver en de B staat voor bescheiden. Oh, ik weet dat ik knap en leuk en aardig en intelligent ben, maar ja, Bescheiden ben ik vooral.
PLAATS SMILEY, NU, STAAT IN MIJN AANTEKENINGEN! SHIT, VERGETEN IN TE VOEGEN!
De Tv mannen waren aardig en spontaan, ze vertelden honderd uit over hun werk en, vroeg ik: 'Waarom zijn jullie niet in die andere plaats?' 'Ok', zei HUP, ik heb zijn naam in de drukte mis gehoord, maar hij had een oranje T-shirt met HUP aan, 'dat ga ik je vertellen. Wij maken een item over de scouting. Er zijn twee knullen van die club die we volgen. Dat zijn die en die.' Hij wees. Hij zei iets in zijn micro en de twee jongens keken op vanuit hun botter, Fram en zwaaiden. Wij, "balkonezen", zwaaiden terug. 'Die twee knullen', zei HUP, 'volgen we al vanaf vanmorgen, sinds het ontbijt en we maken die reportage. Natuurlijk ook over Koningsdag, maar dan in het licht van, begrijp je?' Ik begreep, E. en ik schonken fris in voor 'de mannen' en ons zelf. De oudste dochter was ondertussen ook aangeschoven, gezellig maar het balkon was wel erg vol en druk nu.
De jongste zoon, een kop groter dan ik ben, riep: 'Ik zie de bus, daar komen ze.' En ja, daar kwam het spul en tot 'grote verassing van het hele volk', verklaarde de verslaggeefster Astrid Kersseboom, die de officiële kant van het koningsnieuws doet, zeg maar,  naderhand, waren de drie 'prinsessen', wij, van het volk zouden zeggen, die drie meiden, maar goed, ik ben Amstelvener en, volgens vriendin L, een beetje bekakt geworden, er opeens bij. Ok, sentimentele pipo, die ik ben. Maar ik ben grootvader en mijn E. is grootmoeder, van de beste en mooiste kleinkinderen van de wereld, en het ontroerde ons wel. Leuke jonge en vlotte meiden. De oudste, de kroonprinses, Amalia, weet hoe het moet. Ze zocht de camera, zwaaide gepast en ging op haar aanstaande 'volk' af. Ze babbelde met leeftijdgenootjes en zwaaide, koket, naar camera's en mensen.

Ik deed  het overigens het domste wat je kunt doen. Ik zei, tussen neus en lippen en met een sjekkie in de hand, maar echt geen oranjebitter of andere geneugten op, zoals vriend G. beweerde, achteraf, dat ik hem, de koningin en zijn neef Maurits, wel herkende maar dat de vraag was of zij mij wel herkenden na al die jaren, lachte ik. E. kende het verhaal, mijn kinderen ook en zoonlief zei: 'Oh ja, je kent de koning van vroeger, toch?' HUP reageerde. Hij is een journalist en een goede geloof ik. 'Oh ja? Hoe zit dat dan?' vroeg hij. Ik vertelde, heel kort, heel summier, want ik moest zwaaien en kijken naar de mensen die voorbij kwamen, hoe dat dan wel zo kwam en was en zo. HUP vroeg of hij het verhaal mocht gebruiken en of hij het mocht "draaien" en of het waar was, want ja... Het verhaal was waar, niet eens aangedikt en hij liet het opnemen door zijn camera man.
Ik vertelde de anekdote, je hebt haar gelezen, of je kunt haar lezen op een van de vorige Blogs. HUP zei dat het waarschijnlijk geen nieuws item zou zijn, maar dat het misschien wel op de website zou kunnen komen. Ik ben natuurlijk helemaal niet ijdel of zo. Maar, ergens prikte het. Later, veel uren later, klikte ik hun site even aan. En ja hoor: pontificaal in beeld, met mijn verhaal. Ik schaamde me even helemaal dood, "bescheiden" mens die ik ben.

Ondertussen was het zes uur geworden en de straat, die even het middelpunt van Amstelveen, nee, van ons land was geweest, was weer helemaal leeg. Mannen met bladblazers en met van die lange bezems hadden het vuil opgeveegd en het daar gedeponeerd waar de borstelwagens van de gemeente het op konden vegen. Op een verdwaald vlaggetje en een leeg flesje na, herinnerde niets meer aan de hoogtijdag die we hadden meegemaakt. Het leek wel een wielerwedstrijd die was gepasseerd. Zo heb je de koers, een minuut later is het voorbij.

"We hebben alleen nog de beelden", zegt men dan wel eens. En ja, ik heb nog de beelden.

zaterdag 26 april 2014

Shit, mijn rug! Ik word oud! En somber!

Niet helemaal toevallig, maar wel heel gelukkig, was ik vandaag vrij. Niet helemaal toevallig, omdat het vandaag en natuurlijk vooral morgen, zaterdag, op koningsdag, gewoon drukke dagen zijn in onze wijk. Mijn lief E. en ik, wilden graag de voorbereidingen zien, maar aan de andere kant was het ook heel moeilijk om in of uit de wijk/straat te raken en ik had helemaal geen zin om door achenachtenig beveiligers er op te worden gewezen dat ik daar niet mocht staan en daar niet met de fiets mocht komen of dat onze auto de wijk niet kon of mocht verlaten, snap je?

Wel helemaal gelukkig was ik vrij, want ik had gisteren, donderdag, een partij vracht voor mijn kiezen gehad, dat ik even dacht dat het weer de kerstdagen waren! Holy Moly! Ik sjouwde en vulde me de Jan je-weet-wel en moest zelfs meer dan een uur, onbetaald, overwerken. (Oh ik compenseer die tijd wel, hoor, dat is het probleem niet, maar het was stikvervelend, want ik had een andere afspraak en moest die dus afzeggen.)
Ik fietste die middag naar huis met pijn in mijn voeten, knieën en een afgrijselijk pijn in mijn rug. De harde wind tegen, toen ik op op de fiets naar huis ging, hielp er ook niet veel aan om die rugpijn te verhelpen en zelfs nu, een dag en een avond later, loop ik te sukkelen met die pijn en loop ik "als een ouwe man", volgens mijn  lief. Tja, en na een dag als gisteren, voel ik me ook een echte oude man. Een man wiens lijf aan het slijten is: grand scale.
Vaak zijn vage rugpijnen de voorbode voor een "full time" hernia, heb ik, helaas, in de praktijk ondervonden. Hopelijk blijft het nu bij de pijn alleen. Ik smeer me rot met van die Midalgan achtige zooi, maar gaat dat echt helpen? Ik moet er maar in geloven.  Aan de andere kant: met of door zo een hernia ben ik zeker drie of meerdere maanden uit de 'werk' lucht. Hetgeen dan wel weer betekent dat ik drie of meerdere maanden dichter bij mijn echte pensioen ben. Doorbetaald verlof.  En, uit ervaring, weet ik dat FT zeggen dat de beste therapie tegen een hernia is om te gaan fietsen! Als ik het dan ook nog wat uitsmeer? Veel hernia en veel fietsen? Wie weet, red ik het er nog een jaar of wat  mee? Dus ben ik dan zoals Pink Floyd zingt: A day closer to death?' Nu ja, bij mijn echte en verdiende pensioen!

Somber en down en depri? Ja, behoorlijk. Ik moet nu echt heel eerlijk gaan zijn. Ik ben niet die vent meer van, zeg, tien jaar geleden, of zelfs van vijf jaar terug. Ik ben een zestiger nu, maar dan wel een  die het niet wil weten! Ik liep, vroeger, altijd 'rondjes' om die jongere generatie heen, ik lachte hen inwendig een beetje uit als ze het hadden over hun lichamelijke problemen, man wat ben ik moe, wat heb ik hard gewerkt en zo, ik lach nog steeds een beetje als ze de hele tijd met die maffe telefoontjes rondlopen en aps aan het downloaden zijn en zo, ik riep hen toen toe, als ze me: "hé opa", of "ouwe l..", noemden: "hebben jullie de Alp d' wel eens opgereden?"
Maar nu merk ik dat het minder gaat. Mijn lijf doet het minder. Qua werk dan, hoor. Mijn liefdesleven, samen met dat van E., natuurlijk, is nog behoorlijk op peil, hoewel dat jullie niets aangaat. Mijn en ons leven met de kinderen en de kleinkinderen is nog steeds helemaal prima. Mijn fietstochten zijn nog steeds wel aardig, ik geniet er met volle teugen van en ik rijd nog mooie afstanden en met een mooi gemiddelde, maar: ik wordt ingehaald tegenwoordig! Iets wat me een paar jaar geleden niet overkwam en, als het dan gebeurde, zat ik die man of vrouw (maar dat gebeurde niet vaak, dat van die vrouw die me inhaalde dan, ik heb mijn  trots) net zo lang na, tot ik hem of de enkele haar, wel inhaalde.)
Ja, gezeur dit Blog?  Ik denk het. Maar, ik word steeds meer "solitair", eenzamer of meer alleen of zo. Ik word steeds meer een eenzaat, denk ik.
Ik bedoel, ik heb, maar wil dat ook bewust, steeds minder mensen om me heen nodig. Laat ik het anders en dus zo zeggen, ik wil steeds minder mensen om me heen zien. Met mijn gezin, in de breedste zin van het woord, ben ik helemaal blij en gelukkig. Vooral de beide kleinkinderen vind ik, en E. ook, allebei geweldig. Ik heb natuurlijk bepaalde collegae om me heen, die ik dagelijks zie en waar ik helemaal mee door de bocht kan. Maar verder? Ik weet het niet. Ik heb gebroken met een paar "ouwe maten", die ik al sinds jaren her had. Ik ben met ze gebrouilleerd geraakt omdat ze me dingen wilden opdringen, waar ik helemaal niet op zat te wachten of waarvan ik vond dat ik daar totaal geen zin in zou hebben. Maar ook omdat ze afspraken achte mijn rug zaten te maken, maar soit!
Ik heb gebroken, overigens zonder ruzie, met mensen die ik (ooit) vaak en graag zag. Gewoon omdat ik er helemaal geen zin meer in had. Gewoon omdat ik mijn eigen ding wil doen. Ik wil me niet meer aanpassen aan mensen, die ik verder (soms) nauwelijks ken, om naar hun 'moeilijke' verhalen te luisteren en daar dan op te reageren. Ik heb natuurlijk ook verhalen zat, over mijn, nu ja, ons leven, onze troubles en zo, maar die mensen, die mij als "groot oor" zagen, luisteren daar dus helemaal niet naar. Een van die vrienden zei ooit wel eens: 'Goh, dat je je dat nog herinnert? Ik, heb je dat verhaal een jaar of twee geleden verteld." Ik zei dan: "Ja je hebt het me vertelt. Maar ik luister wel naar mensen!" Hij begreep de hint niet, overigens. 

Herkennen jullie, de generatiegenoten die deze Blogs lezen, dat nu ook? Of ben ik nu echt een "Rogue male" aan het worden?

donderdag 24 april 2014

De laatste voorbereidingen, "jongens bij de vlag"

Ben ik orangist, royalist, monarchist? Nee, ik geloof het niet echt. Mijn E. ook niet echt. Maar, we zijn wel opgegroeid met het Oranjehuis dat, volgens onze leraren en ouders, een traite-d'union was, een verbindingsstreep, noem het, voor het hele volk. Toen we, (vroeger, vriend A., toen alles beter was) in ons land Tv konden kijken, vanaf de jaren vijftig of zo, kregen we uitzendingen van Koninginnedag vanuit Soestdijk, dat was het befaamde defilé. Mijn generatie is er mee opgegroeid. Later heb ik, zoals reeds vermeld, 32 jaar gediend voor het Koninklijk huis. Dus ja, ik heb er wel wat mee. Dat is ook de reden van dit aantal Blogs dat ik op jullie loslaat. Het is ook een beetje om jullie te laten lezen hoe een stad of dorp veranderd onder en door een dergelijke festiviteit en hoe een bewoner van zo een dorp er op reageert.

