dinsdag 26 februari 2013

De verbouwing en zo, (2)

Maar goed, ijspegels, 'stalaccen dit of dat' terzijde nu. We gaan dus verbouwen in onze VOMAR. Nu is dat natuurlijk niet zulk groot nieuws. Winkels, supers, horeca zaken verbouwen om de zoveel jaar. Je moet up to date blijven, je ruimtes aanpassen, een nieuwe 'styling' aanmeten en meer van dat soort zaken. Het is overigens mijn tweede verbouwing van hetzelfde pand. (Middenweg, inderdaad.) De eerste keer dat ik het meemaakte is nu een jaar of zes geleden denk ik, overigens was dat in het najaar. Ik weet nog dat we die zaterdagmiddag op tijd sloten, om vier uur,  en dat de leiding van de super natuurlijk alle medewerkers had opgetrommeld, maar ook van andere filialen waren mensen toegezegd,  om alle spullen die nog aanwezig waren, in kratten te verpakken, die kratten op containers te plaatsen en die containers vervolgens in de af en aan rijdende vrachtwagens te zetten. Men had gedacht rond tien uur in de avond klaar te zijn, maar, zoals ik als zei, het werd uiteindelijk nachtwerk en ik was dus pas na half drie thuis, moe en niet voldaan. De winkel bleef toen tien dagen dicht en de eerste dagen, de maandag en dinsdag, waren we verplicht vrij. Daarna was er een beperkte groep medewerkers die weer te werk werden gesteld bij het schoonmaken van de 'stellingen' de planken, roosters eigenlijk, waar de spullen op worden geplaatst en van de, verstelbare, houders, van die planken. Je kunt wel begrijpen dat er, ondanks het zorgvuldige schoonmaken van die roosters/planken, (Yeah, right) het toch kan gebeuren dat er spullen en stoffen overheen lekken en dus een residu achterlaten. Vaak zijn dat allemaal kleverige stoffen, van frisdrank of broodbeleg of, what have you.  Die roosters enzovoort, werden opgeslagen in pallets. Samen met een, inmiddels veel te vroeg overleden collega, spoten we de roosters grof schoon met brandspuiten en daarna werden die volle pallets naar de 'schoonmaak hoek' gedirigeerd. Die schoonmaak hoek was een getimmerde en daardoor afgescheiden hoek van de parkeergarage. In die parkeergarage was geen verwarming, dus het was er knap fris en helemaal omdat we alle planken/roosters/steunen ook nog eens handmatig moesten schoonkrabben en moesten na spoelen van de restanten die we met het water uit de brandspuiten er niet af hadden kunnen krijgen. Een rot klus, maar we zaten er met een man of zes aan. We kregen eten en drinken van het bedrijf, konden roken en praten en lol maken, dus, ach, de tijd vloog.
Ondertussen waren mannen met overalls bezig om de winkel te strippen en te herbouwen en af en toe namen we een kijkje. Omdat we toen, en nog, slechts een ingang hadden, waardoor zowel de vracht als het publiek naar binnen moest, waren die deuren continu open, want ook de mannen in overalls, liepen in en uit met buizen en staven en tangen en boren en al dat soort dingen meer. Het was tijdens zo'n kijkje in de winkel dat we opeens de mijnheer zagen lopen. Geen mijnheer in overall en ook geen mijnheer die leiding gaf aan die mijnheren, maar gewoon een klant. Een tachtiger, schatten wij hem in. Stel je voor: je komt op een bouwplek. Daar worden op dat moment nieuwe woningen of zaken gebouwd. Het enige wat er is, is een kaal casco. Er staan vier muren en een dak, meer niet. Niets in je hoofd zou je laten vragen aan een van de bouwvakkers, of je even naar het toilet kunt, toch? Dat was die ochtend in de winkel ook het geval. Een vloer, vol troep en stof, vier kale muren, waar alles van gestript was, en een dak, zo zag onze winkel eruit. En een heibel man! Gezaag, geboor, gehamer, geklop, horen en zien verging je.
De oudere mijnheer was, de deuren waren open immers, naar binnen gelopen en was kennelijk  het pad helemaal kwijt, hij had in ieder geval totaal niet door waar hij in beland was. Mijn gabbertje Mohammed, die met mij een kijkje stond te nemen, rende achter de mijnheer aan. "Mijnheer, mijnheer, wat komt U doen?' Het onsterfelijke antwoord van de mijnheer was: 'Goed dat ik U zie, mijnheer. Kunt U me vertellen waar ik de aardappelen kan vinden?' (Dat is, nog steeds, af en toe een grap tussen Mo en mij. Als we heel melig zijn, dan)
De dag daarvoor was mij iets dergelijks overkomen, toe ook een oudere mevrouw de entree was binnengewandeld, zoekend om zich heen had gekeken en mij vroeg waar de winkelwagens gebleven waren.
Maar goed, het is bijna weer zover. Het 'gonst' in de winkel. FM1 en FM2 zijn druk met voorbereidingen en logistieke afspraken en we denken allemaal zoveel mogelijk mee. (Schijnbaar leest FM1 mijn Blogs. Ik groette hem vanmorgen bij binnenkomst en met een grijns antwoordde hij: 'Ja, hier FM1.' Toch leuk.)
Het gonst in de winkel en er komen vreemden binnen. Ja, die komen er elke dag wel, gelukkig, nieuwe klanten, altijd welkom, maar nu komen er vreemden in mooie pakken, met aantekenblokken en met laser meetapparaten om hoogten en breedten en lengtes te meten. 'Piep', doet de lazer, goedkeurend knikt de man in het mooie pak en noteert iets. Of klakt met zijn tong en schrapt iets. Het zijn aardige mannen in die mooie pakken. Maar, het zijn bèta mannen, ja alleen maar mannen, tot nu toe, sorry dames, en bèta M/V zijn van de feiten en de cijfers en zo. Veel humor hebben ze niet, nu ja, die verbergen ze, denk ik. Misschien dat ze in hun kringen vreselijk kunnen lachen om een som als: 'Z3 - z2 = de wortel uit 71!'
Maar, toen een paar mijnheren in pakken met een grote tekening op mijn afdeling stonden en ik, lachend zei, dat k er wel tien meter diepvrieskasten bij wilde hebben, geintje!, keken ze serieus op de papieren en schudden het hoofd! 'Goh nee, dat zal niet gaan, zijn we bang voor, ik zie niets staan, hier.' Nou ja, er gaat wel eens een grap de mist in.
Maar ook de mannen in overalls zijn niet de grootste lachebekken hoor. Zo was er zo'n uitgedoste man bezig met een grote bouwtekening en een blauwe stift, en zat dingen te doen op die tekening. Momenteel is er een kleurplaten wedstrijd gaande in onze winkel, voor de Paashaas of zo, in ieder geval merk ik op tegen de man: 'Goh joh, wat een grote kleurplaat heb je, en maar een kleurstift!'
'He?' zei hij, 'nee, dit is een bouwtekening hoor, geen kleurplaat, En ik mag alleen maar met een blauwe stift tekenen.'




maandag 25 februari 2013

De verbouwing komt nader (voorlopig even deel 1)

