woensdag 30 oktober 2013

Fietsen in de Super 2

Mijn hele oude, en niet alleen qua jaren,maar ook qua uiterlijk, vriend (en criticus) B. begreep hem niet. Mijn vorige Blog dan, begreep hij niet, begreep ik dan, van hem dan. Hierbij, B. lees en vrees. Er bestaat zoiets als voorspel, weet je nog wel? Van vroeger? Nee, we fietsen niet in de super naar de koffieplantage of naar de kippenren voor de eieren, nee, dat niet. Maar ik ga wel pokhout, verder met mijn verhaal.
Goed. Ergernis is dat men de fietsen dus niet plaatst waar dat hoort, in de fietsenrekken, maar ook rond onze tijdelijke en externe, extramurale, zoals dat heet, opslagruimte, namelijk onze, door een soortement van hekwerk afgesloten opslag. Dat stukje is een verbreding van het trottoir en dus gewoon een stuk van de openbare weg. Een jaar of wat geleden hadden we een Figuur die iedere dag zijn fiets in dat afgebakende stukje van wat wij dan noemen 'ons terrein' neerzette. Dat is lastig als je, eenmaal de vrachtwagen gelost, die weer moet vullen met dat Fust. De definitie staat in m'n vorige Blog. Je moet dan die fiets steeds wegzetten en het grote gevaar schuilt erin dat je zo'n fraai vervoermiddel beschadigd. Hetgeen dan betekent dat er een declaratie van een rekening van een fietsenmaker bij de FM wordt ingediend, die daar natuurlijk ook niet op zit te wachten. Ik had de figuur (vanaf nu f) in kwestie een paar keer gevraagd om zijn fiets in het daarvoor bedoelde rek te zetten maar, no way. Het was zo'n type, ja je kent ze wel, van die mensen die op hun standpunt en in hun recht staan en daar absoluut niet van af willen wijken. Zo' principiootje, zo'n gelijkhebbertje en dus zo een irritje, om maar eens wat kreten los te laten. 'Nee mijnheer', was steevast het antwoord op mijn vraag de fiets te verplaatsen, 'dit is openbare weg. Er is wetgeving over dat men op de openbare weg het rijwiel mag stallen, tenzij er een daartoe strekkend verbodsbord is geïnstalleerd. Dat zie ik bij Uw onderneming niet. Dus zet ik het rijwiel hier neer en U heeft geen enkel recht, en dat is neergelegd in de wetboeken, om mijn bezit ook maar aan te mogen raken.' (F. was iets in de deelraad van het stadsdeel en stamde uit de groene/linkse hoek met nogal wat invloed in en op het deelraadkantoor. Zo'n deelraadkantoor, dat is een reus op lemen voeten en zo, waar vooral gehakketakt en geruzied wordt, maar dat wisten we wel, kan het je als ondernemer/uitbater of FM behoorlijk lastig maken met allerlei vergunningen en daar hadden we natuurlijk helemaal geen zin in.)
Ik sputterde en zei woorden die mijn zondagsschooljuffrouw me in het verleden had verboden te uiten. Dat gedoe met f. gebeurde natuurlijk niet echt elke dag, maar frequent genoeg om met terugwerkende kracht voor dit soort personen verplichte abortus uit te laten voeren of vervroegde en onvrijwillige euthanasie. Man, wat een treurig mens! Op een gegeven moment koos f. de tijden van boodschappen doen zo uit, dat onze vrachtwagen met de tweede 'versvracht', die rond 10 uur (AM) komt, steeds net aan het lossen en laden was om zijn vehikel neer te zetten. Tot groot verdriet en irritatie van ons, de losploeg. Wij zonnen maar dorsten niet en dit heeft niets te maken met weerbericht of het feit dat we niets te drinken hadden. Nee, wij zonnen op wraak en dorsten dat niet te doen omdat f. inderdaad de wet op zijn hand had.
Maar, er is een oud gezegde dat luidt: hoogmoed komt voor de val. Zo ook met f. Waar hij altijd alleen zijn fiets op slot zette, met het gewone beugelslotje, vaak van AXA, had hij op een, voor ons retrospectief bekeken, heerlijke ochtend, het zo ver gespeeld dat hij ook nog eens een versterkt kabelslot mee had genomen en zijn fiets omstandig aan een container had vastgeketend. Dit onder vertoon van een grote en vooral mis- en minachtende grijns naar ons, proletariërs en werkers en onderdrukten van de maatschappij waar f. (immers van groen en linkse signatuur) zo voor zou moeten opkomen. Wettelijk gezien zou hij dat wel hebben mogen doen, dat vastketenen aan de container, natuurlijk, dat konden we en hebben we, achteraf nooit uitgezocht. Hij stond nog even gnuivend, kennen jullie dat woord nog, nu ja, hij keek gnuivend hoe wij dat dan wel zouden op gaan lossen en ging even later de winkel binnen voor zijn gratis koffie en de gratis proeverijen die op bijna iedere afdeling aanwezig is. Stukje koek/cake, banaantje/mandarijntje, stukje kaas/worst, nu ja, jullie kennen de gulheid van De Keten. Niet? Nou kom dan maar eens rap langs.
Ik stond er met mijn maatjes A. en R. te lossen en we waren woedend en ik zeg dat voorzichtig en ook de zondagsscho.. ja, die, van A. en R. zouden zich in hun respectievelijk graven hebben omgedraaid vanwege hun taalgebruik. 'Foei, jongens toch', probeerde ik, maar ja, die jeugd van tegenwoordig he?
De chauffeur van de vrachtwagen was een practicus. 'Wat of der nou dan was?', wilde hij weten. Wij vertelden. 'Maar kijk dan eens goed', zei hij, 'kijk dan eens waar die figuur de fiets aan heeft vastgeketend?' We keken en grijnsden. F. had de fiets aan een container met restafval vastgeketend. Sterker nog aan een container, beladen met vlees dat was teruggeroepen in het kader van het paarden-/rundvlees schandaal. Dergelijk vlees mag niet op de openbare weg blijven staan, maar moet ASAP verwijderd worden naar een destructie bedrijf, in verband met de volksgezondheid of zo.
(Ja, ja, ik weet het. Ik kocht een paardenbiefstukje, was het verdulleme runderbiefstuk. En nee, in WC eend, zit geen eend, hoor, ja ik ken de grappen.)
Onze kans! Met een haast die we verder nooit aan de dag legden (wat is dit voor zin? Ja het is Nederlands, maar klopt het wel?) in elk geval met een rotvaart werd het Fust in de wagen gesodem.., ingeladen, even passen en meten met het rijwiel maar dat ging kloppen en de slimme chauffeur sloot de kleppen van zijn bak, vertrok met meer dan gemiddelde haast en liet ons alleen met een lege plek waar eerst een stuk of twaalf containers inclusief een fiets hadden gestaan. Hoe kun je onopvallend en je verkneukelend wachten op dingen die komen gaan? Nou dat is niet al te gemakkelijk, maar wij drieën  hadden zogenaamd werkoverleg terwijl we wachten op f. Dat duurde niet eens al te lang. F. kwam naar buiten en grijnsde ons hatelijk toe en sloeg linksaf naar een niet aanwezige fiets.
Ik ben ooit wel eens door een wesp gestoken en jullie ook, lieve (vrouwelijke) en aardige (mannelijke) lezers. Maar ben je wel eens door een heel wespennest gestoken? Ik weet vanaf die dag hoe het er uit ziet en helaas had de jeugd geen camera's in de aanslag, anders hadden we een prijs gewonnen bij DWDD of bij Zapmoment. De hatelijke en zelf vergenoegde grijns op het gezicht van f. vervaagde en maakte plaats voor onzekerheid, zelfs een beetje angst, maar voornamelijk door een blik van haat. Ook zijn zondagsschool juf, hoewel ik denk dat hij die niet heeft gehad, zou zich wentelen in haar huidige verblijfplaats door het taalgebruik dat f. op ons losliet.
'Goh' zeiden wij beminnelijk, het personeel van De Keten is altijd en overal beminnelijk, 'ja, weet U, de wet schrijft voor dat destructiemateriaal niet mag worden bewaard, ziet U. Vandaar dus. En zo. En ja, zo, ja, zo gaat dat dus en zo. En dat is wel heel tragisch voor Uw fiets, eigenlijk. Triest, ja, vervelend ook, Goh, we leven wel met U mee, maar ja, U was af en toe wel een beetje gewaarschuwd, he? Was U erg gehecht aan Uw fiets? Misschien kunt U achter het CS er nog wel eentje kopen, hoor. Ze kosten vaak een geeltje, weet U niet? Prettige dag nog verder, hoor en we heten U graag weer welkom in onze winkel.' 
F. is nooit terug gekomen. De fiets wel. Die stond de volgende dag met een korzelig briefje van het hoofdkantoor in een vrachtwagen. Wij hebben het vervoermiddel, bij het los centrum hadden ze er een haakse slijper op het slot losgelaten, in het fietsenrek gezet. Daar heeft ze tijden gestaan. Een week of wat geleden is ze meegenomen door medewerkers van de stadsdeelraad. In opdracht van een figuur van groen/linkse signatuur.