En ja, het is bijna zover. De voorbereidingen voor het bezoek van aanstaande zaterdag gaan tot laat in de avond door. De wijk wordt veranderd in een bolwerk van veiligheidsmaatregelen. Zo hebben we opeens van die 'bol' camera's, ik heb er geen ander woord voor, maar van die dingen die een hele straat kunnen overzien, in de straat hangen. Dat zijn van die dingen die continue filmen en waarvan je geen idee hebt dat ze opnames van je maken, tot er eens een keer komt dat je staat te pinnen met de pinpas van een oud vrouwtje die je net hebt verzocht om haar handtas met inhoud aan je te geven en F... it, sta je opeens op Opsporing Verzocht, met je pofferdjes ponum. Voor niet Mokumers: dan sta je op de foto met je gezicht herkenbaar.
Onze nieuwe burgemeester, Mr. F. de Graaf, had in een zend-, nieuws- en bijzonderhedenbrief aan de bewoners van de wijk, maar ook aan de bewoners van de rest van de stad, opgeroepen om zo veel mogelijk te gaan vlaggen. Nee, niet met je ondergoed, natuurlijk, nee, hij verzocht ons, bewoners, om zoveel mogelijk rood-wit-blauw uit te hangen. Ja, nu ja, dat is wel begrijpelijk, niet? Wij Nederlanders hebben niet zoveel met onze vlag. Of met het Volkslied. In andere landen, in de hele wereld, vlagt men om het minste of geringste. Kijk naar de 14e juli in Frankrijk, of kijk gewoon in Frankrijk, of in België! Overal hangen nationale vlaggen uit! Henk the Yank bijvoorbeeld is er al helemaal gek van en, als er ooit eens een of twee noten van hun Volkslied worden gespeeld, zie je ze allemaal in de houding springen en de rechterhand op het hart leggen. Overdreven? Vind ik wel, maar 's lands wijs, 's lands eer, niet?
Maar goed, de burgemeester vroeg en het verzoek was redelijk.
Dus kochten we een vlag. Want, we hadden inderdaad nog een vlaggenstok liggen. Amstelveen vlagt wel en soms heel veel. Niet met de nationale driekleur zozeer, maar in de winkelstraat waar wij wonen, is er altijd wel wat te doen. "Het licht springt op rood of op groen, er is altijd wat te doen", dichtte Herman Finkers, ik vermink het wat, over zijn woonplaats Almelo. Amstelveen vlagde tijdens het Rembrandt jaar (we wonen op de Rembrandtweg), de gemeente vlagde met Sinterklaas (toen nog niet verboden) en met dat soort zaken. Ooit was er zo'n vlaggenstok, inclusief vlag naar beneden gesodemie.... en, lag, heel hinderlijk, op het fietspad direct voor mijn huis. Als goede zeeverkenner repte ik me naar buiten om het gevaar van het fietspad te redden en legde het ding in ons schuurtje en "forgot all about it."
Mijn geliefde E., die zo rank is als een hinde, maar het geheugen heeft dat men olifanten toedenkt, (helaas, hadden vrouwen dat soms maar niet) "did not." Ze zei: Allerliefste geliefde, heerlijke man van me, nee, natuurlijk zei ze dat not, we zijn dertig jaar samen, zelfs meer, ze zei dus: joh, heb je niet die vlaggenstok nog in de box liggen?

Dus kochten we een vlag. Tja, schandalig eigenlijk, niet? Na al die jaren, kochten we en hadden we, onze eerste nationale vlag! We hebben meerdere vlaggen gehad, hoor. Ooit, toen er een EK werd gespeeld in onder andere de A'dam Arena, kregen de bewoners die aan de spoorlijn Utrecht-Amsterdam woonden allemaal een EK vlag om uit te hangen en ja, dat deed mijn jongste zoon, die vond dat geinig. Ik heb ooit een Albanese vlag gekocht, op een stoffige markt in Tirana. Waarom? Goh, we waren daar, de Kosovaren en de Albanezen of Serviërs hadden wee eens mot en ja, ik moest daar het 'baasje' spelen over het veldhospitaal dat daar was opgezet door ons Misterie van Defensie. Maar, ik vond de vlag van het totaal verarmde land prachtig en trots! Een rood veld, met een zwarte dubbele adelaar! Een trotse vlag, zoals de Albanezen een trots volk zijn. De jongste jongen heeft hem jaren in zijn kamer opgehangen.
Dus we kochten een vlag. (Eerlijk is eerlijk, de jongste zoon, nu ik alles even nalees die heeft  wat met vlaggen, deed die boodschap en kocht die vlag voor ons. Zes en een halve euro, geen geld, eigenlijk, toch? Vroeger, toen alles beter was, heb ik ooit de juiste wijze geleerd om een vlag 'aan te slaan'. Bij de marine is het omgaan met de vlag bijna heilig en heeft het heel veel respect. Dat is bijna vier Bloggen waard, maar ik spaar je. Voorlopig!
Nu moest ik dus een vlag "aanslaan", zoals dat heet. Dat deden we bij de marine altijd met de 'schootsteek', een manier van aanslaan die al van uit de oude oudheid dateert. Die oude oudheid was mij ondertussen al gepasseerd en ik had geen idee meer hoe dat nu moest. Maar goed, E. en ik hebben de vlag 'aangeslagen' en buiten gehangen om 'te passen' in het gaatje van de vlaggenhouder. Die vlaggenstokhouder staat op het dakje voor ons huis, zeg maar op het dak van de winkel beneden ons. Ik klom over het hekwerk van het balkon, stootte mijn schenen weer eens gemeen aan allerlei uitsteeksels, en bereikte vloekend de vlaggenstokhouder en paste, mijn schenen wrijvend en de pijn verbijtend als een echte zeeverkenner, de stok erin. Het paste. Dit tot groot genoegen van onze oudste kat, Tabby. Die van de suikerziekte, inderdaad.
Tabby is een poes. Poes is vrouwelijk, oké heren, even niet nu, en Tabby is dus een vrouw en nieuwsgierig. Met haar kattenneus tegen het glas gedrukt trachtte ze de vlag te pakken te krijgen. Dat lukte niet. Daarop draaide ze, hautain als katten zijn, haar poezenko..... naar het spektakel en deed alsof het allemaal niet bestond.
Ik moet iets bekennen. Ik hoop dat "De Admiraal" geen Blogs leest. Ik had de vlag gepast, E. en ik hadden, samen met Tabby het uitzicht bewonderd en ik wilde vlag en stok binnen halen. Er brak een enorm onweer en een giga regenbui los. Nu ja, dan maar even wachten, toch? De vlag hangt nog buiten. Schande!

Overigens had de gemeente al in allemaal vlaggen voorzien. Vanavond werden er voor elke woning drie vlaggen tegelijk geplaatst! Nu ja, wij hebben er nu ook een voor Bevrijdingsdag!






woensdag 23 april 2014

Aftellen naar Koningsdag

=meerdere gemeenteambtenaren gaan dingen doen die ik mijn uppie zou kunnen, maar ja, ik ben geen ambtenaar, meer.=

Nu ken ik de man, die aanstaande zaterdag in Amstelveen komt, de Koning dus, zelf. Ik schreef er al over geloof ik in een vorig verhaal. Nee, dit is geen grootspraak. Ik ken hem van de tijd toen hij gekeurd moest worden om Marine officier te kunnen zijn om zijn moeder te mogen dienen op Haar schepen*. Ik werkte toen (weer tijdelijk, zoals dat ging bij die vereniging) op het keuringscentrum van de Marine en was daar chef van de röntgen afdeling. Daar maakten we vooral röntgen foto's van de borstorganen, hart en longen, bedoel ik daarmee, mijne heren, en heel veel opnames van de wervelkolom. Die werden voornamelijk van kerels die aspirant mariniers waren, gemaakt. Dat zijn die mannen die soms met een half huis op hun rug, op van die lange latten half Noorwegen, boven de Poolcirkel, doorkruisen, of van allerlei steile rotsen moeten abseilen. (Aan die periode in mijn leven, ik heb drie winters in dat prachtige land meegemaakt, als 'gast' van het korps mariniers, heb ik ook mijn absolute hekel aan alles wat met sneeuw en ski's te maken heeft, overgehouden. Mens wat een narigheid. Koud, nat, glad en steeds inslagen van mijn lijf in de sneeuw.) Maar enfin, de kroonprins kwam ter keuring en we keurden hem. In het kader van die röntgenopnames maakte ik hem mee. Een aardige jonge vent van achttien of zo, wel opgevoed en beleefd en niet hautain. Ik maakte een praatje met hem. Hij was geloof ik redelijk nerveus en vertelde dat hij er wil zin in had, in die Marine. Hij vroeg wat mijn ervaringen waren aan boord van de schepen en ik gaf mijn mening en we spraken wat. Ik merkte op dat de 'Janmaat', da's de marineman die geen officier is, er een hekel aan had dat de officieren hen soms behandelden als 'piepeltjes' of zo, begrijpen jullie? Dat is ook zo als mensen die soms personeel van winkels of personeel van het OV of de mensen die in ziekenhuizen werken behandelen. "Jullie zijn maar voetvolk." Dat idee krijg je wel eens.
Ik had een beetje het idee dat hij wel naar me luisterde. Het bleek achteraf en logisch natuurlijk, dat hij collegae van me ook had gevraagd naar hun ervaringen en zij, ook bijna allemaal onderofficieren en matrozen, hadden net zo goed als ik het had gedaan, het zelfde verhaal verteld. Hij bleek, hoorde ik achteraf, een populaire officier geweest te zijn aan boord van de schepen waarop hij diende. Doordat hij naar zijn mensen luisterde.
Ik heb een van zijn neven beter gekend. Die werd ook gekeurd in de tijd dat ik daar diende. Ik had ook contact met hem. Hij wilde dolgraag marinier worden maar het röntgen onderzoek van zijn rug wees uit dat zoiets een risico zou kunnen inhouden. Hij werd vlootofficier en we kwamen elkaar, een half jaar later,  gedurende een maand of negen tegen op hetzelfde schip, waar ik toen geplaatst was. In die tijd maakten we met dat fregat een reis naar de "Oost", zoals dat ooit werd genoemd en ik leerde hem vrij goed kennen. "De neef van de koning", een mooie titel van een jongensboek, overigens, gleed, tijdens zo een moesson regenbui in Maleisië, eens van een ladder en belande een dek lager op zijn rug. Ik behandelde hem daarna vrij intensief, met rode lampen en bewegingstherapie en massage en zo. Twee van mijn gabbers kwamen dan wel eens een bakkie doen tijdens zijn behandeling die altijd rond een uur of acht 's avonds plaatsvond. Met toestemming van de "prins", zeg maar. Wij, oude 'maten' hadden verhalen over andere maten, over schepen en havens en plaatsen van vertier, als Sesamstraat in Lissabon en meer van dat soort oorden. Hij luisterde geamuseerd, stelde vragen en ja, de verhalen werden natuurlijk sterker en leken haast steeds meer ongeloofwaardig. Maar geloof me: de meest ongeloofwaardige marine verhalen zijn wel allemaal juist. Vaak zijn het dan ook nog eens flauwe aftreksels van de echte en wel ware verhalen. Die zijn soms zo sterk dat wij, maten, tegen elkaar zeiden: 'Vertel het maar niet, er is geen mens die dit gelooft!'