Ik ben even een dag of wat niet bezig geweest aan een VOMAR, nou ja, In de Super Blog. Dat zat zo. Ik was zo, ik mag het niet schrijven, maar ik doe het wel, zo fucking pissed off, dat de NOS had besloten om geen wielrennen meer uit te zenden, dat ik daar nogal wat Blogs over geschreven heb. (Je kunt ze lezen op www.lucasfietst.blogspot.com, mocht je dat willen. Tik maar in op je zoek hoekje.
Waarom ik zo boos was? Nu, ik vind dat ik zelf wel uitmaak waar ik naar wil kijken en dat de NOS niet voor mij heeft uit te maken dat ik geen fietsers om den brode meer mag zien. want, zegt de NOS, die hebben de zaak lopen verklooien en, wij NOS, hebben dus een voorbeeld functie, als publieke omroep. Oke, is waar. Dat het wielrennen niet helemaal oke is, geef ik toe. Maar: ik ben er nog nooit persoonlijk door gekwetst. Ik ben nog nooit beledigd geweest door een fietser die, al dan niet stijf van de rotzooi, een koers won. Maar dat zou dan wel moeten, volgens de NOS, de publieke omroep.
Maar, afgelopen zondag, de 24ste februari 2013, zond de NOS, de publieke omroep een programma uit dat mij en waarschijnlijk honderden met mij wel kwetste. Het ging over een Koerdische mijnheer, die, zonder subsidie en helemaal op eigen houtje, een groep buurt jongeren ging 'heropvoeden.' Deze jongeren, ik chargeer niet, echt niet, want je moet o zo erg op je woorden letten tegenwoordig, deze jongeren nu hadden allen de Islam omhelsd. De Koerdische mijnheer wilde met hen 'Het achterhuis', het dagboek van Anne Frank, gaan lezen om die jongeren in te laten zien hoe het was om vervolgd te worden. Dat sloeg niet echt aan bij de jongeren van Islamitische overtuiging.
Zelden, behalve in de toespraken van Adolf Hitler, heb ik meer antisemitisme gehoord. Een antisemitisme, zo van haat en domheid doordrenkt, dat ik huiverend voor de Tv zat. De knullen vonden dat Hitler nog niet eens ver genoeg was gegaan. (Aan het begin van de uitzending kwam dan wel een kaartje even in beeld dat er anti Semitische uitspraken zouden worden gedaan, maar je zou het kaartje maar gemist hebben! Maar goed, dit was kennelijk wel goed in de ogen van de NOS dominees.)
Kees van Kooten zou hebben gezegd: 'Van dat soort dingen dus, Cock, van dat soort dingen.'
Maar goed. Daar gaat het nu even verder niet over, hoewel ik er wel..
Hou nou op jongen en ga nu beginnen over de Verbouwing. Ja, dat gaat, na zes keer uitgesteld te zijn, nu definitief door. Op zaterdag 16 maart, sluiten we om 1600 de poorten en gaan we ruimen en leegmaken. 'Alle Hens' is opgeroepen en moet komen opdraven. 'Zo', zegt men, 'zijn we met een uurtje of wat klaar met de winkel leeg te maken.' Ik heb, nu een jaar of zeven geleden, een eerdere verbouwing meegemaakt, waarbij we ook 'met een uurtje of wat' klaar zouden zijn. Uiteindelijk was dat om 0200 en was ik om half drie in de nacht thuis. Maar goed, er is dus nu een plan en een datum. 'Iet get oan' of zo, moet je dan zeggen als je een Elfstedentocht van start laat gaan. Maar het gaat bij ons echt serieus beginnen en geen tel te vroeg. Overal op mijn afdeling begint het te lekken uit de buizen, ik denk waterleiding of zo, die boven de diepvrieskast lopen. De lekkende leidingen bevatten, volgens mij, kalkhoudend water, want de deksels van mijn ijsbak zijn voornamelijk besmeurd met hardnekkige kalkresten. Daar is geen poetsen tegen hoor, ook niet met de Antikal middelen die men ons via Tv reclames aanraad. Glasex, rare naam, help ook niet. Maar het water lekt ook de bakken zelf binnen en vormen daar van die formaties die je wel in druipsteen grotten ziet. Stalagmieten of Stalactieten, ik weet die begrippen niet zo uit elkaar te houden, hoewel het laatste woord me beter in de oren klinkt. Ja hallo, seksist, ik hoor het jullie meisjes roepen, maar het is zo, de vorm van de ijskegel had de vorm van een, eh, een, nou ja van een StalacTIET, begrijp je!
-- Morgen meer, of de NOS moet ook alle mensen die BLOGS schrijven ondertussen willen verbieden--



woensdag 20 februari 2013

Over Leidinggeven en FM's (part two)

Nee, ik ben nog niet gekielhaald of bedreigd, maar dat komt omdat ik vandaag vrij was. Dus ik zal morgen de toorn der collegae wel over me heen gaan krijgen!

Wat is nu leidinggeven en hoe doe je dat? Go, die vraag is zo gemakkelijk. Want het antwoord is: dat weet niemand echt zeker. Het is een vraag in de serie: hoe ziet de hemel eruit, is er leven na de dood en heeft Armstrong de zaak nu wel of niet geflest! Ik weet het natuurlijk ook niet, ondanks al die jaren dart ik het gedaan heb. Ik weet dat er verschillende manieren van leidinggeven zijn. Dat weet ik omdat ik er diverse cursussen over gevolgd heb. dat deden we, in mijn vorige bestaan, om de zoveel jaar of zo, als er weer eens een (te trage) bevordering naakte, (oude woorden, lieve lezers en idem lezeressen, ik heb jullie gewaarschuwd) en uit al die cursussen bleek dat die mensen die die cursussen gaven of het lesmateriaal schreven, het ook allemaal niet zo wisten. Tijdens iedere cursus kwamen er allerlei andere voorbeelden, diagrammen of teksten tevoorschijn. Kwestie van voortschrijdende inzichten, of zo. In ieder geval heb ik indertijd dan, met heel vaak vallen en idem vaak opstaan, mijn eigen manier van leidinggeven dan maar ontwikkeld. Ik spreek nog steeds geregeld, ik haat het woord, maar het is even ter verduidelijking, "oud ondergeschikten" van ooit en ik ben tot nu toe nog nooit door hen vervloekt. Sterker, ja ik ben ook maar een ijdel en zwak mens, dus vind ik het leuk om te horen, ik krijg en kreeg af en toe nog wel eens een complimentje van sommige van hen.
En nu genoeg gezwolgen in eigenwaan! Aan het werk, want je gaat het hebben over leiderschap en je FM's.

