zondag 30 november 2014

De Steelpiek

Ja, wat mot je nou met zo een kopje? Wat zegt dat en vooral: wat betekent dat? Nou ja, ik heb het niet van mezelf. Ik las het gisteren in De Volkskrant. Je kent het dagblad wel. Wat zuur, wat cynisch, wat linkserig en zo, maar: wel een krant zonder al te veel sensationele verhalen en zo. 

Om te beginnen. Onze lieve kat, zie mijn vorige Blog, is nog bij ons. We willen haar vertrek naar de 'Kitty heaven', zoals de jongste dochter dat noemt, niet overhaasten, maar we willen het afscheid ook niet te lang laten duren, voordat ze echt gaat leiden. We proberen een Gulden Middenweg, (nu ja, dat laatste woord is dan wel weer toevallig gekozen) te kiezen. We 'monitoren', zoals we dat noemen, haar goed en zijn bedacht op elk teken van de eventuele pijn die ze moet hebben of zo. Nodeloos te zeggen dat we allemaal nog steeds verdrietig zijn en ook allemaal, elk op ons eigen manier, met haar aanstaande vertrek om gaan. Maar: ja, wat onvermijdelijk is, is dat ook. Bij het schrijven schiet ik weer vol. 
(Ik wilde nog meer schrijven over ervaringen in mijn leven als ziekenpa, maar laat dat even voor wat het is, nu.)

Dus zat ik gisteren op mijn gemak de bank. Zaterdagen zijn voor mij rustdagen. Ik ga eerlijk bekennen dat ik niet meer de jonge haan ben die ik een paar jaar, wat, het lijkt wel een paar maanden, terug was. Ik heb nu mijn vrije dagen nodig om bij te trekken, om te recupereren, zoals dat heet in fietsjargon. Ik doe op die zaterdagen ook niet al te veel, zoals ik al schreef. Ik/we gaan wat boodschappen doen, we beginnen alvast aan het eten voor de volgende dag, als veel van de kids mee komen eten en ja, de rest van de dag hang ik, met kranten/bladen/boeken om me heen. Op de bank, hoor. Maar, genoeg over mij. In die j.l. Volkskrant las ik een artikel dat me behoorlijk aansprak. Het ging over "De Steelpiek". Oeps dacht ik: we hebben eerst de Zwarte Pieten discussie gehad, komt nu de kerstboom discussie aan bod? Ik bedoel: mogen we geen pieken meer in de bomen hebben of zo? (Er is natuurlijk al een enorme discussie op dat kerst gedoe gaande en gaande geweest. Er zijn bedrijven waar men geen kerstversieringen meer mag/wil/kan optuigen omdat dat tegen borsten van mensen met andere geloven zou stuitten. 
"Mark my words": of wel: "let op mijn woorden": vanaf 6 december gaat die discussie weer in alle hevigheid losbarsten. Dan zullen de kranten weer bol en vol staan van alle bedrijven of winkels waar men geen ballen/(nep)hulst/(nep)takken/pieken en kerstmannen meer mag neerhangen*/zetten*/plaatsen* (*streep door wat niet van toepassing is) zonder dat de mensen met een ander geloof of een andere cultuur dan die zij hebben, maar die wel in de kerst geloven, daar aanstoot aan nemen en ons dat "fijntjes" laten weten. Waarbij wij diverse tradities van hun diverse geloven, ik noem alleen maar onverdoofd slachten, wel moeten accepteren. Maar soit.
Want daar ging het dus niet over, over het stelen van pieken. (Nee, geen poen, maar, eh, nu ja, ik ben weer op zijn Zeelands bezig, begrijp ik.)
Nee. Het ging over de enorme bedragen die jaarlijks gejat werden in ons land uit winkels. (Ja, supers ook, maar natuurlijk ook uit warenhuizen en zo.) Tijd voor getallen. Ja, saai, inderdaad, maar: lees en vrees, luister en huiver, werp een blik en schrik. Per jaar wordt er voor 520 miljoen euro in winkels gejat. Dat komt neer op een schadepost van 213 piek per gezin. (Maar, ik heb nog nooit een rekening van 213 eurotjes op de mat gehad van winkels, zeg je nu.) Nee, ha, ha, natuurlijk niet, clevere Harry, maar die 213,00 is het bedrag dat de winkelbedrijven doorberekenen aan de clientèle. Dat wordt natuurlijk doorberekend in de prijzen van de artikelen die we kopen. Ik heb ooit eens gelezen dat een super, ook onze Keten dus, een euro omzet moet maken voor 10 cent verlies, hetzij door diefstal, hetzij door dat er spullen worden weggegooid en zo. (!) Veel van die spullen MOETEN we weggooien omdat mensen die boodschappen doen, het vertikken om een verkeerde keuze die ze hebben gemaakt terug te brengen naar de schappen. Kijk, als je bijvoorbeeld een pot sambal/jam/pindakaas/hagelslag/schoenpoets toch niet echt nodig hebt en je legt dat tussen de frisdrank of de vuilniszakken neer, oké, asociaal, maar dat ruimen wij wel weer op. Maar: als je een kilo sukadelappen of kipkluiven in die stellingen of bijvoorbeeld in het vriesvak legt legt, ja, dan moeten wij dat weggooien en dat kost natuurlijk. Dus: berekenen onze economen dat door in de prijzen van de artikelen. 
Dus ja, asociaal bezig zijn. Dat betekent wel, maar dat is ingesloten in het woord asociaal, dat je de rest van de mensen benadeeld. 
Even wat cijfers: er worden 43.400 diefstallen per jaar gemeld uit winkelbedrijven. Daarmee is ons land toonaangevend. Na Finland en Spanje staan we op de derde plek van Europa.

Tja!
=morgen meer=



dinsdag 25 november 2014

Heel veel emoties: een naderend afscheid.



Terwijl ik dit schrijf branden er tranen achter mijn ogen en heb ik een enorm brok in mijn keel en dat zelfde geldt ook voor E. We zijn beiden enorm emotioneel. M'n lief en ik weten dat het moet gebeuren en zou gebeuren, maar het is nog steeds onaanvaardbaar. Daarvoor is het nieuws te vers en te rauw. Vandaag waren we weer eens bij de dierenarts met onze trouwe en oudste poes, Tabby. Ik heb meer over haar geschreven zoals jullie gelezen hebben. Ze is ondertussen zestien en een half jaar en dat is, maar de rekensom gaat natuurlijk niet echt op, omgerekend honderd jaar in mensenjaren, als je het zo wil zien. Ze is al zes jaar diabeet en we verzorgen haar dan ook voor die ziekte, gedurende die tijd. Twee keer daags krijgt ze injecties met insuline, we, ja, we, wij beiden zorgen voor haar, we houden ons aan haar dieet, gaan op gezette tijden ter controle naar de dierenarts en hebben gewoon de zorg voor het beestje. Want: als je een dier in huis neemt, ben je voor het beestje verantwoordelijk en kun je je er niet met een Jantje van Leiden afmaken, vinden wij. (Een morele plicht, dus.) Dus, toen Tab, een goede zes jaar geleden ongeveer, gediagnosticeerd werd met haar suikerziekte, was een van de vragen van de dierenarts, die we toen voor het eerst zagen: 'Wat doen jullie, laat je hem inslapen of ga je voor een behandeling?' Wij vonden een belachelijke vraag, zie onze redenatie boven. Natuurlijk zouden we voor het beest zorgen en natuurlijk stelden we vragen over het hoe en wat en over het eventuele lijden van het beest. 'Nou, ze kan, als alles goed gaat, nog jaren gezond mee hoor', vertelde hij, M., monter. We weten nu, dat hij blij was, dat we zoveel verantwoordelijkheidsgevoel hadden en niet een beest zomaar lieten afmaken, zoals wel veel en vaak gebeurd.
M. is ondertussen, na al die jaren, een beetje een vriend geworden.We kennen hem dus, zoals gezegd, al dik zes jaar, we weten iets over zijn gezin en zijn liefhebberijen en ondertussen hebben hij en ik een gezamenlijke hobby ontdekt, namelijk de eerste wereldoorlog. We lenen van en aan elkaar boeken en DVD's en in een leuk gesprek bleek dat we allebei in de zelfde periode in de zelfde kazerne hadden gediend. Hij als Officier bij de Landmacht en ik als Onderofficier bij de Koninklijke Marine. We zijn elkaar natuurlijk wel eens tegen het lijf gelopen, denk ik. Maar ja, om nu zomaar als marine man te erkennen dat er Landmacht lui bestaan, ja, dat is net even een brug te ver, zeg maar. Dus er waren geen blikken van herkenning, bij die eerste ontmoeting.
Met Tab ging het 'goed', al die jaren. Ze bleef pittig, wat voor een kat betekent dat ze maar 75% van hun dag verslapen en voor de overige 25% was ze bezig met eten, drinken en het schooien om eten. Dat schooien om eten werd zo erg dat we haar 'Food-junk' gingen noemen. Werkelijk waar, je kon niets, letterlijk niets op een bordje leggen, of: hup, daar kwam Poesje Mauw aangerend om een deel mee te snaaien. Dat maakte niet uit wat, hoewel ze wel kieskeurig was. "Ham: ja, gebakken ei: minder, tosti: yes please, stukkie gehaktbal: heerlijk, hachee: helemaal mijn ding. Oh, wauw, je hebt een kroketje: hier met dat spul". Ze tikte dan met haar nagels tegen je bordje aan en schraapte met der pootjes het eten onder je vingers weg. Waarop wij verzuchtten: 'Je kan verdorie niet eens rustig iets eten zonder dat junkie er bij zit!' Vaak zetten we haar dan maar op de gang, de deur naar de woonkamer dicht zodat je wel even een hapje kon eten.