=en natuurlijk heeft B. weer gelijk. Ik heb het nog steeds niet gehad over fietsen IN de super. B. je bent onschatbaar. De volgende misschien?=






dinsdag 29 oktober 2013

Fietsen in de Super 1

Gelukkig lezen mijn FM1 en FM 2, (we hebben weer een nieuwe, overigens) deze Blogs niet, althans ik hoop dat ze dit Blog niet zullen lezen, want ze is redelijk 'klantonvriendelijk'. Maar eigenlijk ook weer niet, gezien de reacties die ik kreeg van de klant waarover het ging.
Waar wij, personeel en staf, nee medewerkers heet het, zo klantbewust en goed gemutst en service gericht met de mensen die onze winkel bezoeken omgaan, en hoe klantvriendelijk onze winkel ook is ingericht, dat geldt niet voor de entree van het pand. Dat klantvriendelijke van de winkel is dat de toko heel overzichtelijk is. Mooie brede paden, goed aangegeven acties, een kijk in de lengte richting van de winkel, zodat die lekker groter lijkt dan ze ook nog eens is en een logische indeling van de produkten.
Goed, tot zover gaat het geeltje dat ik ontvang voor de sponsoring van De Keten. In tegenstelling tot het bovenstaande, de binnenkant,  is de buitenkant niet erg klantvriendelijk. Ik heb het geloof ik ooit wel eens geschreven, maar zal het nog eens herhalen. In onze winkel is er geen aparte ingang voor goederen. We laden en lossen door de ingang waar ook het winkelende publiek door moet. Dat is voor beide partijen lastig en soms irritant, maar ook gevaarlijk. Ik geef een voorbeeld. Onze eerste vracht arriveert om 0700 bij de winkel. Niks aan de hand, want we hebben nog geen klanten. Maar rond half tien, als de tweede vracht komt, is het het eerste piekmoment van de dag. Ik kan daar wel statistieken en onderzoeken op los laten, maar geloof me maar, tussen half negen en, zeg, tien  uur, is de eerste 'rush' om het in goed Nederlands te zeggen en rond de middag is het het lunchuurtje en hebben we een tweede toestroom. Enfin, als onze vrachtwagen dan om kwart voor tien voor de deur staat, is er al veel publiek dat de winkel in- en uitgaat. Moeders en vaders en grootouders die net de wat oudere (klein)kinderen naar school of crèche hebben gebracht en nu de boodschappen gaan doen, soms en vaak dan met de jongere kinderen bij zich, senioren die rond deze tijd even een 'bakkie' gaan halen bij De Keten en dan zo in hun praatclubje terecht komen, bevolken op dat moment de winkel. Vergeet niet, nu ja, misschien wisten jullie het niet, maar dan hierbij, dat een super, in elk geval de onze, naast een economische, ook een sociale functie heeft. Hoewel ik geen tijd heb om op te letten, ik moet immers keihard werken, zie ik dat toch. Nee, dat is een gebbetje. Ik werk wel hard, maar als je geen oog hebt voor de mensen in de omgeving, c/c, wat staat voor cliënt/collega, dan ben je niet met je vak bezig. Je kunt het werken in een super, maar ook andere vakken, een beetje vergelijken met het deelnemen aan het verkeer. Je hebt niet alleen oog op de rijweg voor je, maar je let ook op het omringende verkeer en op de op- en afritten van de weg. (mooi stukje sociologie, eigenlijk.)
Maar goed die sociale rol van een winkel zal ik ooit eens nader uitwerken. Rest het me om te zeggen dat wij dus zo'n serieus praatclubje hebben die een keer of twee of drie per dag samen komt in onze koffiehoek. De mensen zijn van alle 'gezindten' overigens en hebben een ding gemeen: geen haast en een voorkeur voor een lekker kopje koffie, die wij gratis aanbieden. Uit de automaat, maar toch! (Trust me: ik ben Marine koffie gewend. Daar werd je meteen wakker van, maar onze koffie is een goede derde, na mijn eigen brouwsel en die van de KM)
Dus, l.. ik weer te veel en ben weer helemaal ver weg van mij verhaal. Ons filiaal is dus qua in- en uitgang niet klantvriendelijk. Dat weet de hele Keten wereld, directie incluis, maar er is geen moer aan te doen. Een ouder en bestaand pand in een drukke woonwijk, omringd door hele dure en nauwelijks bestaande parkeergelegenheid, kan je niet opeens veranderen in een publieksvriendelijk-met-ingang-opzij bestaand pand. Dus moeten er compromissen gesloten worden, steeds weer, elke dag moeten we weer 'polderen'. We hebben geen tot nauwelijks opslagruimte voor ons 'fust', natuurlijk. Fust is, nu ja, fust. Verpakking, probeert een goed woordenboek, maar dat schiet te kort. Het zijn rolcontainers van een bij een meter en twee meter hoog volgepropt met lege kratten, karton, plastic vuilnis en AGF afval. Dat moet ergens heen. Dus, zoals gezegd geen ruimte in het magazijn, zetten we dat op een relatief klein oppervlak neer, links van de uitgang. Aan de rechterkant van die uitgang staan een veertigtal fietsenhouders, geen uitleg, we weten allemaal hoe die dingen er uitzien. Het kleine stukje waar we ons 'fust' kwijt kunnen, schermen we af met een soort hekwerk. Dat geeft duidelijk aan: HIER GEEN FIETSEN PLAATSEN, maar dan niet met woorden, maar non verbaal, zeg maar. Maar zoals gewoonlijk in Mokum, of misschien wel in heel Nederland, men heeft er vaak sch... aan en zet dan toch de fiets op de plek die we niet willen.
Gisteren was het de dag van de 'perfect storm.' Hebben jullie die film (of het boek) ooit gelezen of gezien? Een mooi verhaal, goed geschreven en perfect gefilmd met de natte droom van de dames in de samenleving, George Clooney in de hoofdrol. Tragische afloop, hoor. Gaan jullie hem, op mijn aanraden nog zien: de butler is onschuldig.
Ik zal dus nu mijn verhaal afma.., man wat is het laat! Ik moet nog een Bavaria en zo en een boek uitlezen, dus ik heb helemaal geen tijd meer. Nou ja, niemand leest dit, dus morgen gaan we weer verder.

-Waarin het gaat over een fiets die naar Alkmaar en terug verhuisde, een fiets in de lift van Super en de dankbaarheid van de bezitster toen ze die terug vond en misschien iets over het sociale aspect. Keep tuned--


donderdag 24 oktober 2013

Geluk (een beetje) en verdriet (een beetje meer)

Ja, die twee items, geluk en verdriet, liggen dicht bij elkaar, natuurlijk. Je kunt gelukkig zijn in je verdriet en verdrietig zijn in je geluk. Stel: een mens of dier of voorwerp, nu ja, dat laatste overdrijf ik, maar ik kom er even op terug, heel erg beneden, lijdt aan een nare ziekte, overlijdt en je bent verdrietig dat je die mens verloren hebt, maar aan de andere kant ben je "gelukkig" dat die geliefde het vreselijke lijden of die afschuwelijke pijn of die nare medicijnen en die afgrijselijke onzekerheid van het wachten op het sterven nu niet meer moet lijden en dat die geliefde waardig kan sterven. Vandaag, als je het Blog leest, al weer een dag of wat geleden, overkwam het me. Ik ben druk geweest met een boek te schrijven. "Het Slagkruiserplan", ik liet er al stukjes over lezen, op een ander Blog overigens. Ik had het manuscript vier maanden geleden naar een uitgever gezonden en kreeg, zie datum van desbetreffend Blog, het bericht dat: "de keuze is niet op Uw manuscript gevallen."
Ja, dat geeft (wat) verdriet. Ik ben een half jaar, dagelijks, aan het werk geweest met het manuscript en niet alleen met het intikken en het uit werken van de tekst. Veel vrije momenten, die ik even had, was ik bezig met het bedenken van de verhaallijn, het plot, de personen, met subplots en zo. Ik ging naar de locaties die ik in het boek had beschreven en vond dat vreselijk leuk. Dat het manuscript geweigerd zou worden daar had ik natuurlijk al wel rekening mee gehouden. Goh, je schrijft (en je schrijft heel goed), hadden vrienden en kennissen en familie, die eerdere boeken van me hadden gelezen, me ooit verteld. (Ik heb drie boeken geschreven over mijn passie: het fietsen. Het laatste boek ging over mijn beklimming van de Alp d' Huez en hoe dat allemaal zo gekomen was.)
Maar, het is een beetje zo, dat je kind afgewezen wordt in een vriendenkring waar het graag toe zou behoren of dat je kind opeens anders is dan dat je dacht wat het zou zijn of worden.  (Dit is cryptisch, maar mee lees vrienden begrijpen me, zonder me na te wijzen. Ook cryptisch.) Dus, nee, heel happy was ik (eventjes) niet. Ik heb natuurlijk nog meer ijzers in het vuur en ik blijf dat 'boek' insturen naar andere uitgevers.

Je kunt ook ongelukkig zijn in je (klein beetje) vreugde. Ik weet niet of ik het al te vaak heb opgeschreven, maar we wonen heel gelukkig en tevreden in Amstelveen. Goed, er werd wel eens een liquidatie uitgevoerd vlak bij onze woning, (tot twee keer toe hoorde ik de schoten, ging naar buiten om te kijken, ja, natuurlijk en rook zelfs de kruitdampen, heerlijke geur eigenlijk, want ze bracht me een beetje naar dat vorige leven terug), er werden ook meerdere ramkraken gepleegd op een winkel onder ons huis, (waarbij ik ooit als een dolgedraaide Zorro eens met mijn eresabel, die ik als adjudant van de KM had verstrekt gekregen heb lopen zwaaien en toen als dank van die ramkrakers een wapen op mijn kanis kreeg en als dank voor het vroegtijdig verjagen van die gasten, door de wouten bijna in de boeien werd geslagen in verband met verboden wapenbezit), maar volgens mij is het in Amstelveen nog steeds geweldig goed en ontspannen wonen.
(Oh ja, dat vergat ik helemaal in de HUTSPOT Blogs. Er komt dus nu echt en definitief een De Keten in Amstelveen. Volgens een insider, zou die vestiging in het volgende jaar al geopend worden en in het Stadshart komen! In principe voor mij goed nieuws. Ik zou daar dan kunnen gaan werken en niet meer hoeven te reizen (en dus helaas minder fietsen) maar ik heb mijn huidige werkplek nog te lief, dus ik blijf mijn laatste vier jaar wel uitzingen in mijn huidige filiaal, hoor. Dat "legt der an", natuurlijk, of de huidige FM1 aanblijft, maar dat zie ik dan wel.)
Maar goed, ik kwam vandaag bij mijn vaste vestiging van de AKO, die tegenover de Appie is gevestigd. Ik kom er al zolang we hier wonen, nu al een dikke tien jaar of zo. Ik heb het personeel zien komen en gaan en heb gedurende al die jaren een band opgebouwd met de meeste van die mannen en vrouwen. Sterker, we zijn op voornaam basis. Daar hou ik van. Ik houd van een beetje informeel, hoewel ik ook heel formeel kan zijn als het moet, die erfenis van vroeger, natuurlijk toen ik nog een Admiraal of Generaal kon begroeten met een saluut waar een Marinier U tegen kon zeggen. Dat moest ik vaak in een bepaalde periode toen de groep KM personeel waar ik "de baas" van was, ergens in Kosovo was gelegerd. Er kwamen, behoudens ritsen ministers en staatssecretarissen en partij hotemetoten, minstens vier personen van "den Koninklijke Bloede", hun gezicht laten zien, waarbij ik er drie heb geholpen om zich in een net militair tenue te hijsen. Daaronder de beide recent van kroonprins tot koning bevorderde soevereinen  van ons land en van onze zuiderburen.

