vrijdag 29 maart 2013

De kop is er af.

Tjonge jonge, of hoe spel je zulks? Tsongje jonge? Maar hoe dan ook! Wat een week, mensen, wat een week. We zijn afgelopen maandag heropend, zoals jullie al lazen. Een prachtige toko hoor, alles er op en er aan, helemaal vol, helemaal schoon en netjes en met prachtige aanbiedingen en met een geweldige strakke en spannende uitstraling. Op de wijnafdeling hebben we aanbiedingen van "zes halen en drie betalen" wijnen, die afkomstig zijn uit Zuid Afrika, het Heineken bier geven we haast voor niks weg, de kaas afdeling maakt het ook al te bont met al zijn actie en op de DV hebben we allerlei soorten garnalen, mosselen en andere 'enge' dingen uit zee, "tweede halve prijs", zoals dat heet. (Daar later nog meer over, trouwens.)
Ik zeg 'enge' dingen uit zee, maar dat komt omdat ik echt  een hele afgrijselijke hekel heb aan garnalen/mosselen/oesters/gamba's/Sint Jakobsschelpen en wat dies meer zij. Trouwens, ik ben geen visliefhebber. Ja, in het seizoen dan gaat er een lekker vette haring, zonder toeters en bellen overigens, wel in. Maar verder, nou ja, kibbeling of een lekkerbekje, met een smak van die saus, zodat je de vis niet proeft en dan ook nog alleen als ik heel veel trek heb. Vlees eet ik sowieso niet zo graag. Nee, ik heb er niets op tegen, ik steun geen PvdD, of zo, maar ik ben meer een rijst of brood en groente man. Wat ik dan wel weer lekker vind is een .., ja, nee, dit gaat nergens over, ik lijk die Ritalin verslaafde kokoloog, kom hoe heet 'ie, De Wind of zo, wel!
Maar goed, de kop is er af. Onze winkel draait geweldige mooie en hoge omzetten momenteel. Ik zie heel veel klanten die allemaal nieuw zijn en die dat dan ook zeggen. 'Mijnheer, ik kwam nooit bij U, maar het is zo een mooie winkel, ik kom vaker, hoor.' Dat is natuurlijk ook door het aanzuigende effect dat iets nieuws te weeg brengt, maar ik heb ook het donkerbruine vermoeden dat het te maken heeft met onze mooie acties en omdat de toko een hartstikke fraaie uitstraling heeft. Als je binnenkomt kijk je, dat in tegenstelling tot vroeger, de diepte in. Door dat optische bedrog, ik noemde het al: een 'trompe l' oeuil', lijkt de winkel veel groter. Maar, dat is allemaal niet zo belangrijk voor ons, de v's, we lopen nog dezelfde afstanden als anders van magazijn naar stelling. Ik heb trouwens door dat ik meer passen maak, want vroeger kon ik 'even tussen door', maar ik moet tegenwoordig de 'lange' weg nemen, maar dat is dan weer goed tegen de buik, die, door het aanhoudende voorjaarsweer, niet weggefietst wordt.
De klanten, oude en nieuwe, zijn enthousiast. Ja, het is allemaal wel weer even zoeken, is de meest gehoorde opmerking. Ik/wij, antwoorden dan: 'Maar dat is een kwestie van wennen, hoor. Als U nu een paar keer hier geweest bent, dan weet U niet beter meer. Trouwens, hoe vaker U de boodschappen hier doet, hoe sneller ik naar de Bahama's kan, op vakantie. (Droomland, droomland)' Ik moet hierbij eerlijk zeggen, dat ik soms moeite heb om me te visualiseren waar die en die afdeling twee weken geleden ook al weer was. Stom, niet? Mensen vergeten gauw, schijnt. Maar dat zoeken, nou, dat moeten wij, v's, met z'n allen ook hoor. Kijk, de versafdelingen, geen probleem, bierschappen en wijnrekken, idem, maar als een klant vraagt om de Maple Syrup, dan wordt het toch echt even spitten in het geheugen en de winkel vier maal rond sjouwen. Uiteindelijk vertelt Joke, een zeer gewaardeerde en lieve collega me dan, in antwoord op mijn vraag, dat we dat nog niet op voorraad hebben, maar dat ze doende is het wel te bestellen. Waarop de klant vriendelijk zegt: 'Nou, ik wilde het toch niet kopen hoor, het is peperduur, maar ik wilde weten of jullie het hadden.' Dank U, vriendelijke klant.
En ja, de kinderziektes, natuurlijk. Dat gebeurt zo. Ik heb schepen 'in dienst gesteld' van een nieuwe klasse, met heel andere wapensystemen en computer systemen en daar gebeurde het ook, die kinderziektes. Dat je dus een kanon afvuurde over bakboord, maar dat het kanon over stuurboord vuurde. Daar waar de admiraal stond te kijken. Die vond dat niet zo leuk, bleek uit een seintje. Druk ik me netjes uit.
Ik ga heel eerlijk zijn, op gevaar af dat FM 1 en 2 me daarover af gaan rekenen. (Het is een lang Paasweekeinde, de beide mannen werken allebei het hele weekeinde, zelfs alle drie de dagen en hebben dus geen tijd om Blogs te lezen, dus ik kom er wel mee weg. En, als ze wel tijd hebben om dit Blog te lezen, zeg ik gewoon dat de katten over het toetsenbord liepen. Er gebeurden zo'n 2000 jaar geleden met de Pasen wel meer gekke dingen, dus, ja ik kom er mee weg, hoop ik. Zo niet, dan komt dit Blog binnenkort uit een andere winkel.) Bovendien, men schreef ooit: 'Geef me duizend apen en geef die allemaal een PC en er zal binnen 1000 jaar het hele oeuvre van Shakespeare opnieuw geschreven zijn'. En E. en ik hebben hele slimme katten, hoor! Dus ik kom er mee weg! (Toch? FM's?)
Maar ons bestel systeem, dat geautomatiseerd is, werkt niet. Nou ja, het werkt wel, maar niet goed. Dat doet het al weken niet. Waarom? Vraag het me niet. Ik heb geen idee. Misschien harde stukjes in de elektriek? Misschien broodkruimels in de printer, of een lege accu? Je ne sais pas, zeg ik dan maar, want ik ken mij talen, hoor. Maar ook mijn leiding was 'nicht froh.'
Maar goed, het is wel allemaal logisch,als je nuchter kijkt. Een systeem doet niets fout. Het zijn de mensen die het systeem ontwikkelen en de dingen invoeren zo, die het fout doen, is mij altijd geleerd. Dus hadden we afgelopen zaterdag de DV behoorlijk afgevuld, net twaalf karren vracht. Dat ging er natuurlijk helemaal in. FM2 liet me nog even de knelpunten en de hardlopers (nee, nee, ik heb het uitgelegd wat dat zijn, lees maar terug) bij bestellen. Dat viel even tegen, ik dacht we behoorlijk 'vol' zaten, maar dat was nog eens goed voor een zestal containers. Ik was afgelopen zondag 'nog even op de zaak', erg hé, ik lijk wel een baasje, en men vulde braaf de (door mij bestelde) vracht weg. Ik hoopte op een rustige maandag. Wat kan je nog verwachten na een container of achttien? Nou niks, dus. Lekker, geen vracht en dat mocht ook wel, toch. Dus, dacht ik, dan wordt het dinsdag rustig aan opbouwen, een container, misschien twee  vracht of zo, that's it. Mips! Zes volle containers vol vracht.
(Uitleg: op elke container vracht voor de diepvries, staan ongeveer vijftig pakken/dozen a 6 of 8 of 10 pakken of zakken van een product, dat is dus 50 x 8 x 6 = heel veel pakken ijskoude dingen in je handen!) F... van ferfelend. Nu ja, donderdag hadden we nog maar eens zes containers en toen ging het licht bij me uit en was mijn vriescel vol. De beide FM's, allebei brave lieden, reageerden op mijn klacht en schrapten, zo goed als, de vracht die vrijdag binnen zou komen. Een heerlijke rustige dag? Nou nee, want ik moest een hoop restanten, dat woord moet je nu toch kennen hoor, het SO is binnenkort, wegwerken. Dat deed ik gelukkig met een collega, ene Charles, een man, en leeftijdgenoot, uit een ander filiaal.
Het is vrijdagavond, het is laat en ik ben aardig relaxed nu, terwijl ik dit schrijf. We hebben het toch wel gefikst! Man, we hebben, met z'n allen, niemand uitgezonderd (ook wel met hulp van mensen van andere filialen) een spannende en mooie winkel staan! 'Nu zo houden', roepen we tegen elkaar. Ja, nu zo houden. Vaak 'final last words?'

