zaterdag 29 december 2012

Nog narriger

Goed,
ik was dus narrig omdat ik weer een 'stetter' vracht binnenkreeg, waar ik helemaal geen weg mee wist. 'Maar hoe kan dat dan?', vraagt E. vaak en terecht. Ik leg haar dat uit. In een (onze) winkel hebben we, ik geloof minimaal 30.000 producten, maar dat kunnen er veel meer zijn, hoor. Al die producten hebben een eigen, uniek, codenummer. (Ex) Militairen begrijpen dat verhaal. Iedere militair had zijn eigen en dus unieke registratienummer. Vroeger hadden we bij de KM ons Marinenummer. Ik weet die van mij nog perfect, ik kreeg haar in 1970 'opgespeld'. Het was:16918, en later kwam er een nul voor en ergens in de jaren tachtig kregen we een registratienummer. Ook die zal ik nooit vergeten: 520815158. Dat had te maken met het registreren van al die militairen (die we toen nog hadden) in het eerste geautomatiseerde personeelsysteem.
Nu hebben ook al onze producten dus zo'n uniek nummer met daaraan gekoppeld een unieke barcode, die streepjes ja. Nu hebben die codenummers, eerlijk gezegd, absoluut geen logica. Een pak halfvolle melk van merk A heeft bijvoorbeeld 907651 als code, terwijl hetzelfde pak melk, maar dan huismerk, een code heeft van 253789, of zoiets. Geen logica in te ontdekken! (Hoe dat werkt, dat aflezen van die barcodes? Geen flauw benul, maar het werkt.)
Nu hebben al die producten natuurlijk ook een eigen plek in de winkel, dat wel is logisch. Cereals bij cereals, bier bij bier en diepvries bij diepvries. Maar, naast codenummer en barcode, hebben al die producten ook een eigen 'bestelniveau'. Dat bestelniveau noemt men de 'minimale voorraad'. Het werkt als volgt en 'bide with me' nog effetjes. Als voorbeeld. Je verkoopt diepvries kabeljauw van het merk Queens. Ik had daar een vak vol van, minstens vijftig pakken.
Iemand, hogerop, heeft afgesproken dat daar op zijn minst steeds veertig stuks, pakjes, van aanwezig moeten zijn. Als de klanten die vis kopen en afrekenen, gaat er naast de piep van de kassa, ook een piep naar 'hogerhand', dat is een server/computer, ergens ver weg, die registreert hoeveel pakjes er dus nog aanwezig zijn. (De totale voorraad is, piep, piep, piep, ook al ingevoerd in dat systeem, God dat woord systeem weer.) Heb  je dan nog maar veertig pakken, dan gaat er een signaal naar de voorraad beheerder m een doos vol te leveren. Begrijpelijk, zover?
Nu had ik, afgelopen donderdag, het is nu vrijdag als ik dit uit werk, een hele doos van bovengenoemde kabeljauw binnengekregen. Maar, mijn schap, vaktaal, lag nog vol met die bevroren vis, met minstens vijftig pakjes. Vis is geen echt kerst eten, vind ik. Maar hogerhand vond dat schijnbaar wel. Ik had die doos, inhoudende nog eens vijftien pakken vis, met heel veel moeite kunnen vullen, dus mijn voorraad zou dus nu ongeveer vijfenzestig zijn, zoiets. Wat schetst mijn verbazing deze ochtend? Ik kreeg vijf dozen a vijftien pakken van die vis binnen Samme, wat moet ik daar nu mee? Ja, op een restant kar trappen, maar mijn diepvriescel is al behoorlijk vol. Dat gold ook voor diverse pakken (colli) pizza's van merken die bijna niet verkopen, maar waar ik zes of zelfs zeven colli van binnen kreeg, vandaag, vrijdag. Heel langzaam begon ik het lijk al te zien drijven. Een mudvolle diepvriescel en, aan de vracht van vandaag te zien werd die nog mudvoller. Ik hoopte mijn restantkarren (want het zouden er gauw twee worden, bedacht ik grimmig) nog in die cel kwijt te kunnen. Anders moeten ze buiten de diepvries bewaard worden. Ik hoef jullie niet te vertellen war daar het resultaat van zou worden.
