dinsdag 30 oktober 2012

Sombermans

Ja, in dit geval ben ik dit, Sombermans. Ik heb het er in dit Blog nooit over gehad maar in mijn andere Blog, www.lucasfietst.blogspot.nl   natuurlijk wel. Een hele goede vriend van me lag heel zwaar ziek en ik was, redelijk veel, betrokken bij zijn sterven. Niet dat ik elke dag aan zijn ziekbed zat, hoor, dat kon ook niet. Mijn vriend, Jan heette hij, woonde in Hellevoetsluis. Dat is een heel mooi en oud vestingstadje ergens op de Zuid Hollandse eilanden en pas na een lange autorit bereikbaar en ja, dat doe je niet elke dag.
Ik kende Jan al zo'n dikke veertig jaar en we waren 'maten'. Maten bij de marine, mijn vorige werkgever, is een ander begrip dan 'vrienden' in de zeg maar burgerwereld. Als je mijn andere Blog aantikt, lees je daar wel eens over.
In ieder geval, Jan is gestorven. Afgelopen woensdag, de 24ste oktober, is hij, 'vredig', zoals dat heet heengegaan. Tja, wat is vredig als je nog maar 58 bent? Ik had hem gedurende de periode dat hij ziek was, enkele keren bezocht en we belden veelvuldig. Ik wist dat het een aflopende zaak was, dat was duidelijk, maar de laatste week was het ziekteproces in een stroomversnelling gegaan.
Uiteindelijk is hij dan toch nog, veel en veel te vroeg, gestorven. Niet onverwacht, nee, bij zo'n slopende ziekte weet je dat het af gaat lopen.
De dag daarop, donderdag, liep ik met wolken in mijn kop. Wolken, nou ja, watten of stukken poetskatoen, je begrijpt wat ik bedoel. Ik was nauwelijks aanwezig, ik hielp mee de vracht te lossen, deed mijn ding op de afdeling, had de 'autopilot' aangezet, werkte en spiegelde en, nogmaals, deed wat ik moest doen en was er dus totaal niet bij! Het overlijden van een maatje, van een leeftijdgenoot, brengt je eigen dood ook weer dicht bij, natuurlijk. Niet dat ik oud ben, niets van dat alles, maar tja, zestig is geen dertig meer, dat is de leeftijd van mijn collegae. (Sterker, de meesten zijn dat nog niet eens, maar ja, ik sta met mijn leeftijd wel op een enorme eenzame hoogte natuurlijk, zeker in ons 'jonge mensen' filiaal.) Ook tijdens de 'tweede vracht', jargon voor eh, nou ja, de tweede vrachtwagen van de dag, hield ik me wat afzijdig, gewoon: sombermans. De jongere collegae, die stonden te dollen en da's een activiteit waar ik soms aan meedoe, kregen in het snotje dat het niet de 'echte oude man' van anders was.
Aarzelend kwamen ze een voor een langs, bij de diepvries afdeling die ik stond te vullen, zonder dat ik dat echt door had. Dat vullen, dan, bedoel ik. Ze vroegen wat er was, ik vertelde wat er was en ze condoleerden me gemeend. Ik had een 'kattebelletje' (kent iemand dat woord nog?) achtergelaten voor mijn directe chef, de assistent FM, die die dag vrij was, dat ik waarschijnlijk a.s. maandag een vakantiedag zou nemen voor de crematie.
Iets later kwam de FM, Chris, ik zal zijn voornaam hier noemen, naar me toe. Hij condoleerde me, vroeg hoe het met me ging en wenste me sterkte. Hij meende dat, was echt begaan met me, dat merkte ik. Ik legde kort, we waren en zijn allemaal druk, uit over veertig jaar vriendschap en zo en we gingen verder. De wereld draait door, zullen we maar zeggen.
Maar, zijn attentie raakte me wel. (Want dat is ook leiderschap, het begaan zijn met je mensen!) De assistent FM die ik de dag daarop sprak had een zelfde reactie en dat deed ook goed. Ook betrokken bij zijn personeel! Natuurlijk deed hij niet moeilijk over een vrije dag, maar dat is soms wel heel anders.

Gisteren is Jan gecremeerd. Tja, triest. Maar een mooie 'send off' zoals de Engelsen zeggen. Sereen, rustig, waardig. Ik reed terug vanuit onder het Rotterdamse naar huis in een van die vreselijke noodweren die ons land kunnen treffen. Ik deed twee uur over een afstand van net aan 90 kilometer, maar da's dan wel mooi om even je kop leeg te maken en zaken te overdenken. Vanmorgen vroeg kwamen de FM en de assistent me, belangstellend vragen, hoe het was geweest en of het ging.
Leiderschap is alleen voor grote mensen weggelegd. En deze twee zijn grote mensen.


zondag 21 oktober 2012

Van de TV, toch?