Goed. Je hebt, zoals ik al zei, diverse manieren van leiderschap. De meest simpele manier is deze: 'Je gaat dat doen!' zegt Leider, (L) tegen Werknemer (W), dan volgen vaak nog de toevoegingen: 'als de sodemieter, als de weerlicht, snel, rap, vlot' of wat dies meer zij. Een tweede manier  is minder grof, maar komt op hetzelfde neer: 'Eerst even dit, dan doe je dat en vervolgens..' * Voorbeeld drie: 'Goh W, we moeten aan de bak. Er is een hoop werk, je staat alleen vandaag en het moet wel af, dus ja, ga er voor. Geef aan waar je tegen aanloopt en ik kijk of ik wat kan doen.' In figuur 1 en 2 zal W zijn werk doen, maar zonder verder mee te denken over dat werken. W klaart de klus, gaat naar huis en denkt: 'Fok it!  W zal dan ook geen verdere opmerkingen maken over eventuele bestellingen of gebreken in de voorraad of zo. 'Weer een dag minder tot mijn pensioen', zal zijn gedachtegang zijn als hij gefrustreerd naar huis gaat. In figuur 3 zal W denken: 'Verrek, hij weet dat ik het zwaar ga krijgen, dus ik ga er volle bak voor. Mocht er een kink in de kabel komen, dan weet ik wie ik moet benaderen.'
Nu kan ik een Blog volschrijven met dit soort voorbeelden, maar de meesten van ons zijn allemaal wel eens W geweest voor we, al dan niet, L werden, dus je kunt waarschijnlijk zelf 1000 Blogs volschrijven met je ervaringen. Mijn manier van leiding geven was om mensen te motiveren om iets te doen. Je legt uit wat er gedaan moet worden, waarom het belangrijk is dat dat gedaan moest worden en waarom de tijd zo kort was en waarom W het in het eentje moest doen.
Als voorbeeld moge dienen, maar dit is een Marine voorbeeld en gaat misschien niet helemaal op: er is een club marine W's naar Verweggistan en die hebben dringend een bepaalde voorraad 'voorraad' nodig. Zulke berichten bereiken je dan op de vrijdagmiddag tegen het sluiten van de markt. De W die de voorraden beheert is ziek of vrij, maar de assistent (A) van de W is er nog wel en is op punt van met weekend te gaan. A van W heeft een belangrijk weekend voor de boeg, want gaat met A van W's verloofde voor het eerst een weekend samen weg en allerlei erotische.., stop, drijf nu niet af, Luctor etc.
Als ik dan rond vieren het magazijn binnenstap en tegen A zeg dat we een probleem hebben. A kijkt sip en sipper als A hoort wat er allemaal moet worden ingepakt. Dat gaat nachtwerk worden. Ik leg dus aan A uit dat zijn collegae die voorraden dringend nodig hebben omdat er anders.. en dat er op het vliegtuig van de volgende ochtend 0900 een plaats is gereserveerd en dat ik zelf een paar uur kom helpen en heb gevraagd  om, en toegezegd heb gekregen dat, er assistentie komt. A, nog steeds niet blij, begrijpt de reden en samen zetten we de schouders er onder en de klus wordt geklaard.
Dit stuk had ik over kunnen slaan, maar ik heb het expres het niet gedaan, omdat je een inzicht krijgt in hoe ik tegenover leiderschap sta.
Leiderschap is voor mij: nooit een opdracht geven die je zelf niet aankunt/-durft. Leidinggevenden, L's, moeten dus zeker van hun zaak zijn. L. moet dus zijn materie beheersen. Dat is een punt. Verder moet W zijn  L (her)kennen. W moet dus weten wie L is. Dat kan L alleen bereiken door 'zichtbaar' te zijn, dus op de werkvloer te komen, zijn/haar smoel, in het geval van haar, gezicht, te laten zien. Als W ziet wie L is, kan hij vragen stellen aan L, maar alleen als L ook communiceert naar W. Want communicatie is natuurlijk het toverwoord. Communicatie is de olie in de machine. Als L en W kunnen praten met elkaar en hun visies en meningen kunnen uitwisselen, dan is W gemotiveerd om zijn werk te doen en weet dat, als het werk uit de klauwen loopt, of teveel is in die korte tijdsspanne, hij bij L een gehoor treft. Omgekeerd, als L weet dat W over zijn zaken en zijn werkdruk nadenkt, kan L zich in die situatie verplaatsen en zal hij eerder geneigd zijn om W meer tijd/ruimte te gunnen.
Goed, de cursus kant gaan we nu verlaten. Ik ga het Powerpoint programma opbergen en nu vertellen waarom het in onze winkel loopt zoals het loopt.
Beide FM's hebben waarschijnlijk net zoveel of misschien nog wel meer, cursussen als ik gehad over leidinggeven en hebben er, al dan niet, net zoveel of weinig aan gehad dan ik. (of is het 'als ik'?) Beiden hebben echter hun eigen manier van leiding geven gevonden. Hun manier van leiding geven sluit heel dicht bij de mijne aan, schurkt er tegen aan zelfs. Zonder verdere discussie, weet ik dat zij mijn leidinggevenden zijn en dat ze dat ook echt zijn. Dat stralen ze namelijk uit. Misschien door hun ervaring, misschien door hun zelfverzekerdheid, maar in ieder geval door hun aanwezigheid op de werkvloer, hun kennis en kunde en beheersing van hun vak, het feit dat ze geen opdrachten geven waarvan ze zelf weten dat ze er niet toe in staat zouden zijn, maar bovenal en voor mij het meest belangrijke punt): door hun communicatieve vaardigheden. De mannen praten met je, luisteren naar je en geven je het gevoel dat je van waarde bent.
Er is ooit, ja ik stop zo, don't worry, maar der is ooit een onderzoek geweest naar wat de W's in ons land belangrijk vonden. Op plek nummer een stond niets over salaris verhoging, maar over de waardering voor het werk dat  je doet.
Bij de marine hadden we een opmerking: "Een glimlach van de commandant is meer waard dan een krat bier van mijn maat." Lekker cynisch, maar heel erg waar.
Morgen ben ik weer op het werk. Hopelijk hebben de FM's dit Blog niet gelezen en hebben ze geen k..klussen voor me en hopelijk hebben collegae het ook niet gelezen en hebben ze geen hooivorken bij zich.

Zaterdag begint het wielerseizoen weer. Heerlijk, kijken naar KOERS!
* Er was ooit een FM die alleen sprak in termen van DOE DIT, DOE DAT, en ik vroeg hem of hij in reïncarnatie geloofde. 'Huh?' 'Omdat ik geloof dat je in een vorig leven namelijk een politiesirene geweest bent! DOE DI, DOE DA'
















dinsdag 19 februari 2013

Over Filiaalmanagers 1 en 2 en over leidinggeven (1)

Begin nooit een verhaal met Ik, schreef ik al eerder. Dat doe ik dus niet. Dus begin ik met Begin en da's dan wel veilig en toegestaan. Maar, wat minder veilig is, wat in ieder geval zo aanvoelt, is het Blog dat ik nu toch, eindelijk, eens moet gaan schrijven. Nou ja, moeten, dat is absurd, niemand dwingt me, maar wat ik, na heel wat 'uitgestel' en 'laat-'k-der-nou-nog-ff-mee-wachten', en zo, toch eindelijk wel wil schrijven. Op het (niet denkbeeldige) gevaar af dat ik door de mensen die dit Blog lezen (en mij al dan niet kennen) zal worden uitgekreten voor: Hielenlikker, slijmbal, softie, bazenknecht en dat zijn de nettere woorden die ik nu schrijf, doe ik het toch. Want, ik schrijf een Blog over mijn super en daar kan ik natuurlijk wel alles in vermelden over storingen en vracht en klanten en collegae, maar mijn leidinggevende(n) hoort/horen daar dus ook in thuis. Sterker nog, zij bepalen het beleid waarin en waaronder wij werken. (Geruststellend: da's een goed beleid, maar dat lezen jullie verder op. Mochten mijn collegae, die dit Blog hebben gelezen en me willen kielhalen, ja, ik ben nu eenmaal van de marine, dan kan ik altijd nog overplaatsing aanvragen naar Luttelgast of Arnemuiden of zuks. In ieder geval fiets ik sneller dan jullie en kan ik dus aan getrokken messen, uitgestoken vleeshaken en geworpen of stekende hooivorken ontsnappen, lekker puh!)
Ik ga voor de goede orde even twee dingen neerleggen. Ik ga de namen van de filiaalmanagers (FM's, ik heb ze eerder zo genoemd en zal dat blijven doen) natuurlijk NIET vermelden. Dat is niet kies vind ik, hoewel er geen blaam over hen zal worden uitgesproken, integendeel zelfs. Ik ga ook geen initialen gebruiken, want ik weet niet of beide functionarissen daar prijs opstellen. Dus ik gebruik FM 1, voor de man die de echte FM 1 is en FM 2, voor de functionaris die ook een FM 1 is geweest, maar nu (tijdelijk) even niet. Ik schrijf dit Blog dus ook NIET op verzoek van de twee mannen, maar ik schrijf het omdat het aan kan geven hoe wij, in ons filiaal, werken en hoe onze motivatie om dat werk te doen is. Goh, nu schijn ik al voor al het personeel te willen gaan spreken, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik schrijf op persoonlijke titel en vertolk, hooguit, de gesprekken in de wandelgangen van het personeel onderling.