Ik werd dus weer eens extra narrig, logisch, toch? Ik kom even, nou niet even, maar structureel terug op de vraag van Echtgenote: 'Hoe kan dat dan?' Ik ga even technisch worden, iets wat ik helemaal niet ben, maar bij deze. Elke morgen hebben de bestelcomputers die bij hogerhand staan, de verkopen uitgerekend en daaraan gekoppeld de nieuwe bestellingen gedaan. Die nieuwe bestellingen kun je uit printen. (Er moet me even iets van het hart: toen de PC's werden ingevoerd, bij ons in de Marine dat was in de vroege jaren '80, werd tegen ons gezegd: 'Nu gaan we in een papierloze maatschappij leven!' Maar, ik heb nog nooit zo veel papier zien genereren als juist in dit tijdperk! Iedereen wil een kopietje of een afdrukje of printje enzovoort.) Goed de bestellijsten komen uit de printer en je gaat naar je afdeling en checkt wat er binnenkomt. Op mijn afdeling zou dat zijn: zes dozen kabeljauw? No way, schrappen, en nul van maken. Zes colli pizza van die soort? Man, ik verkoop er een per week van, niet doen. Een doos frieten van dat merk? Nee, drie want die verkoop ik vandaag wel.
Vervolgens ga je naar het kantoor, logt in en gaat de veranderingen in de bestellijst invoeren. Klaar en over, toch?
Ja, dat was zo, vroeger, toen de aarde plat en overzichtelijk en goed was, maar die tijd ligt achter ons. Toen kwam die DV bestelling inderdaad rond acht uur uit de printer, ik (of een collega, schrapte, voegde toe en voerde in) maar, Hogerhand heeft beslist dat de bestelformulieren voor de diepvries er pas 's middags rond vier uur worden vertoond. Maar, dan werken de mensen die (in)direct met de DV te maken hebben, al lang niet meer. Die zijn om vijf of zes uur begonnen en zitten dus al een uurtje of twee, terecht, thuis. Om de avondploeg dat te laten doen, die bestellijsten nalopen? No way, de avondploeg krijgt dan juist haar vracht binnen, is druk met lossen en 'het luik' waarin je de veranderingen in het vermaledijde (weer een woord) kunt invoeren, is rond 1645 al weer gesloten. Ja, nee, dat kon ik zelf ook bedenken, wat jullie nu gaan zeggen. Laat de bestelformulieren dan weer in de ochtend komen. Dat hebben FM1 en FM2 geprobeerd, echt waar, ik heb menig telefoongesprek meegeluisterd waarin ze uitlegden waarom de bestellingen naar de ochtend moesten worden verplaatst. Het verbluffende antwoord van de IT'ers in et hoofdkwartier was: 'Niet mogelijk, toedeloe en het beste met je been.'
(Ik stel me IT'ers altijd voor als mannen met puntige hoofden, grijze sikken en zo'n witte jas waar in ze dan zeventien balpennen hebben zitten, trouwens)
Kijk en daar wordt ik nou dus nog narriger van! Ergens in Houston, Texas, drukt een man op een knop en een karretje op Venus of Mars, ontdekt water of leven of ijs. Zijn buurman drukt ook op een knop en de Hubble telescoop, ver weg in 'outer space' draait een zeventien en een halve graad rond haar as en maakt fotos van eeen of ander sterrenstelsel en toont zo aan dat.., nou ja, 'you get my drift'.
En in het hoofkwartier kunnen ze geen uitdraai van een bestelformulier vroeger uit laten komen?
Het systeem heeft dus weer toegeslagen en ik, en met mij FM1 en FM2, staan aan de zijlijn en moeten het over ons heen laten komen! Maar het hoofdkwartier heeft wel de mond vol over: 'optimale bedrijfvoering'. Ik klaagde natuurlijk over het verschijnsel bij de beide FM's en die stonden, verontschuldigend, ook maar te kijken, zij hadden er geen debet aan, natuurlijk.
Nog narriger verliet ik na twaalven het pand, vreselijk snotterend en kuchend van die opkomende verkoudheid.
Ik, nee wij, waren weer verslagen door een systeem. Ik wil niet terug naar het pre PC tijdperk, ik zou Bloggen en schrijven veel te veel missen, maar ik wil wel terug naar de tijd dat je een persoon in zo'n Proud Tower kon bellen en met hem overleggen. Naar een tijd waarin de rigide regels van Het Systeem, aangepast konden worden door, gewoon, menselijk contact en niet door zo'n pleuris computer!