Nu zie ik ze zondag dus allebei weer. Niet dat ze me zullen herkennen, natuurlijk. Da's logisch en ook niet te verwachten. Maar het zijn wel leuke herinneringen aan die twee, toen nog jonge gasten. Ook de 'oude' koningin ken ik. Ik ben ooit aan haar voorgesteld toen ze een officieel bezoek bracht aan Londen en enige jaren later heb ik haar weer eens een hand mogen geven, tijdens het koninklijke bezoek dat het paar, die enorme sympathieke prins Claus leefde toen nog, aan Australië, dat toen haar tweehonderd jarig bestaan als natie vierde, bracht.

En ja, ik ben weer ver, heel ver afgedwaald en verwijderd van mijn doel. Maar goed. In de stad, de straat en op het plein, wordt alles met koortsachtige haast, maar wel heel gedisciplineerd en goed getimed, in orde gebracht voor het Grote moment en het Hoge bezoek. Aan de lantaarnpalen hangen mooie vlaggen met het koninklijk paar erop. De fraaie winkels hebben prachtige gouden logo's op hun ruiten geplakt met een kroon en een wervende tekst. Ook alle balkons van onze huizen, portiek woningen van twee lagen boven de winkels, krijgen allemaal spandoeken met de fraaie en ..., nee ik ga niets zeggen, kijk zelf maar aanstaande zaterdag. Die doeken worden overigens aangebracht door personeel van de gemeente. Gemeentewerkers dus. Gemeentewerkers zijn ambtenaren. Ambtenaren zijn (vaak) niet efficiënt. Niet uit vrije wil, of uit principe of zo, houd met ten goede, maar omdat dat nu eenmaal de ooit ingeslepen cultuur is van die mensen. Het aantal mopjes over gemeentewerkers is legio. Hoeveel zijn er nodig om een nieuwe lamp in te draaien? Waar leren ze hun bezems vooruit te leunen, enzovoort.
De ambtenaren werken met een hoogwerker. Ze moeten, even kort nu, op een hoog en op twee hoog zijn om de spandoeken aan de balkons aan te brengen. Op, of in, die hoogwerker, geplaatst op een gemeentevoertuig, werken vier man. Een van die mannen is de chauffeur. Hij plaatst het voertuig zo, dat de anderen drie balkons tegelijk kunnen bedienen, door middel van de uitschuifbare arm van het apparaat. Hij zit achter het stuur, en rijdt en verder niks. Nou ja, shagje draaien en roken, dan.
Zijn bijrijder zit naast hem en zijn taak is het uitklappen van de 'steunpoten' van de hoogwerker en het daaronder leggen van houten planken. En net andersom natuurlijk. Dan gaat hij weer de cabine in. Shagje draaien en ...  Op de hoogwerker zij twee jonge kerels aanwezig. De een heeft dan wel een dubbele taak. Man, ik beklaag hem. Hij zorgt ervoor dat het bakje, waarin nommer (dat zeiden en schreven ze nog in de tijd van de grootmoeder van onze huidige koning) vier zit, bij het balkon komt en: geeft, voor aanvang van het bewegen van dat bakje, het opgerolde spandoek aan. Man nummer vier, wipt dan al of niet behendig, over de reling van het balkon en plaatst die doeken met tieraps vast. Tja, zo kom ik ook aan dat onkosten bedrag.
Je kunt het natuurlijk in je eentje doen. De auto neerpoten. plankjes neerleggen, rollen pakken en jezelf, zo'n bakje heeft een besturing apparaat, verplaatsen van balkon naar balkon. Tja, het zou een uur langer duren, misschien? Maar wel veel uurlonen minder kosten.
Maar ja, wie ben ik, als oud-ambtenaar?


* Ingewikkeld? Nee, hoor. Het is de Koninklijke Marine en het was toen Hare Majesteits schepen. Ik was dus in 'dienst' van Hare Majesteit, via de regering, zeg maar. Officieren werden door een Koninklijke order, decreet? Ik ben de juiste naam even kwijt, bevorderd tot officier, dus zijn moeder tekende haar zoons bevordering. Snap je?

dinsdag 22 april 2014

Koningsdag werpt zijn schaduwen vooruit (2)


Rembrandweg winter 2013, foto Dion Commandeur.

=korte herhaling van het voorafgaande:
Op 2604 van dit jaar, ik moet aan de kleinkinderen denken, dus ik zeg er bij 2014, komen de koning, de koningin en prinses Beatrix, de voormalige koningin, met een hoop gevolg, natuurlijk, hun belofte aan het (prachtige) stadje De Rijp en aan mijn (nog fraaiere stad) stad Amstelveen, na. Het vorige jaar ging Koninginnedag niet door vanwege de abdicatie, maar dit jaar bezoeken ze beide plaatsen. Dit is die Rembrandweg in de winter, overigens=

Zoals ik als schreef, heeft ons filiaal van De Keten een behoorlijke plaats bij de 'winkelwedstrijd' behaald. Dat was eigenlijk een beetje vreemd, maar dan ook weer niet zo vreemd, dus. Want, onze FM's, onze sectorchefs en wij, het voetvolk, hadden besloten om der geen ene overdreven re.. aan te doen. We hadden, zonder afspraken of toejuichingen of zonder 'pep-talks' gewoon gedaan wat we altijd doen. We hebben er gewoon een goede en nette en gewoon een gevulde winkel neer te zetten, net als anders, net als het hoort en geen verdere poeha en geen overdreven poespas. Dus: geen nare lege plekken waar de artikelen niet aanwezig waren, maar ook geen overdreven stands met allemaal veel en veel te opgeblazen zaken en zo, die we normaal ook niet zouden verkopen.
(We hadden ook geen 'dansende FM's, zoals in een ander filiaal wel werd gedaan. Ik zou me, mijn FM ook denkelijk, doodschamen. Gewoon, we waren ons filiaal zoals het hoort te zijn, gewoon, doe ff normaal, onze winkel, ons werk.
Dat gabbertje A.'s afdeling en de mijne werden samengevoegd, de zuivel en de diepvries en dat wij van alle zestig filialen op numero duo van alle filialen eindigden, deed wel heel erg deugd. Nogmaals, A. en ik hadden gewoon ons werk gedaan, normaal onze afdelingen gevuld en netjes gemaakt, 'as usual'.) Dit was even een nagekomen bericht, overigens, maar ik moest het even plaatsen.

Maar goed, even terug naar "Koningsdag", zoals ik al schreef, want dat gedoe geeft heel wat reuring. Zoals dat natuurlijk bij alle grote dingen is. Dat was vroeger al zo, toen, je weet het, ooit in mijn vorige leven. "De" admiraal, maar daar hadden we bergen van, of "De" generaal (van het korps) en daar hadden we, toen, maar een van, kwamen je schip of je kazerne bezoeken en man, man wat een gedoe was dat! Je was dagen bezig om het schip/kazerne op orde te brengen in de standaard die (men dacht dat) de admiraal graag zag. (Over het algemeen was die man ook gewoon een oudere en doorgewinterde zeeman/marinier die graag even een marine rijsttafeltje kwam eten en een goedkoop, want belastingvrij, borreltje kwam drinken en een beetje kwam ouwehoe..., met de mensen van de varende marine of vaan het operationele korps. Vaak kenden zij dan ook de halve bemanning van het schip of de kazerne van 'vroeger'.

Maar, de dagen rond de bezoeken van het Koningspaar, want daar gaat het nu even om, doen me wel heel erg herinneren aan de tijd dat ik nog (toen nog een beetje) onder de indruk kwam van admiralen en generalen. (ik weet, het woord is generaals, maar generalen bekt beter bij admiralen.)
Ook in onze stad gaat er een hoop op de schep. Onze straat, nu ja, onze weg, is hartstikke netjes aangelegd. We hebben een rijweg, met aan beide zijden een breed trottoir, ook een vrijliggend fietspad, en tussen die beiden een verhoogde strook waarop de ondergrondse vuil-, glas, AGF containers staan geplant en tevens staan daar de de parkeerautomaten. (Nu ja, kijk de foto's maar.)
Ja, we lijken een beetje op een grote stad. Een stad als Mokum en zo, onze grote en een beetje vervelende broer en arrogante en dievende broer. Die 'grote' en dievende broer heeft misschien wel de helft van ons oppervalk van de gemeente gestolen! Daar, in de stad waar de hoofd voetbal club verliest van een semi amateur club, kost een uurtje parkeren overigens een euro of zeven ongeveer. Bij ons in de stad nu nog maar slechts twee euro per uur, maar ja, het is ook wel aan de prijs, vind je niet? Ik bedoel: je auto staat er alleen maar. Ze passen er niet op, ze wassen hem niet, ze checken geen oliepijl of zo, pompen je banden niet op, weet je. Ik bedoel: je huurt een stukje steen van twee bij twee meter, voor twee euro per uur. In mijn (stukje) straat, kijk maar aanstaande zaterdag naar de reportage, het wordt prachtig, want dan zijn we breed in beeld, zijn er ongeveer 50 van die plekken, 25 aan elke kant, dus. Die plekken zijn door we week, 6/7, en tegenwoordig bijna 7/7, altijd bezet. Het tarief geldt van 9-21 en dat is twaalf uur. Goed, ik ben geen wiskundige of een rekenwonder. Maar: 50 maal twee = 100 euro per uur. Dat is maal negen dus 900 euro per dag. Dat keer zes (ik reken dag 7 even niet mee) is dus 5400 euro per week, dat keer vier maak een dikke 21.000 euro in de maand.
Je auto staat daar dus, zoals gezegd, alleen maar te staan. Tel daarbij dan de jaarvergunningen op, a 100 euro per jaar voor de zogenaamde 'P gebieden', zoal het wordt genoemd in het parkeer jargon om dar te  parkeren, en dat is, nu doe ik een wilde gok, maar dat is ook nog eens, naar beneden toegeschat, een dikke tweeduizend voertuigen per jaar die daarvoor dokken en ja, dat maakt het allemaal een heel aardig bedrag voor ons stadsbestuur. Zeg maar, vierhonderd en vijftig duizend euro per jaar, geschat en dat alleen maar voor onze wijk. Omdat je alleen maar een auto ergens neerzet, om dan geld uit te geven in de stad. Nee, ik begrijp het wel, een gemeente moet aan zijn centen komen en in Mokum is dat bedrag, van wat wij in Amstelveen betalen, een meervoud hoor.

Maar hoe dan ook: de voorbereidingen gaan door voor de "Blijde Incomste" zoals men dat vroeger noemde. Oh mijn heer, hoe kom ik hier nu weer op? Ik haal er weer van alles bij en ik blijf maar schrijven. Nou ja, die Blijde Inkomst, Koning Filip en Koningin Matilde, van de Belgen dan, hebben het ook meerdere malen gedaan. Nee, geinponem, die Inkomst dus. Het was een, ooit, dat is nu een dikke zevenhonderd jaar geleden alweer, gemaakte afspraak tussen allerlei graven van Vlaanderen en hertogen van Brabant en dat soort mannen, mannen, ja mannen, (vrouwen waren toen nog niet echt in tel, althans niet in de openlijke politiek. Maar ik kan jullie staaltjes vertellen! Welke man niet? Vrouwen en macht! Ga het bij je thuis maar eens na, wie eigenlijk de echte baas is?) dat een vorst niet in zijn eentje een oorlog aan ging of kon verklaren of zo, of belastingen konden verhogen, weet je wel, of zo en nu zeg ik dat dan allemaal heel simpel en eenvoudig. (Men doet nog jaarlijks aan die traditie van die blijde inkomst in Nijmegen en nog wat Vlaamse stede en zo, maar het is nu natuurlijk allemaal symbolisch.)

Maar de blijde intrede in onze stad wordt ook grootscheeps gevierd. De straat is sinds een jaar of, zeven of zo, opgesierd met heel fraai straat meubilair. Van die mooie design fietsen rekken, van die idem bankjes en dito prullenbakken. Om de zoveel meter staan grote en fraaie en hoge zwarte plantenbakken. Met van die planten die altijd mooi zijn, zomer en winter. Maar mannen van de gemeente haalden ze weg. Koningsdag gaat komen namelijk, en alle mogelijke plekken waar bommen en granaten verborgen zouden kunnen gaan liggen worden weggehaald.