Ik zou nog even terugkomen over dat; 'Tweede, halve prijs". Dat schijnt een hele moeilijke uitdrukking te zijn, in ieder geval voor mensen die het Nederlands niet als moedertaal hebben.Ik heb het vaker aan, niet in ons land geboren, Nederlandse klanten uitgelegd, maar omdat het voor ons wel in ons taalgebruik geschoolden, zo duidelijk is, ga je er een beetje aan voorbij. Die mensen, ik mag geen "allochtoon" meer zeggen, geloof ik, knikten dan beleefd, zeiden dank en liepen door, mij in onzekerheid latend of ze mijn verhaal nu hadden begrepen.
Vandaag kwam er een vrij jonge Marokkaanse mevrouw bij mijn mosselen/oesters/garnalen in de actiebak kijken, met een verbaasde blik in haar, mooie donkere ogen. Ze schoot me aan: 'of ze me wat mocht vragen'. Natuurlijk mevrouw, daar ben ik voor. 'Mijnheer', zei ze, 'ik woon nu al tien jaar in Nederland, maar ik snap niets van dit verhaal. Wat betekent: "tweede halve prijs?" Ik stond ter plekke stil en sloeg ook even dicht. Goh, dacht ik, is dat nu zo moeilijk? Ja, bleek, door de taalbarrière.
Ik nam, ter verduidelijking, een zak garnalen en legde die op de klep van de vrieskast. 'Mevrouw, stel U voor, deze zak kost drie euro.' Ik pakte een tweede zak. 'Deze zak kost ook drie euro, natuurlijk. Maar, als U nu twee zakken tegelijk neemt, dan hoeft U voor de tweede maar een euro vijftig te betalen, dus samen zijn ze..?' 'Vier euro en vijftig', zei ze prompt. Ik gaf haar een compliment. (Ja, ja, betuttelend, maar toch. Luister en huiver.) Ik nam haar mee en gaf haar een paar prijzen, bijvoorbeeld van de Sint Jakobsschelpen, die vier en een halve euro doen. Vlot rekende ze uit: 'Vier en een halve euro plus twee en een kwart is 6,75!' We maakten nog wat sommetjes samen en dat ging helemaal oké! "Nu begrijp ik het pas. Na tien jaar!', zei ze opgetogen.
Ik feliciteerde en complimenteerde haar. Ze lachte, een mooie gave lach met een vol en wit gebit. 'Ik ga volgende week voor het inburgeringsexamen. Ik weet nu dat ik het ga halen. Dank U.', straalde ze.
Tja, dat maakt je dag!

Op die cursus, je weet wel die 'powerspeech', had die Dolf Jansen look-a-like een kreet gelanceerd, die ik later op een A4 tje in de kantine vond hangen: 'Sta je uit of sta je aan?'
Nou dat deed ik altijd wel, hoor. Maar na vandaag  begreep ik hem pas echt. 
Ik weet dat ik vanaf nu op MAG 3 aansta!



maandag 25 maart 2013

De opening van een 'superstore'.

Zondagmorgen ben ik nog even op de fiets naar de winkel gereden en heb daar nog wat 'dingetjes' gedaan. Het was nog steeds stervens- en stervenskoud, trouwens. Een hele harde en gure en snijdende wind, die volgens de weer mensen uit Siberie schijnt te komen, vulde het lage en grauwe polderland langs de Amstel en deed aan de winter van Paping, de winnaar van de Elfstedentocht in 1963, denken. Narcissen en krokussen, die ondertussen wel door hadden dat ze wel heel erg prematuur waren, lieten hun kopjes hangen en ik had medelijden met deze brengers van het voorjaar, zoals ik ook medelijden met me zelf had. Ook wel met die paar andere mensen op fietsen met kromme sturen. Veel zag ik afstappen bij verwarmde horecagelegenheden. Zoals fietsers dat doen, knikken ze naar elkaar en we zagen begrip in elkaars ogen. (Later keek ik naar Gent-Wevelgem , een zogenaamde 'voorjaarsklassieker, en zag daar coureurs zonder handschoenen rijden, tweehonderd kilometer lang!) Maar er stapten ook veel jongens af, trouwens en ik kon daar helemaal in komen!
Hoewel de afstand niet heel erg groot is, ik doe er op de racefiets nog geen uur over, was ik wel totaal, maar dan ook totaal verkleumd, toen ik de winkel binnenstapte.Ik zag, jongere, v's lopen die deze zondag moesten (en wilden) werken. Een zondag werken is namelijk 200% betaald worden, dus voor die jongens en meiden is dat wel een leuke bron van inkomsten. Ik zette de fiets even weg, in het (totaal vernieuwde en veranderde) 'fusthok', zoals de ruimte genoemd wordt waar alle lege kratten en flessen worden ingeleverd, via zo'n mooie machine en vervolgens wordt opgeslagen en ik hing mijn tasje met schoenen en toebehoren aan een haak van de (eveneens totaal vernieuwde) personeels-garderobe. (Hopelijk hangen ze daar morgen nog, zie mijn Blog 'Narrig' op deze site)
Ik liep natuurlijk toch nog even de winkel in, die nu bijna helemaal gereed was en ik kickte! Mens, oh mens, wat een prachtig gezicht. Wat een rijk gezicht ook. Ja, een rijk gezicht. Een winkel zo vol met mooie en verse en goede spullen! En nee, ik begon niet sentimenteel te worden over landen waar dat niet zo is, of nooit zo zal zijn. Ik had het te koud daarvoor, denk ik.
Terug had ik de wind 'in de poep' en met het vooruitzicht op de wielerklassieker die ik die middag zou zien en een beetje nagenietend van de vernieuwde werkplek, kwam ik haast warm thuis. Nou ja, in mijn gevoel dan.

Vandaag was het dus zo ver. We gingen weer open. Ik ga niet herhalen van snijdende wind langs de rivier en hoe ik als een 'pinguïn poepje', ofwel als een ijsblok binnen kwam, of dat ik in gierende wind en ijskou stond te lossen en te laden, dat heb je al zo vaak gehoord, nee, dat vermeld ik niet meer, natuurlijk.
Maar, ik gebruikte het eerste uur van mijn ochtend om mijn toko te verkennen en me een beetje in te prenten wat waar stond en wat nu allemaal veranderd was. Dat was heel veel. De winkel was helemaal op de schop geweest en de enige afdeling die zijn oude plek behouden had was de mijne, de DV. Ja, het klinkt misschien raar, of slijmerig of sentimenteel. Ik hoor het de cynici onder jullie al zeggen: 'Joh, het is maar je werkplek!', maar dat is het dus juist. Op deze werkplek ben ik een jaar of zes of zeven bezig geweest. Ik heb, dat schreef ik al eens, collegae meegemaakt die er niet meer zijn, ik heb gelachen, sores gehad, leuke en minder leuke gesprekken gehad met allerlei mensen en nu is dat over. Zoals ik schreef, die stemmen zijn nu voorgoed verstomd. Ja, ja, je wordt ouder, papa en opa, geef het maar toe, je bent een sentimenteel wrak aan het worden! Nee, hoor, niets. Maar, zoals jullie weten staan in de top drie van emotionele ervaringen van mensen (ik heb het niet over eventuele PTSS van militairen, hoor): het overlijden van een familielid, scheidingen en verhuizingen. Nu was dit dan ook een soort verhuizing, toch? Nee, ik snifte niet, ik was wat verkouden, zeker door de kou op de, nou ja, laat maar.
Om 0800 'on the dot' ging de winkel open. Hordes mensen stroomden binnen. En als ik zeg hordes, dan bedoel ik ook hordes. Heel veel 'oude' klanten, maar ook heel veel nieuwe. Heel veel nieuwe gezichten die natuurlijk afkwamen op het gratis bloemetje (of een bakje fruitsalade, geloof ik) dat ze kregen na afloop van hun winkelbezoek, of het gratis doosje, overigens heerlijke, soesjes dat ze kregen na vijf euro besteed te hebben. Ook de koffie en croissants, of, als minder dikmakend alternatief, de stroopwafel, lokten velen door de winterkou naar onze winkel.FM1, FM2, RM en leden van de directie stonden de binnenstormende horde te woord en deelden plattegronden van de winkel uit en wees hen op koffie en koek en warme 'halve maan broodjes' en vertelden over de aanbiedingen en de mooie nieuwe winkel.
Ondertussen waren de collegae allemaal gearriveerd. Een ieder van ons had op zijn manier, vandaag of in de afgelopen dagen,  de winkel verkend en we waren allemaal, nu ja ik zeg het gewoon, opgetogen. Daarna was het de beurt aan de klanten. Opgetogen is een zwakke uitdrukking. De mensen waren 'verrukt', ja hoor, gaat 'ie weer met zijn ouderwetse gepraat, maar nee, echt! De 'gasten' moeten we tegenwoordig zeggen, hadden het helemaal naar hun zin.
Kreten als: 'Mooi geworden', 'Goh wat geweldig', 'Beste winkel waar ik ooit geweest ben', 'U bent zo aardig', 'Wat een strak geheel', 'Ik ga me hier helemaal thuis voelen' en, 'Ja, moest dat nou, ik was het allemaal zo gewend' en 'Wel mooi, maar ik zoek me de koelere', wisselden elkaar af. Maar: alle reacties van de mensen/klanten/gasten waren positief. De meest gebruikte woorden waren: 'Wat een mooie winkel. Houden zo!'
Natuurlijk moesten de klanten enorm zoeken naar alle producten die ze gewoon waren te halen. Maar wij, de v's ook. Maar, door steeds met die mensen mee te lopen en zelf ook te zoeken, leerden we de winkel aardig kennen.