vrijdag 28 december 2012

Narrig

Beste Lezers en lieve lezeressen,
ik heb jullie gedreigd het woord van de titel vaker te gaan gebruiken, omdat ik het zo'n heerlijk ouderwets Nederlands en mooi toepasselijk woord vind. Jottem, puik, terstond en tjeempie, zijn ook van die woorden. Ze komen ooit terug, hoor, in de taal. Op een gegeven moment zal de straattaal verdwijnen. Mensen zullen weer fatsoenlijk Nederlands gaan spreken en dit soort woorden ook weer gaan gebruiken. Misschien dat ik het ooit nog mee zal maken, ik hoop het, van ganser harte, ook al weer..
In elk geval, ik gebruik narrig. Want dat verwoorde mijn gevoel van vandaag helemaal. Ik was narrig. Heel narrig. Jullie kennen het wel, dat gedoe. Je moet tegen een systeem aanboksen. Een systeem dat je volkomen in de steek laat en dat gewoonweg geen moer om je geeft. Een geautomatiseerd systeem, vaak, maar ook een systeem waar mensen, die verantwoordelijk zijn voor dat systeem, blijkbaar achteloos voorbij gaan aan de wensen (ik zeg niet: eisen) van de gebruiker.
Een voorbeeld dat wij allemaal wel eens, of helaas vaker, hebben meegemaakt. Vul in: Trein, tram, bus, metro. Je staat op een nat, winderig en tochtig perron te wachten op openbaar bovengenoemde vervoermiddelen. Openbaar. Je betaalt (veel) voor je reis, die je niet eens van deur tot deur brengt. Maar je gaat met het OV omdat je: fiets kapot is*, je auto het niet doet*, je de eindeloze files wilt vermijden*, je milieu bewust bent*. (* doorhalen wat niet van toepassing is.) Goed. Je leest op het vertrekbord dat het * dat het transport om zo laat vertrekt. Zo laat breekt aan, maar geen transport gloort aan de einder (ook fraai, dat stukje zin.) Je zucht, wacht, moppert, wordt narrig want zo laat is alweer zoveel laat geworden dat: je je afspraak*, sollicitatie*, op tijd beginnen*, je aansluiting* (* hetzelfde als zonet) allemaal niet gaat kunnen halen of nakomen. Je wacht langer, zucht meer en wordt narriger, maar er is geen official die komt zeggen waarom je niet deel kunt nemen aan het duurbetaalde middel van vervoer. Ook op de, vaak overvloedige informatieborden, lees je, en dan heb je mazzel, echt waar, dat middel van vervoer vertraagd is met: .... minuten. Altijd minuten, hoor, nooit kwartieren, "geef de burger moed en dus geen informatie", denkt men. Ze, die mensen, hebben allemaal cursussen gevolgd in die richting.
Goed. Tegen dat systeem kan je niet op! Nogmaals, officiële mededelers zijn er niet, er is geen telefoon nummer waar je verhaal kunt halen en, degenen onder ons die van die handige kleine Internet dragende telefoontjes hebben, zien ook geen kans om door te dringen tot de regionen in waarschijnlijk Proud Towers, waar men beslist over dit soort affaires. Enfin, veel te laat komt je transport, je stapt narrig in en wil eigenlijk bestuurder/conducteur of machinist verbaal laten horen wat je van hem/haar en zijn/haar voorgeslacht tot in de vijfde generatie vindt! Maar die functionarissen zitten, wijs geworden, allemaal opgesloten in cabines en de conducteur, die na zijn afscheid fluit de deuren heeft dicht gedaan, trekt zich schielijk, hè alweer zo'n woord, terug in zijn hokje, gesloten met een deur, die uit Fort Knox geleend lijkt te zijn. Je komt te laat.
Vandaag ging dat aspect van mijn werk aardig goed. Voor zessen rijden sneltrams redelijk door en ik was op mijn usual tijdstip in de toko. Ik deed mijn rituelen, vulde wijnrestanten, mopperde op de klootzak die mijn voorganger in het vullen van die afdeling was, er zijn eigenlijk maar twee klootzakken op je werk namelijk: je voorganger en diegene die na je komt, toch?
Mijn eigen afdeling, de DV, lag er verslagen en triest bij na de 'raid' die het winkelende publiek er op had gepleegd, de afgelopen pro Kerstdagen. Ik maakte de afdeling presentabel, een van de opperhoofden van de keten zou langs komen. Gisteren had ik eeen bak vracht binnen gekregen, waar ik al wat narrig van was, want de helft paste niet. Maar ook voor vandaag stonden er weer vier containers diepvries op de vrachtbrief. Vier! Samme, ik had een wat rustiger dag verwacht, (ik was nog doodmoe van gisteren en voelde een verkoudheid opkomen) maar schijnbaar was me dat niet vergund.
--Morgen meer--