Goed, ik doe dus mijn krantjes kopen en mijn rookgerief halen bij die AKO en ik zie dat R. me zal helpen deze morgen. R. is een (in mijn ogen) jonge kerel, begin dertig of zo. Hij is aardig, (een beschaafde verkoper, zoals men dat ooit zei) behulpzaam en altijd bereid tot het bestellen van soms nog niet eens in ons land verschenen Engelstalige boeken die ik dan zo nodig weer 'mot hebben!' De man kan wonderen doen en ik heb hem wel eens vergeleken met Hans Klok of dat soort illusionisten. Vaak vroeg ik op maandag om een boek, laten we zeggen: Prague fatale van Philip Kerr en met een soort nonchalante: 'Oh ja, ik heb wat voor je', greep hij de dag erop het boek van achter de toonbank, mij stomverbaasd achterlatend, want ik wist eigenlijk dat het boek nog niet in ons land te krijgen was. Wat een service! R. heeft natuurlijk zijn contacten in die wereld, maar toch, ik vond en vind het allemaal heel knap.
Enfin, ik kwam afgelopen woensdag mijn dingetjes halen bij de AKO en R. stond achter de toog. Ik rekende af en hij zei: 'Goh, Lucas, ik heb net je Blogs zitten lezen. Man, die zijn zo leuk!' Ik was stomverbaasd. Ik had van sommige collegae wel eens gehoord dat ze mijn stukjes leuk vonden, maar behalve in familie- en vriendenkring wist ik niet dat ik 'gelezen' werd. Ik bedankte hem uitbundig. Schrijvers, en ook mini schrijvertjes, zoals ik, zijn enorme ijdeltuiten die het geweldig vinden dat men dingen van hen leest! We kletsten nog wat en ik ging verder, moest opschieten, want de kleinkinderen zaten te wachten op de oppas oma en opa.
Hoe leuk de reactie van R. ook was, heel goed in mijn vel zat ik niet. Ik had net de dag ervoor gehoord van de dood van een man die ik erg hoog had. Ik heb net het overlijden van mijn maatje J. verwerkt, zie ook schrijfsels daar over, en nu kwam dit weer. Kees, heette de man. Ik kende hem niet van haver tot gort, dat niet. Ik had meerdere keren met hem in een examencommissie gezeten, had vaker met hem overleg gehad over het wel en wee van patiënten en de koers die we moesten nemen met die mensen, die soms de pedalen een beetje kwijt waren en ik had hem leren respecteren als een groot mens. Dat was hij ook. Een forse man met een enorm stemvolume, een 'kop' en een enorm empathisch vermogen. Niet alleen met zijn patiënten, maar ook naar het personeel.
Kees kende geloof ik iedere ziekenverpleger die bij de KM diende, bij naam en toenaam en begroette je zo ook. Aanstaande zaterdag ga ik naar de crematie. Ik weet nu al dat de aula te klein zal zijn voor het toegestroomde publiek. Ik geloof dat Kees alleen maar vrienden had.

Even over dat voorwerp, het ding,  waar ik het even over had in het begin, over dingen, die je mist.
De "Voyager 1" is nu uit ons zonnestelsel verdwenen. Daar heeft ze net zo lang over gedaan als mijn oudste dochter jaren heeft. Ze is in september 1977 gelanceerd. Nu is ze daar helemaal alleen in 'outer space'. Trouw haar opnames door seinend naar NASA.
Sentimentele l.., hoor ik jullie, het is een ding uit alu en staal en plastic, gek en ja, het is gezwets. Maar: ik heb vele schepen bevaren en er is nog nooit een schip geweest, dat ik haatte. (De bemanning, de commandant, de officieren, ja, maar de schepen zelf, nooit) Al mijn schepen, ja, stalen wezens, dode stukken aan elkaar gekit metaal, gaven mij een gevoel van: hier hoor je thuis jongen, hier ben je thuis, dit is je veilige haven. Zeelui zeggen dan ook 'haar' en 'zij', tegen schepen, wist je dat? Schepen zijn voor zeevarenden een levend wezen, iets met een ziel. Stel nou dat die Voyager ook ooit zo beschouwt is geweest door de mannen en vrouwen die haar bouwden? En die haar foto' en een gouden LP meegaven om eventuele "wezens" die haar mochten tegenkomen een idee te geven wat het leven op aarde was?  Dan heeft ze toch een soort ziel meegekregen, terwijl ze nu helemaal alleen, helemaal als wees, in die ijskoude en onbekende verlatenheid reist. Ze kan nooit meer terug en ze zal nooit meer een aardling ontmoetten! En de mensen die, natuurlijk niet meet dezelfden als ooit, die, af en toe, een keer per maand of zo, denk ik, haar reis proberen te controleren?:
Ik ben wel blij dat, toen Voyager werd gelanceerd, er geen Goor of Geer bestonden. Stel dat de ruimtewezens die hadden gezien op de gouden LP! Man, Star Wars was onmiddellijk begonnen!
 

maandag 21 oktober 2013

Hutspot 2

Ja, bedankt, het was een lekker maaltje. Ik  doe er altijd veel peper erin, want hutspot is natuurlijk een Spaans gerecht van oorsprong. Beleg van Leiden, weet je wel? We hebben lekker gegeten, echt. Ik heb nog een zooi over dus je kan morgen een bordje komen halen, oké? Nee, man, dat bak ik lekker even op in de koekenpan en dan op een boterhammetje, een hele maaltijd.
Maar ter zake en zo kennen jullie me niet. Maar ik zou het hebben over die zoen van de klant. Een oudere dame van rond de zeventig, ja, ik weet ze wel te kiezen, natuurlijk, schoot me aan voor Tofu (ook wel tahu genoemd) of zulks, je kent het wel, een vega vleesvervanger gemaakt van soja. Ik wist dat we het hadden en liep met de dame mee. Het spul lag gelukkig buiten bereik van kinderen maar ook buiten bereik van mensen onder de 1 meter 85 in het groente schap, dus ik trok, staande op mijn tenen, een verpakking voor haar te voorschijn. 'Goh mijnheer, bij mijn normale winkel lopen ze nooit mee, wat lief van U! Ik kan U wel zoenen!' zegt de dame. 'Beloofd is beloofd', riep ik, een beetje blij dat ik die sojablokken in een keer had gevonden zonder mijn collegae te hulp te moeten roepen en zij voegde de daad bij het woord en, op haar tenen staande, gaf ze me een zoen op mijn wangen. Op mijn wangen ja! Duidelijk, ja! Geen konkelefoesies, begrijpen jullie! We lachten allebei en ik zeg: 'Nou mevrouw, dat wil ik wel van elke klant hebben, hoor.' Een van mijn vaste klantjes, ik ken hem goed, een oudere mijnheer, stond daar net groente af te wegen. 'Beloofd is beloofd!' sprak hij met typische Mokumse humor en idem accent en kwam met getuite lippen op me af. "Nee, nee, help, help!' speelde ik mee en we lachten gedrieën.
Ja, het is een momentje van niks, maar het tekent wel een beetje de sfeer in onze winkel en de interactie die wij hebben met onze doelgroep, onze klanten. Dat geldt niet alleen voor mij, hoor, ik ben helegaar de braafste van de klas niet, maar, op een enkele medewerker na, is er gewoon wel die interactie. Ik weet, na al die jaren, dat het vullen van vakken heel belangrijk is, maar dat de 'hardcore' van je werk er gewoon in ligt om je klanten een prettig en goed gevoel te geven. Ik ben er ook van overtuigd dat onze klanten het misschien helemaal niet interessant vinden dat juist de Bolletje negenenzeventig granen beschuit niet bijgevuld is, maar dat er wel een medewerker aanwezig is, die verteld dat je naast die variant ook nog een variant hebt waar maar zesendertig granen inzitten en dat product ook nog even wil aanwijzen door even mee te lopen. Hetgeen ik dus niet kan beamen van de AH waar ik bijna dagelijks kom. Het personeel van de grote speler zijn over het algemeen vrij kortaf en, ik durf het wel te zeggen, vrij arrogant. Ok, ik ken een paar medewerkers waar ik een praatje mee maak en we groeten elkaar, maar da's een minderheid, echt. Nogmaals, ik ben geen heilige boon, maar ik heb klanten zat, nee, we hebben klanten zat, moet ik zeggen, die voor een flut boodschapje naar de winkel komen, in de hoop hun verhaal even kwijt te raken. Een operatie die ze moeten ondergaan, een sterfgeval in de familie, een zwangere kat, een weggelopen dochter, of haal ik het nu door elkaar? Maar ze willen even wat aandacht en hun verhaal kwijt.
Nee, tijd heb je niet. Nee, tijd maak je. Je werk blijft natuurlijk wel eens liggen, doordat je met de mensen meeloopt naar de goederen die ze willen hebben of doordat je even langer dan de gebruikelijke: 'hallo, hallo, dag, dag' gebruikt maakt van de tijd. En nee, ik wil mijn werk ook af hebben en ja, mijn beide FM's willen ook dat ik dat heb, maar nee, ik geef daar invulling aan op mijn manier. Liever een klant die met een boodschapje minder morgen terug komt dan een klant die zegt dat wij van De Keten een zooitje horken zijn die geen aandacht schenken aan de mensen.
Ik had (weer) een goed gesprek met mijn FM1. Het is een fijne kerel. Een man van: 'geen gelul, poetsen', of 'gaan met die banaan' en hij geeft daar dagelijks het voorbeeld van door veel op de vloer te zijn. Een prettig mens, die ik als boven mij gesteld officier in mijn vorig leven had kunnen vertrouwen en waarderen. Dat durf ik zonder gene op te schrijven. Collegae van mij die dit Blog wel lezen zullen me binnenkort wel afmaken of - zeiken, maar dat interesseert me niet. Trouwens, de man leest mijn Blogs toch niet, voor zover ik weet, en ook al was het wel zo, dan heb ik alleen maar de waarheid gesproken en nee, een salaris verhoging zit er toch niet in, dus ik zeg zoals het is. Ik ben er van overtuigd dat hij en ik, door ons beider manier van werken, de sfeer en de collegialiteit in de winkel hebben verhoogd. Ik ook, ja ik ook, heb daar aan meegewerkt. Eigen roem ruikt niet fris, I know. Maar ik ben geen onderofficier van jaren en jaren werken met mensen geweest om te zien hoe het niet zou moeten en hoe het wel zou kunnen. Ik doe mijn ding, ben collegiaal en luister en leef mee met de collegae. Luisteren, meewerken en invoelen. Communicatie. Ik heb (ja dat andere leven weer, altijd het credo gehandhaafd dat communicatie een toverwoord is  en dat is ook zo. FM1 en ik communiceren en doen dat goed.
Nogmaals, ik slijm niet, lees overigens mijn vorige Blogs. I give credit where it's due.
Maar, dat doet hij ook. 