Maar goed, de laatste maanden ging het minder en minder. Ze viel af, ze verzorgde zich minder, nu ja, je kent een beest al jaren en jaren en dingen vallen je op. Dus waren we, de vorige maandag, maar weer eens voor een maandelijkse controle getogen, met al onze vragen. De arts van dienst maakte zich zorgen, dacht aan een schildklier afwijking en verzocht ons om een week later, gisteren dus, terug te komen. Wat we natuurlijk deden en waarbij M. ons in de spreekkamer uitnodigde. Hij prikte bloed, voelde en tastte en maakte zich zorgen. 'Het zou wel eens iets ernstigs kunnen zijn', deed hij niet geruststellend. 'Ik denk aan een maligne ..' waar hij verder aan dacht weet ik niet meer, het woord "maligne" sloeg bij ons beiden in als een bom. Tja, maligne: kwaadaardig. Samen met een collega maakten hij een echo. Het vonnis was al gauw geveld. Tumoren in haar hele buikje. Ten dode opgeschreven. Ik liep weg, hete tranen over mijn wangen, mijn E. volgde en we stonden even samen buiten, waar de fraaie herfstzon onderging in onze wolken van intens verdriet.

M. gaf ons de tijd, troostte waar hij kon en ja, wat we al wisten, het hoge woord moest eruit: 'Hoe lang nog?' Nu, dat is moeilijk in te schatten, natuurlijk. 'Wacht niet te lang, hoor', was zijn antwoord, 'waarschijnlijk heeft ze het nog een tijd goed. Maar: wacht niet te lang'. Hij gaf ons alternatieven aan: enorme doses Prednison, Chemokuren, enzovoort. Maar dat zou het leiden van ons dier alleen maar verlengen. Dus zaten we, met natte ogen en betraande wangen, eenmaal thuis, met de vraag: wanneer gaat ze haar laatste reis aanvangen? Hoe lang willen en mogen we nog wachten om haar in te laten slapen? Oh, natuurlijk, ze heeft een goed leven gehad, ze ging, vaak mee op vakantie, genoot er van, op de katten manier,  een beetje, ze is geliefd bij iedereen, ze is en blijft een nieuwsgierig aagje, nog steeds, maar we willen niet dat ze onwaardig sterft,als jullie me begrijpen.
Dus ja, we zien het aan, geven alle liefde die we hebben aan het beest en hopen dat we signalen oppikken als het niet meer gaat. Maar, lang zal het niet meer duren, zijn we bang voor.

Tabby is de eerste van ons gezinnetje, dat we allemaal zijn en waren, die straks de deur uitgaat zonder dat ze ooit weer terug komt, zonder dat we haar ooit weer eens zien of met haar kunnen praten of zo. Zestien en een half jaar heeft ze samen met ons een lang pad bewandeld, maar nu moet ze, of gaat ze, noodgedwongen binnenkort een andere weg in. 

Ik laat mijn tranen nu maar stromen, ik kan niet anders.



zondag 23 november 2014

Grumpy again, maar over leidinggeven, nu.

 Als je dit stukje gaat lezen gaat het over leiding geven. Dit is over leiding geven in het algemeen en het stukje is dus zeker niet toegespitst op bepaalde herkenbare mensen of herkenbare situaties of zo. Dit om problemen te voorkomen en natuurlijk om te voorkomen dat mensen zich bij voorbaat al aangesproken voelen. Het vorige Blog ging over mijn dagen in mijn wereld van toen, in mijn wereld van ooit. Die nooit meer terugkomt, natuurlijk.

Maar, die onvoorspelbaarheid in de dingen die je, als leidinggevende, tegenkomt bij onze Grijze Schoorsteen lijn, kun je dus ook weer vertalen naar de gewone werkvloer, zoals ik al opmerkte. En, zoals reeds geschreven, er bestaat geen "zelfhulp" boek over al dat soort vervelende zaken, ik wilde eerste een naar woord gebruiken, maar ik heb sinds kort begrepen dat ik er nu ook een vrouwelijke lezeres heb, die mij een compliment gaf over mijn Blogs en die me niet herkende in de vrij venijnige en schrijnende verhaaltjes, maar wel echt ook zo gemeende, Blogs die ik even geleden schreef, dus ga ik dat soort nare woorden maar uit de weg. Ze is een lieve en goede en, in mijn ogen, "nog onschuldige" collega, die ik niet de oren wil doen laten tuiten. (De grap is dat wij vrij vaak over leiding geven en over leiderschap hebben gesproken, tijdens het genieten van een sigaretje. Ik geloof dat mijn toenmalige woorden niet tegen doveman oren werden gesproken. Ze is chef van een andere afdeling nu, maar haar toenmalige afdeling draait goed, zeg maar. En, waarschijnlijk helemaal misschien wel niet door onze gesprekken, maar, misschien een beetje wel.)
Maar goed, ook op onze (Keten) werkvloer komen er totaal onverwachte zaken voor waar je je, als leidinggevende FM of afdelingschef, niet tegen kunt verzekeren. 
Stel, de donderdag breekt aan. Een drukke dag, nu ja, alle dagen zijn dat wel, maar de donderdag heeft een soort sterretje achter/voor haar naam. Waarom? Geen idee, maar het is nu eenmaal zo een dag. Deze donderdag wordt dan nog eens extra pikant gemaakt, doordat er, om redenen die nooit zullen worden opgehelderd, geen mensen zijn voor de zuivel- en de groente afdeling. Slecht gepland? Nee, dat geloof ik niet. Want, we hebben, ik schreef het al eerder, wel zeven vaste medewerkers minder. Drie trouwe leden zijn (helaas voor hen), langdurig ziek dan wel revalideren of re-integreren ze, maar ja, da's natuurlijk niet full-time. Ook werden er meerdere collegae overgeplaatst. Onze "De Keten" expandeert, (is dat het goede woord? Mijn spellingscontrole geeft in ieder geval geen fout aan) en we openen momenteel filiaal na filiaal. Hoe kom je, in die nieuwe filialen aan goede mensen? Door ze van andere winkels over te plaatsen. In de KM noemde we iets dergelijks" Kannibaliseren", je gebruikte de onderdelen van andere schepen om jouw schip te kunnen laten varen. Onze directie zal der ook wel een gedachte over hebben, over die zaken, het schuiven met personeel, maar hoe dan ook: de afgelopen donderdag morgen was het weer feest en prijs en leek het de Staatsloterij wel. 
Dus werd collega R., hij van het KDT, van zijn eigenlijke werk van die dag, een of ander administratieve klus, gehaald. FM zag: geen pax op de groente, dus: R. doet nu groente. Ook was er geen bemanning voor de zuivel afdeling. Dus begon ik dat dan voorlopig maar te doen. Maar: toen ging er een telefoontje op het toestel van FM. Op het filiaal O., iets verderop, had men al helemaal geen volk, geen pax, zo als dat heet dat bij het Korps. Dus moest collega R. daar een (overigens niet te declareren, want te voet) dienstreis naar toe maken. Dus was er ook geen pax op de groente dus ging schrijver dezes de groente vullen.
Hetgeen een genot is. Ik meen dat! De groente afdeling, nu ja, de onze dan, is groot met een enorm assortiment en staat onder de heerschappij van een collega die: "geen gelul, vullen en goed", als lijfspreuk heeft en dat dus ook waar maakt. Dus vulde ik de groente afdeling terwijl een man van weer een heel andere afdeling zich bezig hield met de melkpakken en de potten Griesmeelpap en de pakjes vleeswaren en zo. Goed? Nee, maar, een noodgreep van onze FM, die gelukkig goed uitpakte. Dus, improvisatie is deze man wel toevertrouwd. 
Ik weet ook wel waarom dat zo is, overigens. In dat gesprek, zie eerdere Blogs, vertrouwde hij me toe, dat zijn grootvader bij de KM was geweest. Tja, en dan weet je het wel. Marine genen, altijd goed, toch?