woensdag 26 december 2012

Kerst stress

Ik weet niet of het woord Kerst- stress bestaat, eerlijk gezegd, maar ik ken het begrip wel! Dat begrip duikt elke keer weer op, zo een week of wat voor de kerst ongeveer. Dan begint het hele gedoe met boodschappen doen, plannen maken en plannen (de tweede keer plannen is Engels voor plannen)
en al dat gedoe. Dit jaar was het dubbel ernstig want we, onze oudste zoon en echtgenote en wij zouden het met alle overige kinderen, 'gaan doen' bij hullie thuis. Bij hullie thuis is in Zaandam. Dit keer kozen we daarvoor omdat zij, terecht, met de kleine meid van net aan zes weken niet 's avonds laat nog de weg op wilden. Goed, een hoop gedoe naast het werk en al dat soort zaken, want ook nog shoppen en alvast beginnen met koken. E. en ik hadden met schoondochter en zoon al een aardig menu voorbereid. Het moest gedeeltelijk wel vegetarisch zijn, want, zoals ik geloof ik, al eens schreef, onze jongste dochter doet daaraan. Nu is dat allemaal niet zo vreselijk moeilijk meer tegenwoordig. Er zijn veel vega kookboeken te vinden en ook het 'web' staat vol met dat soort recepten. Maar, wat schetst mijn verbazing: ook in het blad Boodschappen dat de VOMAR gratis weggeeft, een soort 'Glossy' eigenlijk, stonden dit jaar een aantal geweldige recepten. Ik had er, voor dochter voornoemd en voor E., al eens een receptje uit voorgekookt en dat werd oké bevonden en dus goedgekeurd. Het is eeen recept waar je sjalotjes en prei bakt met een honing sausje, gekarameliseerde sjalotten dus, met de nog wat pittige smaak van prei. (Samme, ik lijk wel een wijnschrijver, zeg.) Maar ook een vega gerecht van broccoli met zongedroogde tomaatjes zou ik verzorgen. De Zaankantertjes zouden dan hun uiterste best doen op vega soep, met apart daarnaast soepballen, en nog wat zaken als: gevulde eitjes en gesauteerde champignons en dat soort heerlijke zaken. Ook zorgden ze dan voor dranken en wijnen.
Maar ik zou ook nog m'n eigen specialiteiten maken. Dat zijn er drie, zeg maar. (Ik heb er veel meer, zoals Snert, bruine bonensoepn, nasi en dat soort zaken, maar dat aten we dus nu niet) maar wel rundvleessalade, witlofsalade en Javaanse gehaktballetjes.
Nu ben ik iemand die, vanuit mijn KM achtergrond, graag dingen van te voren regel. Ik ben absoluut geen last minute mens. Daar stond een leuk artikel over in, in het Volkskrant magazine, over dat soort figuren. Ik kan zo niet zijn, ik kan zo niet leven. Ik houd van strakke planning en van 'voorwerken'. De week voor de kerst stond dus in het teken van shoppen en afvinken van wat ik al had en things to do. Nu ja, je kunt zelf allemaal wel verzinnen wat je allemaal dient aan te schaffen tijdens en voor dat soort dagen, dus ik zal je geen boodschapenbriefje mee geven. Maar in ieder geval, rond het weekend voor de kerst begon ik al te koken. Zaken die je, in koel- of vriesvak kunt opslaan en dan de eerste Kerstdag wel zullen halen. Maar, het is geen gewoon beetje boodschappen dat je moet doen, hoor! Langzaaam begon het huis, met name koelkast en voorraadkasten uit te puilen! Zuchtend en kreunend onder de lasten van de tassen vol met spullen, zeiden wij tegen elkaar dat we het het volgende jaar maar een kerstdiner van de Febo wilden bestellen en dat soort kreten meer.
Maar, als je eenmaal bezig bent, ach, dan gaat het wel weer. Omdat we allebei nog werken, E. is oproepbaar in de verzorging en ik werk natuurlijk mijn, momenteel hele drukke uren, bij de VOMAR, werd het kokelen en zo voor de avonden bewaard. Nu is onze keuken niet echt groot. Het is een pijpenla zeg maar. We wonen in een prettig maar veel te groot huis uit het begin van de jaren zestig, gebouwd net na de wederopbouw maar wel in die jaren waaarin het eten nog niet zo belangrijk was in onze cultuur. Een stamppot, een gehaktbal in het weekeind en, met de Kerst, een gebraden kalkoen (nee, da's te Amerikaans, nu ja, in elk geval, veel lekkers, waarschijnlijk een lekkere rollade, maar de keuken is niet gebouwd op het verrichten van werkzaamheden door twee pax. (Da's marine taal voor twee mensen.) E. en ik losten elkaar dus wat af, maar waren wel stuitend veel tijd kwijt in die smalle keuken. Want, koken moest ook afgewisseld worden met het kijken naar favoriete Tv programma's, onder andere naar de Belgische soap Thuis. Een echte, onvervalste, goed geschreven en nog beter geacteerde serie over gezinnen en vrienden die enorm met elkaar verweven zijn. Hoopies beter dan de Slechte en naardere tijden van onze vaderlandse Tv overigens, want herkenbaar voor heel veel mensen.
De kinderen verzamelden zich in de loop der dagen bij ons thuis, (vanuit alle windstreken, wil ik er graag bij schrijven. Gewoon omdat ik het en mooie zinswending vind. Een beetje waar is het ook wel, trouwens) ze sliepen, aten, dronken bij ons en dat was al weer zo kicken man, zo geweldig! Op dinsdagmorgen maakte ik, als laatste, de witlofsalade met appel en mandarijn en geheime ingrediënten (Vuursaus van de Golan, zei een vroeger chef kok van een van mijn schepen dan wel eens) We proefden, keurden, keurden goed en pakten alles in en vertrokken.

Om te zeggen dat we een heerlijke eerste en tweede kerstdag hadden, nou nee.
Het waren fantastische dagen. De sfeer was groots, de gesprekken leuk, vlot en vol humor, het eten was geweldig en kleinzoon Loek deed het entertainment voor een groot gedeelte! Het was de eerste kerst voor Mia Rosie en ze zal zich er geen moer van herinneren, natuurlijk, maar God, wat een scheetje!
Morgen wacht me weer een hele drukke werkdag, maar ik heb de accu enorm op kunnen laden. Al je kinderen bij je en je kleinkinderen, man dat is nog een veel groter feest dan dat hele Kerst gedoe.