zaterdag 19 oktober 2013

Hutspot

Morgen, zondag, eten we hutspot. Een heerlijk najaar- of wintergerecht en net zo Hollands als Sinterklaas en (ik durf het nauwelijks te zeggen, gelet op de felle discussies in de media momenteel) Zwarte Piet. Wie kent (hem) of het niet? Wortelen, uien, piepers en, in mijn recept, een paar preien. Uitgebakken spekjes erbij, zelf uitbakken, hoor, niet die fabriek dingetjes die, behalve naar zout, nergens naar smaken en dan ook nog knetterhard zijn en natuurlijk een stooflapje, of, in ons geval van morgen, een paar lekkere verse rookworsten. Weet je nog dat we vroeger maar twee soorten rookworst hadden? Die voorverpakte van de Unox, die je met zo'n vacuüm zak en al in het hete water moest lazeren en de versie van het Hollandse Eerste magazijn, de HEMA? Die laatsten hebben jarenlang, nu nog overigens, de markt beheerst op rookworstgebied, zeg maar. (Natuurlijk had elke zichzelf respecterende slager vroeger zijn eigen worsten. Een oud grapje: Mevrouw: Slager, is dat Uw eigen worst? Slager: Nee mevrouw, die van mij is niet zo: krom/dun/dik/lekker, of lekkerder al naar gelang de bui van de slager. Mevrouw: 'Slager hebt U varkenspootjes?' Slager: 'Ja, mevrouw, hoezo?' Mevrouw: ' Oh, ik dacht al, wat loopt U rottig!')
Tegenwoordig koop ik mijn rookworsten ook bij De Keten en/of bij Appie. Ze zijn vaak minder zout dan de HEMA worsten en hebben een wat betere rooksmaak. De Keten maakt heel veel van zijn vleeswaren zelf , trouwens en zijn daar, terecht, trots op en zo maakt ze ook de worsten. Ze  hebben zelfs een worstje naar de oprichter van het bedrijf genoemd. Het is een kruising tussen een rook-, ossen en smeerworstje, en heel erg lekker (helaas, want niet caloriearm) Nee, die mijnheer heette geen Keten, nee.

Nou, lekker belangrijk wat jullie eten morgen! Ja, da's ook niet interessant, hoor, ik geef het meteen toe. Maar, het geeft even de titel van mijn stukje weer. Ik heb de afgelopen dagen een hutspot van mensen en verhalen over me heen gekregen, nee, dat is verkeerd gezegd, beleefd, meegemaakt. Kleine dingetjes die, zoals de schrijver Elschot zou zeggen: de wereld niet uit hun baan deden geraken, maar amusant genoeg waren om ze even aan te halen. Voor mij dan, hoor. Maar ik schrijf deze stukkies en je hoeft ze toch niet te lezen?
Het blijkt dat een verder op in onze straat gelegen super van de firma Dirk Kat, een DEKA, heel juist, een verbouwing ondergaat en dat veel van hun klanten nu naar onze super komen afzakken. Die winkelketen is een jaar of wat ouder dan de onze, stamt uit de jaren '40 of zo, maar ze heeft een vergelijkbaar aantal winkels en een vergelijkbaar publiek. Dat zijn mensen die in winkels goede spullen en een groot assortiment willen koppelen aan niet te hoge prijzen. Nou, dan zijn die mensen dus bij ons, bij De Keten, aan het goede adres. Ik ken de concullega's wel. Tijdens onze wekelijkse oppasdag bij en op de kleinkinderen, doen we onze boodschappen (en die voor de pa en ma van Loek en Mia) bij de winkel van die naam die vijfendertig meter van hun huis af ligt. Een mooie en nette toko, maar met het bekende assortiment dat wij ook hebben.
Schiet nou eens op, man, wauwel nou niet zoveel.
Goed. In ieder geval de klanten van de D komen nu naar ons toe om te shoppen. Dat merk je meteen. Mensen die gaan vragen waar de bakkerij is of waar de groente afdeling is of vragen waar de koffie staat, zijn 'nieuwe' klanten. 'Waar liggen de appeltaarten?' vroeg een man mij in wat gebrekkig Nederlands. Nu is onze bakkerij, in tegenstelling tot de D die ik ken zo prominent aan het begin van de winkel aanwezig dat je die niet kunt missen. Ook al zou je willen, het gaat je niet lukken. Direct na de bekende toeganghekjes, je kent ze wel, zijn er aan beide kanten stellingen met brood. Wij verkopen 63, schrijve drieënzestig soorten brood! Ja, dat wist ik ook eerlijk gezegd niet, maar het schijnt zo te zijn. 63! Man, wat een verscheidenheid. (En nog te pruimen ook, hoor. Ja, ik zeg nu: te pruimen, maar bij mijn oude baas zouden we zeggen: goed te beffen, maar dat doe ik dus niet, jullie zijn een netter publiek dan die grove marine kwanten.)
Maar ook al zou je Visually challenged zijn zoals je dat in de States moet zeggen, visueel uitgedaagd, dan nog kun je de bakkerij niet missen. De hele dag door hangt er een heerlijke geur van versgebakken brood, van kaas/ui bollen van pizza- of andere hartige broodsnacks en nu, in het seizoen, komt daar af en toe de geur van speculaas bij. Ik ruik die verrukkelijke geuren zelfs terwijl ik met mijn kop in de DV kisten sta om die bij te werken. te vullen en 'aan te harken.'  (Ik heb al verteld dat ik een tijd lang vakantiedagen moest opnemen om dat onze loonkosten boven het gemiddelde kwamen, maar een nieuwe FM2 vond dat ik gewoon weer mijn uren moest gaan maken, dus werk ik weer mijn in normale ritme.)  In ieder geval, je kunt de bakkerij niet missen, maar ik verdenk S. ons vrouwelijk hoofd bakkerij ervan dat zij en haar personeel met een spuitbus "lekkere broodgeuren" de winkel rondsluipen om meer aandacht te trekken voor haar toko. Het is haar vergeven.
Ik breng die mijnheer naar de afdeling 'appeltaarten' en ga terug naar mijn koude, maar leuke werk. Nauwelijks heb ik een volgende doos opengemaakt of er komt een mijnheer na me toe die vraagt waarom wij geen verse groente verkopen. Nu ben ik A/ stomverbaasd en B/ een beetje wantrouwig. Ik weet nog dat er steeds zogenaamde 'mysterie guests' worden uitgezonden, maar twee van die gasten tegelijkertijd is wat te gek voor woorden. Ik breng de mijnheer naar de afdeling. Ook zo'n afdeling die je niet kunt missen. Ze is groot en breed en je kunt haar haast niet overslaan. Tenzij je een schrijver van Blog's bent die in een andere wereld leeft, maar dat geloofde ik niet. Ondertussen kijk ik naar verborgen camera's en figuren die in Banana Split zouden kunnen figureren, maar ik zie ze niet.
F, denk ik, nee, ik denk een Engels vier letter woord dat met een F begint, dat zijn natuurlijk klanten die van de D komen. Niks verborgen camera natuurlijk. Die klanten komen nu bij ons. Ok, zorgen dat die gasten terug blijven komen, pamperen die mensen!

Nou, het zal wel weer niet lukken om er maar een stukje van te maken. Morgen maar verder en dan ga ik het ook nog hebben over zoenen van klanten, echt, en een De Keten in Amstelveen, maar dat moet ik nog zien. (Die winkel dan)
Nou eerst een Bavaria (Bock).

maandag 14 oktober 2013

De "Road show", beetje van het pad af.