Het is nu al weer heel wat jaren en zeker drie filiaalmanagers geleden dat ik, ik werkte toen nog avonden en middagen, eens buiten stond en de middagvracht voor de 'KW' afdeling moest gaan lossen. KW is weer zo'n jargon kreet. Het betekent 'kruidenierswaren', (in sommige ketens ook wel 'houdbaar' genoemd) en dat zijn dan alle zaken die niet koel of koud hoeven te worden opgeslagen of bewaard. De KW is natuurlijk de grootste afdeling van de winkel. Iedereen die wel eens een boodschapje doet in de lokale super, weet dat vers-, koel- en vries afdelingen maar een klein gedeelte uitmaken van het waarlijk gigantische assortiment waaruit zo'n super bestaat. Ik heb me ooit laten vertellen dat er in een grotere supermarkt meer dan 30.000 artikelen aanwezig zijn. (De prijzen van al die artikelen variëren vaak wekelijks, met een of twee cent, hoger of lager. Toch zijn er vaak klanten die menen dat je de prijs van al die artikelen tot op de cent uit je hoofd dient te kennen, maar dit terzijde.)
Nu is het lossen en laden van vracht niet de meest geliefde bezigheid van het personeel. (W laden ook, inderdaad, want al het lege spul, denk aan de lege rolcontainers en de AGF en vleeswaren kratten en het verpakkingmateriaal gaat mee terug. Vomar hanteert een strikt beleid in dat soort zaken moet ik zeggen. Karton wordt apart ingezameld, kleurloos plastic en gekleurd plastic ook en ook alle voedingwaren die niet meer aan de normen voldoen, denk aan de datum. De AGF, vleeswaren en zuivelproducten worden dan weer allemaal apart verpakt, los van het bakkerijspul of van verder afval. Al die materialen worden allemaal gerecycled, zover dat mogelijk is.)  Zo voert onze keten een redelijk 'groen' beleid. Helaas blijven de 'groot leveranciers' nog steeds allerlei onnodige 'omverpakkingen' leveren, zoals een plastic verpakking in karton of net andersom. Jammer, dat en niet nodig.
Het is ook geen ongevaarlijke bezigheid, overigens hoor, dat lossen. Sommige containers wegen tot wel tot 300 kilo en die moet je dan vaak met een beweging van je pols/arm/rug van achter het haakje van de laadklep zien te halen. Achter die voorste container staat er nog een, met soms hetzelfde gewicht. Dat is dan vaak 500 tot 600 kilo die opeens loskomen en, zei hij eufemistisch, da's best veel. Als dat op een horizontale plaats gebeurd, zoals een 'loading dock' dan kan er niet veel gebeuren. Maar, in het geval van onze toko, gaat dat vanaf de schuin aflopende klep naar het trottoir waar het fietspad naast ligt en daar naast ligt dan weer de rijweg. Ik schreef daar al eerder over.
(Het is ooit gebeurd dat zo'n 300 kilo wegende container vol kratten 'Heerlijk, helder piep' zijdelings van de laadklep stuiterde op een personenvoertuig! Het voertuig was een totaaltje en van het bier bleef slechts een stroom schuimend en riekend vocht en kilo's en kilo's gebroken glas en groene plastic kratten over! De weg waaraan onze winkel ligt was zeker een uur moeilijker begaanbaar doordat we alles moesten opruimen. (De ratten, bewoners van de A'damse riolen, zijn maanden dronken geweest, begreep ik.)
Maar er gebeuren natuurlijk ook persoonlijke ongevallen. Het ergste dat er ooit gebeurd is dat een chauffeur door zijn eigen klep werd onthoofd! Ja, eng en heel griezelig. Dat was in een andere setting, hoor, bij een garage bedrijf waar hij de klep moest uittesten, maar toch. Ik heb wel eens een collega moeten behandelen met gecompliceerde breuken van drie tenen omdat ze de klep vol op haar voet had gekregen. De (vrouwelijke) collega is drie maanden uit de running geweest. "Ja", zei men, stuurlui aan de wal, "dan had ze maar veiligheidschoenen moeten dragen". Dat is correct en helemaal juist. Maar, die moet je wel zelf aanschaffen, de Vomar verstrekt die niet. Dat is ook wel weer logisch. Het personeel wisselt zo vaak dat het een kapitale investering zou zijn om al dat personeel, dat soms maar twee weken in dienst blijft, en soms nog geen eens twaalf uur, (maar dat zal ik nog wel eens opschrijven), om die allemaal van dat soort schoeisel te voorzien. Maar ik heb zelf ook wel eens een container over me heen gehad. Gelukkig was deze geladen met deo artikelen. De kreet: 'Je wordt altijd overreden door een mestkar en nooit door een Boldootkar' ging nu dus even niet op. Ik heb wel een dag of twee wat last gehad van mijn rug, zei hij, weer, eufemistisch.