Ik heb een plekkie voor de fiets gevonden, waar ze veilig staat. Het fietsen hok gaat weg, dat schreef ik al, geloof ik, maar ze staat nu in het magazijn, en daar staat ze vrij weinig ruimte in te nemen. Ik heb nu ook een kluisje, dat ik deel met mijn gabbertje Ray. Ik had eerst kluisje nummer dertien, maar ik ben nu bevorderd. Ray en ik hebben nu samen kluisje nummer drie.
Om iets na twaalven ging ik naar huis, de wind in de rug, heerlijk. Terugzien op een hectische maar fraaie en goede week hard werken en een fantastische openingsdag.



zaterdag 23 maart 2013

De Winkel Draait Door

Is er iets als het omgekeerde van een sprinkhanenplaag? Dit is een retorische vraag. Nee, dat is er niet. Nu ja, er zijn 'menselijke' uitzonderingen op die insecten aanvallen. Een uitzondering gebeurt ieder jaar op 30 april, en vanaf het jaar 2014 op 27 april en dat gebeurt dan in Mokum Alef, de trotse en fraaie hoofdstad van ons land. Daar, waar de straten rond acht uur in de ochtend nog schoon en opgeruimd zijn, zijn ze twaalf uur later, rond acht uur 's avonds bezaaid met rotzooi.
Strekkende kilometers kapot glaswerk, ook plastic 'glaswerk', kubieke meters al dan niet strekkend, plastic snack bakjes, vierkante kilometers kots en honderden liters urine, bedekken stegen, straten en pleinen van de hoofdstad. Dat, omdat het 'Koninginnedag' geweest is. De sprinkhanen in kwestie hebben die rommel achtergelaten en hebben zich terug getrokken in hun veilige dorpen, stadjes en steden, ver verwijderd van de rook van Amsterdam en die mensen doen dan in geuren en kleuren verslag aan hen, die het grote avontuur niet aandurfden en dus zijn thuisgebleven: 'Zie je wel, wat een vieze stad Amsterdam is? Dat hebben we altijd al gezegd!'
Maar vandaag heb ik een dergelijke uitzondering op die biologische regel ook meegemaakt. Ik vertelde al in een van de vorige Blogs over de meute die door de winkel raasde en die een leeg en 'kaalgevreten' pand achterliet. Maar, vandaag was de 'returnmatch', om het in voetbaltermen te zeggen. Een hele menigte medewerkers, FM's, RM's en v's, van diverse filialen van de KETEN, hadden zich verzameld om de winkel te gaan 'hervullen', en, hoewel het woord niet bestaat is het wel duidelijk. Mensen waren opgeroepen en ingedeeld en er waren strakke scenario's opgesteld voor dat werk en daar hield men zich aan, echter zonder het belangrijkste aspect van een dergelijke operatie uit het oog te verliezen, namelijk om ruimte (en mogelijkheid) in te bouwen voor improvisatie en eigen initiatief.
Mijn dag begon om '1200 HR Alfa', zou ik als militair hebben gezegd, maar ik begon gewoon om twaalf uur in de middag. FM2 had me gevraagd om de aanvoer van containers vanuit het tijdelijke magazijn te organiseren. Een stroom containers die naar de drie liften, waar ons pand over beschikt, moest en waar v's ze zouden vervoeren naar de diverse paden om daar geleegd, (niet de paden, de containers, begrijp je), te worden. Met wat eigen initiatief  en na een voorzetje van FM2, die zeg maar de 'beachmaster' was, zoals bij de invasie van Normandië, weet je dat containers met 'hardlopers', zoals koffie, fris, bier en toiletpapier als eerste naar boven moeten. Van die artikelen heb je nu eenmaal het meeste en daar is de ruimte die in de winkel is, ook, qua ruimte, op voorzien. (Wat een rare zin. Maar goed er is een heleboel plek voor die artikelen in onze winkel, bedoel ik) Ik buffelde, ja echt, ik buffelde met containers die met de seconde zwaarder leken te worden, maar tegen een uur of drie waren alle containers weg uit de tijdelijke behuizing, die ondertussen door het stel bouwvakkers die het hadden opgebouwd ook weer werd gesloopt. Die mannen kwamen uit Duitsland, uit een plaatsje ergens tegen de Poolse grens aan! Af en toe ging ik natuurlijk toch even kijken in de winkel en man, oh man, wat een fantastische toko is het geworden. De stellingen, waar je de boodschappen uit haalt, zijn in de lengterichting van het pand geplaatst. Dat geeft een enorm verdiepend gezicht. Het lijkt alsof de winkel groter is geworden, maar dat is natuurlijk een 'trompe l' oeuil', een gezichtsbedrog. Ik keek naar mijn DV, man, man, wat mooi, wat strak gestyled. Hoewel ik vier kasten moest inleveren heb ik er een zogenaamd dubbel eiland voor in de plaats gekregen, die de vermindering van ruimte helemaal compenseert.
Ik keek naar mijn 'stiefkind', de wijnafdeling en man, wat chique! Zo mooi gedaan, zo mooi ingericht! Er is een aparte stelling voor 'chique' spul, als je het zo wilt noemen, maar dat zijn dan wel weer aanbiedingen, zoiets als, "6 halen, 4 betalen", maar van mooie wijnen. Ik keek natuurlijk op alle andere afdelingen en ja, een 'supertoko' is het geworden. Kom kijken, als je in de buurt bent, moet je doen. Het adres is: Middenweg 69, Amsterdam Oost. Ik vulde met Ron, een oud gabbertje van me en nog wat mensen de DV en daarna bestelde ik met Mike, ook al een oud maatje, nog wijnen en aperitieven. Rond half tien die avond begon langzaam mijn licht uit te gaan en ik reed naar huis, douchte en zoende E. Ik nam een biertje en kroop, heel gezellig, al vroeg in de sponde.
Deze zaterdagmorgen, de 23ste maart, was ik om half acht present en deed in overleg met onze 'beachmaster' het nodige in het magazijn. Daarna kwam de eerste van de (hele) vele vrachtwagens die nog moesten komen en gingen we lossen.
Ondertussen kwamen de klanten binnen. Nu ja, niet echt binnen, dat gingen ze niet redden, maar ze maakten aanstalten om boodschappen te gaan doen. Er hingen al een week of zo borden voor de deur dat we van dan tot dan gesloten waren, der waren huis aan huis folders verspreid, mensen hadden aan de kassa tegoedbonnen gehad om het leed te verzachten en er stonden borden voor de parkeergarage dat men niet kon parkeren omdat we gesloten waren en sterker, de ingang van winkel en parkeergarage was 'afgezet' met die borden waarop die mededelingen stonden. Maar ja, ik weet het niet. Lezen mensen niet meer, kunnen mensen niet meer lezen of lezen ze alleen nog hun profielen op sociale media? In ieder geval, ik overdrijf niet, echt, ik ben serieus, elke minuut dat ik, ik hoorde het ook van collegae, dat ik buiten stond, moesten we mensen zeggen dat we gesloten waren, in verband met een verbouwing en dat we maandag en bla bla. De meeste mensen waren positief, maar we hebben ook de nodige shit over ons uitgestrooid gekregen, natuurlijk. Er was zelfs een mijnheer beweerde dat hij gediscrimineerd werd en dat hebben we dan zo maar gelaten.
Ik weet nog, vaag, dat collegae en ik, tien containers DV hebben weg gevuld, dat ik nog eens tien containers DV extra heb besteld. Ik weet nog dat ik een mooie display met Zuid Afrikaanse wijnen heb gebouwd. Een kunstwerkje, mensen, komt dat zien, komt dat zien. Je hebt het adres, toch? (En koop dan ook wat van die wijn. Ze is heerlijk en een mooi schappelijk prijsje, hoor.)
Ik heb containers wijn gevuld, ettelijke karren met karton en plastic naar buiten gereden, vrachtwagens gelost en gevuld, gelachen met collegae, afdelingen bewonderd en nog wat rond gekeken en ja, toen ging het kaarsje uit, tegen vier uur.
Morgen ben ik vrij. Ik maak van de gelegenheid gebruik om alvast, op de fiets, spullen over te brengen naar mijn winkel, die ik maandag niet allemaal mee kan sjouwen. En ja, dat wordt in de kou fietsen. Maar ja, toch even naar het winkeltje kijken en weer eens fietsen!

donderdag 21 maart 2013

Een 'powerspeech' en het begin van een begin.