vrijdag 21 december 2012

Kerstdrukte 3 en de laatste

Ja, hallo, eens moet het ophouden, met al die Blogs over kerstdrukte. Vind ik ook, lieve lezers en lezeressen, vind ik ook. Dus vandaag publiceer ik dan dat laatste bericht daarover. Dezer dagen is het leven een beetje een sleur voor als je in de toelevering voor de kerst werkt. Dat geld niet alleen voor ons, van de supers, maar natuurlijk ook voor de jongens en meisjes die in de grote toeleveringcentra werken. Onze jongste zoon werkt in zo'n bedrijf, namelijk de Kaasunie in Kaatsheuvel. Het is daar, op deze drukke dagen, werken onder hoogspanning, de hele dag alleen maar domweg orders pikken, kratten vullen, containers laden, containers gereed zetten voor gebruik en inladen in de vrachtwagens. Onze zoon gaat met zo'n hoogwerker, of hoe noem je die dingen die je vijf meter hoog spullen kan laten pakken, door het bedrijf om pallets vol met kazen en vleeswaren en al wat dies meer zij, gereed te maken voor verdere afhandeling. Een pauze kan er nauwelijks vanaf, want het is 'hoogmis' voor het bedrijf.
Maar ook op lager niveau, kleinschaliger, bedoel ik dan, is het 'hoogmis'. Zo trof ik vandaag onze tweede FM aan die druk bezig was met allerlei bestelzaken en computergegevens, terwijl de FM1 dat ook deed, maar dan net aan de andere kant van de winkel. Onze tweede man, B., (ik zal nog uitleggen wat en waar en waarom niet, heb ik beloofd, maar ja, kerstdrukte hè, dus ff geen tijd) is normaliter vrij op de donderdag. Op mijn vraag waarom hij nu aanwezig was, was zijn antwoord simpel en direct; 'Tja, het is kerstdrukte, hè?'
Maar goed, we gaan aan het werk, lossen vrachtwagens en vullen onze schappen en ik heb eigenlijk maar een uur of twee werk om mijn restanten van de DV te vullen en zodoende weer en hele kar weg te werken. Dat geeft weer wat lucht in een al overvolle DV opslagplaats, de 'vriescel'. Ik 'spiegel' de afdeling even af, ik vind dat leuk om te doen, maar ook nodig want 'ongespiegeld', is geen pan. Denk aan je boekenkast thuis, waar boeken soms heel diep in wegsteken of juist helemaal op het randje van de kast staan, zoiets. Ik wil mijn boeken, waarvan E. zegt dat ik er veel te veel heb (en ze heeft wel een beetje gelijk, ben ik bang voor) allemaal netjes in het gelid hebben staan.
Dan heb ik nog een half uurtje over en ik ga nog maar eens een krattenkar wijn restanten halen. (Ok, goed, je weet het nog van de vorige Blog. Goed man.) Ik werk daar ook nog een krat of zes van weg en dan is het tijd om het 'nicotine tolerantie relais' op peil te brengen. Ik ga met de bijna gehalveerde container, al laverend door de mensen en de Kerst displays, richting magazijn en ben bijna bij de lift als een heel gehaaste mevrouw me aanspreekt. Ze is net op drie meter grondgebied van de winkel en kan helemaal niet bevroeden (och jongen, wat schrijf je dat weer fraai, oké, dank je) dat ik net van de wijnafdeling kom. Gehaast vraagt ze me of wij Prosecco verkopen. Ja, natuurlijk.
Prosecco is een half zoet slobberwijntje, dat een jaartje of wat geleden helemaal in de mode kwam. Het heeft 'een bubbel', zegt de wijnschrijver dan en ik vind het eigenlijk niet te zuipen. Maar da's persoonlijk. (Het is een soort kinderchampagne, maar dan met alcohol, zeg maar.) jaren geleden waren rosé wijnen het helemaal in de grachtengordel, zoals ik Mokum maar voor het gemak even noem. Ik houd ook niet van rosé, overigens. Afijn, ik parkeer mijn kar en loop met haar mee naar mijn 'stiefkind' afdeling. Ik wijs haar op de soorten Prosecco's die we hebben, drie witte en zelfs een rosé (dubbel bah, dus) en ik vertel haar het een en ander, maar ze luistert niet. Ze doet hyper aan, vind ik, althans, in ieder geval, zo komt ze over. Ze is, zei ik al, gehaast en wil alleen de prijzen van de flessen weten. Ik spiek, vertel haar de prijzen en geef, wel vals een beetje achteraf, advies. Ik heb die Prosecco's wel eens echt geproefd dus ik weet wat smerig en minder smerig is. Ze luistert echt niet, onderbreekt me gehaast, zoals gezegd, en neemt de Chanti Prosecco van 4,95 de fles. Ze wil er acht flessen van, maar ik heb maar zeven op stock. Dan maar de Veneto erbij beslist ze en ik wil nog wat aan haar vertellen, maar ze kapt me af, helemaal geen tijd, is haar devies. Dan: 'Ik krijg gasten. Zeg me, kan ik de wijn vier keer over de kop laten gaan?'