En, wandelgangen hebben we in onze super zat! Concluderend, dat kan natuurlijk nooit aan het begin, van een verhaal, maar ik doe dat dus wel, zeg ik: dit is geen slijmbericht, ik krijg geen verhoging, ik krijg geen extra vrije dagen en ik ben bang dat ik waarschijnlijk eerder meer moet buffelen omdat beide mannen die ik hier (heel omzichtig) ga beschrijven, nu als reactie gaan denken: 'we moeten die eikel van een Lucas natuurlijk geen makkelijk 'jobbie' geven, want dan denkt de hele goegemeente dat 'ie dat verdient heeft door dat Blog.' Dus zuchtend wacht ik mijn straf dan maar af. Da's het lot van de kunstenaar en ik wilde dat ik nu een knipoog kon schrijven. (Cynisch)

Nu gaat het verhaal, je zag het al in de aanhef, niet alleen over die FM's, maar ook over leidinggeven. Nu ben ik nooit FM geweest, maar ik heb wel, vanaf mijn vijfentwintigste tot mijn vijftigste, leiding gegeven. In het begin maar aan een of twee mensen, bij de marine PAX genoemd, en later in mijn loopbaan zelfs aan dik honderd PAX, waaronder, tegelijkertijd, Belgen, Vlamingen en Walen, Tsjechen en Litouwers en Duitse militairen, maar ik aborteer weer. Ik drijf weer af. 
Voor ik mijn stokpaardje, leiding geven, ga beklimmen even een korte, en vooral anonieme, beschrijving van de beide FM's. FM 1 is rond de 40, FM 2 is een jaar of tien ouder. Het zijn allebei 'zwaargewichten' en dan bedoel ik niet hun omvang, maar ik heb het over hun kennis en kunde. FM 1 is bij ons 'geplaatst' in de jaarlijkse ronde dans die FM's her en der filialen doet overnemen. Ik herken dat een beetje vanuit de Marine. Die overplaatsingen dan. (Ik bedenk nu net dat ik in mijn hele werkende leven, ik werk vanaf mijn 18e en ben nu 60, maar twee werkgevers gehad heb, eigenlijk, de KM en de VOMAR. Wij, in de marine,  bleven op zijn langst drie jaar ergens, maar..., zie onder 'afdrijving') In ieder geval, FM 1 nam over van zijn voorganger. Als ik nu ga zeggen: "en wat een goede wissel was dat", dan klinken verwijten als die ik hierboven schuin heb geschreven, me weer na, maar: in dezelfde wandelgangen, hoor ik die woorden ook! En het is ook zo.
FM 2 kwam, geheel buiten zijn schuld en zonder enige blaam zijnerzijds, vanuit een filiaal, waar hij FM 1 was, naar ons. Ik moet benadrukken, dat er tussen hem en de leiding van het concern geen enkele sprake van wrevel of twijfel was, wat betreft het functioneren van FM 2. Speculaas wat je wilt, speculaas zo vaak je wilt, je speculaties zijn voor jou rekening, van mij hoor je niks, tenzij FM 2, die geen Blogs schijnt te lezen, beweert hij, me toestemming geeft.
Ik zei al dat het twee zwaargewichten waren. En da's ook zo. Het zijn twee mannen die, natuurlijk, al jaren ervaring hebben, anders bereik je dit niveau niet en die je niet zo snel voor een verassing zal zien staan. (Op die diepvries narigheid na, misschien, maar ik vermoed dat ze dat ook al eens hebben meegemaakt.) Op een bepaalde manier vullen ze elkaar aan. Niet alleen in de taken die ze onderling hebben, maar ook, lijkt het, persoonlijk, in hun optreden en hun manier van werken en in hun onderlinge relatie, die sterk lijkt te zijn. Der zal best wel eens heibel zijn, dat geloof ik direct, waar mensen werken of samenzijn komt dat voor, kijk naar je eventuele relatie of huwelijk, maar dan niet op zo een schaal dat wij, de 'werkvloerders', daar hoogte van krijgen of daar door worden gealarmeerd. Gekend is wel hun humor. FM 1 heeft dat en heeft een schallende lach. FM 2 heeft dat maar op een meer "Engelse" manier, maar, het is humor en er wordt gelachen. Uit mijn eigen ervaring weet ik, dat waar mensen samen kunnen lachen, ze vooral ook samen kunnen werken en dus kunnen overleggen. En, dat laatste is goud waard in de werkomgeving. Toen ik zelf nog dat werk deed, leidinggeven dus, had ik een lijfspreuk: "Als je met elkaar kunt lachen en lullen, dan kun je ook met elkaar werken."
--morgen meer--
(tenzij ik ben gekielhaald)










zaterdag 16 februari 2013

Zonder net 2

-- Verder dus--
De ochtend daarop, vrijdagmorgen j.l., dus, was ik, as usual, weer om vijf uur (in de ochtend) op en deed  de dingen die je dan doet. Ik ging op tijd weg, het weer was niet om over naar huis te schrijven en dat deed ik dus ook niet, want ik zou E. die middag nog wel spreken.
God, wat is dit flauw, een Havank, ik zei het al, ik herlees zijn boeken nu weer, dus een flauw Havank geintje, maar in ieder geval, het was gaan ijzelen de avond daarvoor en de wegen waren spek-, maar dan ook spek glad. Ik glibberde tram in en uit en naar de Middenweg en begon de dingen van de dag. En ik deed heel veel dingen van deze dag, maar ik wil jullie daar niet mee vervelen, hoor.
Maar, ergens in de krochten en windingen van mijn brein, was er een vage onzekerheid, een 'on' gevoel een, ja, ik weet niet helemaal wat voor gevoel, maar zoiets als mensen wel eens kunnen hebben als er 'onheil', of een blauwe brief of een boze partner, zwangere kat of een bezoekende schoonmoeder op je liggen, zitten of staan te wachten bij je thuiskomst.
Een ieder van ons herkent het toch? Dat begint met een vaak wat huiverig gevoel. Bij mij begint dat met een jeukerig iets tussen mijn schouderbladen, althans in die regio en ik kan het niet echt goed benoemen, maar het voelde vervelend. Dan weet ik, zeker, dat er iets onaangenaams op me staat te wachten, zie boven.  Ik werkte mijn dag af, had, desondanks, (je was gewaarschuwd, ouwe woorden) lol met klanten en collegae, moest zwaar aan de bak want ik kreeg veel vracht en moest een hoop wijnflessen op hun plek zetten en dat heb ik allemaal al verteld, dus sla maar over.
Ondertussen was ik bezig met het bedenken wat we in het weekend nu weer eens zouden eten en dat ik mijn ene fiets naar de fietsenboer moest brengen en ik negeerde daardoor de kriebel een beetje. Ik pakte om 1200 uur de lijn 9 naar Waterlooplein, stapte daar over in de 51, en las mijn 'heb-altijd-bij-boek' uit. Dat was, in dit geval een van de boeken uit de serie Verboden boeken, die de Volkskrant momenteel uitgeeft. Het boek heette Schaaknovelle en was geschreven door Stephan Zweig. Het boekje is maar zestig pagina's dun en ik was het vanmorgen beginnen te lezen en hoopte het op de terugweg uit te krijgen. (God, wat een boekje! Ik wilde dat ik zo'n verfhaal had kunnen schrijven!)
Bij het vertrek vanuit mijn werk belde ik E. nog even. Alles kits, thuis, ze had nog even gebeld met een van de kinderen en dat ging ook goed en in het weekend zou ze.. Ik onderbrak haar. 'Heb je nog op het NET gekeken?', vroeg ik haar impulsief, want die kriebels bij mijn schouderbladen waren er niets voor niets.
E. zuchtte en zei: 'Goh, ik hoopte al dat je het niet zou vragen, want dan wind je jezelf weer op, maar 't is zo, ik probeerde op het net te komen, maar nee, alles lag eruit!'