(De verbouwing, the return of the store)
Stel je voor: je komt in een bovenzaal van een café en je bent daar met ongeveer 90% van je collega's. Je FM1 en FM2 zij er natuurlijk ook bij op een bijeenkomst deze avond, die voor al het personeel  verplicht was gesteld. Het geheel begint om 1800 uur en zal duren tot 2000 uur. Dat zij nou niet echt tijden waar je op zit te wachten, natuurlijk. Je wilt het Journaal of een soap of een serie of voetbal zien en ja, dan is die tijd niet de beste. Maar goed, het wordt betaald, dus het is werk, dus je gaat. Je hebt eigenlijk ook geen idee wat er gaat gebeuren, overigens. Mensen willen zekerheid, dat is een van de oudste natuurwetten, dus je vraagt wat hier en je vraagt wat daar, maar alle FM's houden zich op alle mogelijke vlaktes die er maar zijn. Je neemt dus dan maar berustend plaats in die zaal met je collegae op van die ongemakkelijke caféstoelen.
Het doek gaat op, zou je zeggen, maar zo was het niet helemaal, maar er komt opeens een look-a-like van de cabaretier Dolf Jansen de zaal in. Nou, helemaal leek de man niet op de supersnelle grappenmaker, want hij was een paar kilo zwaarder, maar overigens was hij net zo druk in zijn doen en laten en net zo schichtig in zijn optreden. Hij stelde zich bij een ieder voor. Ik kreeg de naam 'Blauw' mee, toen hij zich voorstelde. Dit moet je even onthouden, want daaraan ontleende hij een stuk van zijn verhaal. We zaten en de man ging van start. Hij was de befaamde 'mysterie guest', waar ik het, Blogs en Blogs geleden, al eens over had en nu je het zegt: verdulle me, hij kwam me vagelijk bekend voor. In een hoog tempo en met een hoge grapdichtheid, begon hij zijn verhaal af te steken. Hij was meerder malen bij ons op bezoek geweest, maar dat deed hij in meerder winkels of ketens, want hij bezocht niet alleen supers, maar ook groen centra, showrooms, bibliotheken enzovoort. Het was wat 'kinky', want hij vertelde met smaak over zijn ervaringen als hij bijvoorbeeld eens een pot appelmoes, of een doos eieren, met opzet, en dat met vaart gegooid, liet vallen. Dan wachtte hij op de reacties van de 'vakkenvullers.' Vaak waren die reacties heel herkenbaar, voor ons, zijn publiek, want ja, wij, die vakkenvullers, (vanaf nu v) moeten die zooi weer opruimen. Dat op zich is natuurlijk niet een echt probleem. Goed, het is extra werk, waar niemand op te wachten zit, maar wat de Dolf Jansen wanabe waarschijnlijk niet door had, is dat die potjes groenten of die flessen wijn, uit elkaar spatten in honderden kleine en vaak vlijmscherpe stukken en stukjes, waar jij dan als v. je klauwen weer aan open haalt om dat je nu eenmaal die meuk niet opgeveegd krijgt met stoffer en blik of niet opgedweild krijgt met alleen maar een 'moppen' wagen, zoals dat instrument heet en de kleinere stukken glas dus 'manueel', met je handen, moet gaan oppikken.
(Ik ga nu niet beginnen over het 'zonde zijn' van voedsel weggooien. Dat weten we allemaal. Supers worden vaak beschouwd als een grote bron van verspilling, wat dat betreft. Of dat echt zo is? Maar: vergeet de doorsnee klant ook niet! De schade die supers lijden omdat klanten hun boodschappen, waarvan ze achteraf denken die niet meer nodig te hebben, of omdat het een impuls aankoop was, zomaar willekeurig in andere schappen weggooien, is onvoorstelbaar groot. Eenmaal in diepvries gegooide verse groenten of vleeswaren, kunnen we weg smijten. Versproducten die de 'klant' in de niet gekoelde rekken gooit ook. Per dag komt dat neer op een euro of veertig of zo, denk ik, maar ik zit er waarschijnlijk niet ver naast. En dan bedoel ik alleen al in onze winkel! DUS!  Lees je dit en doe je je boodschappen in een super, denk dan even na voor je in een winkel je vleeswaren, die je toch eigenlijk niet wilt afrekenen, verstopt achter het bier, of voordat je de gekoelde kaas tussen de babyproducten legt of de diepvriespizza gewoon maar op de grond voor de diepvries kist of - kast neerlegt. Loop even terug of vraag een v. om het voor je terug te leggen. Die v's doen het graag voor je, hoor. Weet ook goed dat alle schade, die de klant veroorzaakt, uiteindelijk toch wordt doorberekend in de prijzen van de winkel. Want, jij werkt toch ook niet voor niets? Nou, wij ook niet!)
Maar, Dolf 2 ging door. Natuurlijk had hij heel veel herkenbare dingen. Ja, maak meer contact met de klanten. Maak een geintje, spreek ze aan, reageer voor dat ze wat vragen, wees pro actief!. Kijk naar de kleur van hun ogen, bij wijze van spreken. (Dat bedoelde hij dus toen hij zich voorstelde. Bij mij stelde hij zich dus voor met blauw, maar volgens mij en mijn paspoort heb ik groene ogen en volgens de vrouw die me, ondanks alles, bemint heb ik "mooie groene ogen", mijnheer Blauw! De grap dichtheid was groot, maar de herkenbaarheid ook. De man gaf situaties, voorbeelden aan en ja, f..., hij had gelijk. F. staat voor ferfelend, natuurlijk, hé? Gelouterd, (nee, niet zeuren, ik heb jullie gewaarschuwd voor woorden die niet meer zo vaak gebruikt worden) in ieder geval, we verlieten het pand met 'lessons learned.'
De dag daaarop, dinsdag, was ik vrij. Nu ja, vrij. Een bezoek aan schoonmoeder stond op de rol. Nee, absoluut niet! Ik doe geen flauwe schoonmoeder grappen nu. Ik ken ze wel hoor: "Mijn schoonmoeder heeft een goed hart, het had alleen gekookt op haar rug moeten hangen en zo laag dat de honden er bij kunnen". Maar nee, daar doe ik niet aan mee. Ik heb een schat van een schoonmoeder. Ze is werkelijk een schat van een vrouw. Ze is, nee, helaas was. Momenteel is ze, heel, heel triest, in het grijze gebied, in dat nare schemergebied tussen weten en (licht) dement in. Ik vind dat zelf al heel erg, maar voor E. is dat nog veel erger. Die kende haar moeder zoals ze was. Een moeder. Zorgzaam, lief, begrijpend en die vrouw is er (bijna) niet meer, althans aan het verdwijnen, fading out, een betere kreet weet ik niet. Goh, triest en ik probeer M. te helpen, maar het is haar moeder en het zijn haar gevoelens en ja, dat ligt natuurlijk anders dan dat het 'eigen' is, zeg maar, terwijl ma, zo noem ik haar, voor mij ook zo eigen is/was.

Vandaag waren we op het appel, lees voor vrucht een ander woord, bij een ander filiaal van onze keten. We moesten daar, uit de voorraad van die toko, zoveel mogelijk ontbrekende zaken voor onze 'spiegelvoorraad' (in wetenschappelijke boeken zou je nu lezen: "zie aldaar") te verzamelen en op te slaan. "Zie aldaar", lees vorige Blogs, maar, ik heb het uitgelegd. Verdorie, ik zit te schrijven dat je een oplettende lezer bent en nu ben je het alweer kwijt. Nu ja, daar word ik ook triest van, mag het?
De collegae en de FM's en chefs en what have you, van de winkel zelf hadden hun eigen werk en geloof me, da's werk zat. Maar, we herkenden collegae waar we ooit mee gewerkt hadden, onze onderlinge grap dichtheid was ook groot en soms, heel even, leek het op een reünie. De (zie het rijtje boven) van het filiaal waren heel erg gastvrij, ontvingen ons leuk, we zopen hun koffie op en rookten in hun rookruimte en ze hielpen ons, waar ze konden als dat nodig was. Onder de bezielende leiding van beide FM's togen wij aan het werk. (Ja, da's pas likken naar boven, hé? Jaloers? Begin zelf een Blog!) Nee, hoor, de twee waren aanwezig, gaven aanwijzingen en deden hun ding. We waren van 0800 tot 1300 druk, druk, druk. We pakten van alle producten twee, (nee, niet zeuren ik heb het uitgelegd, echt waar) stuks en stopten die in kratten en de kratten op containers enzovoort. Ben je gelovig of Bijbelvast zou je een beetje aan het verhaal van Noach kunnen denken. Van alle soorten twee. De containers gingen, goed gemarkeerd met teksten en zo, naar het magazijn van het gast filiaal en vandaar werden ze op transport gezet naar ons filiaal, geloof ik.
En dan blijkt dat we nog niet eens alles hadden. F.. (ferfelend) man. Ik wist dat we een hoop producten in onze winkel hadden maar dat we er zoveel hadden? Man, man. FM2 vraagt me of ik morgen om 1200 in plaats van 1500 kan beginnen en ja, nada problema, wat mij betreft. Ik probeer hem nog uit te horen of ik de fiets (nee, niet Viets) kwijt kan, maar daar weet hij het antwoord ook niet op. Wel zegt hij dat we drie of meer volle vrachtwagens kunnen verwachten!
Nu ja, we zijn begonnen. Kiek'n wat 't wordt.