Het is nu alweer drie filiaalmanagers geleden dus. Ik stond te lossen en aanvankelijk in mijn eentje. De toenmalige FM zag dat en kwam me te hulp. Het was een aardig mens, hoewel ik tot dan toe nooit echt veel contact met hem had. Hij was een FM van de oude stempel, die voornamelijk op zijn kantoor zat. Alleen in de ochtenden, als hij het pand betrad, kwam hij een kritisch rondje maken om te zien hoe de winkel erbij stond. Hij vertrouwde me niet helemaal misschien, zie een eerdere Blog over die overplaatsing, in ieder geval had ik, aanvankelijk, nauwelijks contact met hem.
Ik stond te worstelen met twee zware karren en opeens dook hij, als uit het niets, op. "Sta je in je uppie, man? Waar is de rest van de jongens dan? Kom, we doen het even samen!" Dankbaar nam ik zijn aanbod aan en we werkten flink door, haalden karren van de klep, zetten ze zoveel als het kon in de volgorde van vullen en zweetten ons een hoedje, want het was een warme juli middag.
Martin, dat was zijn naam, was, laat ik zeggen, Bourgondisch gebouwd. Hij was net aan een  meter zeventig, had een rond gelaat en idem buik. Hij liep in zijn, door de directie, voorgeschreven tenue, een donkere broek en een lichtblauw overhemd met stropdas. Al gauw parelden er zweetdruppels op zijn voorhoofd, maar hij bleef stevig doorpezen.
Toen kwam de oudere dame uit de winkel. We stonden even stil, de klep werd door de chauffeur gevuld en we veegden het water van ons hoofd. De oudere dame pakte haar boodschappen tasje stevig vast en liep op Martin toe. "Oh" zei ze, "ik bewonder U zo! U doet het zo leuk! Ik moet altijd vreselijk om U lachen, hoor! En daarom koop ik hier ook al mijn boodschappen!"
Wij keken elkaar aan en in zijn ogen zag ik een Chinese legpuzzel. "Hoe zo? Kent U me dan? Ja, ik werk hier en ik zie veel klanten, maar ik weet niet of we.." begon mijn totaal verbaaasde FM.
"Nee, natuurlijk kent U me niet, nee dat begrijp ik wel, hoor. Nee, U doet het zo leuk op TV. Ik moet altijd gillen van de lach, als U dat gezicht trekt en met die mensen en medewerkers praat! Oh, U weet niet hoe graag ik hier bij de Albert Heijn kom om mijn boodschapjes te doen. En dat ik dan U, van de TV ook nog eens in het echt als de baas van de winkel zie! Ik wilde dit al tijden aan U zeggen, maar ik zag U nooit. Leuk, leuk. Door doen hoor, door doen."
Martin keek me stomverbaasd aan, terwijl ik, hikkend van de lach, op een lege container moest gaan zitten.
"Hoe, wie, wat..?" stamelde hij. "Die Appie reclame natuurlijk, Martin", snikte ik. "Dat vrouwtje denkt dat jij die filiaalmanager van de Appie reclames bent! Je weet wel, die acteur, die lange magere gozer!"
Het bleef die avond nog lang onrustig in mijn geest en vaak moest ik aan medewerkers vertellen waarom ik soms liep te hikken van de lach.

Achteraf zijn Martin en ik toch nog aardige 'gesprekspartners' geworden. Het bleek dat hij ooit een dienstplichtige Landmacht hospik was, in de kazerne waar ik in die periode als Onderofficier mijn tijd doorbracht als hoofdinstructeur. Ik gaf ook les aan de 'pleunen'. Die moesten dan mij de militaire groet brengen.
Dat vond ik dan wel weer leuk, eigenlijk.


maandag 15 oktober 2012

Over het sexe verschil

Ja, dat was van ver voor de supermarkten, hoor. 
 