Nu heb ik een Chinees vraagteken op mijn hoofd. "Gasten? Wijn berekenen? Ja van mij mag U, maar zijn dat dan gasten?' 'Nee, niet privé, maar ik heb een kookhuisje. Geen echt restaurant, maar mensen komen bij me eten en drinken, vreemden, gasten heet dat in de horeca. Dus wil ik wel de prijzen van de wijn doorberekenen!' Ah, zo. Ik vertel haar dat gasten je arm eten, maar je rijk drinken, dus ja, een euro of vier per glas, bijna de prijs van een fles, is redelijk, zeg ik dan en wil haar nog even het verhaal van de witte wijn in het restaurant kwijt, waarover ik schreef in 'Wijn en ongein'.
Ze luistert verder niet, Kerstdrukte, denk ik maar, en, terwijl de dame 'in de looppas' het pand verlaat,
ga ik zuchtend verder. De rest van de donderdag 'gaat'. Het is niet overdreven druk, hoewel ik wel weer een stetter acties binnenkrijg. Dat wist ik, ik had FM2 gevraagd die te bestellen, maar het lijkt nu opeens wel heel veel, denk ik. De cel raakt nu aardig vol en aan het einde van de dag loop ik naar FM1 en zeg dat er maar geen acties meer moeten bijkomen. Ik heb van alles  nog zat staan beneden en zo hard loopt het ook allemaal niet. 'Ok', zegt hij, 'doen we niet, dus.' Ik ken hem, het is een goede, betrouwbare en eerlijke man. Maar wat schetst mijn verbazing als ik vandaag, het is ondertussen vrijdagavond en ik kan je verklappen dat ik zo f...... moe ben, dat ik vanmiddag wel twee uur op de bank heb liggen pitten, er komen maar liefst vijf containers diepvries handel binnen, waarvan een, na overstapelen, bijna helemaal gevuld is met die verhipte, net woord, hè, hadden jullie niet van me verwacht, acties. Garnalen, mosselen, wokgarnalen, zeevruchten, s..., ik kan al die zooi niet kwijt, mijn afdeling is helemaal vol en de diepvriescel bijna. Die vracht is ook nog ziekelijk laat binnen, dus ik begin pas tegen half elf aan die karren, ik weet dat ik het niet af ga kunnen maken, en schiet een collega aan om te vragen of hij dan de rest wil doen. "Geen probleem', zegt die jongen tot mijn opluchting.
De eerste drie karren gaan er vrij vlot in, maar dan slaat de vermoeidheid toe en daagt er hulp op. De eerder vernoemde collega en ook Joke, eeen (bijna) leeftijdgenoot, trekken zich mijn lot aan en springen bij. Ik zoek FM2, B., op, bedank hem dat 'ie de mensen naar me heeft gestuurd om te helpen en zucht dat ik zo vreselijk veel actie binnen heb gekregen, terwijl de FM1 niet zou bestellen. Hij had daar een telefoontje over gekregen, vertelde B.. Ze hadden de partijen die over waren verdeeld over de winkels zodat hun diepvries magazijn weer leeg was.
Rond half een is alles weggevuld. Ik bedank de collegae voor hun steun en ga tien minuten later, compleet naar de kl....  de lange weg naar het Amstelstation in.
Gelukkig heb ik (bijna) al mijn kerstinkopen al gedaan en hoef ik alleen zaterdag nog even wat te scoren. Ik besluit om dat bij de Vomar te gaan doen. Ik moet namelijk ook nog eens mijn kerstpakket afhalen. Een hele grote doos, vol met???
Ik vind dat altijd wel spannend en een leuke geste. Het hoeft namelijk niet, toch? Het is een presentje van 'de baas' om je te bedanken voor het geleverde werk van het afgelopen jaar.
Maar ik vind het elk jaar weer leuk en ik weet dat onze kinderen het geweldig vonden om de doos te openen en te kijken wat er van hun gading was.
Dus: bedankt alvast weer directie!