vrijdag 21 november 2014

Een "grumpy old man", over zijn herinneringen

 Als je dit stukje gaat lezen gaat het over leiding geven. Dit is over leiding geven in het algemeen en het stukje is dus zeker niet toegespitst op bepaalde herkenbare mensen of herkenbare situaties of zo. Dit om problemen te voorkomen en natuurlijk om te voorkomen dat mensen zich bij voorbaat al aangesproken voelen. Het Blog gaat over mijn dagen in mijn wereld van van ooit.

Leiding geven, en dan goed, echt, leiding geven, is het moeilijkste dat er is, nu ja, na het bevallen van kinderen dan, zegt E. Of de maandelijkse stonden, zeggen bijna alle vrouwen, wat natuurlijk onzin is. Want: welke vrouw staat iedere dag voor dag en dauw voor de spiegel met een scheermes in de hand? Dus, nee, geen gedoe over die periodes. Bovendien: de dames van de schepping construeren een maal per maand in hun vruchtbare leven een eitje. Wij, mannen produceren 70 miljoen, ja ga der maar aan staan, meiden 70 x 10 tot de zesde, zaadcellen per dag. Wie hoort ons mannen klagen? Nee, wij dragen die last en gaan verder fluitend door het leven, dus, hallo, even kappuh nau, dames!
Hoe kom ik hier nu weer op? Oh ja, ik geef leiding aan de z... fabriek, oh, ja zo, is het.

Maar goed, leiding geven, de "baas" zijn, de verantwoordelijkheid op je nemen, het voortouw nemen, is niet gemakkelijk, in tegendeel: het is een zware klus, die je overigens vaak in je schoot geworpen krijgt, zonder dat je echt weet of wist wat er met je gebeurde of zonder dat je enig weet had van wat je overkwam. Oh, natuurlijk worden er allerlei opleidingen in gegeven en allemaal vervolg cursussen en zo, maar, het blijft een verrekt moeilijk iets. Temeer daar er op de meest onverwachte momenten, de meest onverwachte zaken gebeuren en er geen handleiding voor leidinggevenden bestaat, getiteld: "Hoe te handelen bij onverwachte zaken op onverwachte momenten, met alle voorbeelden die er in de hele wereld bestaan, door Prof. Ir. Dr. Hup van Keeken". Dat betekent dus dat je, als leiding gevende*/kaderlid*/baasje* (streep maar door hoe je zelf denkt dat je in je organisatie staat) opeens geconfronteerd kunt worden met de meest vreemde zaken. Kijk maar eens om je heen (en dat ook als niet leidinggevende), wat er allemaal kan gebeuren op de werkvloer en dan vaak ook nog tegelijkertijd en allemaal even gecompliceerd. (En, maar, zoals Koot zou zeggen, dat speelt zich op elke werkvloer af hoor, niet alleen mijn huidige.)
Zelf heb ik het nodige voor mijn kiezen gehad, hoor, qua onverwachte evenementen, vooral in dat zogenaamde vorige leven, zoals ik mijn tijd in 's Lands wapenrok blijf noemen. Aan boord van Hr. Ms. schepen, maar dat was dus zo in in mijn tijd, lees nu Zr. Ms. schepen (zeg trouwens nooit de Hr./Zr Ms. schepen, dat geeft geen pas, je mag zeggen DE Doorman maar nooit DE Zr. Ms. Doorman. Je mag overigens ook nooit zeggen dat mensen van de vloot mariniers zijn. Mariniers zijn een apart onderdeel van de vloot. Het jongste onderdeel dan ook nog eens met een heleboel pretenties, maar, soms, toegegeven, ze maken het wel waar.)
We, ik praat een beetje voor de groep mannen waar ik al een tijdje geleden over had, maar alle marine lui, natuurlijk, gingen dan naar zee en ja, wat doe je om je voor te bereiden op het meest erge dat je kan voorkomen op een schip van oorlog, op een schip met dingen die heel luid "BOEM" doen, op een "voor-niks-nie-bang-boot" zoals de Zuid-Afrikaan dat noemt? Namelijk het voorkomen dat jouw schip naar de Ratsmodee gaat door de vijand, maar wel om te kunnen zorgen dat dat andere schip wel naar de Ratsmodee gaat? Oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Om dat, op de rustdag van de week, de zondag, ja, nog eens dunnetjes over te doen. "Six days of the week thou shalt work, but on the seventh day thou shalt work a damned sight harder", zeiden de Limeys, onze Engels collegae ooit. Want: oefening baart kunst, weet je wel. Of, een klein beetje, (een ook wat verkeerd citaat maar wel iets in die richting): Artis Natura Magistra, maar dat is ietwat ver gezocht.
Dus je oefent je bepaalde mannelijke anatomische delen uit de befaamde broek. Dagelijks. Met alle mogelijke, nare, scenario's. Zo een schip is, net als elke organisatie, opgedeeld in afdelingen. Aan het hoofd van elke afdeling, in mijn 'toenspraak', een divisie, staat een hoofd. Dat hoofd, vaak een officier, vaak een onderofficier, moet zijn mensen dus aansturen om: branden te blussen, te voorkomen dat er branden komen, dat er wel raketten of kanonnen, worden afgevuurd, dat er geen vliegtuigen het schip gaan verkennen, dat onze vliegtuigen de vijandelijke schepen wel gaan verkennen, dat er geen gewonden vallen, dat die gewonden dan ook verzorgd en geholpen worden, dat er geen branden ontstaan, dat die branden dan bestreden worden, dat het schip altijd zal kunnen blijven drijven en vechten, dat er nog steeds gegeten en gedronken kan worden, dat er dus geen storingen in de wapen systemen ontstaan, maar dat die wel verholpen worden, nu ja, zoek het maar uit. Je bent met een m/v of 180, in de laatste generatie schepen waarop ik diende dan, maar je hebt, bij om het eggie en bij oefeningen, werk voor het dubbele aantal mensen. (in mariniers taal: Pax)
We deden dat oefenen natuurlijk daar waar we waren, qua patet orbis, zo wijd de wereld is, de befaamde spreuk van ons Korps. Maar, voornamelijk deden we dat onder de bezielende leiding van de Royal Navy, de Butsen, de Limeys, nu ja, de Engelse Marine. De doorsnee Brit heeft in mijn ogen drie enorme pluspunten, boven ons Dutchies, of Cloggies, zoals ze ons noemden. De Brit is "a sporting gentlemen", hij/zij heeft een enorm gevoel voor humor, zie de Engelse comedy series maar eens en: ten derde het zijn bijna allemaal ras acteurs. (zie series als Downton Abbey, Poirot, George Gently en..) Dus ging elk schip een maal per jaar, het ligt anders, maar de verwarring is al groot genoeg bij de niet KM lezertjes, naar de zuidkust van het UK, om daar,gedurende een week of acht, afgeknepen te worden. Door de Engelsen. Die dan onze schepen 'overnamen' en kans zagen om leiderschap te inspireren in de jongste matrozen of om de hoogste rangen aan boord, op een zijspoor te zetten.
Ik geef een klein voorbeeld: we kregen een oefening voor onze kiezen dat nagebootst was van een hele nare affaire die de RN had meegemaakt tijdens hun oorlog tegen het land van de vrouw van onze naamgever van de marine schepen. Cryptische vraag. Gaan jullie voor de honderd punten, of nemen jullie een joker?
Heel goed, Argentinië, de Falkland oorlog. Daar was HMS Sheffield geraakt door raketten en het schip was bezaaid met honderden gewonden. Wij, medische dienst, moesten dat scenario oplossen, op onze manier. Midden in de oefening vertelde een Engelse scheidsrechter dat ik nu opeens dood was. (Gelukkig dan, ik wilde al even een pafke doen en kon nu even aan dek staan.) Mijn vrouwelijke opvolgster, Ellen, was opeens de baas over de geneeskundige dienst! Ze slikte, keek om zich heen, zag al die (perfect geschminkte) gewonden en: leiderschap trad in. Ze delegeerde, ging patiënten bekijken, vertelde een bemoeizieke officier dat 'ie maar even anders moest gaan zitten 'kwijlen' en ik was trots al een aap met de bekende zeven je-weet-wellen op haar!