Ja, dat is pas een smeuïge kop, hè? Sexe en verschillen! Maar daar gaat het dus nu niet over, hoor. Want helaas, helaas, ik heb een totaal ander onderwerp in mijn hoofd om over te schrijven. Wel over het verschil tussen mannen en vrouwen, maar, nee niet dat verschil, maar: 'het psychologische verschil tussen beiden en met name in de sociale context van het winkelen'.
Nee, haak nou niet meteen af, zo serieus en moeilijk wordt het ook allemaal niet. Het wordt geen psychologisch handboek of zo! Maar, er is echt een heel duidelijk verschil in het winkelgedrag tussen mannen en vrouwen. Hebben jullie wel eens op dat verschil gelet tussen dat boodschappen doen van mannen en vrouwen? Daar bedoel ik dan niet het soort boodschappen mee die in de winkelwagentjes belanden, dat varieert van mens tot mens, natuurlijk. Het is ook niet echt het verschil in prijs van die boodschappen, hoewel ik daar nog wel even wat over kan zeggen. In 'mijn' Vomar, hebben we, ik geloof dat ik dat al eens memoreerde, een nogal divers publiek.  Hoewel we het woord 'allochtone Nederlanders', sorry twee woorden, niet meer mogen gebruiken, komen die niet meer bestaande allochtone Nederlanders nog volop in onze winkel.
Deze mensen zijn van huis uit en van oorsprong gewend om voor de laagste prijzen te gaan. Op mijn vele reizen door de landen van Noord Afrika en het Midden en Verre Oosten weet ik dat er een enorme 'afding' cultuur bestaat. Dat is natuurlijk op de markten zo, maar ook in hun winkels, (denk hierbij aan souvenir shops, zilver-, goud- en kleding en dat soort zaken) word je als een dombo beschouwt als je niet probeert de prijzen te verlagen. Ik (we, mijn marinemaatjes ook, natuurlijk) leerden al gauw dat als de handelaren een bepaald bedrag noemden, wij daar dan de helft voor boden. Met handjeklap kwamen we dan op ongeveer 75% van de vraagprijs uit. Dat was goed, daar verdiende de handelaar dan aan en wij hadden een leuk souvenir voor een redelijke prijs.
Maar wat ik dus wil zeggen, is dat mensen uit die landen van oorsprong enorm prijsbewust zijn en kopen in winkels waar de prijs/kwaliteit verhouding in overeenstemming is met het gebodene en dan is het een logische stap naar de Vomar. (En ze hebben gelijk, onze prijzen zijn niet hoog, onze kwaliteit is goed. Vomar, open eens een winkel in mijn regio, alsjeblieft!)
Maar over het verschil in winkelgedrag nu dus. Het meest opvallende verschil in boodschappen doen is natuurlijk wel dat vrouwen meer de verzorgingsartikelen straat, in winkeltaal: 'de drogmetica' op zullen zoeken en de mannen het bier- en fris pad zullen gaan frequenteren, maar dat is niet de essentie van dit verhaal.
Nee, dat is de manier waarop mensen met hun karretjes/mandjes de winkel doorlopen.
Ik ga geen deur openzetten over de psychische manier van het aanbieden van de duurdere spullen en het lager geprijsde spul, en dat de zaken die je altijd nodig hebt zoals suiker en zout op de lagere schappen staan en de duurdere spullen op ooghoogte, dat weten we allemaal wel, ondertussen.
Nee, kijk let maar eens goed op tijdens het winkelen en dan zie je het verschil rap zat. Het is net als/gelijk aan, het sociale gedrag van mannen en vrouwen in het leven.
Vrouwen zijn a priori socialer en mannen zijn meer taak gericht. Er zijn hele volksstammen socio- en psychologen die mijn uitspraak zullen verdoemen, mar het is zo. Ik verwijs altijd naar de oerdriften van de eerste mensen of mensachtigen. (Flauwekul, want het is nog steeds zo in het dierenrijk.) Ga me nu niet affakkelen dat ik antifeminist ben of een macho Bokito, of zo, dat is absoluut niet de essentie van mijn verhaal. Dit verhaal is gebaseerd op observatie.)
De vrouwen zijn socialer. Ze zorgen, en zorgden historisch, bijna altijd voor het gezin en 'de kring'.