=gemeenteambtenaren gaan dingen doen, ik doe dat soort zaken in mijn uppie, maar ja, ik ben geen ambtenaar, meer, maar dat is voor morgen=


zaterdag 19 april 2014

Over Grote dingen en hun schaduwen (1)


Rembrandweg, Amstelveen.

(Even een rectificatie. Ik heb volgens vriendin L. iets onaardigs gezegd over mensen met rollators en zo.
Maar dat is helemaal niet zo, hoor lieve L. Het ging over looprekken. En niet over mensen die door ziekte/ ongeval/operatie met een hulp of een steun moeten lopen, hoe jong ze ook nog zijn of zich nog voelen. Ik heb natuurlijk nooit de bedoeling gehad om jou van ouderdom te betichten. Is het nu weer goed? Of moet ik door het stof? Nee toch, hoop ik?)

Grote dingen werpen hun schaduw vooruit, zegt men en dat is ook zo. Lees de geschiedenis maar na.
Ik moet even een stap terug, naar nu precies een jaar geleden, naar de dertigste april van 2013. Koninginnedag zou, op de die dag van dat jaar, gehouden worden in het kleine, maar o zo fraaie mini stadje De Rijp, kijk er naar op Google of ga er eens op bezoek. Het is een heel fraai 'stadje' bijna zonder moderniteiten en zo, met fraaie geveltjes en doorkijkjes. Maar ook in het grotere, maar ook nog fraaiere Amstelveen, my home town, zou het Koninklijker feestje gehouden worden.
De afbeelding die je hier boven ziet is vrij saai overigens, maar is dan ook al weer tien jaar oud ongeveer. Maar over die weg, daar loopt het gezelschap op de 26ste april, recht voor onze woning langs. (Net achter de vierde boom, wonen wij, overigens)
Maar, Hare Majesteit besloot om te gaan abdiceren het vorige jaar en het feest ging voor de beide plaatsen niet door. Als troostprijs, nu ja, als vervanging van het feest van het vorige jaar dat dus niet door ging, werd dan besloten om de eerste 'Koningsdag', (een helemaal nieuw woord en begrip, overigens) dus als compensatie op de verjaardag van de nieuwe koning, Willem Alexander, op de 26ste april te houden en dat dus in de plaatsen die ik al noemde. En wel beginnend dit jaar.
Je kent me, geen Blog gaat voorbij zonder wat nadere info of veel geouwehoer, (maar, dat zijn wel jullie woorden, ik noem het 'culturele opvoeding, hoor) natuurlijk!
Het begrip "Koninginnedag" is niet van alle tijden. Een zijstapje: de eerste nationale feestdag was "Waterloodag". Dat werd gevierd op 18 juni en was de dag dat het "Volk" zich herinnerde dat Napoleon Bonaparte, de tiran en de keizer en de vreselijke overheerser, maar ook een van de beste veldheren en strategen ooit, dit zijn mijn woorden, was verslagen bij dat kleine dorpje, iets ten zuiden van Brussel. De toenmalige zoon van onze "eerste" koning, Willem I, kroonprins Willem, en de latere koning Willem II, heeft zich nogal onderscheiden op dat slagveld. Hij en zijn paard werden gewond en zo, maar hij hield bij Quatre Bras, een kruispunt van wegen, vlak onder Waterloo, de Franse, in overtal zijnde, vijand dusdanig lang op, dat generaals als Wellington en Blucher net op tijd kwamen om de Frans horden definitief te verslaan op dat slagveld. Er staat nog steeds een heel fraai monument met een grote leeuw erop, die in de richting van Frankrijk kijkt. Ik denk dat het de Nederlandse leeuw is, die de vijand toe gromt: Nee, mannen, niet met ons klo..., hé!). 
Vanaf 31 augustus 1885, ja dat is nu al weer bijna 130 jaar geleden, werd die feestdag veranderd in "Prinsessendag". De latere Koningin Wilhelmina vierde dan haar verjaardag. (De grap daarbij is dat zij en haar moeder, de koningin-regentes Emma, toen al vaak het land in gingen. Net als haar kleindochter Beatrix dat een generatie of zo later ook zou gaan doen.)
Een grote omwenteling in het Koninginnedag feest voltrok zich aan het eind van de jaren veertig, toen de oma van de huidige koning aantrad. Koningin Juliana. Mijn generatie herinnerd haar nog met veel liefde en genegenheid, geloof ik. Het was een 'aardige' mevrouw, die ook: "mevrouw" wilde genoemd worden door haar 'volk', de onderdanen, zeg maar. Ze had het niet op al dat Hare Majesteit en zo. Ze fietste, was benaderbaar en was een soort: 'moeder van het land'. Slijmerig van mijn kant? Kan. Maar zo heb ik het, en velen met mij, in mijn jeugd dat wel ervaren.
Ze had wel een fout. Ze was met een totaal verkeerde man getrouwd. Voor de jongere lezers en/of de
geïnteresseerden, dat was Prins Bernhard van Lippe Biesterfeld. Een van de ergste charlatans, zeggen historici, die ooit is opgedoken in de geschiedenis. Ja, de graaf van Saint Germain en misschien Kaspar Hauser, en ene Simonini, die de Protocollen van de wijzen van Zion, schreef, ja die had je ook nog, natuurlijk. Tegenwoordig hebben we in elk geval de bankiers en de politici, die ons bedriegen en verneu..., maar de prins kon er ook wat van, hoor! Maar nee, laat het hier maar even bij.

In ieder geval, aanstaande zaterdag komen de Koning en de Koningin en de prinses moeder, Beatrix, zij voor het laatst deze keer, na de belofte van het jaar ervoor, bij ons in de stad. Liefkozend noem ik Amstelveen vaak: mijn dorp. Er heerst een wat 'dorpse' cultuur, in de goede zin van het woord. Nee, nee, we zijn geen benepen of kleinsteeds dorpje of zo, verre van. Amstelveen is een bruisende stad, met ongeveer 85.000 mensen en met een enorm scala aan dingen. Voorjaar- zomer-, najaarsmarkten, Japanse activiteiten en zo. Japans? Hoezo? Nou, in mijn "dorp", wonen 134 nationaliteiten ongeveer. Da's niks vergeleken met Mokum, onze buurstad. Daar wonen er wel 164. Maar, in mijn stadje hebben al die gasten wel werk, over het algemeen dan. En de Japanse gemeenschap is de grootse 'vreemdelingen' gemeenschap in Amstelveen, kort daarop gevolgd door Indiërs, Engelsen, Amerikanen en weet ik niet hoeveel anderen. Maar, de schooljeugd staat nog spontaan op voor oudere mensen in het OV, nee, niet voor mij, bijdehand. Ook maken ze ruim baan voor je, als je ze op de fiets inhaalt en ze laten mensen voorgaan door deuren en op roltrappen.
Er is voor de 'buitenlanders' namelijk veel werk in de, ja hoe moet ik het noemen: 'High Sector", zoals in de IT business, man wat een vreselijke woorden weer, maar in ieder geval, we hebben, zoals gezegd, veel Japanners, Indiase mensen, Chinezen en what ever in de stad. En: ze werken allemaal.
Ik woon in een portiek flat, zie foto, waar we vijftig procent buitenlanders 'op onze trap' hebben. Naast ons wonen een groep Indiase jonge mijnheren die op de Zuidas werken en allemaal bezig zijn in de IT werkzaamheden. Vaak help ik hen met brieven van de gemeente te vertalen over bijvoorbeeld de voorbereidselen van Koningsdag. Boven ons woont een Chinees echtpaar dat aan van die naalden prikkerij doet, je weet wel, acupunctuur, en zo. Maar ook in geheime kruiden weet ik veel, maar vaak komen er pakketjes aan ons adres, als zij er niet zijn, die afgrijselijk ruiken.

=morgen weer meer over de grote dingen die gaan gebeuren=


donderdag 17 april 2014

Domweg ongelukkig in de file

Ja, die titel van zo een bericht kunnen we allemaal wel verzinnen, nietwaar, luie Blogschrijver? En ja, dat is natuurlijk ook zo. Maar man, man, man, wat is fileleed echt leed! Ik leg het nog uit.
Maar ik begin positief. We hadden dus als filiaal de regiowedstrijd gewonnen van al de filialen in onze regio. Eh ja, dat is logisch. Maar: het is eigenlijk niet logisch! Wij, van ons filiaal, zijn dan wel de grootste toko in onze regio, maar we hebben in verhouding tot de andere winkels wel een stuk minder personeel, maar dan wel weer meer 'vierkante meters verkoopvloer', ja zo heet dat echt, en al die meters moeten allemaal tip top in orde en in great shape zijn. We hadden allemaal verwacht dat het nieuwe, net geopende  filiaal, een paar honderd meter verderop, dat zo splinternieuw is dat je verf nog ruikt, bij wijze van, wel met de plak en de eer zou gaan strijken. Dus was onze verbazing groot en onze vreugde ook, toen bleek dat wij die prijs uit het vuur hadden gesleept, zie dus ook het vorige schrijfsel.
(Het blijkt nu, zei gap A. tegen me, dat onze beide afdelingen: zuivel en diepvries, op numero twee van alle zestig toko's is terecht gekomen! Ver voor de allergrootste winkels uit onze De Keten. Talk to the professionals, natuurlijk. Gab A. is goed, maar vertrouwen is beter en ik heb het gesjekt en ja, hoor, hij had gelijk!)

Maar, die prijs was dus verrassing nummer een op die Happy Day. Een tweede verassing was dat mijn oude gabber H. terug kwam werken bij ons. Ik heb met H. nogal wat kilometers gemaakt, zoals fietsers zouden zeggen. Het is een Turkse mijnheer, ergens in de twintig, zegt hij, ijdel als hij is, maar wat ik niet geloof, hij woont aan de noordelijke rand van onze stad, is getrouwd en heeft ondertussen drie kinderen, wat ik dan wel geloof. Hij was overigens net zo verbaasd als ik dat was, om elkaar in het oude en vertrouwde 'winkeltje' weer terug te zien. Je kent het wel zoals dat dan gaat: schouderbeuken, omhelzen en "God man, wat ben jij oud geworden" en zo, tegen elkaar brullen. Na een half uur samen bezig zijn wisten we eigenlijk niet meer dat we elkaar al jaren niet meer hadden gezien.
De dag erop was het dinsdag en ik stond om zeven uur in de morgen de vracht te doen. (Goh nee, ik hoef niet alles uit te leggen, maar ik vind van die halve pagina Bloggen ook niks, dus dit is een flink stuk bladvulling, toch?) Ik kletste wat met de chauffeur en vanuit een ooghoek dacht ik een bekende aan te zien komen lopen? Aan lopen zien komen? Zien aan lopen komen?
Nee, ik zag een bekende aan komen lopen. En ja hoor! Het was mijn, andere, ouwe gabber R, die een tijd geleden was overgeplaatst naar dat nieuwe filiaal, verderop. Ik mocht hem altijd graag, maar vraag me niet waarom. (Geintje. Ik weet het echt niet. En da's ook weer een geintje.) Hij had op de laatste dag van maart al gezegd dat hij de volgende dag terug zou komen. Dat stemde me toen wel vrolijk, eerlijk gezegd. Maar die volgende dag, die dag waar hij het over had, was het dus de eerste april en het was R's idee van een grap! 