zaterdag 16 maart 2013

Een sprinkhanenplaag

De verbouwing, (deel vijf of zo alweer, geloof ik.)
Vandaag zou het dan echt gebeuren. Wij, associés, zoals de directie van VOMAR ons noemt, waren allen ingedeeld om de winkel leeg te maken. Vanmiddag, om 1600, gingen de deuren dicht en vervolgens sloten we die voor tien dagen. De bedoeling was dat al die associés, dan alle goederen in kratten pakten, die kratten op containers stapelden en die containers dan naar een tijdelijk magazijn, dat afgetimmerd was in de parkeergarage onder onze toko, zouden brengen, waar 'yours truly' ze dan in ontvangst zou nemen en er een goede plek voor zou zoeken. Bij voorkeur 'pad bij pad', ook weer jargon. Dat houdt in dat de wijnen bij elkaar kwamen, het bier en de frisdranken bij elkaar werden gezet en het toiletpapier niet van de keuken rollen gescheiden zouden worden om maar iets te noemen. Daar tussen door, tussen wat men in jargon 'handel' noemt, kwamen dus containers met decoratie materiaal of benodigdheden. Deze spullen blijven dan opgeslagen tot eind volgende week als wij, de mensen die a. worden genoemd, de containers met spullen weer ophalen en op de vernieuwde plekken in de winkel kunnen gaan plaatsen. Nu wil je natuurlijk het decoratie materiaal, zeg maar de opsmuk van de winkel, apart hebben staan van de voorraad. Dat deco materiaal gaat als eerste weer de winkel in en fleurt de zaak dan op. Je hebt ongetwijfeld bij je lokale super op de kaasafdeling die mooie ronde kazen zien liggen, met opdruk en allerlei stempels, of die prachtige hammen en schenken en grote worsten bij de vleeswaren of de slagerij? Die dingen, nou dat is dus dat deco materiaal en die meuk is gewoon allemaal van plastic. Allemaal nep, M/V. Gelukkig wel, want echte ronde kazen wegen dertig kilo het stuk of zo. (Dat geldt ook voor de twee sinaasappelbomen die bij onze vers 'jus d' orange' machine staan. Allemaal nep, maar, toen ik ze voor het eerst zag, waren ze lijkend echt, hoor!)
FM2 heeft 'de vloer' en FM1 doet de coördinatie tussen allerlei hotemetoten van directie en bouw en zo.
Ik ben vroeg, een oude marinekwaal. Ik ben zo vroeg dat de winkel nog open is en dat ik mee help om de wagens te lossen en te laden, die alle kratten en lege containers komen afleveren en alle spullen die we niet meer nodig hebben en die over andere filialen kunnen worden herverdeeld, zoals lege kratten, meubilair, melkcontainers, noem maar op, mee terug nemen.
Iets later begint het feest. Omdat ik pas echt aan de bak moet als de eerste containers afgevuld en wel door de mannen vanuit de lift naar het noodmagazijn worden gereden, heb ik even de tijd om in mijn winkeltje te kijken.
Ik ben dan wel niet zo Bijbelvast, maar ik ken wel de verhalen over de zeven plagen. Die gingen over een horde belastinginspecteurs, over verhoogde benzineprijzen, een nieuwe show van Geer en Goor, over het Songfestival en zo en er was er een, dat weet ik nog en die ging over een sprinkhanenplaag. (Die schijnt er echt net geweest te zijn trouwens, in Egypte.) Ik heb vroeger wel eens een documentaire daar over gezien en, geloof het of niet, als zo'n zwerm van miljoenen van die kleine, en, vind ik, enge beesten ergens landt, dan zie je de velden voor je ogen in 'real time' kaal gevreten worden.
Dat gebeurde dus ook hier! Het waren geen miljoenen, het waren slechts vijftig of zo en het waren geen enge beesten, integendeel, het waren leuke collegae M/V, maar het resultaat was er wel naar!
Vak voor vak, stelling voor stelling, pad na pad werd door de a.'s leeggeplukt en heel snel werd de, eens zo tros afgevulde en gespiegelde winkel een desolate woestenij.
Toch was het wat triest. Ik weet wel, over een dag of tien is het allemaal prachtig nieuw en zo, ik weet het, De Winkel Draait Door, maar ik dacht even aan de mensen die daar gewerkt hadden en hun 'pad' zo zorgvuldig achterlieten elke dag. Aan de collegae die zelf, of hun partner, nu, vaak langdurig, ziek waren of die ondertussen overleden waren en die daar, tussen die paden, gewerkt en gezorgd en over het werk gedacht hadden en hun zorgen, hun al dan niet groot leed, hun verdriet of hun plezier om bijvoorbeeld de geboorte van een nieuw kleinkind, soms met elkaar deelden en ja, die stemmen verstomden nu, die herinneringen waren nu opeens weg. Die beelden die ik had van die collegae waren opeens weg. Niet in mijn, wat sentimentele kop nu, natuurlijk, want zo gaat dat ook weer niet, maar, ja, ik werd wat melancholiek.
Maar niet voor lang! De eerste van in totaal, ja ik heb het bijgehouden, 146 volle en soms loeizware containers kwam mijn kant op. Nu ben ik geen logistiek wonder, maar, ik heb vroeger als kind wel blokkendozen gehad en heb later met Meccano gespeeld, dus enig logisch inzicht is me niet vreemd. Dat ik in mijn vorige leven vaak uit een plunjezak heb moeten leven en dus vrij goed mijn 'shit' kan organiseren, zie een van de andere Blogs over de verbouwing, helpt ook mee, natuurlijk. In ieder geval, zie ik kans om bokken en schapen van elkaar te scheiden, vracht bij vracht, deco bij deco en benodigdheden bij, ja, je bent een slimme lezer, ik merk het, bij benodigdheden.
Kortom, rond 1815, geloof het of niet, maar in iets meer dan twee uur is de hele winkel leeg. Alle voorraden verpakt in kratten op containers en op een logische manier 'gestouwd'.

Nu ga ik een veer in een bepaalde opening van mijn lichaam stoppen. Dat doet geen pijn hoor, integendeel! FM1 en FM2 en ook de regiomanager komen langs, kijken, fluiten (al dan niet onzuiver) bewonderend en zeggen dat het meer dan goed is. Dat doet deugd toch? Kijk, dat is weer dat hoofdstukje Leiderschap. Laat het personeel weten dat je het goed vindt/waardeert/op prijs stelt wat ze doen. Ik bedank de jongens die me bevoorraad hebben en zeg dat ze goed en prima werk hebben geleverd. De koppies glimmen van plezier, door het compliment. Ook een stukkie leiderschap, ik ben het nog steeds niet kwijt!
Later drinken we met een groepje van een M/V of twaalf een glas op het terras van Elza's. The hostess with the mostest, zegt ze zelf en, haar bloesje ziende, klopt dat heel aardig! Het eetcafé ligt naast onze winkel. Ik breng een toast uit op FM1 en 2. FM2 laat zich van zijn meest hilarische kant zien en rond half acht ben ik thuis. Een goed stuk werk gedaan.



donderdag 14 maart 2013

Brutaliteit!

Dat gedoe met die spiegelvoorraad koste me een hoop tijd. Tijd die ik niet in overvloed heb, want, rond tien uur, wordt mijn DV vracht verwacht. Dat zou vandaag een extra grote hoeveelheid zijn. Omdat, ik schreef het al, mijn automatische bestellingen het niet of nauwelijks meer doen, had ik dus handmatig bij laten bestellen.Dat is niet handig natuurlijk, jezelf nog eens een hoop werk toedelen, terwijl je, als je niet reageert op dat niet goed werkende systeem, en je dus nog je kunt verschuilen achter: 'Goh, het bestelsysteem werkt niet, pech, toch?' je jezelf een hoop werk minder bezorgd. Nu ja, zo werk ik niet en reageeer ik niet en de meesten van ons niet, denk ik. Dus maakte ik een afspraak met FM2, de man van het plan, om toch maar weer eens een grote vracht binnen te laten komen, want al die lege planken! Het lijkt wel een Russische supermarkt, eigenlijk. Nou, dat heb ik dus geweten en ik heb me afgelopen dinsdag de jan-tandjes moeten werken om het allemaal voor elkaar te kunnen krijgen, maar, tegen half een was het dan ook zo. Nu was het (voorlopig) wel de laatste keer dat ik volle bak bestel, want, vanaf donderdag bestel ik geen moer meer, natuurlijk, ik moet zaterdag al die handel ook weer uit de resterende kasten en kisten halen. Niet dat dat het probleem is, maar het spul moet dan ook nog eens netjes ingepakt, geboekt en afgevinkt worden en voor transport klaargezet worden en dat is een heidens karwei, weet ik uit ervaring.
Ondertussen is het donderdagavond en heb ik niets meer aan vracht besteld om morgen binnen te laten komen. Ik had vandaag ook zo goed als geen vracht en was na vijftien minuten klaar op mijn afdeling. Vanmorgen natuurlijk de restanten, (nee, ik heb uitgelegd war dat betekent, dus niet vragen naar de bekende weg, zoveel mogelijk weggewerkt en tja, vanaf negen uur was ik op zoek naar werk. Schoonmaken? Goh nee, met al die bouwvak mannen over de vloer me al dat geboor, gezaag en geslijp? Dat heeft geen zin. De afdeling spiegelen? Ja, dat wel. Dat is natuurlijk altijd een aardig gezicht, maar ja, er viel weinig te spiegelen, de halve afdeling was al leeg.
Dus dan maar wat hulp verlenen aan collegae die nog wel wat te doen hadden en zo werd het tijd voor de vracht van rond tien uur. Ik zag de vrachtwagen voor het pand staan en liep richting in-/uitgang. Ik passeerde een lege kassa, in ieder geval, een kassa zonder klanten (dat gebeurd nooit, eigenlijk) waar alleen een stomverbaasde cassiere me geschrokken aankeek. Ik schrok zelf ook. Ik voelde aan mijn hoofd, nee, ik had niet opeens haar gekregen, mjn rimpels zaten er nog en mijn oren waren nog net zo groot. Mijn gulp stond niet los en ik had eigenlijk geen idee waarom ze zo geschrokken was, tot ze, met een bevende vinger wees naar een paar gasten die met een volle VOMAR boodschappen tas, net haar kassa waren gepasseerd, zonder boodschappen af te rekenen, overigens. Ik zag het lijk dus al drijven. Ik rende achter die gasten aan en brulde naar de collegae, die ondertussen naar buiten waren gelopen om de vracht mee te helpen lossen: 'Houd ze tegen, stop ze!'
De collegae hadden me meteen door, maar ook de dieven, die kennelijk Nederlands spraken, of het, in ieder geval, verstonden. Ze zetten, met de tas vol gestolen boodschappen een spurt in, de hoek om, langs het 'containerpark' en waren bijna verdwenen, totdat beide collegae hen bijna hadden ingehaald.
Toen besloten ze de tas met boodschappen maar niet meer mee te nemen en ze gooiden die voor de voeten van de jongens. Die stopten, de dieven hadden nu te veel voorsprong en namen de tas met gestolen spullen mee terug. Er zaten zeventig tubes van een heel duur merk tandpasta in, in totaal bijna 280 euro handel!
Maar het lef en de brutaliteit van die gasten. In mijn, nou ja onze ogen, waren het Polen/Roemenen/Bulgaren of zoiets. Daar krijg je op den duur een beetje een oog voor, gelet op de kleding en de taal die ze spreken.
FM1, die op het rumoer was afgekomen, gaf ons een compliment, we losten de vracht en ik had zeven dozen en pakken om te vullen. Tien minuten later, ging ik de collega van de zuivel afdeling dan maar weer helpen.
Lullig he, zo'n rustige dag?