Ze zal voor verjaardag-, huwelijks-, geboorte- en verhuiskaarten zorgen. Jij herinnert je natuurlijk je trouwdatum (hoop ik!) de verjaardagen van je kinderen, mag ik ook hopen en dan houdt het een beetje op, toch? Weet jij dat nicht Agaat morgen jarig is? Weet je dat zwager Ruud en schoonzus Christine morgen al weer drieënveertig jaar getrouwd zijn? Nou dan. Nee, jij weet in welk jaar Joop Zoetemelk de Tour won en met welk nummer JC speelde, hoeveel goals Maradona maakte in zijn leven en met hoeveel 010 van 020 verloor in uitwedstrijd van 1983. Ook belangrijk, hoor.
Maar, als de meisjes boodschappen gaan doen, dan kijken ze wel bewust op hun boodschappenbriefje, letten op de vervaldata van de producten, vergelijken de prijzen, vragen naar de aanbiedingen en willen graag weten waar dat en dat te vinden is.
Nee, wij kerels, wij niet. (Ik ben een vent, hoor, ik draag geen roze ondergoed en doe dus vaak hetzelfde als ik hier beschrijf) Wij, kerels, stieren met Mach 3 de super binnen, rukken een kar uit de rij en kijken amper op het door de (vaak) vrouwelijke partner (vaak met zorg) samengestelde boodschappenlijstje. Vervolgens speren we door de winkel en gooien het wagentje vol met al dan niet bedoelde spullen. (Ik geloof dat mannen ook veel meer 'impulsinkopen' doen dan de dames.)
Wat dan wel weer vervelend is, is dat we, tijdens onze 'lage 36'ers' moeten stoppen omdat we iets echt niet kunnen vinden en dat, geheel tegen onze zin, moeten vragen aan een medewerker. (Kerels vragen niet graag iets, ik zal daar op terugkomen, binnenkort in dit theater.)
Maar na een klein kwartier staan we dan wel hijgend bij kassa vijf, hè ja, lekker snel geshopt, maar dan is er een mevrouw net voor ons die voor zeuven weken boodschappen op de band aan het leggen is.
Goed. Vrouwen doen dus heel anders hun boodschappen. Veel socialer, zal ik maar zeggen. Zoals ik al zei, hebben ze vaak een uitgekiend lijstje bij zich. Dat lijstje hebben ze thuis dan al voorbereid, vaak met het aanbiedingen blaadje van de super bij de hand. Vinden ze die aanbieding nu niet zo snel dan vragen ze vaak, heel lief, aan de medewerkers van de winkel: "Mag ik U wat vragen?" Verder letten ze scherp op de vervaldata van producten. En, als er al nieuwe producten zijn, vragen ze naar het gebruik ervan of naar de bereidingwijze en zo. Over het algemeen is het heel gezellig hoor, vrouwen in de winkel. Maar o wee, als ze een vriendin/zus/nicht/collega/buurvrouw/moeder-van-de-school-van-hun-kinderen* (*doorhalen wat niet van toepassing is) in de winkel tegenkomen!
Dan moeten er ter plekke, maar dan ook ter plekke, de laatste nieuwtjes en roddels (vrouwen roddelen wel, mannen wisselen verhalen over deze en gene uit) uitgewisseld worden. Dat is natuurlijk leuk en gezellig. Maar, de plaatsen waar vrouwen dat doen zijn vaak niet de meest handige. Dat doen de dames dan bij voorkeur midden in de gangpaden, waarbij de winkelwagentjes zo geparkeerd worden dat er dus niemand meer doorkan en zeker niet het personeel met hun containers, of vulwagentjes. Na een beleefde vraag: "Pardon, dames, zou ik er even langs mogen?" gebeurt dat wel, maar heel erg handig is het niet. Een andere favoriete verzamelplaats voor de nieuwsgaring is het kruispunt van paden, die ze dan bij voorkeur met vier winkelwagentjes bezetten.
Toch zijn vrouwen gezelliger dan mannen, echt. Vaak hebben ze ook kinderen meegenomen en het is natuurlijk hartstikke leuk, voor pa en opa die ik ben, om dat spul in de winkel te zien. Vooral als ma hen alvast een croissantje heeft gegeven, waarvan de resten beeldig rond het snoetje plakt.
(vaak, als ik op de diepvries werk en er is een doos met ijsjes losgegaan, deel ik die uit aan de kinderen. Anders moet ik die doos weggooien, ook zonde. Die kids zijn dan blij en de moeders bedanken me uitgebreid. En zo zien we ma en kind(eren) vaker terug in de super en daar gaat het om toch?)
Nee, vrouwen, ik zie ze graag.