Even een zijstapje, iets wat jullie niet van mij gewend zijn natuurlijk. In dat vorige leven, waar ik het tot vervelens toe over heb, waren overplaatsingen eerder regel dan uitzondering. Je werd als marineman, maar ook al marinevrouw, ongeveer elke twee jaar naar een andere uithoek van de marinewereld gezonden of naar een ander schip of naar een andere club van de mariniers en zo. Ik ben nu, in bijna elf jaar De Keten, pas aan mijn tweede "plaatsing" toe. Vroeger hadden mijn toenmalige collegae me uitgelachen en gehoond als ze het hadden gehoord. Ik heb geloof ik al eens laten doorschemeren dat ik maar bij een van de geboortes van de kinderen was? Heel veel van mijn toenmalige collegae hebben die zelfde verhalen overigens, hoor. Nu ja, andere verhalen, andere tijden.) Enfin, ik had weer twee oude en vertrouwde maten om me heen en dat is prettig. Misschien komt dat dan ook wel omdat ik de zes kruizen, op mijn leeftijd noem je het geen kruisjes meer, hoor, al gepasseerd ben, dat ik het prettig vind om mijn "laatste jaren", oh sombermans, in betrekkelijke harmonie met mensen die je kent te slijten? Oh wee, wat somber! Nee, maar het zal er wel meet te maken hebben, misschien.
Ik ben NIET oud, ik hoop het ook nooit te worden, althans niet in de negatieve zin, looprek, dementie en doofheid, maar je leeftijd gaat wel tellen. Dat zei ik tien of vijf jaar geleden nog niet, maar ja, live goes on.

Nu ja, vandaag/gisteren was het woensdag en het menu van de week schrijft dan voor: Oppas dag bij de beide kleinkinderen in Zaandam. Een heerlijke dag, om die twee kleintjes, nu ja,de ene is zes en de andere is anderhalf, mee te maken en op te zien groeien. We hebben gelachen, gevoederd, opgevoed en lol gehad, en al met al was het weer een leuke "oppasdag". Zoonlief kwam eigenlijk onverwacht vrij vroeg thuis en wij vertrokken iets eerder dan verwacht. De afstand Zaandam en A'veen is, via de snelwegen, de A 10 en een klein stukje stukje A 2, ongeveer 25 kilometer. Dat is een half uurtje rijden, met stoplichten tegen en zo er bij. Maar, we hebben een nieuw record gevestigd. Vandaag (ondertussen gisteren dus) duurde die terug rit: een uur en vijftig minuten. Het verkeer in de Zeeburgertunnel, op die beruchte ring A 10, zat muur, maar dan ook muurvast. Dat was dan ook wel weer begrijpelijk. Er bleek een vrachtwagen geschaard te zijn  in die tunnel en van drie rijstroken die daar zijn moest het verkeer naar een rijstrook. We, E. en ik, hebben nu weer eens aan den lijve ondervonden hoe asociaal verkeer deelnemende landgenoten zijn. Ken je die signaleringsborden met een pijl die schuin naar link- of rechts onder wijst? Die pijl die wil zeggen dat je moet invoegen? Ken je die signaleringsborden met dat rode kruis? Die aangeven dat die rijstrook is afgesloten? Ja? Nou dan zijn jij en ik waarschijnlijk een van de weinige Nederlanders die die borden kennen. De rest van het, ik noem het maar zo, gajes reed door, gewoon recht door en hard. Sch.. aan de borden, sch... aan de wereld. Ik, gezagsgetrouwe oen die ik ben, sorteerde voor en voegde in, op tijd, maar het bleef maar duren en duren die file. Er werd verder geen info gegeven en ook de radio vertelde niets op haar fileleed nieuws. In het begin grapten we nog wat. "Och je kunt je soap ook morgenavond bekijken. Ja en die wielerwedstrijd wordt volgend jaar ook verreden, dan zie ik die nog wel.  Wil je nog en dropje? Nee, doe maar niet anders hebben we vannacht niets meer te eten." Nu ja, die flauwe ongein.
Maar na een uur ben je het echt helemaal zat. Gelukkig fiets ik veel en ken ik dus heel veel sluiproutes.
Als ik nu eens via de afslag Durgerdam zou rijden? Die zou me via de "Schellingwouderbruggen" naar de Piet Hein tunnel voeren en zo de stad in en via Oost en Zuid naar de A1. Of, mocht ik al wat kunnen zien, zou ik in elk geval na de Zeeburgertunnel op het parkoers komen?
Dat dan maar. Weet je dat het file nieuws op de radio enorm summier is? Ik zei het al. E. en ik zaten er midden in, we hadden in een uur twee kilometer afgelegd en de radio vermelde flauwtjes, dat er wat oponthoud op de ring was! Om uit je vel te springen!
Maar wij waren natuurlijk niet de enigen die de vluchtroute namen. Het was redelijk druk, maar we reden wel. Na de Piet Hein tunnel afslag richting Utrecht, volgen jullie hem nog, genomen te hebben, kwamen we op een bijna lege ringweg terecht. Doorsperen naar huis.
We waren tegen zes uur thuis. Twee uur over nog geen dertig kilometer. Vreselijk en bedankt hoor, file info van de radio. Geen nieuws is ook nieuws of zo?

dinsdag 15 april 2014

Domweg gelukkig. (deel 2)

Het is de maandagmorgen na de glorieuze dag van de 'Hel van het Noorden.' Als je geen wielren liefhebber bent, dan heb je vermoedelijk toch wel ergens op het nieuws meegekregen dat ene Nikki Terpstra, een jonge vent uit Noord Holland, uit Krommenie om precies te zijn, de wielerklassieker Parijs-Roubaix, de bijnaam van die koers is dus de Hel van het Noorden, gewonnen heeft. Vergelijk dat feit eens met dat opeens, zomaar, uit het niets, 010 Nederlands kampioen wordt! (Voetbal, dan. Een rare gedachte, ik geef het toe. 010 Nederlands voetbal kampioen. Het klinkt raar. Het klinkt ook niet echt goed of overtuigend. In volleybal of korfbal, knotszwaaien of ritmische gymnastiek, ja dat dan een Rot....... vereniging kampioen wordt, dat geloof ik, maar in voetbal?)
Nu ja, in ieder geval: een Nederlandse wielrenner wint sinds dertien jaar weer eens de Hel. (Dat is net zo lang geleden als dat 010..., je hebt hem.) Dat fietsen is een beetje, sprak hij eufemistisch, mijn sport. Ik heb dus met een grote grijns, met meer dan heel veel plezier en met een bonkend hart de finale gevolgd. Wat een super overwinning van die man, Terpstra.
Maar de volgende dag, afgelopen maandag dus, op het werk en nog nagenietend van die zege, kwam
FM 1 op me af en feliciteerde me. 'Leuk, bedankt', zei ik. Grappig, dacht ik, hij heeft de wedstrijd ook gevolgd, hoewel ik wist dat het fietsen om den brode niet in zijn directe invloedssfeer ligt. Klassieke voertuigen en zo, ja da's meer zijn ding. Ik haalde de schouders nog even op. Maar, Life goes on en de werkdag dus ook. Ik had het het afgelopen weekend behoorlijk naar mijn zin gehad, maar was ook druk geweest. Zaterdag vierden we, met  bijna alle familieleden, de verjaardag van S., mijn oudste zoon. Hij is nu alweer 38. Ik herinner me de dag van zijn geboorte nog zo goed! Ik voer, op mijn marineschip, het schip was genoemd naar 010, ja, soms heb je gewoon pech, ergens in de Bermuda driehoek, toen de commandant me kwam feliciteren met de geboorte. Er was een telegram van het hoofdkantoor van de KM binnengekomen met het nieuws. (De rest van de dag is een beetje wazig, zeg maar, verdronken, door opa Freddy. Heineken?) Afgelopen zaterdag was een leuke en gezellige dag en de beide kleinkinderen stalen weer de show, natuurlijk!
De zondag had ik het dus druk, druk, druk. Eerst met zelf een tijd tussen de wielen door te brengen, maar daarna met Tv kijken. Eerst nog even een uurtje naar de marathon van 010 kijken, de finale zien en daarna met het aanmoedigen van allerlei coureurs, shag roken en koffie en fris drinken. (Geen C2H5OH, hoor, nee, nooit overdag.) 

Langzaam begon de felicitatie van mijn FM te dagen. Potverdrie, (sterker, maar er zijn jongere en onschuldige lezertjes) we hadden de vrijdag hiervoor de winkelwedstrijd. Hemeltje, (zie boven) dat was ik helemaal vergeten in het gedoe van het weekend. Maar ja, de winkelwedstrijd, hoe zou dat gelopen zijn?
Een winkelwedstrijd? Leg uit, vertel. Ja, jullie willen het weten. Ok. De Keten heeft nu een zestigtal winkels, voornamelijk in Noord Holland, Flevoland, een beetje in Utereg en Zuid Holland. (Geintje: ik hoorde van de week een oudere Belgische coureur, Planckaert, tijdens die toerversie van de Ronde, aan een NL dame vragen waar ze vandaan kwam. 'Uit Utereg'. sprak ze. 'Da's leuk' zei Eddy Planckaert, 'en hoe kom ik nu in U tereg?' Ok, heel melig.)
De winkels van De Keten zijn verdeeld over een zestal regio's, tegenwoordig. We zijn redelijk groot gegroeid. Omdat competitie een mensen ding is; nu ja, ik moet eerlijk zijn: competitie is een mannending. Het is een testosteron dingetje, toch? Zie mijn opmerkingen over fietsen en voetballen. Het zijn toch natuurlijk allemaal mannen die "de langste" willen hebben of die "het verste kunnen pie....". Wees eerlijk, lezers en lezeressen. Het zijn alleen kerels die elkaar het licht helemaal uit de ogen kunnen kijken, gedurende een bepaalde en dan vaak ook maar/nog korte tijd en elkaar helemaal naar de ritfyf wensen of helpen, om daarna, er is dan een vredespijp gerookt of zo, of men heeft allerlei dingen aan elkaar laten zien en mannen drinken dan gezamenlijk biertjes en beuken elkaars schouders murw, omdat we nu weer allemaal goeie maten zijn.
Vrouwen daarentegen: Geen weg, No way, dus. Vrouwen hebben vaak mot onderling en dat blijft dan ook zo voor jaren, hoor, geloof me. Vrouwen dragen dat mee. Nee, S en S en J en L en M en H, (ik kan niet het hele filiaal afgaan hoor, met al die vrouwelijke initialen, ik heb het niet over jullie?! Maar, dus, want voor al die meiden, die me nu voor het vuurpeloton willen zetten: nee, meiden, lieverds, schatten en schoonheden, dit is geen aanval, lees: GEEN aanval, op jullie. Maar, wij kerels weten wat jullie ook weten, maar wat jullie niet willen toegeven! Ooit van de Trojaanse oorlogen gehoord? Ja? Nou dat ging dus wel over een vrouw hoor! Dertig jaar oorlog voor een vrouw. Wij hebben dertig vrouwen in onze toko! Maak me gek! Dat zijn dus dertig maal dertig jaar oorlog of zo!)

Maar goed, de directie (ik ben terug bij de wedstrijd) moedigt die competitie aan. Het bureau HRM, voornamelijk. Nee, ik geloof niet dat er alleen vrouwen in het HRM zitten, anders zou die wedstrijd niet worden gehouden, denk ik. HRM? Ja, Human Resources Management. We noemden dat vroeger: Bureau Personeel. Maar, ik zeik nu niet af, want ik wil nog, voor de laatste maal, een fiets van de zaak, maar daarover heel veel later in een veel later Blog. En: bureau HRM geeft dat fiat. Nee, geen Fiat, maar fiat, nee, da's geen fiets, maar een ...  nou ja, je kompt der wel uut! 