Ik zei al, ik ben een controle freak. Met het bericht van Echtgenote was ik dus niet blij en ik zei dan ook tegen haar dat ik de rest van de middag wel wist wat ik zou gaan doen, namelijk uren met de provider, Ziggo, aan de lijn hangen en nu eens aan die mijnheren vertellen hoe ik de (IT) wereld zag. Thuisgekomen, gedoucht en opgefrist en even met E. de dag doorgenomen hebbende en vervolgens dan dus maar de telefoon gepakt en, de laptop daar waar ze hoort, namelijk op schoot. Allemaal kabels in en uit diverse poorten gestopt, in afwachting van het gesprek. Dan dus het gratis nummer, overdag, van Ziggo gebeld. Ik kreeg, na diverse keuzemenu's, vijf in getal, elk met zes keuzes of zo, weer een aardige mijnheer aan de lijn die me wel helpen wilde. Hij had het dossier van de afgelopen dagen voor zich (op zijn scherm, nam ik aan) en hij, die mijnheer, zei dat het handiger zou zijn, als ik eerst even een kabeltje zou aanschaffen voor gebruik tussen modem en router. Maar die had ik al. 'Nee', zei aardige mijnheer, 'nog een extra kabeltje.' Ik vertelde dat die dingen een joet de meter kosten en dat ik al de nodige joeten had uitgegeven en dat ik hoopte, vroeg en een beetje (hevig) verlangde dat de mijnheer mij zou kunnen helpen, want dat ik betaalde voor, nou ja, vul maar in.
Mijnheer in kwestie zuchtte: 'Dan kan dit wel eens een gesprek van drie kwartier worden!' Dat interesseerde me op dat moment geen f..., want ik belde gratis via het service nummer. Ik zei dan ook tegen 'mijnheer', dat ik alle tijd had, hoor. Ik had die dag ook al de nodige uren gewerkt en klachten en vragen van klanten beantwoord, terwijl ik helemaal niet te boek stond als gratis service nummer. Mijnheer wimpelde me af, zei dat hij een kabel van wel 15 meter op zou sturen en dan een Email zou zenden hoe het wel allemaal goed kwam. Dat duurde dan wel een week of wat, maar dan had ik ook wat, zei mijnheer.
Nee, nee, nee, nu en hier. Jullie horen service te verlenen voor een product waar ik voor betaal, nu dan.
(Is dit nu heel brutaal van me? Ik voel me een beetje als iemand die het spreekuur van de huisarts overhoop gooit voor een neus verkoudheid, dus voelde ik me goddomme nog een beetje schuldig ook, achteraf.)
Iets in mijn toon of in mijn bewoordingen, drongen tot hem door. Er klonken diepe en diepere zuchten uit de telefoon. 'Maar dan kan dit gesprek nog wel eens drie kwartier duren', zuchtte mijnheer weer. 'Ja', zuchtte ik diep mee, 'ik ben wel eens een half jaar of meer voor mijn werk naar het buitenland uitgezonden geweest,ook vreselijk.' Mijnheer had, of gevoel voor humor, hoewel het geen sterk geintje was, of familie bij Defensie, in ieder geval veranderde zijn toon. Hij begon nu met een aantal handelingen en over het intikken van menu's waar, ik heb het eerder vermeld, ik het bestaan niet van wist. Uiteindelijk hebben we de vredespijp kunnen roken. Dat kwam na zijn vraag of ik meerdere aansluitingen voor computers had of dat ik meerdere gebruikers had op mijn netwerk, of in de buurt van dat netwerk. 'Want', zei de overigens hele correcte mijnheer, 'draadloos, is draadloos, net als radiogolven. U vangt ze op, maar Uw buren ook.' Een soort allegorie, maar dat is geloof ik een verkeerd woord.
Er daagde licht in mijn  bestaan! Nee, wij, E. en ik, waren de enige 'users', wij zijn met z'n tweeën. Maar, naast ons, wonen, sinds een week of wat, in ieder geval nadat de IT klachten waren aangevangen, twee, drie, vier heren uit India, die allemaal computers nerds zijn en die alle vier op de Zuidas, bij al die grote banken en computer bedrijven, werken en die waarschijnlijk ook alle vier draadloos internetten.
Het einde van een veel te lang verhaal was, is, dat we nu ingelogd zijn op een vast kanaal,draadloos, dat wel, maar dan via een kanaal dat niet automatisch al zijn zenders zoekt, of zoiets!
Begrijpen jullie het nog? Ik niet helemaal meer!








vrijdag 15 februari 2013

Zonder Net (1)

Ik heb het er geloof ik, al in eerder Blog over gehad, dat ik weer eens zonder internet verbinding zat en ja hoor, het was gisteren weer eens zo ver.Ik had weer eens geen internetverbinding. In dat vorige Blog zei ik het al: ik heb in jaren geen internet gehad maar nu heb ik het minuten niet en ik sla in paniek. Ik geef het toe, ik ben wat van een controle freak. Dingen die ik heb, moeten het doen, dingen die ik wil doen, moeten het hebben, zoiets in elk geval. In dat elke geval, ik ging na een verdiend uurtje filosoferen, (E. noemt het slapen), op de bank, maar eens even zien of er nog een mailtje was van de kinderen/vrienden/familie. Ook wilde ik nog wat checken op het net, i.v.m. het boek dat ik nu schrijf. Ik heb je een voorstadium laten proeven in m'n vorige Blog.
Dus, de gebruikelijke handelingen, de bekende knoppen inbonken, en: niets dus. Het scherm gaf aan "ERROR!" Met een groot uitroepteken. Oke, wat fout gedaan, dus opnieuw. Maar: ERROR weer. WTF! Goed, dus ik keek op de bekende werkbalk, waar ze aangeven, in mijn geval door oplopende balkjes, dat er geen verbinding was. Ik zag een soort bommetje gelijkend op die van het Monopoly spel. He nee, toch? Jeez, dat heb ik vaker meegemaakt. Goed. Stekkers uit routers en modems trekken, dan een minuutje wachten en ondertussen vloeken en schelden. Ware het dat  ik gelovig was geweest dan had ik een rozenkransje gebeden, of dan had ik op mijn knieën de Here der Heerscharen gevraagd om hulp of was ik vier maal rond het heiligdom in Mekka gekropen of op bedevaart gegaan naar Tibet, maar ja, ik ben een agnosticus dus ik vloekte stevig, rookte nog eens een zware shag en dronk in afwachting van nog een biertje en wachtte dus op GTST, nou ja, niet op dat programma, maar op de goede tijden, waarop het Heilige der Heiligen, het INTERNET, het weer zou gaan doen. Nou, lang verhaal, en nog een langer verhaal: NFW, vrij vertaald No Fucking Way!
Ik ben van een generatie die dan wat hulpeloos staat te kijken. Goed, ik heb de introductie van de computers meegemaakt. Er werd in die jaren wel elke week een fabriek geopend waar ze chips en mega chips en zo maakten, maar in die tijd heb ik altijd gemeend dat ze het over die smerige zoutjes hadden. Ja, ik dacht dan wel: 'Wat is er nu zo interessant aan een zoutjes fabriek', maar het moet een beetje voor me pleiten dat ik toen in scheiding lag, net aan een nieuw relatie begon, met E., inderdaad en dat gaat nog steeds helemaal oke, hoor, en dat mijn kop, door de soort zaken "wat doen we met de kinderen en de alimentatie en bezoekrecht", de meesten van ons kennen dat, helemaal niet naar dat soort, in mijn ogen, bijzaken, stond.
Na een uur proberen met stekkers in Routers en Modems eruit en erin getrokken te hebben en een heleboel onwelvoeglijke (weer een oud woord! maar je was gewaarschuwd) taal mijnerzijds en een aanvankelijk kalmerend en stichtelijk woord van E, harerzijds, was ik boos en gefrustreerd. Die shit moet toch werken! Ik betaal ervoor en mijn baas betaalt mij voor mijn werk, dus GVD ik moet toch kunnen werken op dat medium?
Goed. de hulplijn bellen en die was bedrieglijk snel aan de lijn. Een hele aardige mijnheer.
(Ik wil een sekse test doen nu. Waarom zijn dit soort mijnheren altijd mijnheren en nooit mevrouwen? Althans, ik heb nog nooit een mevrouw aan de lijn gehad! Vraag oplossing aan jullie!)
Goed dan. De hele aardige mijnheer liep me door een sessie van: kabels uit Modems en Routers en inpluggen van andere kabels en andere routers en het intikken van andere passwords en al dat gedoe, uiteindelijk naar het goede doel!  Na een half uur: uiteindelijk naar GT!
Ik kon weer spelen op het net. Nu ja, niet echt spelen, hoor, ik houd niet van gamen, ik ben ook niet van die leeftijd, maar ik kon weer mijn mail lezen en weer FB'en. Verheugd en begerig begon ik alle achterstallige mails en berichten 'and what have you's' te lezen. Ik was een uur lang verdiept in die acties. En opeens begon mijn kop raar te doen.