dinsdag 12 maart 2013

Een man met een plan

(Alweer die verbouwing maar nu deel V)
Ik neem aan dat jullie ondertussen helemaal kotsbeu zijn van dat geneuzel over die verbouwing? Nee, fijn, dan ga ik eraan beginnen. Tja, het is natuurlijk een bron van inspiratie, zo'n verbouwing, dat begrijp je wel. Als het je in je eigen huis overkomt, is het al hel ingrijpend, maar ook op je werk is dat laatste zo. En, er komt een heleboel 'logistiek' bij te kijken, dat kan ik je wel vertellen. En dat ga ik ook doen hoor, verderop, in deel agentagetig.
Maar goed, het was weer vijf uur, het was weer ijzig koud met een vreselijk snijdende wind, dus dat is geen nieuws. Ik kwam weer mijn 'maatje' tegen, halverwege, ook geen nieuws en ik was als eerste bij de toko, idem. We gaan normaal dan door de zijingang naar binnen en daar wilde ik dus, oudergewoonte, gaan staan wachten op mijn gabbertje Mo, die vandaag de sleutel had van het pand. Maar, het containerpark stond daar, natuurlijk. En dat containerpark was afgezet met van die hoge hekken die in betonnen voetstukken staan. Van die Heras hekwerken, ja. En die hekken waren door middel van stevige en inbraakvrije verbindingen en kettingen op slot. En, we kunnen alleen door die ene ingang naar binnen. Over die hekken heen klimmen is natuurlijk geen optie. Dus was goede raad prijzig, zeg maar. Toch zagen Mo en ik ergens een kiertje tussen twee van die hekken in en met het nodige gewrikt en gevloekt te hebben, de Marokkaanse taal kan hele fraaie vloeken opleveren, dat kan ik je vanaf nu wel vertellen, lukte het ons drieën, Mo, mijn fiets en ik, om de ingang te bereiken. Net hadden we, na al die moeite en die Gods en Allah lasteringen  de deur open of FM2 kwam, redelijk op het gemak, aanwandelen. 'Handig gedaan van die bouwvakkers, die opening in het hekwerk, voor hetzelfde geld sluiten ze de hele zaak af, tegen het inbreken', deed hij optimistisch en Mo en ik keken naar elkaar en zakten iets in.
Een uurtje later sta ik, in de snijdende wind en bij een gevoelstemperatuur van min tien, met wat collegae te lossen, tot over onze oren in de karren die afgevoerd moeten worden en de, voor de verbouwing extra aangevoerde lege containers en lege kratten en zo die uit de vrachtwagen komen en dan komt een 'bouwmijnheer' me vragen of ik: 'Even het koffiezetapparaat wil aanzetten.' Ik kijk om me heen en, met een breed armgebaar wijzend op wat we nog moeten wegwerken, zeg ik, dat ik het zal doen, zodra ik binnen ben. En of hij het niet koud heeft daar binnen in de winkel. Het is geen Brabo met een gulle lach, eerder een Fries zonder humor en hij zegt dat het binnen best wel gaat, qua temperatuur, maar ja, geen koffie, natuurlijk en da's wel kut.

Het was de dag van de 'spiegelvoorraad' vertelde FM2. Nu heb ik eerdere verbouwingen meegemaakt maar voor hen die het niets zegt, zit het zo. Alle artikelen in de winkel gaan straks weg. Alle vers- en diepvriesproducten gaan naar het centrale magazijn, ver weg, in Alkmaar, dat/die ze dan herverdeelt over de overige, zestig, filialen en alle niet bederfelijke spullen, kort, KW, van kruidenierswaren, worden vanaf a.s. zaterdag in kratten geladen en opgeslagen in een (tijdelijke en nog te bouwen en afgescheiden) ruimte in de parkeergarage. Als de winkel dan weer een winkel is, in ieder geval, als ze weer gevuld kan worden, dan komt die spiegelvoorraad aan de beurt.
In het kort komt het er op neer dat we van elk artikel dat we hebben, twee stuks verzamelen, afvinken op een lijst, in kratten verpakken op containers plaatsen en die worden dan apart opgeslagen. En dat dan soort bij soort, natuurlijk, net als dat je de sokken bij de sokken opbergt, de shirts bij de shirts en dat soort zaken, bij de les?
De spullen die je dan niet hebt, maar die wel op je uitdraai staan, worden dus niet afgevinkt en worden alsnog besteld. Op de dag voor dat de winkel gereed is om te worden gevuld, komt die spiegelvoorraad te voorschijn en wordt de zogenaamde spiegel lijn uitgezet. Zie het als in je boekenkast, waar je boeken met de rugtitel naar je toe staan. Schrijver bij schrijver of onderwerp bij onderwerp of, voor de Haagse Barbies onder ons, kleur bij kleur. Nu heb je in een super, let er de volgende keer dat je er komt maar eens op, alle producten minimaal 'twee breed' staan, zoals dat heet, dus van elk product staan er minstens twee naast elkaar. Dus twee pakken amandelspeculaas van Hellinga, twee amandelspeculaas van Markant, twee amandelspeculaas van een C merk, snap je? (Er zijn producten die vier of zes breed staan, natuurlijk. Nou, dan meet je met het tweede pak, of de tweede fles, die afstand af.)
Doordat die spiegel lijn wordt uitgezet, aangevuld met de artikelen die er niet waren maar ondertussen wel besteld zijn, kunnen de vakkenvullers, die de dag voor de opening het pand gaan bevolken, zonder enig probleem uit de containers met de gewone voorraad, die ondertussen tevoorschijn zijn gehaald, de vakken gaan vullen. Daar doen we dan wel twee dagen over, hoor. Ik heb eigenlijk geen idee hoeveel producten we in onze winkel hebben maar van de wijnen weet ik het aardig, dat zijn er ongeveer 600 verschillende soorten. (Rose, wit, rood, aperitieven etc.)
Dat weet ik omdat FM2 de man met een plan was. FM2 is een ontspannen man en ook op deze drukke dagen zijn hij en FM1, bakens van rust in een zee van onrust. FM2 vertelde dat ik de wijnen moest gaan verzamelen en, mocht ik tijd hebben, de 'verse' nootjes ook. Want, en dat is zo schijnt, wijn en noten gaan goed samen en bevolken op mijn afdeling, gebroederlijk en zonder strijd de planken. Wel gescheiden, hoor, de nootjes, en lees dan niet allen nootjes maar ook: 'Japanse mix, Thaise mix, Harakiri knabbels, Bonzai schijfjes en Tsunami golven en weet ik het allemaal, maar ze hebben verschillende planken, tussen de witte wijnen en rode wijnen in en zo maar het schijnt een goed huwelijk te zijn.
Ondertussen hakten, beitelden, boorden, zaagden en trokken kabels, nee, dat laatste loopt niet, maar goed de mannen in overals deden hun dingen, om ons heen en tussen ons door. 
--Later meer over de man en zijn plan--