=Leiderschap, later meer=









dinsdag 18 november 2014

Langzaam "In the Mood"



(Deze foto geeft het begin aan van de mooiste straat van Amstelveen, waar wij wonen. Wij wonen dan ongeveer tussen de eerste en tweede verlichting rechts)
Deze fraaie "kerstboom achtige" verlichting, de foto is niet al te scherp, wordt tussen half oktober en het begin van de maand maart aangestoken in die winkelstraat. Die verlichting symboliseert voor mij het begin van de winter, het einde van het voorbije jaar en, later, het begin van het nieuwe jaar. Ik ben blij als ik die lichtjes weer zie branden, want dat betekent dat de "feestdagen" er weer aankomen. Ik ben overigens nog veel blijer als ze weer uitgaan, want dat betekent dat de lente weer begint of begonnen is. En, dat is mijn seizoen, met veel fietskilometers en zo, warme zon op je huid en lekker buiten kunnen zijn.
Heel langzaam komt de wereld "In the mood", voor de einde december feestdagen. De Sint is net weer in het land, gelukkig met heel veel originele, dus zwarte, pieten, maar langzaam beginnen de eerste afspraken over de kerstdagen al weer op allerlei agenda's te verschijnen. "Wat gaan we doen met de kerst? Wat zullen we eten met de kerst? Bij jullie, bij ons? Ok, maar, we krijgen gasten die vega zijn of sterker, zelfs veganist zijn, hoe lossen we dat op? En, ook belangrijk, wat doen we met onze opa's/oma's, (we zijn geëmancipeerd nu en opa's leven ook langer en worden ook weggestopt). Laten we die in het tehuis, of nodigen we ze nog een keer uit? En, wat doen we met de tantes Jopie en Fransje, die allebei in Rotjeknor wonen? En met de oudooms Hubert en Bertus, je kent ze wel, dat stel. Die zijn altijd goed voor een witz of wat, maar na de zevende borrel? En Ome Ger uit Limburg? Oudoom Dave komt sowieso, maar of neef Maikel komt? Achterneef Ron komt niet, die is ziek, nu ja, loopt onder behandeling van een specialist. Neef M. viert het gewoon thuis, begreep ik.
(Voor de waarderende lezer: dit is heel Tongue in cheek)
Nu ja, zo gaan de discussies en gesprekken rond de centrale verwarming bij heel veel gezinnen dan, ongeveer. Ook in ons gezin zijn we er mee bezig, natuurlijk, maar dat geldt, denk ik, voor ons allen. Dus, zoals gezegd, heel langzaam komt de westerse wereld "in the mood" voor de feestdagen. Die Engelse kreet die ik net bezigde, betekent gewoon : in de stemming, maar de lezers van dit Blog zijn slim zat om die vertaling gemaakt te hebben. Ik heb haar gejat van de titel van een muziekstuk van ene Glenn Miller. WTF, wie is dat: zeggen de moderne lezers. Oh ja, Glenn Miller, daar heb ik wel eens wat van gehoord, zeggen mijn, weinige, leeftijdgenoten. Glenn Miller was componist en leider van een zogenaamde Big Band. Voor de jeugdigen: Big Bands waren groepen musici die vooral in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw enorm in zwang en in swing waren. Die groepen bestonden vaak uit een man of zestig, iets meer of minder, die zogenaamde swing muziek maakten. Een orkest met voornamelijk blazers, koperblazers, moet ik geloof ik zeggen. (Lees ook mijn Blog over: Bloasmusiek) En die muziek, die, eh, nu ja, die swingde. Ik weet niet of dat het jongere publiek nog wat zegt: swingen. Laat ik het zo zeggen: die muziek had ritme, had een begin, een midden en een end en je kon er op dansen. (Dat laatste is iets wat ik ooit, tot mijn hele grote spijt, heb moeten leren, maar dat gelukkig helemaal vergeten ben. Voor mijn generatie was: "leren dansen", nog het enige wat overbleef van het leren van de etiquette van die vorige eeuw. In een ander Blog ga ik nog wel eens door over etiquette of manieren, zoals dat ooit genoemd werd)
Check Google, zoek: In the Mood en je zit meteen in een prachtig en heel oubollig (wat een woord) filmpje van Glenn Millers Orchestra! Mannen die hun instrumenten tegelijk opgooien en vangen en zo, heerlijke nostalgie. Miller leefde van 1904-1944, zijn vliegtuig stortte toen neer boven Het Kanaal.
Maar goed, niet alleen gezinnen, maar ook supers komen langzaam in die stemming. Het is, zoals gezegd, nu nog volop Sint en Piet tijd, maar op 6 december gaan alle stoppen eruit, de peper- en kruidnoten, die al vanaf een september in de winkel liggen, de chocolade letters en choco Sinten en Pieten en muizen and what have you, worden met spoed opgeruimd en worden de Kerst en het Oud en Nieuw geïntroduceerd. De folders zijn gedrukt, de bestellingen worden nu al gedaan, de aanbestedingen vanuit het Hoofdkwartier gaan naar de leveranciers, die sturen dan weer bakkerijen en groothandels in allerlei handel aan en zo gaan allerlei zaken lopen. 
Voorlopig hebben wij, van de vloer, er nog niet veel erg in. Zoals gezegd, de pepernoten en de chocolade letters overheersen voorlopig het winkel straatbeeld, nog. Maar dat er drukke tijden aan gaan komen, dat weten wij, mensen van De Keten, allemaal, en zelfs hele drukke tijden, natuurlijk, met heel veel vracht en zooi waarvan het hoofdkwartier, voornoemd, denkt dat je het allemaal gaat verkopen. Maar: de waarheid is een beetje zo dat dat dus niet gaat gebeuren. Ik zit nog met overschotten, heel goed, oplettende lezer, met restanten dat is het jargon woord, van een jaar of twee a drie geleden, die ik onder de hand al weg kan gooien. Waaruit weer blijkt dat praktijk en theorie niet hand in hand gaan. Dat hoofdkantoor en werkvloer.., nu ja, ik leg het niet nog eens uit!

En, wat wij doen met die dagen? We hebben vage afspraken, maar ons gezin, ja gezin, we zijn een redelijk tot hechte club, zonder elkaar te overlopen, moeten nu wel, door de komst van een wat nieuwe (semi aangetrouwde) familieleden nog meer agenda's synchroniseren. Nu een stuk of tien of zo. Tja, en dan nog diverse menu's samenstellen. Ik kom langzaam wel 'In the Mood', trouwens.

vrijdag 14 november 2014

Een gesprek met twee visies en dus een rectificatie

 Ik heb een hekel aan Blogs, of berichten, die beginnen met "Ik". Dus doe ik dat ook nooit, nu ja, bijna nooit. Maar voor dit verhaal moest ik wel even in de "hohouwers" en moest ik wel beginnen met Ik. Want: ik vind dat je in Blogs, reportages, columns of verhalen niet mag liegen of de waarheid verdraaien.
Ik vind wel, dat je als Blogger, de dingen aan mag dikken en aan mag zetten. Je mag het allemaal opblazen, dikker maken, chargeren en zo. Je mag, nee, moet, stekelig zijn. Dat mag, sterker nog dat moet, de waarheid en de simpele geschiedenis is vaak saai zat, maar liegen, nee, daar ben ik het helemaal mee eens, nee, liegen mag niet en onwaarheden vertellen of schrijven over mensen die daar aan niet schuldig zijn, nu ja, dat kan niet en dus beweren dat die mensen schuldig zijn aan een bepaald vergrijp, dat mag natuurlijk ook al helemaal niet.