woensdag 10 oktober 2012

A day in the life

"Kennen jullie deze titel nog?", vraag ik aan de garde van voor de Hip Hop en de Rap 'muziek' stijlen. Het is een nummer van The Beatles, van de, misschien wel beste LP (een begrip van diezelfde garde) ooit, 'Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band'. Het beschrijft een dag uit het leven van een (fictief) iemand, misschien zelfs wel van een van de bandleden, ik heb me daar nooit zo in verdiept, eigenlijk.
(Het zou, had ik ooit gelezen, gaan over een biermagnaat, erfgenaam van de Guinness brouwerij die zich doodreed door een rood licht en over 'vreemde' gaten ergens in Lancashire, een graafschap in Engeland.)
Maar, ik gebruik die titel hier om aan te geven en om iets te vertellen over hoe het leven er in een supermarkt zo uitziet, overdag in elk geval. Vroeger heb ik vaak avonddiensten gedraaid en dat is van een hele andere orde, dan de dagdiensten. Voor de avonddiensten zijn de woorden: 'stress' en 'gekkenhuis' uitgevonden.
Hoe gaat zo'n ochtendienst dan zo ongeveer in zijn werk? Begrijp me goed, ik vertel nu mijn ervaringen. Ik kan natuurlijk niet over de mensen van de vers- of broodafdelingen spreken, die hebben hun eigen dingen, werk en indelingen natuurlijk.
Om vijf voor vijf gaat de wekker. Mijn mobiele telefoon dan wel te verstaan. De echte wekker staat aan de kant van het bed van E. en die wil ik op dat onzalige uur natuurlijk nog niet wakker maken. Zij kan gelukkig nog iets langer blijven liggen. Ik doe het gewone ritueel, dat hoef ik niet voor te kauwen en dan komt dat eerste momentje van de dag waarvan ik altijd geniet. Koffie, zwart en heet, sigaretje en teletekst. Even de hoofdlijnen lezen over de val van allerlei staten met geldproblemen, over welke politicus iets gezegd heeft en waarom dan wel niet, welke BN'er nu weer een kind verwacht van een ander en waarom dat nu weer nieuw is of niet en zo, nou ja, lekker even, wat ontspanning. Ik doe E. even een voorzichtige groet en dan, als het niet al te nat is, de fiets pakken, tas op de rug, pedalen inklikken en op weg. (Met slecht weer ben ik aangewezen op de sneltram, maar dat is niet echt geweldig, hoor.) In het voorjaar, de zomer en de vroege herfst, en zeker als het nog licht is, is dat elke keer weer genieten. Ik rijd hele stukken langs de Amstel, de rivier die er elke keer weer anders bijligt. Even voor zessen sta ik voor de personeelingang en dan komen de twee of drie collegae die ook vroeg zijn.
Ik vind het heerlijk om vroeg te beginnen. Ik ben een ochtend mens, maar kan ook lang door gaan in de avond. Daar moet ik wel even bijzeggen dat mijn ogen rond een uur of vijf wel eens dichtvallen, als ik rustig op de bank zit, moet ik bekennen. (Ik geef daar dan ook aan toe en wordt een half uurtje later 'verkwikt' , mooi woord, wakker.)
Ik  ga naar de werkvloer en loop mijn rondje over de diepvries- en de wijnafdeling. Ik heb een vaste routine aangeleerd, een soort werkindeling, maar daar ga ik je nu niet mee vervelen, dat is niet nodig. Maar ik doe het werk dat is blijven staan, of dat nog moet gebeuren en dan is het al rap zeven uur en dan moet er gelost worden. De eerste van de vier vrachten met 'vers' komt binnen. Nu is er in het filiaal waar ik werk, geen overdekt laad- en losperron. We moeten alle vracht dus via de gewone, klanten, ingang naar binnen werken. Dat is zo vroeg in de ochtend niet zo moeilijk, klanten zijn er nog niet, natuurlijk.
Later op de dag wordt dat een probleem, vooral als er hele zware containers met melk en aardappelen en diepvriesgoedren binnenkomen. (Rond een uur of vier komt de grote vracht binnen. De collegae van die afdeling, de KW, jargon, sjouwen biercontainers van wel 500 kilo naar binnen!)