 

maandag 11 maart 2013

Het is begonnen

(De verbouwing: deel IV)
Het was vanmorgen bitter, maar dan ook bitter koud toen ik naar het werk fietste. Op een man na, die vanuit Amsterdam oost naar Amstelveen fietst en die ik (zo goed als) elke morgen tegenkom en begroet, waren de fietsers verder niet gezaaid vandaag. (Die man, een hele lange Surinaamse jongen, die op een dames fiets rijdt die haast twee meter hoog lijkt, werkt als schoonmaker in een van de twee grote, fraaie, en wat chique overdekte winkelcentra hier. Ik ontmoet hem geregeld en maak dan een praatje met hem. (Wat omstanders vreemd lijken te vinden. Waarom? Hij maakt schoon, ik vul vakken, jij opereert hersenen en je partner is astronaut. En? Het is werk, het moet gedaan en dus wordt het gedaan, toch? En nee, over geloof of seksuele geaardheid ga ik het helemaal niet hebben, rot op. Een goede collega is een goede collega, klaar!)
Een klein jaar geleden, die winkelcentra hadden net hoog gescoord in een winkelcentrum wedstrijd, kwam ik hem weer eens tegen, nu gekleed in een driedelig kostuum in plaats van zijn normale kloffie. Op mijn vraag of hij ging trouwen, mopperde hij dat dat het nieuwe werktenue was en dat hij en zijn collegae dat absoluut niet op prijs stelden, want ze konden nauwelijks bewegen in dat pak.)
Maar goed, ik reed dus vanmorgen ver voor zes uur naar het werk. De wind was straf en tegen en dat deed me deugd, want ik ben een echte Nederlander en, van alles wat gratis is, wil ik dan ook graag veel. Ik werd niet teleurgesteld.
Ik had al verteld dat het omkleden een probleem zou worden, ik leefde vanuit mijn 'plunjezak' zoals ik dat noemde, maar ik kreeg gisteravond een 'brainfart'. Ik heb dus vanmorgen zo'n mooie zwarte melk krat geconfisqueerd, zo'n krat die je vaak voorop de fietsen van dames ziet. Daarin kon ik mijn fietskledij kwijt en vervolgens borg ik dat geheel op bij kassa 10, aan mij aangeboden door H. onze hoofd cassiere. De dag begon als elke maandag, routinematig. Iets voor zevenen haalde ik de sleutels van het pand, opende de deuren en het anti-diefstal rolluik en maakte een aanvang om alle retour vracht buiten te zetten, iets later geholpen door S., een collega van de kip- en kaas- en vlees afdeling. Nauwelijks waren we bezig of een vloot, ik blijf marine, of in ieder geval een konvooi, van voertuigen begon zich te verdringen rond ons pand. Busjes van een elektrotechnisch bedrijf, met mannen in overals erin,busjes van een sloopbedrijf, met mannen in dezelfde kleding erin, vrachtwagens met containers, met ook van die in diezelfde modieuze kledij gestoken mannen en een paar personenvoertuigen met mannen in pakken daarin. Al deze mannen, er was echt geen ene dame bij, maf eigenlijk, spraken alle dialecten die zo ongeveer binnen onze landsgrenzen voorkomen. Ik hoorde Grunnigs, Friesk, Brabants en Overijssels.
Ondertussen losten wij de vracht, 'griepten'* en galden onder elkaar over die pleuris kou en dat het voorjaar wel heel erg ver weg was en deden alle voornoemde mannen hun dingen. Ze stoven de winkel binnen met stapels tekeningen en rol meters (de mannen in pakken) of kwamen met veel aplomb de winkel binnen met beitels, hamers, koevoeten en wat heb je nog meer om iets te gaan slopen. Maar, zoals alle lieden die het bouwvak aanhangen, doen, werd begonnen met onze koffie op te drinken en de kantine in een dikke walm van de rook van de  'schaamharen van de weduwe' te zetten. Eenmaal uitgerookt en uitgedronken viel de club op het interieur van de kantine en garderobe aan. Met veel geweld, echt.
Ondertussen was op de parkeerplaats naast onze winkel een containerpark opgebouwd. Zo snel en zo accuraat dat het een wonder leek. Vijf containers waren geplaatst. Drie met werkplaatsen en een opslag en een 'schaftkeet' en zelfs een hele toiletcontainer, met drie zitplaatsen en vijf urinoirs en zelfs met aan beide zijden van die container een RVS bak met drie kraantjes en.. een kacheltje. Mijn omkleed probleem was opgelost.
In no time waren kantine, garderobe en toiletten uitgebroken en/of afgebroken en verspreide de horde der slopers zich naar de parkeergarage waar ook van alles moest verdwijnen. De elektrotechnische werkers deden vage dingen met heel veel kabels en kabelbomen en keken vaag en zeiden vage dingen: 'Die P2S, hier, Arie en dan doe je die 8 zwart op de plek van de nul restent, hejje de groep negen alpha der aluit? Nee? Nou, Karel, doen jij dat dan snel anders is het gedoe, he Abdel, die kabelrol mot naar de drie, ok?' Nou, ik begreep het ook niet.
Ondertussen ligt mijn hele automatische bestelsysteem van de DV eruit. Ik krijg al weken nauwelijks vracht binnen. Dat betekent dus niet veel werk en dat is dus lekker gemakkelijk, maar het is de griep voor mijn verkopen. Ik heb nauwelijks pizza's (in supermarkt verkopen bijna nummer een) binnen gekregen en mijn DV groente schappen (de nummer twee) zijn ook al zo goed als leeg. Ik griep daarover tegen mijn FM2. Die griept terug dat hij ook behoorlijk pissed off is, maar dat hij er nu, alle Pc's  en alle automatisering systemen liggen er (tijdelijk?) ook uit, ook niets aan kan doen.
Om twaalf uur kleed ik me om in mijn nieuwe 'huisje', de toiletcontainer. Er brand een kacheltje en, hoewel de buitendeur niet goed sluit, is het iets boven nul, binnen. Er is een lid van het bouwvakgilde dat net even een 'grote' gaat doen en dat ruikt stevig. Als hij later, opgelucht kijkend, het hokje verlaat zeg ik tegen hem: 'Ik ken je vrouw niet, maar zo te ruiken kookt ze lekker!' Niet begrijpend kijkt hij me aan, en mompelt wat in een Brabants accent.
--Je bent nog lang niet van me af. Maar! Lees ook even de verklaring na het *--

* Het woord 'kankeren' is een heel veel gebruikt en wijdverspreid woord. Ik ga het niet meer gebruiken. Ik ben net ff teveel geconfronteerd geweest en wordt dat nog, met waar het woord eigenlijk voor staat, (en zal er misschien binnenkort weer op een nare manier mee geconfronteerd worden,) met de ziekte dus, die achter dat op zich  al lelijke woord, (in het Duits heet het Krebs, ook al zo lelijk), staat, dat ik vanaf nu het woord 'griepen' zal gebruiken. Een woord dat in de marinetaal hetzelfde betekent, maar milder is. Begrijpen jullie me?





zaterdag 9 maart 2013

'Uitgeplokt'