woensdag 19 december 2012

Kerstdrukte 2

Het is maandag. De maandag voor de drukste week die je in supermarktland kunt gaan beleven. Het is de eerste maandag van de week. (grapje) We gaan vanaf vandaag 'rammen en rossen', zoals we dat dan onderling zeggen, want het gaat vanaf nu echt, maar dan ook echt, druk worden. (Helaas missen we collega en vriend Ray, die net vorige week pa is geworden en, terecht en heel natuurlijk, nu even een weekje geniet van zijn dochtertje.) Ik zeg altijd, een beetje, maar echt een beetje grappend, rond deze periode tegen mijn collegae en chefs, dat je, vanaf vijftien december ongeveer, een plaat voor je kanis moet trekken, dat je vanaf die datum gewoon alleen maar moet werken en geen vragen moet stellen of ergens aan denken, maar dat je gewoon moet gaan werken en dan kun je die plaat op twee januari weer voor je kop weg halen, want dan gaan we weer 'gewoon' doen, met z'n allen.
Daar ben ik achter gekomen vanaf de eerste kerst die ik in een super werkte en dat is nu alweer tien jaar terug. (Dat betekent, besef ik nu opeens echt, dat ik al zestig ben! Aargh!)
Maar, tot nu toe, klopt die uitspraak aardig. Het is natuurlijk helemaal niet zo dat je niet na moet blijven denken over je werk of zo, of over de bestellingen die je moet gaan doen, integendeel, je moet met je juist kop heel goed bij het werk zijn, maar ik bedoel meer dat je niet moet gaan nadenken over het koopgedrag van je klanten of over wat het distributie centrum je nu weer (of juist niet) gaat afleveren, want, als je dat gaat doen, dan ben je na een dag of wat goed voor een spuitje van de mannen in die witte jassen en met die dwangbuis. Ga maar gewoon aan het werk, vullen en stapelen. Maak je verder geen zorgen over de omzet of zo, dat komt allemaal helemaal goed.
Over die omzet: onze Vomar zit al weken in een stijgende lijn. We maken weken waarin we 20.000 eurietjes meer omzetten dan in de weken daarvoor, of in vergelijking met dezelfde week van het vorige jaar! (Blij en trots, maar niet tevreden zoals C, de Fm het zegt)
Daar zijn natuurlijk redenen voor. Een van de redenen is dat wij, Vomar, echt een stuk 'goedkoper' zijn dat bijvoorbeeld de mannen in het blauw. Da's niet zo gek. De blauwen hebben hele fraaie winkels en allemaal op toplocaties, maar ze hebben daar ook heel wat personeel in rondlopen. Ik memoreerde het geloof ik al eens dat ik mijn boodschappen altijd bij Appie moet doen. Er is geen Vomar in mijn woonplaats Amstelveen (doe daar wat aan directie!) en de Jumbo die er wel is, is me te ver en ik vind die winkel niet helemaal naar mijn smaak. Klein, rommelig, wel goed aan de prijs, hoor, maar de winkel ligt me niet helemaal. We hebben een C in de buurt, maar daarvoor geldt ook: ik moet er dan met de auto heen, ik verdien vijftig cent op mijn boodschappen, maar lever een euro in op benzine kosten. Nee, natuurlijk is dat niet zo scherp, maar ik wel even zeker stellen waarom ik niet heel ver van huis goedkoop shop maar dan veel geld voor peut kwijt ben, begrijp je?
Ik had afgelopen vrijdag, door een vervelende situatie in het gezin, forfait moeten geven, met begrip van de leiding. Ik kwam dus vandaag, maandag, weer de winkel binnen en besefte dat het wel eens heel erg druk kon worden met mijn diepvriesartikelen. Maar, dat viel allezins mee. De mannen die het afgelopen weekend 'mijn' afdeling hadden gerund hadden goed hun best gedaan en redelijk wat weg gevuld. Ik liep mijn restanten, er ging best nog veel in, trouwens en, op vraag van de FM, deed ik nog een paar karren met restanten van de wijnafdeling. Ook daar ging best veel in, natuurlijk, onze Vomar is een echte 'wijntoko'.
Ik kwam vandaag, het is nu alweer dinsdag binnen en wist, dat had ik met mezelf afgesproken, dat ik de wijnrestanten, weer maar eens jargon gebruiken, nu, de 'krattenkarren' zou gaan doen. Krattenkarren zijn dus karren, containers, waarin in kratten je restanten liggen opgeslagen, zie je, zo moeilijk is jargon ook weer niet, toch? Ik kon iets van twintig grotere of kleiner kratten wegvullen. Een hele container weggewerkt dus, en dat stemde tevree.
Ondertussen ben ik er ook achter dat onze 'beprijzingen' de manier waarop wij onze waren aanprijzen niet altijd handig zijn voor mensen die onze taal niet helemaal machtig zijn. Ik heb vandaag weer eens uitgelegd aan een mevrouw wat we dus bedoelen met 'Tweede halve prijs'. Deze mevrouw stond iets gebogen over de 'actiebak', ja weer even jargon, maar dit is allemaal te volgen, toch? In ieder geval, ze had een Chinees vraagteken in haar ogen en vroeg wat dat nu betekende: 'tweede halve prijs?'
Ik boog gezellig mee over de bak. Ik pakte een zak Klaas Puul (zo heet het merk) cocktailgarnalen, een zak roze garnalen en zei dat, als mevrouw nu een zak kocht en er een tweede bijnam, dat die tweede zak slechts de helft koste van die eerste. Ook zei ik dat ze alle combinaties kon maken, hoor. 'U kunt alle combinaties maken. U kunt een zak roze garnalen met mosselen of met wokgarnalen of met inktvis ringen doen, het is uw keuze.'
Ze knikte, niet begrijpend. Ik legde verder uit. 'Kijk, mevrouw, die cocktailgarnalen kosten', ik moest even spieken op het prijskaartje in de kast, 'die kosten dus vijf euro. Maar die mosselen kosten maar drie euro. Dus hebt U al twee zakken mosselen voor vier en een halve euro begrijpt U?'
Ze knikte, ja, ze begreep het.
Twee minuten later werd ik bij kassa zeven geroepen. De mevrouw was hoogst beledigd. Nu had ze twee zakken met cocktailgarnalen gekocht en ik had gezegd dat die maar vier en een halve euro kosten, maar nu moest ze toch zeven en halve euro afrekenen. Zuchtend probeerde ik haar het verhaal nog een keer uit te leggen, Dat had geen zin, ze wilde mijn producten niet meer en was zwaar gepikeerd. Ok, dus ook dat schrijven we maar aan de kerstdrukte toe.
'Prettige feestdagen', zei ik nog, maar ze luisterde al niet meer.