Eindelijk een klein stukje verder over de winkelwedstrijd. In al die regio's worden de winkels beoordeeld op: uitstraling, netheid, vulgraad, creativiteit in het opbouwen van de actie aanbiedingen en de aanwezigheid van de producten.
Bij het item 'uitstraling' kom ik een heel klein beetje in de bocht. Want ook de buitenkant van de toko speelt mee, immers. Dus met het bladblaas speeltje en met de harde bezem heb ik een heel klein beetje meegeholpen om het  karwei te doen. Voor de rest zijn de FM's heel nauw betrokken geweest en, nee, die doen het natuurlijk ook niet solo, wie doet dat wel, maar, de toko zag er die vrijdagmiddag als een zonnetje uit! De jury, ja die is er dan om te schouwen, kwam zag en oordeelde.
En: ja hoor! We waren de numero uno van de regio! Eerlijk is eerlijk! Ik moet heel eerlijk zijn! De bloemen- en plantenafdeling heeft misschien wel de doorslag gegeven. Ik zag onze HOKA, wat? De hoofdkassiere, H, met haar meiden een geweldige "display" maken. Het leek alsof ik op de bloemenveiling van het nabije Aalsmeer liep! Prachtig gedaan.
Toen mijn kwartje was gevallen heb ik de FM' s ook gefeliciteerd, natuurlijk!
=Dus heb ik nog steeds niets gezegd over H, en over R, die nu opeens ook weer bij ons werkt=



maandag 14 april 2014

Oh Happy Day. (Domweg gelukkig in de Super)

=Een week zonder een Blog over de Super! Hoe houd je het uit? Ik hoop dat je ondertussen niet aan allerlei -pams bent gemoeten, al dan niet op dokters voorschrift hoor! Of, erger, aan de verkeerde kant van de hoofdstad terecht bent gekomen voor zakjes wit poeder of voor zakjes met een bruinachtig  kruid? Nee? Gelukkig. Ik had wat andere zaken om over te Bloggen. Over fietsen en zo, weet je, niet een belangrijk aspect van het leven, maar voor mij dan weer wel. Maar: Ok, here we go!=
 
Er zijn van die dagen dat je gewoon niet meer kapot te krijgen bent. Jullie kennen ze, hopelijk, ook. Van die dagen dat je nog na geniet van de dag of dagen ervoor. Van die dagen waarop je helemaal een was met de wereld. Waarop Ying en Yang tezamen komen. Waarop harmonie en rust heersen in je geest en je een bent met het universum. Dagen waarvan je zou willen dat ze bleven bestaan en je geest zich aansluit bij het uitspansel en ....
Nee hè, doe me dat niet aan? Nee, hoor, ga ik niet doen! Ik ben nog steeds ik. Die lompe, ietwat grove en misschien boerse, grof gebekte ex-marineman die gewoon zijn gang gaat, zijn ding doet, af en toe wat cru uit de hoek komt en niet door iedereen als al te tactisch of al te aardig wordt gevonden. Zo zij het. Ik ben na een goede zestig jaar in dit leven, ietsje meer al ondertussen, wel aardig bekend met m'n eigen ik en zo. Ik loop nog steeds niet in vreemde gewaden gehuld of doellos rond en loop al helemaal niet in een rij met van die zoekende figuren met van die kreten als "Hare, Hare, Krishna, Krishna en zo." Dat zal ook niet gebeuren hoor, never, nooit. Ik ben niet van "de meute" en de "hypes" en zo en al helemaal niet van 'gezweef', zoals ik al dat soort gedoe dan maar noem.
Nee hoor, ik ga mijn gang en doe mijn ding, met dingen die voor mijn gezin en mij belangrijk zijn. (In mijn vorige leven, je weet wel, heb ik mijn gezin aardig moeten wegcijferen, maar ik ben nu bezig om dat in te halen, net als veel oud-maatjes van me, H, B, F, R J en J en zo kan ik het alfabet aflopen, dat nu doen.)
Ik heb mijn baan natuurlijk en ik doe dat werk graag. (Da's echt eerlijk waar. Soms met hindernissen zoals maandagen, maar toch.) Ik wordt door FM's en zo in mijn waarde gelaten, ik volg hun aanwijzingen en/of verzoeken naar beste weten op, doe aan overleg en polder, voor zover ik kan. 'Maar: je hebt net zo een naar, akleig emn pissig stuk geschreven over die 'dooie', hoor ik je zeggen'. Ja, dat heb ik dan wel en ik meen er nog steeds elk woord van en schaam me er abso niet voor. (Niet dat mijn Blog gelezen is denk ik, maar op de een of andere  manier is er verbetering opgetreden in 's mans gebruiksaanwijzing en hij beweegt tegenwoordig af en toe wel en laat zijn neus eens een enkele keer zien. Hoera voor het vrije woord en de vrije meningsuiting dus.)
Ik kan namelijk, ik ken mezelf en ik weet het dus zelf heel goed, namelijk behoorlijk: "ploffen", 'knallen", "dakken", "spacen" en zo. Soms vervreemd ik dan wel mensen van me, op die manier. Daar ben ik dan ook weer niet blij mee, maar tja! Ik kan dan overigens 'soms' heel ongenuanceerd zijn, maar nogmaals, zie mijn karakterbeschrijving, hierboven! Over het algemeen heb ik dan wel (eens) het gelijk aan mijn kant, hoor, maar dat zegt een ieder die zo doet, natuurlijk.
De mannen en vrouwen waar ik samen mee werk weten dat ook natuurlijk. Ze kennen me nu al jaren en hebben er mee leren leven en kunnen over het algemeen wel met mij door bochten en door deuren en, vaak, blijkt dat ze dezelfde mening zijn toegedaan als ik (of is het mij?). Alleen ventileren ze dat dan heel veel rustiger dan en meer genuanceerd dan ik dat doe. Maar: over het algemeen ben ik vrij onschuldig, ik ben soms lief en begrijpend en heb hele goede contacten met de collegae onderling en daarnaast ben ik vrij empathisch en absoluut niet vuur gevaarlijk. Goed: een Like dus!

Tot zover mijn karakter beschrijving en een beschrijving van mijn Narcisme. ??? Ja, Narcisme, een ziekelijke liefde voor je eigens! (Nee, hoor, dat heb ik niet. Nee, echt niet! (ik doe niet aan selfie's en zo) Ik schrijf wel over mezelf, natuurlijk. Ik weet ook wel hoe ik in elkaar zit. Dat scheelt me natuurlijk een meier aan euro's bij de psycholoog, als ik daar dan onder behandeling zo moeten en dan is een Blog dus win-win situatie!)
Tja, het duurt wel weer even voor ik op mijn doel af ga, niet? Wat een gel.. allemaal weer. Ik ben een groot bewonderaar van Bert Visser, de Groningse cabaretier. Die gaat ook via vijfenzestig omwegen op zijn doel af. Ik kan me een van zijn eerste shows nog herinneren, waar hij het zou hebben over een cursus bloemschikken. Daarbij had hij zo een gele wegwerkers helm op, want bloemschikken was gevaarlijk want: en de clou ben ik nu even kwijt!
Oh ja, ik moest iets schrijven waarom ik het een "happy day" vond en waarom ik domweg gelukkig was in de Super. Ja, ik heb dat "domweg gelukkig" al eerder gebruikt, I know. Hebben jullie het al opgezocht?
Nee? Nou, ik geef je even de laatste twee 'strofen'. Nee, ik doe niet chagrijnig of ingewikkeld of geleerd, nee, helemaal niet. Nou zeg dat dan niet. Als je het toch niet meent! Maar 'strofen' betekent gewoon de laatste twee coupletten.
Zoiets als:
Ik heb een potje met vet
op de tafel gezet
een potje, potje vet,
op de tafel gezet (bis)
Dus, ja sla het maar over, maakt mij niet uit, nee ik ben niet chagrijnig, dat zei ik al, maar goed, hierbij de laatste twee 'strofen' uit een van de mooiste gedichten uit onze taal:

Alles is veel voor wie niet te veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat.

Dit heb ik bij mezelve overdacht,
verregend, op een miezerige morgen,
domweg gelukkig in de Dapperstraat.
(J.C. Bloem)

=Ja en waarom was ik nu Domweg gelukkig in de Super? Omdat we een prijs hadden gewonnen, omdat Terpstra eeen prijs had gewonnen en omdat H. terug is. En dus heb ik morgen nog wat te schrijven!=

dinsdag 8 april 2014

"Die dooie", of: "Bob de Bouwer"

(Kennen jullie ook van die mensen? Van die collegae die op een andere planeet leven?Sterker, in een totaal ander solair systeem hun ding doen? Ik weet niet of ik dit Blog ooit zal publiceren, als ik eerlijk ben. Het komt misschien 'the close' bij een van de medewerkers van ons filiaal 'to be of comfort'.)

Ik heb dus even nagedacht. Ik doe het dus wel! Nee, nee, nee, wat een gedoe. Nee, hoor, nu even geen Engels en socio/softie gel.. voor een paar echte harde feiten. Ik verstop het verhaal niet meer. Of de FM's nu meelezen of niet! Of ze blij zijn of niet! Nee, ik wist eerst niet echt zeker of ik dit Blog zou laten verschijnen, omdat het gaat over een collega van me, ik wilde dat allemaal wat anders en anoniem benoemen maar nee, verdikke, ook dat niet meer, geen getwijfel, nee, ik doe het! Het gaat over een mannelijke collega, (die helemaal anoniem blijft, maar herkenbaar bij de lezers) die zich helemaal van de wereld, nu ja, van de winkel dan, afkeert en zich helemaal alleen op zijn eigen afdeling concentreert en die zich dus verder totaal niet bemoeit met de rest van de winkel en ook niet met zijn medewerkers in die winkel. Het is iemand die zich zo helemaal in zichzelf en in zijn eigen werk keert, dat hij bijna een vreemde is voor mij en misschien wel voor ons, de rest van de collegae. Maar dan ook echt, hoor. En dat werkt mij en een paar van die collegae al een behoorlijk aantal weken nogal op de zenuwen. Dus, ik schrijf het Blog dus wel en publiceer het dus ook en de persoon die het aangaat zal het waarschijnlijk niet lezen, helaas, want anders zou hij er misschien wat van op kunnen steken. (Als hij die intelligentie al zou hebben, hetgeen ik betwijfel. Nee, nu niet zo cynisch en kritisch)
Dus zullen jullie zeggen: moet je het dan wel schrijven? Als hij het toch niet leest, wat lost het dan op? Da's een slimme opmerking en eveneens een hele discussie waard. Het antwoord is simpel: ik wil het gewoon nu even van "me af schrijven", want ik ben dat Prima Donna gedoe van die man even helemaal beu! Dat kwam omdat ik hem vandaag weer als een koning van zijn afdeling alleen zijn eigen werk weer eens zag doen en omdat hij zich, zoals altijd, weer eens onttrok aan alle taken die er bestaan (naast die van de zogenaamde "gemeenschapstaken") zoals ik dat dan maar noem. Maar dat hij dan waarschijnlijk ook geen idee heeft van die andere taken of dat hij zich daar totaal "uitwerpselen" aan heeft. (Sh.. vind ik een naar woord) Ik denk dat het laatste het geval is.