Ik nam een slok van mijn glas wit en een teug van mij Javaanse Jongens. En ik dacht. Ik dacht: eikel, een jaar of twee geleden had je geen internet. Geen e-mail, geen FB.
Ik belde, nu ja, wij, belden met mensen die we wilden bereiken. We stuurden kerstkaarten*, rouwkaarten, belden* elkaar en, als ik informatie nodig had over een of ander onderwerp, dan gingen we naar de bieb* om dat na te slaan. Of we lieten gewoon foto's van kinderen of kleinkinderen aan familie of vrienden zien.* Zonder digitale tussenkomst. Waarom ben ik nu helemaal in de ban van dat Internet?
 -- morgen meer--


*doen we nog, hoor



maandag 11 februari 2013

Chaos

Vanmorgen, toen collega M., die tevens een dubbelrol heeft als vriendin M., maar dan helemaal in het Platonische, de deur van de personeelsingang voor me open deed, zag ik haar meewarige lach. Aanvankelijk dacht ik dat die lach er was omdat ik uit mijn heldenrol gestapt was en in plaats van op de fiets te komen, met het openbaar vervoer was gegaan. (Ja, laf, het was droog, maar het is dus zo, dat van mijn woon-werkverkeer fiets, de tanden van de tandwielen springen en de ketting overslaat, dus de fiets moet ASAP naar de fietsenmaker). Ik verwisselde mijn tenue voor mijn werkkloffie, stopte mijn rugtas in mijn kluisje, dat merkwaardig genoeg no. 13 draagt, en nu weet ik waarom en stopte mijn shagbaal compleet met Zippo  in de broekzak en wilde, oudergewoonte, als eerste naar de diepvriesafdeling lopen om te zien hoe 'het land' of 'de vlag', kortom, hoe de afdeling er na het weekend bijstond. Vaak is dat belabberd, dat schreef ik al eerder, geloof ik. Als ik dan een snelle inspectie heb gemaakt van de kasten, waarvan er vier uitgeplokt zijn, zoals jullie in het Blog Miserie al konden lezen, kan ik bepalen welke spullen zo snel mogelijk moeten worden aangevuld en welke iets later. Jullie herkennen dat wel, neem ik aan, van jullie eigen werkzaamheden in welke branche van welk werk je dan ook je bezigheden hebt. Een collega van een andere afdeling had echter nog even een vraag en ik hielp hem met wat advies. Een kwartier later dan gepland kwam ik dus op mijn afdeling, waar ik mijn collega met dubbelrol aantrof, nog steeds meewarig lachend. Ik begreep die lach meteen!
Een korte uitleg. Jullie komen allemaal geregeld in supermarkten en aan het einde van de de winkel, vlak bij de kassa's is de DV afdeling gevestigd. Natuurlijk is dat zo aangelegd omdat de klanten zo laat mogelijk de diepgevroren spullen gaan kopen en af rekenen en die dan bij thuiskomst als eerste in de vriezer te leggen. Je weet dat, in de meeste supers, en zo ook bij de VOMAR, er kasten, met glazen deuren zijn en vaak een langwerpige bak, al dan niet, en tegenwoordig bijna altijd al, met schuif- of klapluikjes. Nu heb ik, op de VOMAR Middenweg, ik zeg graag IK, maar het is mijn winkel natuurlijk niet, maar voor het gemak houd ik het op ik, 19 van die kasten, die elk een meter breed zijn, een meter diep en twee meter hoog.. verder heb ik dan nog die bak, die tien meter lang en twee meter breed is en een meter diep. Ja, ik geef je expres de maten even mee, zodat je ongeveer uit kunt rekenen hoeveel kubieke meter ruimte ik, normaal gesproken, beschikbaar heb.(LxBxH).
Goed, ik kwam dus iets later op de afdeling, zag M., zag mijn afdeling en was een hyper aanval nabij. Zes kasten stonden helemaal, maar dan ook helemaal leeg. De kasten waar al het ijs in staat (of ligt, zoals je wilt). De inhoud van die kasten: 2 x 1 x 1 = 2 x 6 = 12 meter in het kubiek was overgeheveld naar de  bak en de resterende kasten. Ik was al vier kasten a 8 kubieke meter ruimte kwijt, dus ik 'zat al in nauwe schoentjes' (zoals de Vlaming zegt als hij het over Lance Armstrong of over het voetbal omkoop schandaal heeft, of over hun Staatsveiligheidsdienst, die, in felle tegenstelling tot wat de minister, die de 'baas' over die dienst is, net beweerde in het parlement, wel politici bespioneerd), maar mijn schoenen waren nu niet nauw meer, ze pasten van geen kant! Men had, men moest wat, alle artikelen uit die zes kasten met armen vol, zo stel ik me voor, opgepakt en in de resterende wel koude ruimte ge.., ja ik kan het niet anders noemen, geflikkerd.
Het resultaat was een chaos met een kop erop. Hadden de collegae bij de vorige storing de bullen, hoewel rommelig, nog wat bij elkaar gezet, of in elk geval zo opgeborgen dat de spullen, herkenbaar waren, nu was dat dus geheel anders gegaaan.
Stel je voor dat je je kledingkasten, als je een vrouw bent, of je ene gereedschapskist als je een man, oké, dom, die had je door, omkeert in je woonkamer en dan de inhoud van je boekenkast(en) of -plank(en) daar op smijt en daar nog eens de inhoud van je keuken voorraadkasten over uit stort. Dat stamp je fijntjes aan en je doet daar je financiële administratie, of je love letters of wat dan ook, van de afgelopen drie jaar bij. Laat je hond(en), je kat(ten) of je kleinkind(eren) daar op los en wacht een uurtje, terwijl je het geheel bestrooid met de inhoud van je AGF bak. Hejje het beeld vast?
Ik moest en wilde even gaan zitten, maar in supermarkten gaat dat niet en de tegelvloer is ook zo koud, toch. M., collega en platonische vriendin, ondersteunde me, geestelijk. Ik keek haar wanhopig aan en zij keek ook wat wanhopig terug. 'Want', zei ze, 'ik moet je helpen van FM2' (Ja, ja, niet zo chagrijnig nu, ik heb al een pestdag gehad en ik ga het nog wel eens over FM 1 en 2 hebben, echt!)  'Maar, M., ik kan niks hiermee, ik weet niet hoe het verder moet, trouwens, geen idee. OMG, WTF, en nu?' M. wist het ook niet, natuurlijk.
FM 1 en 2, kwamen voorbij en waren: not pleased, niet blij, nicht frolich et pas humoreux. Tja, wie wel.
Er was al een monteur opgetrommeld en die zou om acht uur komen. Ik bleef beduusd achter, vol van schouderkloppen en optimistische opmerkingen van beide functionarissen. Van de nood een deugd maken, dan maar. Dan maar kijken of er wijnen waren die gevuld wilden worden in hun respectievelijke schappen. Na een korte rondgang over wijnen voornoemd, wilden ze dat en ik deed dat en was lekker bezig. Acht uur kwam, en half negen en negen uur en ik keek in velden en ik keek in wegen en geen monteur te zien. Rond half tien wel. Een aardige vent die het probleem rond half twaalf had opgelost. Toen konden we weer gaan vullen. Maar ik werk tot twaalf en had voorgesteld om wat langer door te werken maar FM2 zag dat, met het oog op de loonkosten, ik ben zestig en dus heel duur, niet zo zitten. Twee jongere medewerkers zouden zich ermee gaan bemoeien.
Tja, al die andere kasten zijn dus ongeveer van dezelfde leeftijd, dus maaar hopen dat die het nog eeen week of vijf gaan uithouden.
Tot de verbouwing!




















donderdag 7 februari 2013

Over verzamelwoede en zo (1)