De Keten, voor al Uw voordeelboodschappen, heeft een nieuwe strategie. Althans, dat liet de directie ons weten. Nu ja, het woord "strategie", moet eigenlijk vervagen worden door "nieuwe formule." Waarop het eigenlijk neerkomt is dat alle nieuwe en, zoals in het geval van ons filiaal, al verbouwde, winkels, ze een hele nieuwe en strakkere en mooiere en frissere uitstraling hebben. Dat klopt. Dat hebben wij, medewerkers, meteen na de verbouwing, al tegen elkaar gezegd en ook onze klanten zeiden het, toen, en soms nog steeds. Er zit meer logica in die winkels. Je vindt de gekoelde schappen voor groente, vlees, kaas, kip en dat soort zaken langs de wanden, allemaal in de looprichting, de zuivel is ook daar ook aan gekoppeld en natuurlijk is mijn DV afdeling tegen de kassa's aangebouwd, zodat je producten nog lekker diepgevroren zijn bij het afrekenen. Wij, van ons filiaal, weten dat nu al weer, god, wat is het, een half jaar of zo? En wij werken ook met die, voor ons alweer wat verouderde, nee, bekende moet ik zeggen dat is het woord, formule. Niet alle filialen van De Keten zijn natuurlijk al helemaal zo ver, er moet nog veel verbouwd worden en dus geïnvesteerd worden. Maar dan heb je ook fraaie winkels, hoor. Wij merken het wekelijks aan de omzet. Die ligt, bij ons filiaal, dik boven de drie ton/week. Dat is 1,2 miljoen (+) euro per maand, mensen, denk je dat eens in. Dat is het maand salaris van een voetballer of tennisster. (En dan nog niet eens de betere hoor, waar mee je mijn idee over dat soort salarissen wel kunt begrijpen. Wij, medewerkers van De Keten, maar ook alle medewerkers van b.v. alle supers doen dat voor een 'modaal', als je dat al haalt, salaris. Daar werken we wel acht uur, nu ja ik dan niet, 5/7 voor. En dat werk is lichamelijk veel zwaarder dan de anderhalf uur van de voetballer of de twee keer tien minuten van de tennisser. Ik overdrijf, dat halen die laatsten niet.)
De directie, in haar onmetelijke wijsheid, vond het nodig voor weer een peptalk, om 'de neuzen in de juiste ...', nu ja, je begrijpt het, te brengen en dat deden ze door de zogenaamde "Road show." Die werd gegeven bij het hoofdkwartier van onze keten dat gehuisvest is in een provincieplaatsje dat ooit een vestingstadje was en nu nog steeds een fraai stadsbeeld heeft.
Er werd een bus ingezet, in de vrolijke kleuren van onze firma en die haalde ons, en aangewezen personeel van nog drie andere filialen, op en bracht ons thuis, nu ja, naar onze winkel natuurlijk. De zaak was, logistiek, goed geregeld. Er waren broodjes en koffie en thee en frisdrank bij de ontvangst en halverwege, koeken, koffie, thee en fris, niets op aan te merken, echt niet. Een gedeelte van het distributie centrum was ingericht als een miniatuur Tv studio, met langs de wanden van die boodschappen rekken waar producten die wij verkopen in stonden. De middag werd geopend door een van de leden van de directie die een leuke presentatie gaf en een goed en duidelijk verhaal afstak over ons bedrijf, over het langere en kortere termijn denken en de toekomstige ontwikkelingen die zich voor zouden doen in 'boodschappenland', hoe de concurrentie op de loer lag en daar konden we wat mee en dat had het moeten zijn, in mijn ogen.
Vervolgens nam een andere man het over, gekleed in het tenue van een filiaalmanager. Het was een soort 'stand up comedian', geloof ik. Hij stelde zich voor en gebruikte daarvoor een microfoon. Die mijnheer was een Brabander, hoorden we en vertelde hij ook meermaals.
Nu word ik even persoonlijk. Al kwam de man uit Bokkie Wokkie of uit Verweggistan, het had me niet uitgemaakt, als hij tenminste verstaanbaar was geweest. Maar dat was hij dus niet. In ieder geval gebruikte hij de microfoon op een manier die hem een vaag Italiaans accent, zoiets als Berlusconi, opleverde en dat voor mijn, helaas slechter wordend gehoor, nauwelijks verstaanbaar was.
Zijn verhaal was doorspekt met (door?) een hoge grapdichtheid. Ik heb zelf heel vaak les gegeven en zelf vaak mijn troepen, je weet wel, in dat vorige leven, toegesproken en ik weet dat een verhaal of een presentatie of een opdracht, af en toe een luchtige toon moet bevatten. Da's "spychologisch". Mensen kunnen een te lang, te serieus verhaal, niet altijd aan. Dat is slaapverwekkend en de gedachten aborteren, drijven af. Maar een serieus verhaal, want dat moest de man dan gaan overbrengen, dat uit bijna alleen maar grappen en grollen bestaat is net zo slaapwekkend. Je bent niet meer bezig met de essentie van het verhaal of de presentatie. Ik heb het eerder meegemaakt, ik heb dat al eens beschreven in het Blog "Een powerspeech...", en ook toen zakte de spreker door de mand door een te hoog aantal witzen en "bon mots" en zo. Als ik cabaret wil horen, luister of kijk ik wel naar een cabaretier. Dan weet ik dat ik op de grappen moet letten en niet op een serieus verhaal. Maar, hier ging het dus weer helemaal mis. Dus sukkelde ik wat weg, dacht aan mijn werk dat ik had moeten laten staan, aan een verhaal dat ik nog moest afschrijven en kwam met mijn gedachten weer terug toen we een zogenaamde 'straatquiz' moesten doen, want dat betekende dat het bijna pauze was en we even konden roken, nu ja, pauzeren.
(Ja, ik rook, ja, ik ben een paria, maar gelukkig had ik nog een stuk of dertig van die paria's om me heen.)
Na die pauze ging onze man in een misschien nog hoger tempo verder. We werden verdeeld in twee blokken, moesten doen alsof we publiek bij een Tv quiz waren en hij stelde dan een aantal vragen, dat, vond ik na afloop, veel te veel was. Ik leerde wel dingen, hoor. Dat de diepvries op min 22 stond, dat we meer dan zestig soorten brood verkochten, dat wist zelfs onze chef bakkerij ook niet, grappig genoeg en dat er wel veertig vrachtwagens per dag voor De Keten op weg waren. Nou ja, je bent nooit te oud om te leren, toch? En ook niet interessante info is info. Een panel van vijf deelnemers uit elk blok moesten vragen beantwoorden waarvan je geen idee had waar het over ging en wat je dus ook geen ene f... interesseerde, toch? De snel sprekende Italiaanse Brabander wisselde de kennis vragen af met muziek vragen. 'Wie horen we nu?'  kreet hij. Ik had geen f... idee, allemaal bandjes waar ik nooit van had gehoord en waar ik ook nooit meer iets van wil horen of zien. Gelukkig bestond het team waar ik dus voor (moest) supporterde uit allemaal jongere collegae en die wisten dat wel en zo wonnen 'we' de quiz, die, als gezegd, veel te lang duurde. Na een half uur verflauwde de aandacht van 'het publiek', mensen gingen hun telefoons en hun horloges checken, ongemakkelijk kijken, hun nagels verzorgen en geeuwen en, kortom, zich vervelen. Rond een uur of half vier was het afgelopen.
Terug in de bus vroeg ik een beetje rond of er nog mensen waren die er wat wijzer van waren geworden. 'Nauwelijks', was het antwoord. 'In ieder geval niet van die pipo met zijn radde babbel.' Wel waren de woorden van de man van de directie ingezonken. Over uitbreiding, scherpere concurrentie positie en, heel belangrijk voor ons van de vloer, een vernieuwde en verbeterde werkkleding.
Met bodywarmers, is me beloofd.

donderdag 10 oktober 2013

Fatsoen is ook wachten in de rij voor de bus.

H., een gabbertje van me was pissed off, schreef hij me. In zijn woonplaats wilde hij, of moest hij, samen met zijn 'meissie' even de stad in en ze besloten het OV te nemen. De bushalte is niet al te ver van hun deur, het regende geen pijpenstelen en het parkeertarief in zijn binnenstad begint ook lekker de pan uit te rijzen, dus de keuze voor  de bus was gauw gemaakt. Als ze bij de halte komen zien ze net een bus voor hun neuzen weg rijden. Stadsvervoer, ook in de kleinere stad waar H. woont, gaat redelijk frequent, dus die tien minuten wilden ze wel wachten. Het was waarschijnlijk een populaire tijd om die lijn te nemen, want de halte vulde zich met mensen. Op het op het elektronische bord, zoals dat tegenwoordig bij bijna alle haltes hangt, kwam het tijdstip van vertrek en ja hoor, zowaar, de bus van de regionale lijn was op tijd en H. en echtgenote maakten zich op om in te stappen en in te checken. (Ja, reizen met het Ov is tegenwoordig bijna een exacte wetenschap hoor. Je moet tegenwoordig een door een microchip aangedreven kartonnen vervoerbewijs aanschaffen in een automaat, waarmee je dan allerlei handelingen met je pinpas moet uitvoeren en af en toe moet je dat kaartje ook weer opladen met allerlei handelingen. In- en uitstappen gaat dan ook weer gepaard met allerlei handelingen via weer zo een chiplezer.) Goed, mijn maatje staat, opgevoed als hij en z'n meissie zijn, netjes voor in de rij, ze waren de eersten namelijk, maar tot hun grote verbazing was de meute hun opeens voor geweest en staan ze nu ook opeens als laatste op de treeplank van de, nu ondertussen, bijna helemaal volle bus.
Ik ken hem al jaren en ik wet dat H. een nette man is. (ja, ik ken ook nette mensen, dat hadden jullie niet verwacht, hé?) Dus H. (en 'meissie') schold niet, vloekte niet, maar vroeg zich alleen, hem kennende, heel hardop, af, waarom de eersten in dit geval altijd de laatsten zijn. H. en partner zijn goed ter been, hebben geen stok of rollator, maar werden gewoonweg uit de rij voor de bus 'gedrumd' om het maar eens in de taal van de Vlamingen te zeggen.Nou ja, je begrijpt, de overwegend jongere generatie, verantwoordelijk voor het niet hebben van een zitplaats voor H. en partner,  hoorde hem/hen gewoon niet, verdiept als ze waren in diverse, hand verlengende attributen en met de nodige, elke communicatie verhinderende, oorstopjes in.
Ja, dat is dus weer zo'n ding van fatsoen. Zo'n ding waar je je heel kwaad om kunt maken, maar hetgeen geen enige toevoeging meer heeft aan de tijdgeest, die voorschrijft dat egocentrisme en zelf- gelijkhebberigheid het hoogtepunt zijn in ons dagelijks bestaan. Nodeloos te zeggen dat ik een en ander verre van me werp, maar ja, ik ben ook, net als maatjes H & B, een ouwe l.., man, opgevoed in de jaren dat je nog wat overhad voor anderen.
Vertaal dat naar de super, dan! Dat heb ik eigenlijk al eerder wel eens gedaan, maar voor hen die het nog niet hebben gelezen, doe ik het nog eens. Stel je komt in een super. In ons filiaal van De Keten, kom je dan eerst langs de bakkerij. Vers brood, verse snacks, heerlijke warme croissants, de geur van kaas-uienbroodjes en, momenteel, vers gebakken speculaas. Heerlijke geuren en het water stroomt je, nou ja, waar stroomt je water? Het is lunchpauze, je komt van werk, kantoor of school en ja, goh, heerlijk een paar van die halvemaanvormige broodjes, die nog warm zijn ook en net uit de oven komen. Je vraagt aan de dame van de broodafdeling of ze er drie wil inpakken en, natuurlijk doet ze dat, wenst je een fijne dag en groet je met een glimlach. Dan kom je langs de groente afdeling. Man, De Keten heeft wel zeven of acht soorten lunch salades, een bijna complete maaltijd. Topper, even eentje meenemen en straks oppeuzelen en dan is het dagje weer een gezond dagje, met al dat groenvoer naar  binnen. Je loopt de hoofd paden af en je komt langs de verse vleeswaren, waar ook gegrilde kip, nog warm, en gehaktballen in een soort oven liggen te wachten. Idee! Even zien, eh, lunchsalade, croissantjes en nog balletjes gehakt, nou ja, wel veel voor een lunch en je vrouw had net gezegd dat je moest uitkijken voor je lijn, maar ja, vrouwen? Die hebben altijd wat te .. Je komt langs het slaatjes vak. He? Bestaan die? Japanse Tering Jakkie salades? En ook nog wilde zalm salade met keurmerk, van zuivere onbesneden zalm uit het koude water van de oceaan? Indiase slaatjes met kruiden uit de keuken van Ghandi?  Lijkt me lekker, ga ik nemen. Dan kom je bij de diepvriesafdeling en je keurt nog even je producten die je in je hongerige koopgedrag hebt ingeslagen. Tja, croissants, lekker. Gehaktballen, maar je vrouw zou voor vanavond andijviestamppot met gehakt maken, dus ja, dan nu al gehaktballen voor de lunch, dat is wel veel voor een dag. God, wat nu? Ik wil toch wel even wat eten. Wat zal ik nu meenemen? Je telefoon gaat. "De Baas". 'He Jan, waar ben je nu? We wachten op je met de werklunch, man. Hoe laat kun je er zijn? En neem de cijfers van het afgelopen kwartaal over het interne toiletgebruik en het verlies aan toiletzeep van afdeling administratie mee als je wilt, mijnheer B. wacht erop.'
Shit, helemaal vergeten. Oh God, mijnheer B. ook nog. Je moet als de raphazen terug naar "de zaak" nu. Maar wat doe je nu met al die boodschappen? Oh ja, ik sta bij het vriesvak. Even zien, oké, geen mens in de buurt. Kijk, en, slimmerd als ik ben, zet dat ik mandje gewoon hier, tussen de pizza's. Ja, hallo, moet  ik het terug gaan leggen? Nee, man, ik heb mijn werk, "de zaak" wacht op me.  Moet ik het dan vragen aan een of andere kassière om dat te doen? Joh, maar dat is maar een piepeltje achter de kassa, nee, dat gaat niet hoor, ik ben geen bedelaar. Oh, die man die er net met een kar aan komt zetten? Nee, die gaat dat echt niet voor me terugbrengen, denk ik? Het aan die oude man vragen? Ben je  belazerd? Die verdient in een jaar wat ik in een week met mijn aandelenhandel verdien, rot op, zo'n plebejer? Nee, ik laat het gewoon invriezen, dan blijft het goed toch?