Hij kwam een week of zes geleden bij ons aantreden vanaf een ander filiaal van De Keten, ook ergens in de stad. Ik groette hem, stelde me voor, hij noemde zijn naam, die is blijven hangen omdat een hele goede en geliefde collega van mij, toevallig zo ook heette. De woorden die we bezigden waren: "Ik ben die en die, ik ben die en die", acht woorden, ongeveer. Ik rond af en plus naar, zeg tien woorden. Dat is het. Meer woorden heb ik niet gewisseld met de man, echt niet. In alle zes weken dus. Nee, je hoeft geen prater te zijn, dat ben ik ook niet, hoor. Ik ben een stille Willy. Ik zeg niet veel overdag, maar 's avonds ook niet. Jullie kennen me.
Maar: werk is werk, je doet dingen samen en je helpt elkaar, waar dat mogelijk is. Dat is in mijn hele "vorige leven" zo geweest en dat verwacht ik nog steeds van collegae en vaak (soms) is dat gewoon ook het geval. Dus zijn dingen als 'laden en lossen', de vrachtkarren opbergen of door gaan rijden naar de diverse afdelingen, gewoon gemeenschapstaken. Daar wordt je voor betaald. Dat is je werk. Daar l.. je niet over. Dat doe je. Net als je een brand blust of een gewonde helpt of een klant de weg wijst of een collega matst, of zo. Ik los met de mannen (en soms een vrouwelijke collega, ene S.) van de zuivel- en de groenteafdeling de vracht van ook allerlei andere afdelingen, daarna laden we het retour goed' op de wagen en ik (en de anderen ook) heb daarnaast nog veel dingen te doen. Ik heb al geschreven dat ik de buitenkant van onze toko "aanhark" en dat ik dat ook af en toe doe met de parkeergarage. Dat is tijd die ik eigenlijk niet heb. Maar tijd die ik wel moet maken. Daarnaast heb ik natuurlijk mijn eigen werk. Ja, dat weet je, ik ben van de "koude kant", van de diepvries. Dat is vaak een bak werk, moet ik zeggen. Maar goed, dit een beetje terzijde. Alleen maar om aan te geven dat er meerdere taken zijn die wij, gabber A. en ik moeten doen. Ok het schrobben en dweilen van de winkel hoort daar bij trouwens. Wat niet erg is, werk is werk, maar het gaat van je werktijd af, begrijp je?

De persoon in kwestie, voelt zich waarschijnlijk te goed om ons, gewone werklui, of gewone stervelingen of zo, te komen helpen in het los - en laad werk. Werk dat we natuurlijk doen, voor alle en dus ook voor hem en voor zijn afdeling.
Maar, de man komt zelf nooit opdagen om te helpen of om zijn "eigen" vracht naar zijn eigen afdeling te vervoeren. Nu ja, dat is toch wel het minste dat je doet. Ik bedoel maar. Ik ga voor mijn buurvrouw belangeloos de boodschappen doen en die gaat dan ook nog eens vragen, nee eisen, dat ik die boodschappen op ga bergen in haar kasten en zo.
Heb ik een gaatje in mijn hoofd? Zie ik zo bleek? Ben ik van de pot gelazerd? Docht het ff not!
Maar, volgens die man schijnt dat normaal te zijn! Althans de figuur heeft nog nooit ene poging gedaan om ons te komen helpen om, ook dus een deel van zijn zijn werk te komen doen. Onze groenteman, ogenschijnlijk een niet al te gemakkelijk mens (tenzij je hem hebt leren kennen, dan valt hij heel goed mee) noemde de immer afwezige collega, "Bob de Bouwer", maar dat is een nare kreet. Bob de Bouwer is wel een leuk figuur namelijk. Ik noem die man: "De dooie", vanwege zijn totaal gebrek aan animositeit, ofwel omdat hij totaal onzichtbaar is en zich dus helemaal niet profileert. Dus: mogen we hem niet. Dus: werken we hem tegen. Dus: laten we zijn vracht gewoon staan ergens. Dus: is dat allemaal heel kinderachtig. Dus: hebben jullie gelijk in die opmerking. Maar: wij werken ons het Jantantjes, en de Rieftief en zo en ja, om dan ook nog een een collega te ontlasten die sch... aan jou heeft? Nee, we zijn daar gewoon te veel 'gewone' mensen voor.

Ok, oké, ik weet het, we hebben als werkende mens allemaal een "scapegoat" nodig, we willen allemaal een 'pikorde', maar dit is eigenlijk niet van een hele andere orde, hoor. Een 'lulletje' van de klas doet het zich zelf ook aan. Net als "De Dooie", net als "Bob de Bouwer", overigens.

.

zondag 6 april 2014

"Paasbeleving". Over eten en drinken en zo.

Na het lesje geschiedenis, zeg maar gewoon Bijbelse historie, zoals wij, generatiegenoten ook, dat vroeger, als verplicht vak op de MULO school kregen, dat ik net heb afgeleverd, wil ik nog even wat heel anders opmerken. Over die vervelende "Cookies". En niet over 'koekies', maar over die pop-up reclames, die je steeds meer ziet als je inlogt op het net, of op Fb, of die je ziet als je mijn Blog leest of die ik, heel vervelend, tegenover de lezer dan, zie als ik zelf mijn Blog op het net zet.
Ik heb daar niet om gevraagd overigens, ik vind het net zo vreselijk als jullie, het ziet er niet uit en ik verdien er ook nog eens geen ene rooie rotcent aan. (Iets wat ik natuurlijk ook niet zou willen overigens, want dan wordt het werken en ja, daar heb ik rot hekel een hekel aan, zoals jullie weten.)
Die woorden of zoektermen, die op Cookies reageren, of waar die effing Cookies dan op reageren, worden dus dubbel afgedrukt op het scherm. Dan staat er ook nog eens zo een een raar pijltje of zo boven. Ik heb die die pijltjes allemaal maar eens aangeklikt, om te kijken of ik niet eens van dat nare fenomeen verlost kon worden, maar toen kwam ik op allerlei pagina's uit, waar ik binnen vijf minuten "rijk" kon worden of binnen een uur een "nieuwe bruid" kon ontmoeten of binnen een dag "stinkend gelukkig" kon worden.
Nogmaals, mijn excuses daarvoor en ik hoop niet dat jullie je het teveel aantrekken. Ik kijk of ik er een afdoend antwoord, of verdediging, op kan vinden.

Maar goed, de Paasdrukte breekt weer aan. Tot een jaar of wat geleden was Pasen voor de Supers van het land een sein om extra eieren, (afbak) croissants en luxe broodartikelen in te slaan. Vroeger was Pasen een intiem gezinsfeest. De nadruk werd gelegd op het ontbijt. Een ei is geen ei een half ei is.., nu ja er was ooit zo een rijmpje, ik ben het nu kwijt, maar de laatste jaren is dat feest allemaal en allen maar veel groter geworden. Vroeger, niet eens zo lang her, had je dan het Paasontbijt, de moeder/moeke/ma/ mamma, mocht een uurtje blijven liggen en de rest van het gezin deed heel goedbedoelde, maar vreselijk onhandige, pogingen om gekookte eieren en jus d' Orange en een paar gesmeerde broodjes op een wankel dienblad, met daar dan een vrolijk theedoekje op, aan de ma/ etc.  te serveren. De ma/moe/moeder/moeke was (deed) heel verrast en dankbaar, maar wist dat ze zelf de hele ter.... zooi in de keuken wel zelf moest opruimen, want dat hadden pa en de kinderen niet in het programma boekje staan.
Maar, zoals geschreven, dat simpele moment van het ontbijt met ei en sap is definitief voorbij. (Pa had dan de avond ervoor allemaal eieren beschilderd en in de tuin of in de woning verstopt. Hij kon dan zijn echtgenote ook nog eens een verassing bezorgen als de kinderen uit de weg waren?)

Het is nu een hele "Paasbelevenis" geworden. Mensen moeten nu genieten van een: "Brunch met selectieve brood- en hoenderproducten. Deze worden begeleid door exquise producten uit de hogeschool van de Kazenmakerijen van ons land, maar ook uit de rest van de Kaasmakende wereld en van de overheerlijke producten van de beste Confituur producenten van de wereld. Daarnaast zijn de beste inkopers van de meest vooraanstaande firma's van de koffiebonen en theebladen verwerkende industrie op zoek gegaan naar nog betere melanges en hebben die voor U geselecteerd en brengen die nu voor een prijs die U niet mag versmaden. Onze chef inkoop eieren is er in geslaagd om producten voor U te vinden die ....."
En zo gaat dat dan nog door. Over kippen die met onbesneden kapucijners worden gevoerd, of over vissen die nog met hun eigen handen zwemmen, nou ja, dat gezwam, dus!

Maar, dan zijn we er nog niet, want naast die Brunch, waar ik al twee dagen van vol zou zitten, zijn er dus ook nog eens, verspreid over de dag, verwen momenten. Die verwen momenten zijn, nee ik ga nu niet meer allerlei folder gedoe aanhalen, maar die gaan dus over chocolade paashazen uit de diepvries met een heerlijke vulling, over lammeren van de beste roomboter die het Nederlandse weideland kan creëren en ook nog over hele exclusieve hand geschilde aardappelen die, apart voor U, in hele dunne plakjes zijn gesneden en gefrituurd en dan ook nog eens met de hand met zeezout zijn bestrooid, na die vreselijke daad van het koken in hete olie!

Ik zeg er niets over, hoor. Ik werk natuurlijk bij De Keten en de mensen kopen, al dan niet aangetrokken door de teksten in de folders, die zooi en ja, ik moet binnenkort een nieuwe buitenband kopen voor een van mijn fietsen en ja, dat kan ik doen doordat De Keten me betaalt. Bij de Appie en de C1000, bij Deen en Deka , Hoogvliet, bij Poiesz en Vomar en al dat soort zaken gebeurt allemaal hetzelfde.
Ik moest even terug komen op de marine term voor Hemelvaartsdag, maar dat komt nog.

vrijdag 4 april 2014

De "Paasbeleving", maar dan anders.

 Een wat laat vervolg op het Blog dat ik schreef over wijn en ongein, maar dat genoeg zei over datgene waar velen mee bezig zijn, geloof ik. Snobisme, verhoging van eigenwaarde en verhoging van je status? 
Verdorie! (maar dan anders gezegd)  Ik had net zo een fraai Blog geschreven en door een verkeerde handeling op een of andere knop is die hele meuk kwijt. Ik ga het nu dus saven na elke regel.