Ik vind eerlijk gezegd, dat je in Blogs of Tweets, of op (of is het in?) sociale media niemand mag beledigen of belachelijk mag maken. Althans, niemand persoonlijk, met naam of toenaam dus. Je mag instanties afkraken, zoals de belastingdienst, het openbaar vervoer, diverse ministeries en (al dan niet liefdadige) instellingen, maar personen zelf, nee, dat kan niet vind ik. Hoewel je ook moet uitkijken met het kritisch zijn tegenover die sociale media, hoor! Ik schreef ooit eens een boos bericht OVER Facebook, althans het moeilijke gebruik van spelling of zulks op dat Facebook en ik had een keur aan 'hatemails.'  Nee, zo erg was het ook niet, ik doe me nu belangrijker voor dan ik ben, maar in mijn onschuld had ik, ik was net onbezoldigd lid van die vereniging geworden en had het idee dat het een forum of platform was, waar je je ideeën of meningen kwijt kon in een groep gelijkgestemden, een dergelijk item geplaatst, maar MEN wees me er (vaak niet al te)  fijntjes op dat dat niet zo was. Wel heb ik, op een forum met gelijkgestemde zielen, mijn kritiek geuit op mensen uit mijn 'vorige leven' en dat naar aanleiding van de, ook hele kritische, berichten die ik van mijn gelijkgestemde zielen las over die mensen uit dat vorige leven. En dan alleen nog naar aanleiding van hun toenmalige gebrek aan, of totaal ontbreken van hun beleid, nu ja, dit is wat ingewikkeld.
Maar, terug komend op mijn beginzin, ik wil en zal dus niet iemand met naam en toenaam beledigen op deze media. Maar, toch moet er iets van mijn hart. Het gaat over mensen met verzamelwoede, nu ja geen mensen, meervoud, maar een specifiek mens. Namelijk een buurvrouw. Ze schijnt ooit verslaafd te zijn geweest, hebben we van vorige bewoonsters gehoord, ze is ooit getrouwd geweest met een mijnheer uit een land aan de boorden van de Middellandse zee, een land dat door onze Nederlandsche Bank, en dus door ons, zwaar wordt gesteund in de financiële perikelen en die mijnheer is ondertussen wel al overleden, nadat ze al een jaar of wat van hem gescheiden was. Ik kan wel vertellen dat die mijnheer door, zoals ik ook hoorde in het roddelcircuit, allerlei vreemde en niet natuurlijke oorzaken is overleden, maar dat zou wel speculatie mijnerzijds zijn.
Nu heeft deze buurvrouw, laat ik haar X. noemen, ook een verleden met oppeppende middelen, die, zover ik het gehoord en begrepen heb, bestaan uit het, via neus, mond of tandvlees, toedienen van een fijn wit poeder. Verder is ze nogal hyper. En dan bedoel ik niet haar ventilatie, hoor. (Men vertelde me, nee ik las het ergens, geloof ik, dat men dat poeder ook via de geslachtsdelen tot zich zou kunnen nemen, hetgeen dan zou resulteren in een, eh, in een, eh, nou ja, ik hou het kies, opwekkend en intens gevoel tijdens de daad, maar ik heb het nooit geprobeerd, eerlijk gezegd.)
Maar goed. E. en ik kwamen hier nu al weer zo'n tien jaar geleden wonen. Amstelveen, een geweldige woonplaats. Nog steeds overigens. We waren 'gevlucht', da's niet helemaal waar, we waren onder de druk van junks en criminelen, zo zeg ik het goed, verdreven uit een hele fijne en goed leefbare wijk in Amsterdam, Zuid Oost. Uit Holendrecht. We hadden daar twintig jaar met heel veel plezier gewoond, onze kinderen waren daar opgegroeid, naar school gegaan, we hadden vrienden/kennissen/buren en we hadden het leuk. Later had ik daar een tijdje mijn werk en dat was ook goed. Tot er een besluit kwam dat die saaie en nare Bijlmer hoogbouw moest verdwijnen. Nu ja, ik heb het allemaal al eerder verteld, in mijn Blogs en in mijn boeken. (Koop ze! Lees ze!) Die bewoners van die hoogbouw werden onder andere verkast naar onze wijk van HN'ers. (Hardwerkende Nederlanders, zegt Rutte, of is het Wilders?) Het resultaat was dat de criminaliteit toe sloeg. Voornamelijk door mensen die geboren waren op eilanden die iets ten noorden van het Zuid-Amerikaanse continent liggen, of mensen met een Nederlands paspoort die uit een voormalige kolonie in het noorden van dat continent stammen. Nou, is dit nu niet netjes gezegd?
Maar goed, eenmaal in Amstelveen woonden we prettig, gezellig en blij maar werden toen wel al, af en toe, geconfronteerd met de verzamelwoede van X. Aanvankelijk beperkte die zich tot haar woning, waarvan de deur vaak openstond en waarop E. en ik vaak een blik konden werpen als we, in de tijd van of na onze verhuizing, vaak even naar de zolderruimte boven de woningen moesten om spullen te halen dan wel te brengen. Later breidde die verzamelwoede zich uit, waarover later dus meer.
We wonen nog in zo'n portiekwoning die in de jaren vijftig werden gebouwd. Niet als reactie op de enorme woningnood, toen ze die vreselijke blokkendozen uit het eind van de jaren zestig en begin van de jaren zeventig zijn gaan bouwen, maar nog een degelijke woning van baksteen en met spouwmuren en zo. Vrij groot ook, ons huis, want in die tijd had je nog grote (ook Nederlandse) gezinnen. Zoals gezegd is het een portiekwoning, met een centrale hal en een traphuis naar boven. Aanvankelijk waren er zes woningen in het portiek gevestigd, maar de twee laagst gelegen woningen zijn, na een enorme bouwslag, veranderd in (ik mag wel zeggen) vrij exclusieve winkels, die er het hunne toe bijdragen om A'veen een beetje haar (onterechte) naam van 'chique' te bezorgen. Maar! Niets is minder waar! Amstelveen is niet 'chique' in de zin van 'kak', maar chique in de zin van: de menselijke maat is nog de norm. Moeilijke zin, die ik zal vertalen. E. en ik komen, rond de aanvaarding en bezichtiging van het huis met de tram terug en reizen richting Mokum. De tram is vol, de scholen zijn net uit en het is naar weer, dus veel scholieren bezetten alle stoeltjes. Dan stapt op een halte een ouder, echt ouder, echtpaar in, tachtigers, zo ongeveer. Zonder enige vorm van aansporing dan ook, staan er een diverse jongeren op, die, en dit is echt zo, spontaan hun zitplaats aan het senioren paar aanbieden. Wij, ondertussen al een beetje gehard door de veranderende normen en waarden van Holendrecht, zien dit stomverbaasd aan. De jeugd in Holendrecht steekt eerder een mes tussen je ribben en berooft je vervolgens, dan dat zij, luide muziek afspelend of wild gillend en overlast bezorgend, ook maar enige zitplaats af staan. Nee, ze hebben twee zitplaatsen per persoon nodig, een om te zitten en eentje om hun voeten op neer te leggen.
Voorbeeld twee, maar ik kan vijf Blogs vullen hoor, ik kom van het werk op de fiets. Ik fiets de stad in, op een fietspad, bevolkt met Amstelveense jeugd dat naar huis gaat. Jeugd fietst vijf breed op het fietspad, het zo moeilijk, haast onmogelijk makend, om te passeren. Ik minder vaart, roep: 'Pardon!' en jeugd gaat onmiddellijk plaats maken voor me, onder het uitroepen van: 'Sorry mijnheer, we zagen U niet aankomen, sorry!' Een laatste voorbeeld, ik stop echt, anders willen jullie met z'n allen naar Amstelveen komen: in winkels, op roltrappen, bij draaideuren, laat men hier elkaar voorgaan, houdt deuren even open of zegt: 'sorry', als zo'n deur toch dichtvalt of zulke zaken.
Al met al is het gewoon heerlijk wonen, hier. Maar: er is toch een smet op het bestaan! De verzamelende buurvrouw, dus. En wat die allemaal niet verzameld, dat, zegt men tegenwoordig, 'wil je niet weten'.
-later meer-