Hoewel ik een schrijvertje ben van niks, die slechts een drietal boeken heeft gepubliceerd, maar wel heel veel "Blogt", heb ik niet het idee dat ik "gelezen" wordt. Maar, schijnt het, mijn Blogs worden wel gelezen. Blijkt, merkte ik. Zonder dat ik verder schuldgevoel toon over die verhalen, op een enkele maal na dan! Waarover dit verhaal nu gaat.
Dat liegen, die onwaarheid, waar ik me dus, een Blog of wat geleden, wel aan schuldig heb gemaakt. Nee, nee, dat verhaal over de die sectorchef die de fout in ging? Nee, dat verhaal is nog steeds zo, dat is een waarheid als een koe. Dat staat als een paal boven water. Over dat verhaal, nee, daar sta ik dus gewoon helemaal achter! Ik heb het gezien en gebeuren! Nee, ik heb het over een bepaald verhaal, waarin ik de FM(N) beschuldigde van het verdwijnen van een loonstrookje en, indirect, beschuldigde van fraude, hoewel dat natuurlijk niet zo gezegd werd en, natuurlijk, al helemaal niet zo bedoeld was. 
Dus, nee, nee, nee, dat was abso niet het geval, ik zal de huidige FM1, hij is nu dat 1 geworden, in tegenstelling tot m'n eerde betiteling FM(N), want deze man is dat nu dus geworden omdat hij van een beter en ander kaliber is dan die vorige FM1, vind ik nu. (Lees die vorige Blogs dan dus maar, die over de echte fraude en zo.) Dus, dat Blog, met vage, maar met niet echt minder beschuldigende frases, had ik wel geschreven. Voornamelijk drijvend maar ook voortgedreven op mijn woede en boosheid, mijn frustraties om over wat er allemaal is geschiedt. (En dat was natuurlijk niet de enige maal in de geschiedenis van mijn werkzaamheden bij De Keten)  

Ik ga de zaak "tegen of over het bericht" tot  mijn FM1 meteen terecht zetten. Ik schreef, dat ik Quote -dertig dagen op mijn salaris strookje moest wachten- unquote, maar dat was, zoals ik al schreef: gechargeerd en aangedikt. (In mijn opinie, zoals ik schreef mag dat, maar de waarheid is het niet. IK HEB NAUWELIJKS EEN DAG OF DRIE OP DAT STUKKIE PAPIER HOEVEN WACHTEN. Waarvan acte en waarvoor mijn excuses tegen de FM1.

Ik wil daarbij wel zeggen dat het allemaal in het licht moet worden gehouden van de vorige narigheden met mensen  die ik moest en dus zou moeten kunnen vertrouwen, maar voornamelijk door de actie van de des betreffende sector chef, die me nog al behoorlijk de dampen aan deed.
Van zijn, FM1 kant, we hadden een  gesprek onder heren, zeg maar, begreep ik, dat hij een beetje boos was, ongeveer zo toch uitgedrukt, over mijn beschuldigingen aan zijn adres en ik hoop dat ik dat nu recht heb gezet en dat de man mijn excuses wil aanvaarden. Nogmaals, ik heb "gelogen", nu ja, zoals politici zouden zeggen, "niet helemaal de echte waarheid verdraaid", in dat Blog en, like I said, dat mag NIET! Hij riep me "ten kantore", voor een gesprek over de zaak.
In dat gesprek, dat behoorlijk lang duurde (en dat ook nog eens een goed gesprek was) beluisterde hij ook mijn standpunt(en). Maar ook mijn verhalen, nu ja, de bekende verhalen van de "vloer", over mijn (weinig overgebleven collegae) en dat maatje R ewn ik vaak de enigen , die het werk deden. Zoveel mensen minder, door ziekte en overplaatsingen, zoveel vacatures en zoveel werk meer, waar heel veel van zou blijven liggen. Maar, het oorspronkelijke verhaal, de basis van mijn woede, de grond van mijn ontevredenheid, had hem niet helemaal bereikt, bleek in het gesprek. Hij vroeg me naar die woede, naar mijn boosheid en ik vertelde hem het verhaal over de "mot" die ik had met die collega.
Nee, je hebt net die vorige verhaaltjes gelezen, dus nu niet gaan vragen naar de bekende weg. Het was hem nieuw en ik ga niks zeggen verder, maar hij wilde dat ween drie-weg gesprek hadden, met hem als intermediair. 'Graag', was mijn mening en atwoord en FM1 wilde ook de "shit uit de wereld hebben", want aan spanningen en narigheden in het filiaal heb ik niks, zei die. (Bijna quote en unquote)
Daar was ik het helemaal mee eens, natuurlijk. Ik ben te lang leidinggevende geweest om dat niet te begrijpen. (In een eerder leven dan was ik dat geweest). We maakten een afspraak voor 1015 Hrs van dezelfde ochtend.
Maar, zoals Willem Elschot al zei, in dat fraaie gedicht "Het Huwelijk": Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren!
Dat was die ochtend ook zo. FM1 kreeg opeens een bericht door dat er een controle zou worden gehouden door een instantie, ik schreef er eerder over, die nogal streng was. Dus maakte ik schoon om dier tijd, ruimde op in die tijd en deed dingen waarvan ik hoopte dat de controle firma het kon goedkeuren.


Die avond had ik een reünie met veel van mijn echte oude marine maten. Heerlijk was dat! Ontspannen, met ouwe gabbers, die allemaal menigmaal de dood onder ogen hebben gezien, in dienst van ons land. Van die gasten waar ik blindelings op kan vertrouwen, met beide ogen dicht.
Echte mannen, echte maten! Mannen die geen afspraken zouden verknallen. Maten die ik blindelings kan vertrouwen!
.

dinsdag 11 november 2014

"Poppy Day"

Ja, ik begrijp het, hoor. De titel van dit Blog roept de nodige vragen op. Wat een vreemde titel, man, waar ben je nu mee bezig? Nee, niks, eigenlijk, maar vandaag was het dus "Poppy of Remembrance day", de dag van herinnering, de dag van de 'Klaproos', nu ja, gewoon, de dag van herinnering. Op deze dag, nu ja, op deze datum, wordt elk jaar in het Gemenebest, de wapenstilstand van  Wereld oorlog 1 gevierd, nu ja, herdacht. 
(Ik heb geen idee of dat bij mijn lezers leeft, en of ik sowieso nog wel lezers heb, na mijn rol als "klokkenluider" of zo. Ik heb, lees eerder, een paar venijnige Blogs geschreven over het, in mijn ogen, disfunctioneren van een "boven mij gestelde" zoals, dat bij de KM heet. Maar, reacties van leiding(en) blijven uit!  Grappig is dat alle "functionarissen" er helemaal in alle talen over zwijgen. Waarschijnlijk hebben ze me "gedeletet", maar nu ja, dat is dan ook oké, toch? Dan blijven alleen de echte en kritische lezers over! Mensen die de waarheid aan kunnen?) 
Enfin, afijn, dus. Vandaag was het de elfde van elfde. In het zuiden van ons land is dat omdat hun "Prins Carnaval" wordt gekozen. Ik heb niks met Carnaval, ben niet pro of contra, dus, ja je doet maar. Dat het een afstamming is van een heidens oogstfeest, net als Halloween, dat weet ik, een soort: Harvest Home van Thomas Tryon. Dat boek is ooit verfilmd, er is een prachtige Tv serie van gemaakt, kijk maar eens of je het kan vinden op het WWW. 
Maar, Poppy Day is heel wat anders. De (meeste) mensen die bij de Commonwealth horen, en dat zijn er miljoenen en miljoenen, dragen vanaf 1 november tot eind november een (papieren/plastic) klaproos op of in hun kleding. Een klaproos is een Poppy!
Waarom? Nu ja, naar aanleiding van de meer dan 800.000 doden die in die afschuwelijke loopgraaf oorlog vielen. Maar, waarom dan een klaproos? Nou, ja, ik ben nu een beetje belerend, een soort schoolmeester dus ook nog eens irri, maar ik wil het wel uitleggen.
Er is een heel fraai gedicht, misschien wel het mooiste gedicht dat ooit geschreven is over een oorlog, nu ja, over de slachtoffers van die oorlog. Het is van John McCrea, die diende als Luitenant-kolonel arts in die dagen. Hij was een Canadees. Hij leefde van 30111872-28011918. (Hij overleed aan Cholera, of zo.)

In Flanders fields the Popprs blow,
between the crosses, row on row,
that mark our place, and in the sky
the larks, still bravely singing, fly.

Scarce heard amidst the guns below
We are The Dead. Short days have 
we lived, felt dawn, saw sunset glow,
loved and were loved,and no we lie
In Flanders Fields!