Ik had het in een (eerder en ouder Blog) al over wijn en ongein, zoals ik me herinner. Dat was om even te preluderen, ja, fraai woord, vind ik ook, maar om dus even vooruit te kijken op het aanstaande paasfeest, en dat misschien wel over meerdere pagina's. (Ja, zucht, mot dat nou? Nee hoor lezer, ik doe het graag.) Over de Pasen dus en zo en waarom het nu een heel ander festijn is geworden dan ooit bedoeld.
Pasen is een woord dat een afleiding is van het Jiddische woord Pesach. Het Joodse volk vierde ooit de Pesach, na hun bevrijding uit de slavernij van Egypte (het bekende verhaal Exodus, Leon Uris schreef een prachtig boek daarover en dat werd verfilmd, maar ik bedoel het Bijbel boek.) Die Exodus, uittocht, vond plaats na de doeltreffende moord op een groot gedeelte van het Joodse volk door de Egyptenaren! He. ik herken dat? Ja, dat is dus een bekend verhaal, de moord op Joden, hoor, kwam (en komt) heel vaak voor. Ik heb zelf nog enkele Joodse bloeddruppels of genen in mijn lijf. Maar ik geloof dat elke Nederlander dat wel een beetje heeft. Dus ja, ik voel me wel wat verwant aan het Joodse volk, in elk geval heb ik een soort sympathie voor hen, maar dat heeft de doorsnee NL'er ook, met dat volk. Joden zijn overigens niet allemaal voetballers en wonen ook niet met z'n allen in de Ajax Arena, hoor. En, nee ze hebben niets met die vorm van het Smurfenlied te maken!
(Nee, ik weet ook dat Israël er af en toe een puinhoop van maakt in de bezette gebieden, maar hun tegenstanders, de Palestijnen doen daar ook dapper aan mee en nee, ik doe niet aan politiek en dat soort gedoe en zal geen pro of contra standpunt innemen of uitdragen. Het enige wat ik kan zeggen dat antisemitisme een afgrijselijk iets is.)
Wij vieren ook Pasen, maar of dat nu wel een gebeurtenis om te vieren is? Herdenken zou beter zijn, als je de geschiedenis leest. Want, weten we nog wel waarom we Pasen vieren? Nee? Nou ik moest het ook even na gaan, want zo Bijbelvast ben ik niet en kerkbezoek is niet een onderdeel van mijn zondagse programma. Niet dat ik die twee zaken veroordeel, hoor. Een ieder moet en mag doen wat hij/zij en hem/haar uitkomt, zolang het een ander geen overlast bezorgd of stoort in de mening van diegene of die een mening wil opdringen.
Maar goed, Pasen gaat dus over de opstanding van Jezus, ons allemaal wel bekend, neem ik aan. Volgens de een een zoon van God, volgens de ander een opstandige Joodse rebellenleider, volgens derden iemand die een nooit bestaande figuur was. Hoe dan ook, in het Boek, bijbel betekent gewoon vertaald Boek. Het komt dan weer van byblos, (Grieks, maar heel oud), dat dan ook papyrus (een soort plant waar ze, ja, dat hejje goed begrepen, een soort papier van maakten. Dat spul werd dan weer doorverhandeld in de Phoenisische (nu Libanon) stad Byblos, dus en zo en verder, begrijp je?) Kijk en zo word je koning van de bijzin (of onzin).
Volgens dat boek, de Bijbel, werd Jezus op, wat nu Witte donderdag heet, verraden door ene Judas Iskariot, overigens een van zijn nauwste co-werkers en medeaandeelhouder in het gezelschap dat zich Apostelen noemde. Voor dertig zilverlingen, overigens. Ik zeg het nu allemaal een beetje cynisch, maar ja, zo kennen jullie me, maar het is een feit dat Judas voornoemd, wel de bankier was van die Apostelen. Hij had mot met Jezus gekregen omdat die gratis iets weggaf wat volgens die Judas dan, wel eens driehonderd schellingen had kunnen opleveren. Die Judas had overigens een gedeelte van die poen voor zichzelf gereserveerd. Nou, we zijn weer terug in onze tijd, nietwaar? Jezus was een goed mens die zomaar wat weggaf, een hypotheek nam zeg maar, en die Judas was dus een echte bankier, want die jatte dus van een ander! (Ik weet niet of het bonus systeem toen al bestond, overigens.) Maar wat die boef wel deed was zichzelf de volgende dag verhangen. Kijk en daar hadden de huidige bankiers nu eens een voorbeeld aan ... (Nee, geen politiek, nee, niet doen!)
Dat was dus op donderdag. De dag daarop kwam hij voor het gerecht, werd beschuldigd en meteen ter plekke veroordeeld, dat ging toen iets vlotter dan tegenwoordig, want ze hadden nog geen advocaten van 400 euro per uur die zaken alleen maar vertraagden toen en ook nog geen vormfouten en zo, en hij werd de dag erop dan maar gekruisigd. Toen was het dus Goede vrijdag. Een dag waar wij, vroeger, vrij voor kregen. Echt. Ik heb dat zelf nog meegemaakt, in mijn jongere jaren. Ik zal jullie de mond snoeren: ja, da's heel lang geleden. Op die Goede vrijdag herdenkt men ook het lijden van Jezus, trouwens. Nou, op zaterdag was het een rustdag voor het peloton zou ik haast zeggen, nee, het was de Sabbat, de traditionele rustdag voor het Joodse volk, maar op Zondag stond de zoon van God dan weer op uit de dood. Ja, ik begrijp het, ja, je moet er in geloven om het geloven. Rond het jaar 310 stond het Paasfeest in de agenda's van het gewone volk en werd het een officiële feestdag.
Maar! (Ja, natuurlijk, er zijn altijd maren in verhalen en geschiedenissen.) Maar, hoe toevallig kan het zijn! Hoe toevallig kan het zijn, dat de twee meest belangrijke christelijke feesten, Kerstmis en Pasen, samenhangen met twee belangrijke wendingen in de natuur. Kerstmis, ik schreef er al over, is de terugkeer van het licht en en het lengen der dagen. Bij Pasen heeft de teruggekeerde zon de aarde dermate verwarmd en ontdooit zodat de gewassen kunnen worden gepoot of geplant of gezaaid? De eerste lammeren die worden geboren en zo? En ja, er bestaat natuurlijk een soort pre Pasen. Gevierd door de oude Germanen en Batavieren en zo. Paasvuren? Eieren? De meiboom? De Paashaas? Allemaal al eeuwen in gebruik voor dat de paus en zijn metgezellen er een paasfeest voor de gelovigen van maakte. Enkel en alleen om heidense gebruiken maar de kop in te drukken. Maar dat zal van alle eeuwen zijn en blijven, ben ik bang voor. Mensen die streng in de leer zijn, gunnen die, die het niet zijn, hen die mening niet.
'Aha, maar nu heb ik je, hoor ik B. en H., zoals gezegd, strenge medelezers en critici, al zeggen. Pinksteren, maatje, je vergeet Pinksteren. Nou ja, een beetje wel, of niet. Ik heb dit overigens helemaal zelf uitgevogeld, zonder hulp van Google of Wiki of zo. Pinksteren komt van Pentecoste, wat 50 betekent en Pinksteren wordt dan ook vijftig dagen na Pasen gevierd. 50 is zeven keer zeven ofwel zeven weken later. Ik stel me voor, maar ik zal de rest van de avond naarstig speuren, dat na zeven weken de eerste oogst, gezaaid rond net heidense feest wat nu Pasen is, de kop op stak of geoogst kon worden. Maar ik ga dat checken!
Maar, dit is de geschiedenis. Ik ga de volgende keer terugkomen over het 'vreetfeest', dat Pasen nu is geworden, net als grote broer Kerst. Over choco Bunny's, over boter lammeren en all that.

=Jezus goes to heaven day, zoals de marine Hemelvaartsdag noemt, moet ik ook nog bespreken, trouwens=


woensdag 2 april 2014

Rokjes en een speeeltje en verkeer.

Heel even tipte ik de verkeer situatie aan rond ons pand en ik zal daar even op door gaan, zoals ik heb beloofd. Zoals ik al eens uitlegde, is ons filiaal van De Keten gelokaliseerd aan een van de drukste straten van Mokum. De doorgaande weg die naar Artis en zo dan ook verder naar het Centrum gaat . Het is een continue drukke straat, dus niet alleen tijdens de spits. Die drukte begint vanaf een uur of zeven, iets eerder, in de ochtend. Da's ook het tijdstip waarop wij de eerste vrachtwagen van de dag moeten gaan lossen. (Zoals al eerder gezegd, zullen er nog meerdere vrachten volgen, elke dag.) Het is op dat tijdstip natuurlijk nog niet helemaal zo krankjorum druk rond die tijd, maar het verkeer 'trekt wel aan', zo al men zegt. Rond dat tijdstip doen zich ook al de eerste verkeersveiligheid incidenten al voor. Er zijn diverse bestuurders van (motor) voertuigen die op dat uur nog niet helemaal wakker zijn en dan 'wakker' schrikken en dus soms paniekerig reageren op de mede weggebruikers. (Of ze hebben zitten te bellen of hebben andere communicatie mogelijkheden te gebruiken, natuurlijk. Dat kan ook en het komt heel veel, te veel, voor.)
In ieder geval, tussen zeven en negen uur, ben ik vaak en lang buiten het filiaal aan te treffen. We moeten, als gezegd, laden en lossen, en al dat soort zaken meer.  Maar, het personeel van onze toko heeft (bijna) allemaal een neventaak. Een van mijn neventaken is om de (ruime) omgeving van de shop een beetje 'aan te harken', zoals ik het maar noem. Ik maak dan de voorkant, die naar de straat gekeerd is, netjes en ruim af en toe de parkeergarage, die onder het pand gelegen is, op. Dat betekent dat ik, vanaf een uur of acht in de ochtend, ik begin overigens om zes uur en heb er dan al twee werkzame uren op zitten, met een bezem (een Marokkaanse en lieve, want dus een vrouwelijke collega, legde me ooit iets uit over de bij-betekenis van dat woord in haar cultuur) en een 'speelding', lekker bezig ben.
(Ja, een speelgoedje, een speeltje. Want, jullie kennen de uitdrukking over boys en toys. Niet? Ik geef het hieronder. The only difference between men and boys, is the size and price of their toys. Omdat de lezers van dit Blog bijna allemaal bij De Keten werken en dus, ergo conclusio, bij de hand zijn, hoef ik het niet te vertalen, toch? Over 'dames/vrouwen is er ook zo een mooie uitdrukking: A dirty mind is a joy forever, but a dirty girl is a toy forever! Maar, je kent me: ik ben super correct en helemaal vrouwvriendelijk en zo en die uitdrukking keur ik helemaal af.
Maar goed, dat speeltje waar ik het over had, is, helaas dames, slechts een bladblazer. Maar, wat een fantastisch ding is dat! Waar ik een hele tijd terug en een hele tijd lang met een zogenaamde 'harde' bezem helemaal onhandig langs allerlei fietsen en fietsenrekken die voor de winkel staan, moest vegen en de stoepranden en zo moest doen, en dat allemaal met "ellebogen stoom", doe ik dat nu met windenergie. Om maar te zeggen dat De Keten enorm milieubewust is. En nee, we hebben geen eens een groene windmolen op het dak. Maar goed, ik sta meerdere malen per dag een tijdje buiten 'te spelen' zoals ik het maar noem. De FM's geven af en toe zelfs een LIKE ervoor, je weet wel, dat bekende duimpje, en ja, dat doet deugd. Helemaal nu ik, gelukkig weer een uurtje meer werkend, ook weer eens gewoon tijd heb om het echt goed te doen.
Verder sta ik en sommige van de collegae ook nog eens vaak buiten, om, zoals al gezegd, te lossen en te laden. Laat ik het becijferen, ik sta volgens Bartjens, ongeveer een uur of anderhalf per dag buiten. En dan zie je wat hoor! Ja, ook, dames in rokken en rokjes en zo. Helemaal heel aardig weet je wel, maar ja, als getrouwde man kijk je daar niet naar, toch? Dat is voor de jongere gasten, zeg maar.
Maar wat je ook heel erg veel ziet, ik in elk geval, zijn die vreselijke situaties in en met het verkeer. Een korte schets. Je hebt de rijweg, zoals al geschreven, een van de drukkere van de stad, dan het fietspad en dan het voetpad. Beneden onze winkel ligt de parkeergarage. Mensen die met hun voertuig komen om bij ons boodschappen te doen, moeten dus rechts afslaan, ook het fietspad in de gaten houden en daarna ook nog eens het (overigens vrij brede trottoir) Dat gaat niet altijd even goed en nu ben ik heel voorzichtig in mijn uitspraken.
Zijn mensen meer hufterig geworden, is het gedesinteresseerd zijn, is het egotrippen? Ik weet het niet, maar wat me opvalt in het verkeer, waar ik als fietser dagelijks aan deelneem, soms ook, heel af en toe, als bestuurder van een auto, is dat men het allemaal wel 'gesneden' vindt. Hoeveel mensen geven nog richting aan bij het uit- of invoegen op de weg? Hoeveel mensen laten mensen die van rechts komen, voorgaan? Hoeveel mensen weten nog dat haaientanden betekenen dat ze moeten stoppen? Hoeveel mensen geven nog voorrang aan voetgangers op een zebra? Ik weet de cijfers niet, maar het is wel opvallend veel, al dat gedoe. En ja, fietsers, ja, ik geef het toe, ze zijn de plaag van Mokum, denk ik, maar niet alleen van onze stad hoor. Ik ben een fanatieke gebruiker van de racefiets. Ik heb, in het donker, lampjes voor en achter op mijn Giant SCR3. Ik steek mijn hand uit als ik af sla, ik stop voor rood, wuif mensen door die oversteken en al dat soort zaken meer. Maar de doorsnee fietser die ik ontmoet, in het donker dan al helemaal niet, heeft geen idee van zulke normale regels.

=Morgen meer en misschien iets over de bebouwing van de USA=