De ochtend erop kan ik, alleen al van mijn afdeling, weer eens voor minstens twintig euro handel weggooien. Croissants en salades en slaatjes en dat soort zaken kunnen niet tegen een poolcirkel behandeling. Wanneer gaan we weer eens normaal doen? Wanneer stoppen we ermee om goed eten weg te smijten? Als je de boodschappen die je hebt niet wilt (of kunt) afrekenen, geef ze aan een van de mensen van de winkel. Die hebben altijd wel zin om ze terug te brengen naar hun plekkie. Maar, nu moeten ze die hele zooi weggooien. Er zijn voedselbanken in ons, ooit, zo rijke land. Geef het daar dan aan. Maar gooi die zooi niet zo maar weg. Daar is niemand mee gediend en is zonde van het werk dat heel veel mensen er aan besteed hebben en van de grondstoffen die er in gegaan zijn. We moeten zuinig zijn op onze energie voorraden, toch?
Maar ja, als je met je leasebak van een ton, terug rijdt naar je kantoor, dan ben je dat allang vergeten, natuurlijk. Je krijgt natuurlijk een hele goede bonus nu, omdat je met de goede cijfers aankomt.
De medewerkers van de super boeren natuurlijk zo wel achteruit met hun 'bonus' aan het einde van het jaar. Maar ja, dat zijn piepeltjes, toch?


woensdag 9 oktober 2013

Weer over fatsoen

Ik ben een tijdje geleden, door een oud-collega van me, bijna uitgemaakt voor fascist, omdat ik vond dat mensen bepaalde normen en waarden in ere moesten houden. Nee, nee, niet alleen de "Nieuwe Nederlanders", of de "Nieuwkomers' of de "Medemens uit een andere cultuur die het hier allemaal kleurrijker zal maken", zoals de linker sectie van het Nederlandse politieke peloton dat zo fraai omschrijft als ze het verboden woord allochtoon wil vermijden, hoor. Nee, ik had het gewoon over normale dingen die je doet als mens zijnde. Ik geef een voorbeeld, eentje maar, want jullie vinden dat ik toch al te veel l.., eh schrijf.
Mijn warme bakker zit in een van de twee grote winkelcentra die ons stadje rijk is. Fraaie winkels met exclusieve mode- en schoenenzaken en dure parfumeries worden afgewisseld door Blokker, Hema, Xenos en de Schoenenreus, je kent het allemaal wel. In dat andere winkelcentrum, er recht tegenover, zitten zaken als de Bijenkorf, maar ook de Vodafone shop en een H&M, een Timberland en een Appie en zo. Dus een doorsnee van allemaal winkels die jullie ook allemaal in de buurt hebben, niets bijzonders.
Ik sta dus op een vroege, vrije  zaterdag ochtend op tijd bij de bakker om lekker vers brood te scoren voor het weekend, terwijl er een oudere dame, ik schatte haar zeker tegen de negentig, misschien al ouder, net de bakkerij verliet en met een zak vol geurend en lekker brood en met haar stok, ze liep heel slecht, door de draaideuren naar buiten wil passeren. Nu zijn draaideuren, net als roltrappen, voor valide mensen soms al een probleem, zeker als je bepakt en bezakt met allerlei zooi bent. Maar voor een oudere mevrouw die tempo Stoffel (voor jeugdige lezertjes, de schildpad uit Fabeltjeskrant vraag je pa en ma maar) loopt, is dat zeker een probleem.
Ik had bij de bakker nummer negenentwintig getrokken uit het bekende automaatje. Er waren vijf dames, ja, alleen maar vrouwen, in de bediening en nummer 24 werd net afgeroepen. Vanuit mijn ooghoek, het was net na negenen en ik was nog wat in gedachten over allerlei zaken, zag ik de mensen die voor en na me stonden te wachten, wat besmuikt lachend, (besmuikt, ja, I love dat soort woorden) naar de draaideur kijken. Ik wende mijn blik derwaarts en zag dat de senior dame behoorlijk veel moeite had om met een stok en een tas de, in haar ogen redelijk snel draaiende deur, in te stappen en dan ook nog eens de snelheid van de beweging van die deur te gaan moeten volgen. Mevrouw haalde met haar loopsnelheid, zeg maar drie kilometer/uur en de draaideur haalde wel vijf of zo.
Maar, daar stond ze dus, niet voor of achteruit stappend, maar aarzelend om de stap naar en in de deur te nemen. De mensen om me heen keken en keken en ja, zoals gezegd, ze lachten wat. Ja, wat moet je dan doen als je zulks ziet? Stel, je stapt uit de rij, je helpt het 'vrouwtje' en je plaats bij de bakker gaat voorbij! Dan moet je een nieuw nummertje trekken en weer een tijd wachten. Tijd die je niet hebt, want: de auto moet naar de wasstraat en je hebt afgesproken om te gaan golven met een maatje om zo ook je nieuwe contract te kunnen bespreken voor het volgende jaar, shit, man die ouwe lijken, (f... it, mijn grootouders hebben dit land ook opnieuw opgebouwd, maar ja, die oude zakken) die regelen het maar zelf hoor. Ik ben druk en belangrijk en kan een goed nieuw contact af sluiten voor het volgende jaar, scheelt een tonnetje, man. Dus zo zou je misschien wel eens een kwartier te laat kunnen komen op je golf- of tuiniersafspraak en ja, ook zo'n moestuin houdt niet van wachten, hoor. Die prinsessenbonen moeten echt op tijd geoogst en het onkruid had al een afspraak met je schoffel, toch? Nee, nee, geen afleidingen meer, recht op het doel af. Gisteravond wilde je vrouw al weer eens vrijen. De tweede keer in een half jaar, man, dat mens is gek. Ik heb de zaak, weet ze dat dan niet?

Het is een zaterdag, mensen, je hebt vrij, je hoeft niet 'naar de zaak' of zo, toch? Niet echt toch?
Ik keek het zooitje mensen nog eens aan, zag dat er niemand wilde helpen, liet m'n boodschappentas vallen en ging naar de draaideur. Ik hield het ding tegen door er gewoon even tegen aan te leunen, pakte mevrouw onder de arm en, geruststellende geluidjes makend, zoals we dat doen bij onze kleindochter van een paar maanden, hielp ik haar naar buiten. Ze dankte me, vroeg wat ik van haar kreeg en ik zei, haast verontwaardigd, maar heel luid: 'Niks, mevrouw, fatsoenlijke mensen doen dat voor elkaar', in de hoop dat het bij de rij voor de bakker werd gehoord. 'Ik kan U wel zoenen', zei ze, maar ik antwoordde dat mijn vrouw nogal jaloers was en dat zoiets geen goed idee was en, allebei lachend, ging zij haar moeilijke weg verder terug naar haar woning en liep ik terug naar binnen. Ik zag de gezichten in de rij mensen. Voldane, goed gevoede en even zo goed geklede  mensen, in Prada en McGregor gehuld, die de wereld aan konden. Goede posities in de maatschappij, lekkere lease wagen voor de deur, de meiden op hockey en paardrijden en een aandelen pakket dat nu net even niet lekker zat, maar, ach Rutte zou wel zorgen dat de welstand behouden bleef. Het H woord was  nog niet gevallen immers. 
Heb je wel eens schaapachtig kijkende mensen gezien? Nou, ik zag ze die ochtend ook. De dames in mooie en dure kleding de heren met stoer en nog duurder schoeisel durfden even niet naar die oudere man met een gewone jeans en een goedkoop, maar lekker zittend T-shirt aan, te kijken. Ik trok dan maar een nieuw nummer, 46, dit keer, en nummer 31 was aan de beurt. Ik zuchtte, nee, ik had geen afspraak om te golfen of voor een job, ik had een hele vrije zaterdag voor me, ik had mijn, simpele en vijf jaar oude mobiele telefoon, waarmee ik alleen kan bellen en sms'en, niet eens bij me, dus ik kon ook niet even op mijn sociale netwerken kijken, die ongeveer een bericht per week aan me melden, want echt actief op die media ben ik ook weer niet, en dus ja, ik wachtte.
Er was een van de dames in de bediening, die had gezien wat ik had gedaan. Ze passeerde alle andere wachtenden en zei; 'Mijnheer, ik had hetzelfde willen doen, maar ja, ik sta hier. Zegt U het maar, U bent nu meteen aan de beurt.' Ik zei nog: 'Ach mevrouw, elk normaal mens had hetzelfde gedaan, hoor. Maar mag ik een half tijger en...'
Ze grijnsde breed en de gezichten om me heen verstrakten, iets, niet meer dan iets. Want die golfafspraak kwam nu wel bijna in het ongerede door een of andere man die niet tot onze soort mensen behoort. Waarom komt dat gewone volk dan ook hier wonen? Dacht ik te lezen op de hoofden.