Het fraaie gedicht gaat veel verder, maar dit zijn wel de mooiste regels.
Voor mijn vrienden, die dit lezen en ook veteraan zijn, is het misschien een bekend verhaal, maar ik vind het, iedere keer dat ik het lees, weer ontroerend.


Maar bon, vandaag was het dus ook 11/11, Sinter Maarten en een collega begon spontaan "Sinter huppeldepup" liedjes te zingen, maar ja, hij doet ook imitaties van koeien als hij een pak melk wil aanprijzen voor een kleuter, zeg maar. Nu ja, dat is een ander verhaal, in het geheel. 
Het was rond elf uur en de vrachtwagen, die onze .. , oké, je heb 'em, was gewoon anderhalf uur te laat, door een enorme file. Wij, het KDT en de liedjes zingende collega, stonden buiten en losten het voertuig en toen kwam er een mijnheer voorbij die Engels sprak en een vraag in het Engels stelde. Engels is mijn  tweede voertaal, na jaren dienst bij de "grijze schoorsteen lijn" kan dat niet anders. Ik sprak met hem en hij was "happy to be send on his way to thither", zeg maar.
Vroeg de liedjesman: "Waarom heeft hij zo een rare bloem in zijn knoopsgat?" Ik vertelde over WO1, over Poppy Day, over de datum van vandaag en citeerde zelfs de eerste paar regels van het fraaie gedicht, dat ik hierboven al aanhaalde, ondertussen een zware kar, de laatste van mijn dag, van de klep sjouwend.
'Maar, hoezo dat?' vroeg de man van de blije songs, 'wat hebben wij dan met die oorlog te maken?' Ondertussen was ik op dat moment al 'vrij' zeg maar, het was "time to go", maar ik heb toch wel even geprobeerd hem uit te leggen wat oorlog was, wat veteranen waren en dat, nu ja, dat is moeilijk. Dat begrijp ik ook wel in een knul van nauwelijks vijfentwintig.
Ik heb hem nogmaals (vergeefs ben ik bang voor) getracht uit te leggen wat veteranen waren, mannen/vrouwen, die veel beter waren dan ik, M/V die meer hadden gedaan en gezien als ik, zeg ik dan maar. Maar, dat ik trots was om ook bij die lui te behoren, ook al waren ze misschien beter dan ik was. Het diepte niet op bij de knul, als ik eerlijk ben.

Vandaag zag ik de, zeg maar, finale, van het Engelse rouwen over/om WO1. De laatste van meer dan achthonderd duizend en misschien meer kunst "poppies" werdt geplaatst bij Windsor Castle. Elke bloem symboliseerde een (1) gestorvene uit die oorlog. Een jongen van de Scouts  of zo, plaatste die roos. Een oude man, in een fraai en traditioneel uniform, sprak de regels die ik hier boven noem.
Ik moest slikken. Vooral voor mijn maten,die het ook allemaal hebben meegemaakt. Vooral voor EEN maat, die nu zijn geluk heeft gevonden in het verre Brazilië en nu, hopelijk, zijn (veteranen) leven heeft afgesloten!



vrijdag 7 november 2014

Zaaien, mooi begrip (2)

Het vorige verhaal bleef even hangen bij dat woord "zaaien".  Een woord dat bij de marine even bekend is als: "Blauwe hap", of "Katje" of "ontsmetten". Zaaien is wat het woord al zegt. Het zaaien van, hetzij geruchten, hetzij onrust, hetzij van goede of nare berichten. Ik geef een voorbeeld en, hoewel ik pretendeer  om daar kort in te zijn, gaat dat niet lukken, dat kan ik gewoon niet, ik ben te breedsprakig. 
(Nadat ik overigens vanochtend fel werd aangevallen door de functionaris in kwestie van mijn vorige Blogs, kon mijn dag niet meer stuk, natuurlijk. Nu ja, ik moest door de regen terug fietsen naar huis, maar dat was wel vervelend, hetgeen de agressieve reactie van de persoon in kwestie helemaal niet was. Ik kwam er totaal niet van onder de indruk, in gene delen, het bracht een lach op mijn lippen en ik kreeg er, in marine taal, niets hards van, zeg maar. Oh, ik begrijp nu al, dat ik a.s. maandag bij de FM(N) geroepen zal worden en dat die me ook een schrijfverbod op zal gaan willen leggen.  maakt de sectorchef in kwestie het o bont om naar de regio manager te stappen, Misschien. Ik wacht af. Ik hoop het. Maar ja, het vrije woord , nietwaar, zo maar een artikel in de grondwet, nietwaar. Van Gogh en Fortuijn werden er om vermoord. Ef it: ze kunnen me misschien wel op non actief stellen!  Oeps, daar had ik niet aan gedacht. Shit, zomaar thuis zitten en doorbetaald worden en alleen maar omdat je de waarheid spreekt! Maar laat daar de rechtbank maar over oordelen, denk ik.)
Zaaien, dus, het woord dat bij de KM een bijna heilig begrip is en dat gekoesterd wordt. Zaaien,is, zoals ik al schreef, het verspreiden van geruchten. Daar heb ik, maar mijn (oud KM) meelezers ook, heerlijke voorbeelden van. Ik kan vijf Blogs vol schrijven maar ik beperk me tot een (of twee), jullie kennen mijn breedsprakigheid. (Nu ja dit vel mot vol, zeg maar)
Zaai verhaal 1. Een niet nader te noemen SGTMARNS, een sergeant der mariniers, was een "vriend' van me geworden, voor zover vloot en torren, de bijnaam van de mariniers, vrienden kunnen worden. Ons schip, de Augurk, zeg maar, ging een lange reis maken naar de Oost. Voor dat doel werden er zogenaamde zonnetenten aan boord gebracht. Zonnetenten kunnen dus delen van het niet overdekte deel van het schip, overdekken, denk hierbij voornamelijk aan het vliegveld van zo een schip, hert heli(copter)) dek. Op dat deel van het schip, altijd aan het achtereinde, vinden recepties en "tentoonstellingen" plaats. In elk geval, de matrozen sjouwden al die meuk aan boord en waren er druk mee. De collega van het korps wende zich tot mij, ik stond even naast hem: 'Jammer hé, dat we een half jaar lang naar IJsland gaan om achter Russische onderzeeërs aan te zitten. Ik dacht dat we naar Indonesië en Australie gingen, toch zonde, IJsland, daar is niet veel aan.' Ik dikte het verhaal nog wat aan, met woorden als min twintig, geen verlof of 'walpermissie' en zo en het gerucht, het gezaai was geboren.
De impact van de woorden van die onderofficier waren groot. Veel matrozen hadden zich enorm verheugd om de "Gordel van Smaragd" eens te bekijken en nu hoorden ze, van iemand 'in control' dat zuks niet doorging.  De mare ging als een vuurtje door het schip en opeens waren en mannen die niet meer zeker waren van de voorgenomen reis, waaronder een pak jongere officieren.
Onze commandant was een wijs man, hij was join geweest, hij wist wat zaaien was en riep ons in zijn verblijf, de "kajuit", zoals het hok van een CDT heet.Eh, we kregen op ons fli... zeg maar, maar wel met een grijns van de ouwe,
Dat tweede voorbeeld, dat komt nog wel. Ik heb dat "zaaien" nooit verleerd en heb een dankbare leerling gekregen in collega R., hij van het KDT. R. en ik begrijpen elkaar met weinig woorden en zo ook in het geval van "de man". Ik heb hem uitvoerig voor het voetlicht gebracht in vorige Blogs. Een vereenzamende, wat vervuilde en 'arme,' in de vorm van niet veel poen hebbende man. Ik heb hem, na allerlei gesprekken over zijn schulden en zo, een beetje op het pad gezet naar schuld hulp verlening bureaus en soms heb ik hem wel eens een joetje of zo geleend. (lees eerdere verhalen)
Op een dag kwam hij bij me. Hij keek naar de aanbiedingen die in de DV bakken lagen en beklaagde zich wat over zijn geld, gebrek aan, vrouwen, gebrek aan, bier, te veel trek in. Ik kek hem aan en zei: 'Goh man, zonder die baard en snort! Staat je stukken beter!' Niet begrijpende blik in mijn richting. 'Hoezo? Baard en snor?' 'Nou, dat je daar beter mee uitziet, zonder, weet je wel!' 'Maar, ik heb nooit een baard of snor gehad, jongen!' 'Dat zal je dan vergeten zijn, maar de vorige keer dat ik je zag, had je die nog wel. Maar, ik moet het zeggen, stukken jeugdiger, nu.' 
R. is een soort vos en kwam op de geur/het gerucht af en hoorde mijn laatste woorden. Hij deed meteen mee. 'Ja, man, staat je echt beter. Een beetje een Blote konten gezicht, maar helemaal oké!'
Er laaide een discussie op tussen Hem en Ons en wij wonnen. Hij draaide zich af, vertwijfeld, Had hij nu een baard en een snor gehad? Hij wist het bijna zelf niet meer. Een week of drie was hij boodschappen doen bij onze Keten in de andere vestiging. Toen kwam hij terug, lachte zijn nog aanwezige anderhalve tand bloot: 'Jullie hebben me zitten te fukke, zooitje koeleralijers! Sautje tief lui! Maor ik ben teruggekomme, want jullie hebbe een fijne winkel, eikels! En jullie benne auk niet echt faut! Klautsakke!' 