Die ingang is natuurlijk tevens uitgang, voor de klanten, ja, hè, da's logisch, toch! Maar, wat dus niet echt logisch is, is dat moeders en vaders met kinderen door deze zelfde deuren naar binnen en naar buiten passeren. Mensen die beladen zijn met tassen vol boodschappen, een of meerder kleine kinderen aan hun hand, buggy's of kinderwagens rijdend, ouderen die met rollators lopen of in van die wagentjes zitten of gewoon niet zo goed uit de voeten kunnen, gaan in en uit. Dus moeten wij, de losploeg, zien dat we al die 'gevaren' moeten ontwijken. Natuurlijk moet je, dat hoort, voor je container uit lopen, dat hebben we allemaal te horen gekregen, maar een container van een goede 400 kilo trekken, met je gezicht naar je publiek, is niet eenvoudig hoor, temeer daar je een (weliswaar hele flauwe) helling op moet. Ook een container die afgedekt is met een hoes, de containers zijn bijna allemaal twee meter hoog, trek je niet zo eenvoudig naar binnen, dus loop je vaak achter dat ding, want duwen geeft meer kracht. Wij, losploegers, hebben vaak een hoop vlieg- en kunstwerk nodig om het allemaal goed te laten gaan. En er is vaak een hoop 'gescheld' van het publiek, omdat het allemaal weer net aan goed gaat, dat begrijpen jullie wel, natuurlijk.
Ik geloof niet dat de directie hier echt blij mee is, de leiding van ons filiaal in elk geval niet, maar of er wat gaat veranderen?
De pleuris is dat de vrachtwagen die we moeten lossen half op het trottoir en half op het fietspad moet parkeren. De mensen die van die beide paden gebruik moeten maken zijn daar natuurlijk ook helemaal niet blij mee. Ze moeten vaak duiken en rare slingers maken om de vrachtwagen te ontwijken. Het aantal malen dat een container van de klep van de vrachtwagen valt zijn nauwelijks te tellen en onze verzuchtingen: "Dat ging weer net goed", zijn simultaan daarmee.
Maar goed, de vracht is binnen en we beginnen. Ik ga nu natuurlijk niet vertellen dat ik de goederen zo uitpak en zo in het schap zet, we hoeven elkaar ook niet te vertellen hoe we ademen of naar het toilet gaan of zo, toch?
Maar dat het over het algemeen rennen is, doorwerken, aanpakken en racen tegen de klok, dat kan ik je wel meedelen, dat is gewoon zo. Als het alleen maar je vracht vullen is, dan valt het wel mee. Maar het zijn de tientallen dingen eromheen, die je van je werk afhouden. Dat zijn bijna nooit de klanten hoor, die vragen vaak veel, maar dat kan je, door even mee te lopen en aan te wijzen of een advies te geven, zelf wel oplossen en kost nauwelijks tijd.
(Hoewel? Ik had ooit een mijnheer in de winkel, gehuld in jurk en tulband, die me in het half Sanskriet en half Engels vroeg, hoe je nu aardappelen moest koken. Om dan even snel de woorden 'kruimige', 'vastkokende' en 'stampotaardappelen' te vertalen in die half en half taal die we toen gebruikten, en te laten begeleiden van recepten, dat 'kost ook weer kolen', zoals een goede Rotterdamse vriend van me zou zeggen.)
Af en toe ga ik even naar de rookruimte en doe een pafje, soms alleen, soms met wat andere collegae.
Wij, rokers, zijn, terecht of onterecht, de paria's van onze samenleving, maar dat interesseert me niet zoveel moet ik eerlijk zeggen. (Ja, ja, slecht, ongezond, I know, maar ik/we doen onder het genot van dat sigaretje af en toe goede zaken met elkaar, over elkaar even helpen, dingen bestellen of afspraakjes maken en dat werkt, hoor, paria's onder elkaar.)
Om twaalf uur zit mijn dag erop. Als ik op de fiets ben, kleed ik me om in fiets tenue en anders, als het slecht weer is ben ik met het openbaar vervoer, (ik heb geen toegangskaart voor de auto in de parking onder de winkel) in 'wandeltenue' zoals dat vroeger zo fraai heette.
Toch voel ik me wel 'senang'. Ik kan voor een groot deel van de dag mijn eigen werk invullen en, als ik tijd over heb collegae helpen. Vaak zitten die ook in het rook clubje.



