dinsdag 8 oktober 2013

Fatsoen, moet je doen

We hadden weer eens diepvries pizza's in de aanbieding. Dat hebben we vaker, ik schreef daar al eerder over, maar deze aanbieding was wel heel erg spectaculair. Vier van die ronde schijven voor vijf euro. En dan niet van die lullige mini- of 'picollo' dingetjes, nee vier van die knotsen van Wagner Original Big Pizza, in zeven verschillende smaken. Vier pizza's voor vijf euro, da's 1,25 per stuk. Een hele maaltijd van ongeveer 1000 calorieën voor maar 1 euro 25, dat is  ongeveer een rijksdaalder en en kwartje, toen geld nog geld was. En toen ons geld nog van ons was(en niet van Europa) en helemaal nog niet van de Grieken of de Spanjaarden en toen het nog niet van dat rare Donald Duck geld of die Goofy biljetjes, van dat Monopoly geld was. Jullie hebben dus al door dat ik die eurobiljetten helemaal niets aan vind. Ik vind het lelijke biljetten en slappe troep, waarmee ik helemaal niet wil zeggen dat we terug moeten naar de eigen munt of zo, hoewel, maar de wat fraaiere biljetten zoals we die vroeger hadden met mooie vogels of met vuurtorens, waren me liever geweest. Soit, je kunt er niets meer aan veranderen, helaas, vind ik dan, maar ja, ik ben ondertussen een oude mopperkont geworden.
De hele Europa discussie is nog volop aan de gang, natuurlijk. De politieke partijen staan haaks op elkaar in hun pro en contra Europa meningen. Er is een grapje, van Duitse origine, geloof ik: "Een Spanjaard, een Griek en een Portugees gaan naar een bordeel. Wie betaalt hun wip? De Duitsers". Ja, het is zuur, maar wel waar, natuurlijk. De 'sterke' landen storten zoveel geld in de Europese kas om die landen van het faillissement af te houden dat ik, dit is heel scherp door de bocht, een dag per week minder moet gaan werken, dus een dag salaris per week mis. Is Europa dan wel zo'n goed idee? Ik heb geen echt idee. Ja, dat klinkt naïef en misschien is dat ook wel zo. Ik, en vele oud KM collegae met mij, kennen de wereld wel een beetje. We hebben dienst gedaan (of zijn in landen geweest ) die van de Noordkaap tot Kaapstad en van de datumgrens tot aan de Sovjet unie (nu ja, eenmaal was die er) ging of bedroeg, ik kom niet op het werkwoordelijke gezegde, als dat al zo heet, maar ik neem aan dat jullie me begrijpen. Voor ons, marinemensen, was het in ieder geval weer een enorm gedoe om aan buitenlands geld te geraken in die tijd. We hadden altijd wel een 'kasofficier', zoals men dat toen noemde, aan boord die dan, eenmaal in een buitenlandse haven aangekomen, onder begeleiding van een aantal grote mariniers, 'vreemd' geld wisselde, wij noemden dat 'Kloeten' en dat dan weer aan ons uitbetaalde op overdracht van zo'n bekende blauwe girokaart, die later werd vervangen door de kascheque en nog weer later door een inhouding op het salaris. Dat laatste had voor veel collegae dan weer vervelende nawerkingen bij het thuisfront, als de definitieve afrekeningen kwamen, maar dat is een roman op zich. De 'kasofficier' die later vaak vervangen werd door een kashoudend onderofficier, dat was vaak een oudere en begripvolle sergeant majoor schrijver, verzon daar dan wel weer allerlei trucs op.
(Ik heb in een laatje ergens nog vijftig of zestig bankbiljetten liggen uit diverse landen, met fraaie plaatjes en nog fraaiere getallen. Ik heb een Albaniaans biljet van 10.000 Lei, omgerekend een ouwe gulden en een Indonesisch biljet van 100.000 roepia dat ik in ons land niet kan inleveren, omdat we geen centen meer hebben.) 
Toen de euro kwam, konden wij op het gemak een luttel bedrag pinnen in Griekenland of Finland, in Spanje of in Noorwegen en dat bedrag was heel makkelijk om te rekenen. Nu deed je in Noorwegen niet zo veel met je poen hoor, als je daar een biertje wilde gaan drinken. Omgerekend betaalde je vaak een tientje, euro's, voor een halve liter bier. Wel lekker bier, nou ja, voor die prijs mocht dat dan ook wel.
Ik heb een paar 'winters', zoals dat heet, in Noorwegen doorgebracht. Noren zijn aardige, wat stugge en afstandelijke mensen, maar als je ze een maal kent, of omgekeerd, dan is het een gastvrij volk, dat je graag uitnodigt op de zaterdagavond bij hen thuis. Er is een Noorse 'grap', maar niet echt, dat zegt dat de Noor na zijn huwelijk twee dingen als eerste aanschaft: een groot en goed bed en een 'moonshine' installatie. Moonshine is illegale drank, zelf gestookt, een tussenvorm van wodka en rum en zo sterk, tegen de tachtig procent dat je er van gaat hoesten en kokken als je het drinkt. Hetgeen ik nooit gedaan heb, dat begrijpt de lieve lezer(es) natuurlijk wel.

 Ik weet niet wat er loos is met me, maar van elke Blog schijn ik een roman te willen maken, ik word niet goed van mezelf, ik blijf maar doorgaan met dat geneuzel over allerlei bijzaken, maar ja, jullie slaan het dan maar over, hoor, zo belangrijk is het allemaal niet. (Ik vind het zelf niet onprettig, overigens, even wat terug in mijn tijd.)
Over die aanbieding pizza, dan in ieder geval. Gezien de prijs en zo had ik dus voor de 'eerste inleg', zeg maar de eerste bestelling, van elke soort 10 dozen a 6 stuks besteld. Dat zijn dan 7 x 6 x 10 = 420 stuks, pakken pizza. Te leveren op zondag, toen ging de actie in en als de mannen van de zondag dat dan afgevuld hebben, heb je op de maandagmorgen een fraaie bak vol, denk je, naïef nog, dan.
Niets was minder waar. Oh ja, die pizza's waren geleverd en de ploeg van de zondag had ze in de bakken en de schappen gelegd. Maar die volle bak, no way!  Want die dozen en de verpakkingen waren er net zo snel uit verdwenen als de collegae ze hadden kunnen vullen. Ik zag ik nog een enkele verpakking in de actiebak zielig zijn te liggen en ik had een beetje het idee dat er niet veel was gewerkt de dag ervoor. Ik keek, een etage lager, in de diepvriescel en zag daar nog slechts een zielig aantal van vier verpakkingen of zo liggen. F... it, ze zijn dus wel geleverd, maar diezelfde dag al zijn er bijna vierhonderd pakkenvan verkocht.


Er was geloof ik ooit een slogan: 'fatsoen, moet je doen', vandaar de titel van dit stukje. Maar dat gaat even wachten tot morgen of zo, want het is tijd voor een Bavaria of zulks.

donderdag 3 oktober 2013

NIET LEZEN, een zuur stukje over hokjesgeest! NIET LEZEN!

God man, ik zet net mijn vorige twee Blogs te lezen en, mens, wat ben ik een OH, dat is heel, heel  erg gewoon. E. zegt wel eens, als ze een beetje boos op me is, geloof me dat gebeurt eens in de tien jaar of zo, (ja ja) dat ik een echte Groninger ben, die nooit wil praten. Maar E. is een vrouw, dat wisten jullie natuurlijk wel en vrouwen willen altijd praten over het huwelijk, over gevoelens en over het gezin en de kinderen en zo. Nou, dat wil ik ook wel, hoor, echt.
Dus ja: ik ben getrouwd met jou en ben daar blij om, ik voel graag aan je en we hebben lieve kinderen en kleinkinderen. Duidelijk, toch? Nee, echt praten, zegt ze dan. Ok, echt praten. 'Wist je dat Cancelara een 58 voor had gestoken in de tijdrit van het WK? En dat die maffe Cavendish met een 7 achter op de piste wil gaan rijden? En, wat helemaal goed nieuws is, Hilaire heeft een nieuwe sponsor. En wat Ajax nu weer wil, met die nieuwe spits, dat weet ik ook niet hoor!' Gespreksstof genoeg, dus, zeg niet dat ik niet wil praten, alsjeblieft!
Ik durf dit te schrijven omdat E. niet veel computert en omdat dit Blog via een route langs een station op de Kaaimaneilanden, een server in Besarabie en een zendmast in Bokkie Wokkie wordt aangeleverd en dus helemaal via anonieme kanalen tot jullie komt. Ja, hallo, ik ben niet levensmoe hoor. (Dus lezer, houd je stil mocht je E. tegenkomen of spreken!)
Maar goed, ik schrijf meer dan dat ik praat schijnt. Het zij zo, ik ben een Groninger. Nee, niet echt. Mijn pa was een Groninger. Hij kwam uit de "Pekels", zoals dat heet. Uit Nieuwe Pekela om precies te zijn. Als kind vond ik dat nooit echt geweldig. Ik had altijd het idee dat Oude Pekela iets mooier was geweest, of in elk geval iets meer uitstraling had gehad, of zo.Niets is minder waar, natuurlijk. Beide Pekela's zijn "Veenkoloniale" dorpen, allebei gelegen aan de Pekelder Hoofdvaart en allebei  en recht en, volgens mij, vrij saai. Als kind kwam ik er nog wel eens. Mijn pa had er nog een halfzus en halfbroer of stiefzus of zo, wonen en dan gingen we daar wel eens op bezoek, maar vanaf mijn, wat, tiende of zo, was dat contact ook verbroken. Er wonen nog wel Gravers in die regio, heb ik wel eens opgezocht via dat mooie medium van het Mertens instituut, dat later zo fraai werd weergegeven in de boeken van Voskuil, Het Bureau. Google dat maar eens en kijk eens naar het aantal mensen met jouw familienaam en waar die naam het meeste voorkomt en... Abortus, weer, hoor, weer. (Ik drijf weer af) Godsamme, schrijf nou eens door man!
Nu ja. We staan dus in de vroege ochtend te lossen. De chauffeur, er zijn er verscheidene, we kennen hen ondertussen wel, het zijn  vaak dezelfde mannen, is vlot bezig. Wij, een man of twee, hooguit drie, hebben alle andere karren buitengezet, ik schreef er al over.
De mensen van de bakkerij staan te popelen om hun nieuwe vracht in ontvangst te nemen. Om acht uur gaat de winkel open en dan moet het brood afgebakken zijn en de schappen gevuld. Ze grijpen de karren die van de vrachtwagen komen en beginnen als zotten de vakken te vullen met de kant en klare broden. De bakker, m/v die die dag als eerste binnen was en net als ik was dat om zes uur, heeft al een uur lang voorgebakken brood en broodjes en croissantjes gebakken en die ook al in het schap gelegd. Nu komt het verse brood binnen en dat moet natuurlijk ook weggewerkt worden. Daar hebben wij, van de losploeg, alle begrip voor.
De man van de groente grijpt zijn hoeveelheid karren en begint ze, in alle haast, naar zijn afdeling te sturen en ze te legen en zijn vakken te vullen.
Alle begrip voor, want om acht uur gaat de winkel open en moet de verse groentes en fruit in het rek liggen.
De man van de zuivel grijpt z'n melkkarren, vol gestapeld met pakken vla, yoghurt, volle en magere melken alle zuivelzaken en hij wil zo snel mogelijk aan het werk.
Alle begrip voor, hoor, om acht uur gaat de winkel open en dan moet de verse zuivel in de schappen staan.  
Dus is iedereen druk en alleen maar met zijn eigen werk bezig en dus staat de man van de diepvries afdeling er een beetje alleen en stil en eenzaam bij. Om acht uur gaat de winkel open en dan moeten de diepvries acties ook gevuld zijn in de kasten en vakken die bij min twintig staan te zoemen en uitnodigend leeg staan te zijn. Nu heeft de man van de diepvries wel al vanaf zes uur de tijd om zijn voorraden van uit de diepvriescel, diep verborgen in de onderbuik van de winkel, aan te vullen. De man van de diepvries weet, na al die jaren dat hij dit werk doet, al dat dit lossen en laden een wederkerend gebruik is en dat zijn collegae, die hij graag mag en waar hij over het algemeen goed mee door de deur kan, het wel druk hebben. Maar, hij heeft het ook druk zat. Hij heeft meerdere taken op zijn schouders. Maar daar zijn de collegae van de andere afdelingen niet zo mee bezig, denkt hij. Als de wagen gelost is en de verse vracht naar binnen is, verdwijnen over het algemeen ook de collegae, schielijk. De man van de diepvries gaat nu allen verder met het 'fust in de wagen te zetten. Daarna veegt hij de troep die voor de winkel is gedeponeerd door de oh zo nette Nederlander, maar weer eens op, maakt de entree verder presentabel en wacht tot hij naar binnen mag. Dat is niet evident hoor, want vanaf half acht ongeveer, gaat de winkel hermetisch op slot, dan worden de kassa's geleegd en het geld, we hebben nog steeds klanten die cash betalen, wordt in de doorgeefkluis van de winkel gelegd waar de bekende vrachtwagen van de bekende geldtransport firma dat komt ophalen.
------
Nee, nu zeur ik wel een beetje. Ik begrijp dat iedereen aan zijn werk wil en dat de deadline van het openen van de winkel echt om acht uur is en dat je je afdeling dan vol wilt hebben. Ik vind het aan de andere kant ook wel heel prettig om in dat uurtje tussen zeven en acht even alleen bezig te zijn, mijn gedachten de loop te laten, even niemand te zien of te horen en de entree van de winkel netjes te maken. Dus, ja, ik zanik en ik zeur. Maar, het vervelende is wel, dat er bij de tweede vracht die we krijgen en waarmee ook allemaal verse spullen worden gebracht, dat is rond tien uur ongeveer, hetzelfde gebeurd. We staan vaak met maar twee man te lossen en dat is dan weer heel vervelend omdat dan in die vrachtwagen de vracht voor de diepvries afdeling binnenkomt. Die afdeling moet natuurlijk ook gevuld worden maar dan sta ik, ik ben dus de man van de diepvries, dan wel eerst een half uur vracht van andere afdelingen te lossen en 'fust', ook van andere afdelingen, op de wagen te plaatsen voor ik dus, pas rond half elf aan het werk ben en zodoende maar
anderhalf uur de tijd heb voor mijn werk.Die mensen van de andere afdelingen zie je nauwelijks, terwijl ze soms met drie m/v op de afdeling werken! Vaak krijg ik mijn werk net binnen de gevraagde tijd af, soms werk ik wat langer door, een enkele keer ben ik ruim binnen de tijd klaar, maar moet dan nog wel mijn bestellingen doen.