Zaaien, heerlijk!





















JJJJ(Nadat ik vanochtend fel werd aangevaallen

Oeps, iemand kwaad gemaakt

Ik kom oorspronkelijk uit een heel ver en heel vorig leven. Dat hebben jullie al vaak moeten horen, nu ja lezen, ik weet het. Ik om uit de wereld "die marine heet", zoals ooit een propaganda term en een Marine werving advertentie dat bezong: "Stap in de wereld die Marine heet". Nu ja, je weet wel hoeveel navolging, in spottende termen dan, die kreet opriep bij het aanwezige, zeg maar het toenmaals, zittende personeel. Niet dat wij veel tijd hadden om te zitten, dat ook weer niet. We waren veel op uitzending in de (vaak vijandige of agressieve of oorlogvoerende) buitenlanden van deze werelden of voeren, of is het nu vaarden, heel veel, daarbij oefenden we  ook heel veel voor allerlei noodsituaties. We oefenden op zgn oorlogs-situaties, maar voornamelijk deden we dat voor: " Brand, brand brand", zoal dat toen en nu nog (waarschijnlijk nog steeds dan) werd en wordt omgeroepen. Brand aan boord van een schip is een ding dat je NIET wil meemaken. Dat is eigenlijk gek. Je zit op een schip op zee, er is brand en je hebt een hele zee of oceaan om je heen om dat schip te blussen toch, denk je dan, dus water zat, toch?
Maar, niets is minder waar. Een schip is een fragiel voorwerp, het, nu ja, schepen zijn vrouwelijk, dus ik ga daar maar op in, ze, dat schip, ligt hoog op het water. Ze drijft door haar drijfvermogen, dat begrijp je en ja, dat is ook logisch duidelijk logisch. Maar, als je dat drijfvermogen veranderd, dus bijvoorbeeld om bij een brand aan boord van een schip veel bluswater toe te laten, dan veranderd dat "positieve", naar een "negatief" drijfvermogen en dan zijn de rapen gaar, de poppen aan het dansen en dan is Leiden in last. Ik heb het overigens een paar maal om het eggie meegemaakt en ik was der niet blij van en met mij de hele bemanning niet. Maar goed, hoe ik in de naam van de Heer hierop uitkom, of waarom ik dit aanhaal? Oh ja, ik weet het weer. Nu ja, het gaat een beetje over de KM humor. De humor van die vereniging is af en toe hard. Dat moet ook. Na een heleboel aantal maanden op zee, met alleen maar dezelfde mensen (M/V) moet je af en toe wel eens een harde grap maken om de (na al die tijd stijgende spanningen) wat af te breken.

Er is ooit een onderzoek geweest door socio- medio- greo- wat dan ook, logen. Die zijn een week of twee meegevaren met een fregat van de Grijze schorsteenlijn en hebben het gedrag van de bemanning en hun werk gerelateerde gegevens geobserveerd. De "gogen' kwamen er achter dat het dienen aan boord van een schip van de KM alleen maar aan hele stabiele figuren was voorgehouden.
Quote: 'Want' zeiden ze, die onderzoekers,  'het is haast onmogelijk om het week na week, met oefening na oefening, met werkdagen van twaalf uur, wacht op, wacht af, met een gemengde 'bemanning', een heel efficiënt bedrijf te creëren.  Het vreemde is, dat de KM, in dit geval de bemanning van Hr. Ms. X, dat wel laat zien. Maar, als dit schip dat laat zien, dan doet de hele Marioe dat, volgens onze onderzoeken! Unquote.

Nou ja, laat het voor wat het is! Wij, de KM mensen, weten dat het zo werkt en werkte. Ik ben geen -goog of -soof. Ik weet alleen dat wij, janmaten, elkaar echt nodig hadden en elkaar, over het algemeen, steunden en hielpen. Je voer zo vaak, was zo vaak weg van huis, ook als je bij het Korps diende, dat je je gewoon weg keihard nodig had en dat er de meest onwaarschijnlijke vriendschappen ontstonden die vaak jaren stand hielden en soms nog tot op de huidige dag nog.
Het succes van al die vriendschappen was vaak: de humor. Wij konden elkaar afze.... en afblaffen, waar dat allemaal niet zo gemeend was, maar wat het voor de mensen een afleiding was. De hoogste vorm van dat afblaffen was het zogenaamde "Zaaien".

-wat dat is? Ga ik je gauw vertellen. Ik heb er zin an, zei Fortuijn. En nu al helemaal, nu de"schuldige partij" van de vorige twee Blogs zich, deze ochtend helemaal tegen me gekeerd heeft en me verteld heeft dat alles nog wel een staartje zou krijgen! Oeps! Bij de directie komen en haar verhaal ook doen? Oeps, mij op non actief stellen omdat ik mijn ware verhaal doe? 
Jullie kennen me, ik ben bang en zit nu sidderend te wachten tot ik straf krijg of vervroegd word gepensioneerd!"

dinsdag 4 november 2014

Over het niet consequent zijn. (2)

= kort: na allerlei afspraken op hoog niveau en allemaal waarschuwingen, na allemaal overvallen die voor het personeel, dat dat heeft meegemaakt, helemaal traumatisch is verlopen, mag het personeel van De Keten de deuren van de winkel slechts op bepaalde tijden openen, om het niet denkbeeldige overval gevaar tegen te gaan. Daar zijn keiharde afspraken over gemaakt (in dikke protocollen vastgelegd, hoor) en sommigen van ons, waaronder ik, hebben zelfs van die alarm knoppen om hun nek hangen, om dat gevaar te melden. Een collega, nee, zelfs een sectorchef, deed dat wel en verbrak dus zo de afspraak. Daar waar zij me vaak een half uur laat staan wachten als ik wel eens een (1) minuut te laat ben=
 (Ok, het gaat in dit verhaal alleen slechts over een (1) simpele afdelingschef. Afdelings- chefs zijn mensen die vaak niets meer, over het algemeen vaak heel veel, minder scholing hebben gehad dan de mensen die zogenaamd "onder" hun werken. Vaak zijn ze boven komen drijven door steeds maar; "Ja chef, zeker chef, goed chef", te zeggen en dat dus jarenlang consequent, (voor een uitleg van die term, zie het vorige Blog),  te blijven antwoorden. Veel van die sectorchefs hebben overigens geen idee van wat van hen verwacht wordt over hoe ze leiding aan hun afdeling moeten geven, nu ja, aan het aan hen toegewezen personeel dan. Ze hebben nooit enige training of cursus in die richting gehad. Er zijn er tussen die amper kunnen lezen/rekenen, ik meen dat, echt! Het is te gek voor woorden. (In mijn vorige leven hebben wij, onderofficieren, jarenlang  trainingen gehad in dat geven van leiding en het beoordelen van ons personeel, in het motiveren en trainen van onze duur opgeleide mensen.
Niet zo bij de bij De Keten. Over het algemeen vinden ze, dat sectorchef volk dan, dat ze, doordat ze 'sectorchef' zijn, ze ook geen deel meer uit hoeven te maken van het werkfront, of de werkvloer, de mannen die het doen, van de winkel. Dus distantiëren ze zich van alles wat met de werkvloer te maken heeft en  leven ze in iele en nare eigen en ivoren torentjes. Bij mijn KM hadden we die mensen ook, natuurlijk. Wij noemden hen 'officieren'. Een vreemd volk, dat ook niet wist hoe de wereld er uit zag. Nu noem ik dat soort personen tegenwoordig maar autisten of afdeling chefs)