'Wat schrijf je daar nou als titel, man?', hoor ik jullie vragen. Ja, da's een ouwe marine kreet, je weet wel, mijn eerste leven, en het betekent dat iemand helemaal naar de klo..., eh, nou ja, naar de testikels, is. En dat was ik echt hoor, deze middag. Ik was totaal kapot en op. Hen die me kennen weten dat ik een voortreffelijk, haast ascetisch, leven lijdt. Ik rook nauwelijks, drink amper, eet een enkele keer gezond, sport en ga, soms, op tijd naar bed. Maar dat zijn de oorzaken niet van het feit dat ik zo helemaal naar Blanes, ook zo'n KM woord, was vanmiddag.
Het is de drukte op het werk, gecombineerd met het opstaan om kwart voor vijf, in de ochtend ja, in de ochtend, en natuurlijk ook de lichamelijke inspanning van het fietsen heen en weer. Omdat we, (ik mag van de klimaatjongens het W woord niet gebruiken en als het KNMI er achter komt dat ik et wel doe, sta ik waarschijnlijk op een dodenlijst), maar we hebben gewoon een Ka U Te Winter gehad. (oi, toch het W woord gebruikt, de derde of vierde keer op rij alweer.) Het was koud, er viel veel sneeuw en ijs en andere zooi uit de hemel waar mee ik dan geen 'manna' bedoel. Die voornoemde winter, inclusief gespeld scheldwoord, is nog bij lange na niet over, begreep ik van mijn verklikkers bij datzelfde KNMI. Deze mensen mogen ook het W. woord niet gebruiken, maar zijn ondergronds gegaan in de 'Anti Global Warming' groep, die zich afzet tegen de 'Groenen' die het niet kunnen velen dat ze geen gelijk krijgen. Maar dat is een behoorlijk linkse gewoonte, overigens.
Oeps, ik doe nu aan politiek. Nee, nee, dat wil ik niet. Ik wil mijn Blogs 'a-politiek' en 'a-religieus' houden en hoe je die woorden verder wilt inschatten mag je zelf weten.
In ieder geval ik was kapot vanmiddag. E. en ik hadden gisteren al de boodschappen voor een dag of wat gedaan en dus ik hoefde gelukkig vandaag de deur niet meer uit. Thuis gekomen en gebadderd en wat gegeten te hebben, zeeg ik neer op de bank. Boek onder handbereik, afstandbediening ook. Want, vanmiddag werd er weer een etappe van Parijs - Nice uitgezonden, een prachtige wielerkoers, de zogenaamde koers naar de zon. Maar, omdat het W woord is gevallen, zal ik het maar verklappen: het was koud, nattig en er lag her en der nog sneeuw op en langs de wegen.
Maar goed, ik was dus uitgeplokt. De verbouwing nadert, dat las je al in vorige schrifturen mijnerzijds en dat is op de werkvloer ook redelijk te merken, hoor. Veel collegae worden wat onrustig, want ze hebben geen goed zicht over wat er tijdens en na de verbouwing gaat gebeuren met hun rollen in de winkel. Zo is de zuivelafdeling al opgesplitst en heeft een medewerker een gedeelde rol gekregen tussen zuivel en kaas en kip afdeling. Ook de roosters voor de week van de verbouwing zijn nog onzeker. Heel veel van ons hebben een blanco roosterlijst, wat je dus zou kunnen uitleggen als zijnde een week vrij. Dat geeft natuurlijk onrust. Want, moet je als medewerker dan verplicht vakantiedagen opnemen of word je in die week niet opgesteld, dus niet betaald? We weten het niet. Daarbij komt dat we onze kluisjes, waar we onze persoonlijke spullen in opbergen, je kleding, je tas en je portemonnee of, tegenwoordig veel belangrijker, je dure telefoontjes en zo, moesten uitruimen en de aanstaande week  maar moeten zien hoe we onze spullen moeten bergen. Daar krijgen we ook geen informatie over, trouwens. Nu kan ik mijn portemonnee in mijn broekzak steken. Ik werk bij de VOMAR, dus geld zit er nauwelijks in, is dan het geintje, maar mijn vrouwelijke collegae, komen daar niet zo vlot mee weg. Waar laten die hun tasjes met al die dingen die vrouwen (soms denken) nodig (te) hebben?
Nu heb ik 32 jaar gewerkt, gewoond en geleefd in een omgeving waar de eerste les die je kreeg was: "Omgaan met onzekerheden, en dat continue." Ik heb dus via de hoofd cassiere, een aardige meid, het zo kunnen regelen dat ik een plastic boodschappen tas met mijn schoenen en shirt en werkjasje, ergens bij een niet gebruikte kassa kan stallen. (Ik ga vaak op de fiets naar het werk en, indien het W woord weer valt, in mijn burgerkloffie met het OV, maar wil op het werk natuurlijk wel mijn werkkleding aan.) In datzelfde vorige werk, ik noem het altijd mijn vorige leven, heb ik ook geleerd om uit plunjezakken te leven of een locker te hebben van 25 bij 25 centimeter, bij dertig diep, waar ik al mijn lijfgoed kwijt moest, dus ik red me wel. (Of mijn spullen er allemaal nog staan maandag? Zie mijn Blog "Narrig".)
Maar, veel van mijn collegae hebben dat nooit of nauwelijks meegemaakt en zoeken bestendiging. Er wordt gemopperd en gezanikt en, ik gebruik het hoogst vervelende woord dan toch maar: gekankerd over alle onzekerheden die er nu zijn. 'Nou ja', hoor ik jullie zeggen, 'dan zijn die FM 1 en FM 2 toch niet van die zwaargewichten zoals je in die Blogs aan ons wilde laten weten.' Ik weet, uit gesprekken die ik heb gehad met die twee, dat dat niet zo is. Zij worden ok geleefd op het moment. Die mannen in pakken en overals, weet je nog, nemen heel langzaam de regie over, heel langzaam gaan ruimtes die van ons waren, de garderobe, het magazijn en zo, over in hun handen. Rollen draad, haspels, kisten met gereedschap en, natuurlijk, de achteloos neergeworpen koffiebekers, vullen de 'publieke' ruimtes.
Maar goed, door al dat soort zaken raak je wel een beetje 'uitgeplokt'. En dus sukkelde ik regelmatig weg, tijdens de mooie en spannende etappe van Parijs-Nice. Der hielp niet veel aan. Koffie niet, fris niet, een shaggie niet. Dus liet ik het maar gaan. Ik las later de uitslag op TXT. Goh, niet veel gemist, eigenlijk.













maandag 4 maart 2013

Over verbouwen en zo 3, alweer

"Grote gebeurtenissen werpen hun schaduw vooruit." Dat is een uitspraak van een filosoof of schrijver of zo, wie? Geen idee, maar waar is het wel. Denk aan de grote wereldoorlogen die we hebben gehad en die men, nou ja, misschien jij en ik niet, maar politici van die tijd met hun kleine teen hadden kunnen voelen aankomen.Maar dat deden ze niet, of, wilden ze niet. (Er is een heel sterk verhaal over in omloop over de manier waarop Churchill de Amerikanen zou betrokken hebben in de al bijna voor de Engelsen verloren WO2. Mocht je geinteresseerd zij, dan Blog ik dat wel eens, of ik mail het je toe.)
(Go, wat een krom Nederlands eigenlijk en 'mijn schrijf coach', Wilma, zal wel boos worden, maar je begrijpt me wel, denk ik.)
Een grote gebeurtenis, die mijn collegae en mij te wachten staat is natuurlijk de verbouwing. Ik schreef er al over: mannen in pakken en mannen in overals komen de winkel binnen en gaan dingen meten en op tekening zetten en dat soort zaken. Afgelopen vrijdag was het echter een individueel die onze winkel op kwam zoeken. Het was nog ruim voor achten en we waren, met het vaste groepje, aan het lossen van onze ochtend vracht. Die ochtend vracht is altijd 'vers', zoals dat in het jargon heet. Zuivel, brood, groente, vlees- en kipproducten, zeg maar alles wat je in je koelkast bewaard.
Er komt een mijnheer aangelopen die me vraagt: 'Joh, kan ik mijn auto in de parkeergarage zetten?' 'Natuurlijk, mijnheer, geen probleem. Het eerste uur is gratis en daarna betaal je een bepaald bedrag, dat weet ik niet uit mijn hoofd, maar dat lees je wel.'
Mijnheer zette de auto weg en kwam even later naar boven. (De parkeergarage is ondergronds dus, maar, slimmerd die je bent, had je dat al begrepen.) Goed even later is hij dus boven en wil, gewapend met een koffer en zo'n moderne telefoon, goh hoe heten die dingen, I-pods of koffie pads, whatever, en wil de winkel binnengaan. Ik zeg tegen hem dat we pas om acht uur open zijn voor het publiek, maar, met enige trots zegt hij: 'Maar ik moet hier komen werken.' Hij wijst op een logo op zijn shirt, waarop DE staat. Dat mooie logo van onze enige echte koffiebrander, de Weduwe Douwe Egberts, sinds 1753, uit Joure.
'Oh, ja, nou ja, oké, ik breng je wel even verder, dan', mompel ik, want ik heb geen idee wat de vogel zou moeten komen doen. FM2 is op de werkvloer en staat peinzend voor een schap, het bestelboek en een pen in de hand. Ik vertel FM2 dat mijnheer hier 'iets komt doen' en wil, schoorvoetend, (goh ja weer zo'n woord uit de vorige eeuw) in elk geval schoorvoetend wil ik me terug trekken. Schoorvoetend want het is stervens koud bij het lossen, het vriest nog en ach, er staan der nog vier mensen buiten, dus even doorwarmen gaat wel en zo hard missen ze me niet en ik wil eigenlijk wel even weten wat die vogel komt doen.
Ik vang dus het gesprek tussen Douwe en FM2 op.
'Ik kom hier de nieuwe koffie stellingen inruimen en opnieuw indelen', zegt Douwe welgemoed. 'Jullie zijn net verbouwd, dus vandaar. Maar', zegt 'ie wat aarzelend erbij, 'ik zie niet echt dat het helemaal leeg geweest is, of zo.' FM2, een wijs man, tuurt over zijn leesbril. 'Goh man', zegt hij, 'nee, we zijn nog niet verbouwd, nee, over twee weken pas, hoor.' Hij kijkt mij aan en zucht: 'Nou ja, dat hopen we dan!' Ik glimlach en zeg: 'Ja, ja, afwachten.'
Douwe kijkt stomverbaasd. 'Maar ik had een afspraak voor vandaag, hier in dit pand. Dit IS toch het filiaal Belgiëlaan in Haarlem?' FM2 kijkt hem met een bepaalde blik aan. Hij kijkt nog eens, kijkt naar mij en ik schiet in de lach en denk dat ik verder wel buiten, bij het lossen nodig zal zijn. FM2 hoor ik nog uitleggen dat dit toch echt de Middenweg in Amsterdam is, of dat hij zich vanmorgen met het naar zijn werk rijden wel heel erg vergist moet hebben.
Iets later is Egbert buiten, pakt zij Pod of Pad stevig in de knuisten, toetst allemaal knoppen en schuiven in en doet allemaal bewegingen met vingers over zijn toestel. Hij komt er niet echt uit en staat wat verloren en hulpeloos. We zeggen dat 'ie maar even een bakkie moet gaan doen en dat doet hij dan ook.
Het kan wel kloppen, want volgens de originele planning hadden we eigenlijk al verbouwd moeten zijn. Maar ja, communicatie is zo verdomde lastig tegenwoordig, in de jaren van de Pads en de Pods en de Mobieltjes en de sociale media? Volgende keer de man maar eens een brief of kaartje sturen?