Dit klinkt allemaal heel gefrustreerd en zuur en een beetje waar is dat ook wel. Maar, zoals men zegt over de soep en de hoge temperaturen van "dieszelfde": het valt achteraf wel mee.
Maar, ik, en een paar collegae met mij,  de mannen die wel altijd staan te lossen, vinden het gewoon stik vervelend dat men alleen maar bezig is met zijn eigen stukje van de winkel en niet kijkt naar het grotere geheel. Het grotere geheel is ook: even een bezem pakken als er troep ligt op de vloer, of je even bukken om losliggende papiertjes, plastic sukjes, kartonnetjes of zo op te rapen of om even de schrobmachine te pakken als een klant een fles of pot heeft laten vallen. Ook een, door een klant, verkeerd neergezet voorwerp even terug zetten, waar het hoort, vind ik  normaal. Of om een klant niet door te verwijzen naar een collega maar zelf even met die klant mee te lopen op zoek naar wasverzachter of aardappelpuree of zo. Wees nu eerlijk, we moeten een team vormen. Ons land heeft een heleboel Wadden eilanden, vijf bewoonde en een onbewoond, maar die eilanden zijn deel van ons land. Zelfs de Friezen beschouwen zich nog als deel van ons land, sterker, ook de Zeeuws Vlamingen voelen zich Nederlander. Waarom kan je dan als groenteman, bakker, melk- of kaasboer niet deel uitmaken van een winkel die van De Keten is en gewoon ook bedenken dat we het met zijn allen moeten doen? Nu ja, vergeet dit verhaal maar, het is wat zuur. Lees het maar niet, eigenlijk. Maar, als je het stiekem wel gelezen hebt, doe er dan je voordeel mee.
Godsamme zou E. zeggen, die nog erg jeugdig is en vroeger een beetje een opstandig meisje was, je bent wel een ouwe 'zeikerd' aan het worden.
Ik geloof ook nog dat ze gelijk heeft. Maar, zoals ze altijd liefjes zegt: 'Dat heb ik ook schat.'


dinsdag 1 oktober 2013

Tunnelvisie, part two

Ja, af en toe moet je je Blog een beetje vernieuwen, toch, dus dan maar Engelse woorden er tussen door gooien. Dat schijnt helemaal normaal te zijn, want op Nederlandse universiteiten schijnt al in het Engels les gegeven te worden. Waarom dat? Onze taal is nog steeds een levende en een valide taal, hoor. Elke maand komen er nieuwe woorden bij en verdwijnen er oudere woorden. (Die ik dan weer ga lanceren in mijn stukjes.) Maar onze taal is wat 'langer' dan het Engels, dat weet ik ook wel, maar niet minder fraai. Ja, het gaat om het internationale niveau van onze universiteiten en zo, zegt men dan. Nu ja, ik vind dat bullshit. (Stierenstront is ook geen woord, natuurlijk.)
Maar goed. Over hokjesgeest en tunnelvisie, zoals die in ons filiaal, en geloof me, niet alleen het onze, voorkomt. De wagen, lees het vorige Blog,  gaat lossen rond zeven uur. Eerder mag niet, want het filiaal is beneden een woningen blok geplaatst. Nu zijn dat allemaal senioren die boven ons wonen.
Het zijn mooie en grote appartementen. Ik ken ze wel, want ik heb ooit zo'n senior uit de brand moeten helpen toen hij de sleutels in de voordeur, aan de binnenkant, had laten zitten en de deur achter zich had dichtgeslagen en dus niet meer naar binnen kon. Ik ben toen op een van de lange ladders die onze toko bezit, via een balkon en een half openstaande deur en een half open raam, naar binnen geslopen en de sleutels gaan halen en heb toen de woning even snel kunnen bewonderen.
Maar goed, die senioren willen dus niet weten dat ze boven een winkel wonen en een beetje gelijk hebben ze wel. Op het moment dat wij onze stalen rolcontainers buiten zetten, vanaf zeven uur, is er lawaai. Daar ergeren de mensen daarboven zich aan. Maar, dat er vanaf 's morgens half zes of zo al trams met gierende remmen van staal op staal door de drukke straat rijden, die straat is een van de grote verkeersaders van de stad, dat het spitsverkeer van brommers met lekkende knalpotten en het geluid van auto's, vrachtwagens en bussen rond die tijd ook al druk aan de gang is, ontgaat ze, geloof ik. Terwijl ze op minder dan loopafstand van de winkel wonen, geregeld een 'goedmaking' cadeau krijgen van FM1, als er weer gebouwd/verbouwd wordt en dat dezelfde FM1 geregeld bij ze langs gaat met een geschenk om de pijn van allerlei andere dingen te verzoeten, of is het verzoenen?
In ieder geval, we gaan de deuren van de winkel om zeven uur openen, de 'fust', dat zijn de containers met lege kratten, de lege of juist volle containers met vuilnis, nu ja, het afval, zeg maar, naar buiten brengen, maar dat beschreef ik al. Je wilt zo stil mogelijk zijn, want je weet, de buren, de buren!
FM1 liet me een maand of wat geleden, een stukje lezen uit het 'buurtkrantje' dat de mensen elke drie maanden of zo in elkaar flansen. Dat krantje wordt door een groepje (ik verdenk hen ervan dat het van die oude hippies zijn, je weet wel, van die langharige types uit de jaren zestig die nu ingekeerd en gepensioneerd zijn. Ze zijn een jaar of vijftien ouder dan ik ben, geboren ergens in de oorlog en hebben de Provo beweging nog meegemaakt en wie weet, er volop aan deelgenomen. Misschien liepen sommige van de nu senioren dames wel met hun borsten of hun buik bloot met daarop: Dolle Mina, baas in eigen buik. Het idee daaraan is te gruwelijk om er zelfs maar aan te denken, vind ik. Toen opstandig maar nu op stand) van hen samengesteld en geprint op een kleurenprinter en in elkaar geniet en aan de tien of twaalf mensen die er wonen uitgedeeld. Een leuk streven, natuurlijk en sociaal gezien een goed initiatief. Ik las, nieuwsgierig als ik ben naar teksten en woorden,  het blaadje en voelde het kille bad van een sterfhuis of hospice over me komen. Mijn God wat een gezanik. Het ging alleen maar over: "J., die een nieuwe heup moest, P. die met een rollator moest leren lopen, juffrouw  E., die haar  gehoorapparaat was zo maar stuk, mevrouw C., die net een nieuwe katheter had gekregen," man, het hield niet op. Ja en dan de jaarlijkse buurtborrel, gesponsord door Tena Lady inlegkruizen en door een firma die zich specialiseerde in onderhoudsbeurten van Stoma's!
Maar, het ergste van al was dat onze toko keihard werd afgezeken voor het lawaai dat we zogenaamd al voor zeven uur maakten. FM1 had er een mooi en gevat antwoord aan gewijd in het volgende, volgens mij nog te verschijnen, krantje. Hij gaf toe dat er voor zeven uur geen activiteiten moesten worden uitgevoerd, maar, schreef hij zo ongeveer:  'Voor zeven uur in de ochtend is er slecht een medewerker bezig met containers. De andere medewerker(s) die aan het werk zijn doen bestellingen of bakken brood, hetgeen geen geluid maakt.' Nu ja, iets dergelijks toch, maar waarmee hij duidelijk aangaf dat het lawaai meer in hun geest bestond dan dat het werkelijk waarfwas!
Maar goed, ik ben dan die ene medewerker die om een uur of zes begint met het 'bezig zijn' met die containers. Believe you me, ik ben er heel stil mee. Collegae van mij zetten bij binnenkomst van het filiaal de 'radio' al aan, je kent het wel, van die muzak, van die vervelende deunen en ik zweer je, dat geluid overstemt het geluid dat de kar die ik sjouw, maakt. Ik begrijp volkomen dat uit je slaap gehaald worden door rumoer of lawaai enorm frustrerend is, maar het is wel klinkklare nonsens van 'hun van boven'.
--Ik lul te veel, ik maak het verhaal af, nu Ajax kijken, nou ja, een boek gaan lezen en met een half oog voetbal kijken--