zondag 3 februari 2013

De verbouwing is aanstaande

Jullie hebben al gelezen dat er op mijn ijs koude afdeling, de diepvries afdeling, vier van die koude kasten helemaal kapot waren? En dat de inhoud van die kasten over de resterende kasten of bakken verspreid waren, op een manier die weinig inzicht vertoonde? En dat ik daar niet blij over was? En dat ik dus maar moest woekeren met ruimte en plekken en dat ik moest oplossingen moest zoeken voor dit soort ruimte problemen en zo?
Gelukkig hielpen FM en Assistent FM wel hoor, door aan te geven dat ik moest woekeren met ruimte en oplossingen moest zoeken. Dat horende ademde ik zwaar in, maar niet ten gevolge van het roken van mijn Javaanse Jongens Tembago shaggie, toen ze dit zeiden. Ja, daar was ik me ook al van bewust. Ik moet ruimte maken of creëren, ja, Goh, ik ben niet helemaal achterlijk. Goed, ruimte maken dus. Nu heb ik in mijn 'eerste leven' zoals ik mijn 'carrière' bij de Koninklijke vaak betitel, ja de Koninklijke Marine, daar heb ik tweeëndertig jaar bij gediend maar dat schreef ik al, misschien tot vervelens toe, wel geleerd om zuinig om te gaan met ruimte. Voor het opbergen van je 'barang', da's een Indonesisch woord, wat zoveel betekent als; je spullen, had je op de Onderzeebootjagers vaak maar 1 'plunjekastje', dat ongeveer 20 bij 20 bij 30 centimeter was en waarin dan de inhoud van 2 volle plunjezakken moest gestouwd worden. Ja, je overjas, een palatot, heette dat ding en die woog een kilo of dertig of zo, kon je dan in een gemeenschappelijke ruimte hangen, maar je moest ook je burger kleding nog eens kwijt zien te raken. Kortom, een heel gedoe. Nu hadden wij het, wij van de bovenwatervloot, nog heel ruim in tegenstelling tot onze collegae die op de onderzeeboten dienden. Die mannen hadden ook wel zo'n plunjekastje, maar die was ongeveer de helft van die, die wij op de 'apenkano's' zoals de mannen van de onderwatervloot onze prachtige grijze schepen betitelden,hadden.Verder sliepen we, op die jagers, met een man of zestig in een slaapverblijf die de omvang had van de schuur waar ik nu drie fietsen in kwijt kan. Je sliep vier hoog, onder elkaar en het gezegde ging bij ons, dat als je een erectie had, je bovenbuurman zich aangerand voelde. De jongens van die onderzeeboten deelden hun bedden (tampatjes, ook Indonesisch) dat wil zeggen, als maat A opstond, schoof maat B zijn bed in, zonder het beddengoed te verschonen, overigens.
Aan het einde van mijn loopbaan diende ik nog een aantal jaren bij het Korps Mariniers en daar kreeg ik mijn 'huis op mijn rug' uitgereikt. Ik heb daar meer over geschreven in mijn boek Ter land, ter zee en op de fiets, overigens. In een rugzak, een Burgan, heette dat geloof ik, moest je je hele uitrusting dragen voor het verblijf in warme dan wel koude of gematigde streken. Zo'n Burgan woog dan wel 35 kilo of zoiets.
Maar goed, woekeren met ruimte is dus een tweede natuur geworden ongeveer.Dus ging ik afgelopen vrijdag maar eens passen en meten en meten en passen, trok hier verpakkingen vandaan die ik daar dan weer kwijt kon, zette pakken rechtop, die eerst op hun zijkant stonden, legde dingen plat en andere dingen op hun zij en, tussen al die wisselliggingen door kwam er ruimte in mijn grote bak.FM of Ass FM, )oké, ik blijf in gebreke, maar het verhaal over hen hoor je, ik beloof het je toch), hadden ondertussen prachtige A 4 tjes getikt met een tekst als: "Deze kasten zijn defect en gedurende de volgden weken vind U de goederen uit deze kasten in de groet diepvriesbak ACHTER U." Nou, hoe duidelijk kan je zijn? Ik bedoel: de lift in je flat is kapot. Er hangt dus een briefje: Lift defect, een ander voorbeeld, eh, de A 10 is afgesloten, er staat of hangt dus een bord: Weg afgesloten, alternatieve route is via.., Of: je trein of tram komt niet en er wordt dus omgeroepen, nee, da's een slecht voorbeeld, want dat gebeurt nooit. Even kijken, oh ja, je staat rood en je pinautomaat geeft aan: geen saldo beschikbaar, ik noem maar een paar ongenoegens  van het leven, nou, hoe moeilijk kunnen die mededelingen zijn? Je leest ze , en je wordt, in het geval van de lift pissig, k.. trappen lopen dus, in het geval van de A 10 wordt je nerveus, God dat sollicitatiegesprek dat ik over tien minuten heb, en nu? De tram of trein, nou ja, dat ben je al gewend, dus je reageert verder niet, je ademt toch ook zo veel maal per minuut en daar reageer je ook niet op, en je negatieve saldo verwijt je je echtgenote of andersoortige partner, want zelf geef je nooit te veel uit, toch?
Maar een A 4, kleur wit met lettertype Times Roman zwart, puntgrootte 18, dat zegt dat er vrieskasten defect zijn, nee, dat bestaat niet, dat is niet te lezen. Dus trek je als klant de glazen deuren van de kasten open en kijk je naar lege stellingen. Dus gooi je, na de negatief uitgevallen inspectie van dezelve planken, als klant die deuren boos dicht, wendt je tot de arme, kleumende en met ijs bedekte handschoenen dragende vakkenvuller van de vriesafdeling en zegt op barse toon: 'Waar zijn de bitterballen? Waar zijn de Mora kroketten, God, jullie kunnen ook niets goed vullen hé? Dit is de derde dag achter elkaar al, dat die kast leeg is!' De arme vakkenvuller in kwestie, een man van tegen de zestig die er, ondanks zijn kalende hoofd en zijn (nog) resterende grijze haardos nog steeds een jeugdige en vitale uitstraling heeft en aan wie George Clooney wel eens een jaloerse mail heeft geschreven hoe het nu kan dat hij zo'n jeugdig toonbeeld van de mensheid is, zucht berustend. Dit is de zoveelste vraag over dat onderwerp. Hij kalmeert je, als boze klant, neemt je, geestelijk, bij de hand en wijst op de voorraad die elders is opgeslagen en legt op een hele vriendelijke toon uit wat waar ligt en waarom dat zo is. Ook zegt de sympathieke en charmante, wat oudere man, dat de verbouwing van de VOMAR aanstaande is, 'Nog een weekje of vier", zegt hij geruststellend, zoals een wijze grootouder tegen een kleinkind.  'Oh, sorry', zeg jij als klant wat schaapachtig, 'ik dacht als, die VOMAR is altijd zo goed gevuld, ik dacht al..' Klant af, vakkenvuller, de wijsheid van zijn jaren betrachtend mompelt dan: 'Denken moet je aan een paard overlaten, die hebben veel grotere hoofden.'
Die avond is betreffende vakkenvuller terug in de boezem van zijn gezin, dat nu alleen nog maar bestaat uit E. De kinderen die uit hun nog steeds harmonische en actieve (op meerdere fronten) huwelijk stammen zijn volwassen en de deur uit, studeren, werken, verwekken kleinkinderen en bouwen aan carrières en dat soort zaken. Zijn gezin bezoekt/belt/mailt/faceboekt/semaphoord/faxt het ouderpaar  nog heel regelmatig en naar volle tevredenheid en vakkenvuller en zijn E. hebben helemaal geen last van het zogenaamde 'verlaten nest' syndroom.
Rond negen uur 's avonds gaat V., die net zijn boek: Madame Bovary heeft weggelegd, wat een heerlijk boek, heeft hij zijn E. toegevoegd, zijn pc opstarten en checkt zijn E-mail. Hij leest de mail van George C. en antwoordt de wat jaloerse acteur: Dear George, het succes is: een regelmatig leven. Ik drink, ik rook, ik fiets schrijf en lees, maar, ik drink geen Nespresso.