Dus zie ik haar, zij die zich afdelingschef noemt en dus zou moeten weten hoe het 'wel' moet, die deur openen voor een van haar medewerksters, die, zoals gezegd een minuut of tien te laat was. Rond die klok ben ik al weer hard aan het werk aan het andere eind van de toko, en ik hoor de deurbel dus nooit. Deze ochtend zag ik het toevallig wel gebeuren, ik rommelde wat in mijn kastje, op jacht naar mijn Leatherman of zo. (Maar de keremn dat ik het niet gezien heb?) Ik keek naar het gebeuren en duidde, naar de sectorchef kijkend, die zogenaamde sectorchef dan en naar de klok wijzend, dat de deur nog helemaal niet open mocht. Maar ze opende die deur wel en liet haar personeelslid binnen!.
Ik vroeg verbaasd: 'Maar dat kan toch niet, het is toch nog geen tijd?' Het antwoord was klaar en simpel en werd heel bits, niet bitch, maar bits, maar vul maar in hoe dat Engelse woord uit onze taal ontstaan is, heel  uitgesproken: 'Mijn afdeling moet wel aan het werk en draaien, ja!' Toen gebeurden er een paar dingen in mijn hoofd en geen positieve dingen, als ik eerlijk ben. Het eerste ding was:  

1! "Jij bent GVD de GVD een afdelingschef! Jij moet je GVD het voorbeeld zijn en je al helemaal aan de regels te houden."
2! "Dus: ik kan je ook niet vertrouwen. Ik dacht dat ik de vorige FM en zijn HOKA kon vertrouwen, maar die hebben mijn vertrouwen beschaamd, die hebben me vern...kt! En, dat doe jij dus nu ook!
3! "Dus:jouw arrogantie is zo groot: als de bakkerij niet werkt, dan werkt de winkel niet? Jij kijkt dus neer op de rest van de mensen die hier werken? Want, ik heb het ook druk en ik wil om vier of vijftien over zes ook binnen gelaten worden! Maar ik en mijn afdeling  tellen dus niet mee in jouw ogen?"

Dus concludeer ik dat ik wel heel consequent ga moeten zijn en haar, die zogenaamde 'sector- of afdelingschef, niet meer mag en sterker nog, niet meer kan of wil vertrouwen. Dat ik dus helemaal geen ene moer met haar of die afdeling van haar, meer te maken ga of wil hebben, of er ook maar ene moer voor wil doen.
Ergo: dat ik me helemaal afkeer van de hele winkel, dat ik voortaan alleen maar mijn eigen 'dingetjes' doe en geen enkel woord van geen enkele sectorchef meer aanneem.  Daarbij verwijzend naar het gedrag van hun collega. Die is namelijk (al helemaal) niet te vertrouwen en die heeft dus de toon gezet !Dus: ik ben verlost. Ik ben dus verlost van alle malle dingen. Ik ga vanaf nu mijn dingen doen, in mijn eigen tempo. 

Maar, mijn salaris strookje is terecht, na bijna drie weken. Maar: met 100 euro minder dan waar ik recht op heb. Oude oplicht praktijken herleven schijnbaar weer. Dus: weer achter mijn geld aan! (Oeps, ik ben wel vaker poen kwijt geraakt, onder een andere FM?)

Nu ja, ik ga me dan uiteindelijk maar eens ziek melden. Een week of vier, een jaar of drie,  "ziek" zijn is, sorry voor hen die ECHT ziek zijn, ook wel lekker.  En dan hoef ik niet te Bloggen over de misstanden in De Keten hopelijk!





maandag 3 november 2014

Inconsequent gedrag, dat mag! (deel een)

 Ja, der was al een tijd geen blog meer verschenen over De Keten. Daar was ook weinig aanleiding toe. Maar vanaf nu? Alleen maar donkere tijden, geloof ik! 
Hoewel? Nu ja, gewoon wel. FM was een hele tijd afwezig vanwege een redelijke ernstige ziekte van zijn jongste kind, een zoontje dat de familie naar mij heeft vernoemd. Ik schreef er eerder over. Gelukkig gaat het met het manneke en het gezin nu weer iets crescendo. Het jochie is uit het ziekenhuis en aan de beterende hand. Maar, ik sprak hem vandaag, hij en zijn gezin hebben het moeilijk gehad en ik weet en begrijp dat. Ik heb zelf vier van die rakkers opgevoed en heb nu twee kleinkind rakkers, die op gezette tijden ook wel eens in ziekenhuizen lagen dus ja, vertel me niks. De angst en de onzekerheid, je word er gek van.

Maar goed. Zoals in elke werkomgeving zijn er afspraken onder de mensen maar ook afspraken in de werkomgeving. Nu ja, dat begon al een paar duizend jaar geleden met de befaamde Tien Geboden, overigens. "Gij zult niet dit, gij zult niet dat, of, gij zult dat juist wel" en nou ja, je kent die zooi wel. In onze werkomgeving, bij De Keten, hebben we natuurlijk ook allemaal diverse en vaak vaststaande, en vooral op dat laatste woord leg ik even de nadruk, afspraken. Gij zult niet stelen, is der een van, maar ja, hoe geloofwaardig is dat als de leiding van je filiaal jou en de collegae al jaren lang bedot. Fraai oud woord voor: vern....! Dus ja, je geloofwaardigheid in alle FM(N) is natuurlijk al helemaal tot het nulpunt gedaald als de man ook je salarisstrookje van de afgelopen maand nog niet eens op kan diepen. "Ja, dan mot je hem maar digitaal aanvragen!" zeggen jullie. Nee, dat doe ik niet. Ik ben van de oudere stempel, van de hele oude garde!  Van de oudere, zeg maar hele ouwe, garde. Ik wil papier in mijn handen hebben een stuk papier na kunnen lezen en niet een of ander digitaal brieffie op mijn scherm zien. 
Nee, ik ben geen digibeet, verre van dat. Maar: ik lees geen E-boeken. Ik wil een boek in mijn klauwen hebben, het papier voelen en de bladen kunnen ruiken, ja! Duidelijk, ja! 
Dus zeur ik de FM(N) al een week of twee aan zijn hoofd om dat stukje papier, maar nix, nada, nothing, nichts, Dus? Dus geen vertrouwen in de man. 

Voor de oplettende lezertjes: we hebben ooit eens een soort cursus gehad, waar in we geleerd hebben dat "Afspraak = afspraak", is. Daar moesten we ons aan houden en we mochten het kader daar ook over aan spreken. Niets is dus minder waar. Maar goed, dat salaris strookje, ach, dat komt wel. 
Wat veel erger is, is  dat er mensen zijn die weg willen en ook nog eens  kunnen komen met inconsequent gedrag. Ik geef de definitie van het woord consequent: "in overeenstemming met voorgaande afspraken." Dus, kort door de bocht: ik spreek wat af met mijn vrouw: "ik doe de boodschappen", ik doe ze niet, dus ben ik: inconsequent. Ik spreek wat af met mijn collega van het KDT: "ik ben morgen om zeven uur present". ik ben het niet, dus ben ik inconsequent. Het voorvoegsel 'in' betekent: 'niet', overigens. 
Bij de hele Keten hebben we afspraken over de openingstijden van ons filiaal. Dit om eventuele overvallen en eventuele overvallers niet de kans te geven om hun slag te slaan. Dit zijn strikte regels, waar absoluut NIET van af geweken mag worden!  Om 0600 gaat er een club mensen naar binnen. Daarna is het strikt verboden om de deur te openen tot 0630. Het gebeurt me wel eens, zelden overigens, dat ik vijf minuten na 0600 aan de deur sta. Lekke band, file, gewoon laat, what ever. Ik word er dus niet in gelaten want, zegt de boze mevrouw die dit verhaal beheerst, de chef van de Bakkerij:  'Je bent buiten tijd, dus je wacht maar tot half zeven.' Kijk, en dat is gewoon waar, ze is gewoon consequent. Dus wachtte ik, die paar maal dat het me overkwam, gewoon tot 0630. Jammer, een half uur werk gemist, op een minuut na of zo, maar goed: regels zijn regels! Dacht ik, als brave burger en nette oude en zich aan regels houdende marine man. Maar: wat schetste mijn verbazing vandaag? 
De regels mogen gewoon overtreden worden door de cheffin van de bakkerij! Zij zag dus kans om een van haar personeelsleden rond kwart over zes: nog helemaal zware sluitingstijd, gewoon binnen te laten!
=later meer, maar er zal een piisig verhaal bijkomen, denk ik=