zaterdag 6 oktober 2012

Diefstal

Dat er gejat wordt in supermarkten, dat weten we allemaal en dat weten niet alleen wij, wij, die zo bevoorrecht zijn om in een super te mogen werken, (cynisme, waarde lezers, is een beetje mijn manier) maar ook de wetenschap weet dat.  Maar waar ik echt helemaal niet cynisch over wil doen is juist over die diefstal(len), zoals de titel van dit nieuwe berichtje al luidt. Integendeel zelfs, stelen, of jatten of pikken of 'het herverdelen van goederen zonder financiële tegenprestaties', zoals een moderne en heel eigentijdse advocaat dat ooit eens zei, (nee, bij mijn weten was het niet ons aller 'Bram' die nu wel heel erg in opspraak is, terecht of onterecht), is natuurlijk gewoon uit den boze. Of het nu van een particulier, ik bedoel dus gewoon van jou of mij, is, of van een 'organisatie belast met winstoogmerk', ik bedoel nu handelsinstanties, zoals de Vomar er een is, maakt niet uit. Jatten is jatten! En dat doe je dus niet!
Nu ik deze deur ook maar weer eens op de mijn bekende subtiele wijze heb geopend moet ik natuurlijk ook cijfers gaan noemen. Dat heb ik op moeten zoeken, dat begrijp je. Cijfers zijn saai, maar worstel je der even doorheen, als je wilt. Ik ben geschrokken en misschien gaan jullie ook schrikken.
Het meeste steel/jat/pik werk gebeurd (in getallen) in supers, die, tragisch genoeg, met 78% van het aantal diefstallen fier, nou ja, heel hoog staan met een marktaandeel van 450.000 euro. (op jaar basis, hoor.)
Voor de oude knarren , zoals ik, is dat bijna een miljoen oude florijnen!
Dat is niet het grootste bedrag dat gepikt wordt, dat gebeurd bij kleding- en mode en dat soort zaken. Daar wordt maar liefst voor 1,2 miljoen euro gejat!
Men heeft, men, dat zijn mannen met puntige hoofden en baarden en zo en een hoop balpennen in de zakken van hun witte jassen, nu ja, die men dus, heeft uitgerekend dat een zelfstandig ondernemer, nu ze dit soort getallen berkend hebbend, 1 dag per week helemaal voor nop, niks, nada, werkt en dat hij eigenlijk zijn winkel gedurende vier dagen per jaar helemaal gratis laat leeghalen. Ik schrik daarvan, hoor.
Ik ga even preciezer worden. (Ja, nog steeds getallen, het wordt later smeuïger, hoop ik). Hoe ziet dat enorme getal van bijna 80% diefstal in de supers er nu ongeveer uit? Nou, dat hebben diezelfde mannen met die puntige hoofden en die baarden en die balpennen, je weet wel, ook uitgerekend. Het is namelijk zo dat van die 80% er vijftig procent door de klanten gejat wordt, maar de resterende 30% doen wij, het personeel.
Nee, jij en ik zeker niet en ook niet je maatje of je collega, of de filiaalmanager, de hoka of de assistent filiaalmanager of de mensen van de groente of het brood en zeker de bewaker niet, maar er zijn wel dertig procent klo....... onder onze directe collegae, die dat wel doen dus, blijkt.
Kijk, dat klanten stelen, dat weten we, dat maken we (vaak) dagelijks mee. Maar dat eigen personeel zo veel pikt, nee, dat is voor mij nieuw, eigenlijk. Ik vind het dan ook meer dan oké, dat dat soort eikels, als ze al betrapt worden, op staande voet ontslagen worden. De policy bij ons is dat er meteen de politie wordt bijgehaald, dus de dief krijgt meteen een strafblad en komt, voor zover ik het heb begrepen, ook in een speciaal register terecht, zodat het voor hem/haar moeilijk wordt, zeg maar onmogelijk, om binnen korte tijd terug te komen in de supermarkt wereld. En, moet 155 euro boete betalen aan de supermarkt.
Hoe die getallen precies liggen bij de Vomar, weet ik niet, maar het zal wel ongeveer in die 'bracket' liggen. (Nu noem je alweer de Vomar, hoor ik jullie zeggen, betalen die je voor die Blog om zo vaak hun naam te noemen? Nee, hoor, helemaal niet. Ze weten vermoedelijk niet eens van het bestaan van mij, of mijn Blog, dus ik ben gewoon helemaal neutraal. Maar, ze betalen wel een deel van mijn inkomen en ik werk daar en da's mijn dagelijkse leven, dus komt de Vomar voor in mijn Blogs. Ik wil daar graag over discuzeuren met je hoor, mail me maar: Lucedith@gmail.com)
Maar goed, jatten van de winkel is natuurlijk een enorme kostenpost en moet bestraft! Want, al die gasten die met pakken koffie en dozen tandpasta er vandoor gaan zorgen er wel voor dat onze eindejaarsuitkeringen minder hoog zijn. (Ook eigenbelang van ons, dus, om die gauwdieven te pakken)
Maar weet je wat eigenlijk nog veel ergerlijker is?
Dat je jat van collegae! Vroeger, ik deed nog late diensten,  nam ik regelmatig brood mee van huis voor in de pauze. Ik kocht dan een literpak karnemelk of drinkyoghurt, waarvan ik dan de helft bewaarde voor de lunchpauze van de volgende ochtend. (Ook nam ik wel eens een zakje kaasblokjes of dat soort hapjes mee om wat hartigs te knabbelen te hebben, tussen de bedrijven door.) De volgende dag had ik dan wel eens vroege dienst en als ik dan ging eten stond mijn pak karnemelk of drink yoghurt nog keurig in de koelkast. Maar wel helemaal leeg!
Ook dat is diefstal en ook dat dient bestraft, vind ik.