zondag 16 december 2012

Kerstdrukte 1

Ik ben misschien iets te vroeg met het onderwerp van dit bericht. Hoewel? De drukte voor de kerstdagen begint al wel een beetje, hoor. Dat merken we, wij van de werkvloer, in ieder geval aan het aantal - en de hoeveelheid artikelen dat en die de winkel binnenkomt en aan het aantal 'displays' dat er gemaakt wordt. Hebben jullie eigenlijk al een idee van: 'wat je doet met de Kerst?' Ons gezin heeft het al (redelijk) aardig afgestemd. We gaan naar de 'kleinkinderen' zeg maar. Nou ja, naar hun ouders, natuurlijk. Logisch, Mia, God, het scheetje was nog even bij ons vanmiddag, is nog zo jong, en daar wil je niet mee gaan lopen zeulen, 's avonds na het kerstmaal of na de kerstsamenkomst of hoe je het dan ook allemaal wilt noemen. Want daarna moeten de ouders, Nicoline en Serge, ook nog eens een klein uur rijden om naar huis te komen over vaak natte of gladde en glibberige wegen. Dus: we gaan met z'n allen naar de 'Kleinkinderen', zeg maar!
Hoe vieren jullie het? In je uppie? Of met alleen je partner, of met het hele gezin, inclusief ouders en schoonouders? Gezellig, toch, een hele dag van tevoren in de keuken, bij voorkeur met een glaasje erbij, je helemaal crea uitleven op allemaal gerechten die je tegenkwam in allerlei receptenfolders en boekjes van je super? Want, wees eerlijk, daar staan inderdaad allemaal hele leuke gerechten in.
Zelf deden we vroeger heel vaak, zoals menige mensen, aan fondue of aan gourmetten. Onze jongste (dochter) heeft echter besloten om Vegetariër te worden. Een besluit dat de hele familie respecteert, maar niet overdreven handig vind, by the way. Wij gaan deze kerst dus voor half/half. Half Vega gerechten en half dus niet.
Maar hoe dan ook, voor de medewerkers van 'supermarktland' geldt het feest van de Kerstdagen niet altijd echt, hoor. Onze keten, de Vomar, (en wij zijn niet de enige supermarktketen, helaas), is alle feestdagen, dus ook de beide Kerstdagen, (en ook op Nieuwsjaardag) gewoon open. Wel is dat dan een zogenaamde 'zondagopening' (maar toch), is de winkel de hele middag en een stuk van de avond gewoon open. Over het algemeen zijn de mensen die dan die dagen en avonden werken op zogenaamde 'vrijwillige' basis bezig. (Nee, niet qua salaris, geloof me. Ik weet dat het werken op dit soort dagen met 250% beloond wordt.) Dus vaak zijn het jongeren die ook nog niet veel met de Kerst hebben, omdat ze van een andere religie zijn, om het even makkelijk te houden, maar natuurlijk ook gewoon jongere mensen die studeren en zo er ff in een avondje werken veel poen extra bij gaan pakken. (Gelijk hebben ze, toch?)
Ben ik daar nu op tegen? Ja, eigenlijk eeen beetje wel, hoor. Ik ben niet religieus, maar ik vind dat we wel eens een dag voor 'ons eigen' moeten willen vinden en hebben en houden.
Purist, nee Puritein, dat is het woord. Als ik zo mocht overkomen, als een streng gereformeerde of zwarte kousenkerk mens en als je dus denkt dat ik zo tegen werken of winkelen op zondag ben, vind ik dat niet zo een geweldige gedachte van je, want ik heb helemaal niets met religie en ben dus niet ook niet tegen handel op de zogenaamde 'dag des Heere'.
Ik heb me natuurlijk allang neergelegd bij de zondagsopeningen van winkels en zo, en het gaat me helemaal niet om die 'heilige zondagsrust' zoals van menige kansel nog steeds gepreekt wordt, want, zoals gezegd, ik ben helemaal niet verbonden aan een kerkgemeenschap of zo, en E., trouwens, ook al helemaal niet. Maar ik ben wel voor een dag van stilte en rust en wat bezinning. Vooral voor de mensen die, zoals wij, in of boven een winkelstraat/ - centrum wonen. Ok, van die kerkklokken op zondagmorgen wordt je ook al helemaal niet blij, net zomin als van het gezang van de Muezzin (zo heet toch die vogel, die vanaf de minaret loopt te blèren?), maar moet de economie nu maar zeven op zeven dagen en vierentwintig op vierentwintig uur doorgaan? De openingstijden van onze Vomar toko zijn kortgeleden weer verlengd voor wat betreft de avond openingen en voor de zondagopeningen en ik geloof dat ik het echt nog mee ga maken tijdens mijn leven, en misschien wel nog voor mijn welverdiende pensionering, dat, de grotere winkels in ieder geval, een hele dag en nacht niet gaan sluiten.
In de USA is dat al zo, natuurlijk. Maar moet dat nu ook bij ons? Ik weet het niet. Ik filosofeer daar wel eens met E. over. We zij dan samen bezig met een boodschappenlijstje te maken voor wat we moeten of willen gaan eten in het weekend en of we eventuele 'eters' krijgen, dat weekend. Dat lijstje maken we zo rond de woensdag, zodat we een globaal idee hebben wat we dan zullen gaan eten en wat we aan boodschappen in huis moeten halen de komende dagen. Over het algemeen hebben we onze boodschappen al voor zaterdag in huis en hoeven dus alleen op die zaterdag vers brood/groente/vlees te kopen. (Ervaringdeskundige die ik ben, weet ik dat de zogenaamde verse producten die in de supermarkten liggen op de zaterdagmorgen, vaak al de vrijdag of de donderdag ervoor zijn geleverd, maar, soit.)
Verder vind ik het ook raar dat we op eerste Kerstdag open zijn omdat mensen dan hun Kerstmenu nog zouden kunnen moeten gaan samen stellen! F... it. Dan ben je toch niet goed bezig? Wij, het gaat vooral over mijn oudste zoon, Serge, en ik, beginnen vanaf oktober al te brainstormen over: 'wat doen we met de kerst?' Als wij samen een idee hebben, gaat dat naar de rest van de familie en die vragen we ook om er hun gedachten over te laten gaan. (Vandaar ons half Vega/half niet vega menu, dit jaar.) We komen samen en mailen/smsen, dan nog een paar keer en maken afspraken over het menu en wie wat kookt en maakt. We zijn dus al heel vroeg goed voorbereid.
Maar, en hier sla ik een beetje dicht, dan komt er dus iemand, of 'iemand-en' of gezinnen, op die eerste Kerstdag de winkel binnen en die denkt, denken: 'Tjeetje! Wat moeten we nu gaan eten, met het hele gezin, dat vandaag bij ons komt, of met familieleden en vrienden die we al een jaar geleden hebben uitgenodigd?'
Geloof jij het? Nee, ik weet zeker dat de toko open is voor mensen die niets hebben met de Kerstdagen of waar die dagen voor staan, en die dus gewoon hun boodschappen willen gaan doen op die dagen en geen respect hebben voor waar die dagen in onze oude tradities voor dienen te staan. (Nogmaals, ik geloof niet, maar ik respecteer wel het geloof van de mensen die deze christelijk traditionele dagen in stand willen houden!)
Je mag zelf, en helemaal vrijblijvend, invullen van welk geloof die mensen, die wel hun boodschappen doen op dit soort dagen, zijn en ik wil daar helemaal geen heksenjacht op openen, hoor! Ik wil helemaal niet hatelijk zijn of aan schisma's of zo gaan doen. Maar: als het bij de mensen met een niet christelijk geloof, voor hen hen voor wie wij/zij dan wel op de kerstdagen moeten werken, zoal bijvoorbeeld:  'Suikerfeest' of 'Offerfeest' of iets van dien aard is, zijn die mensen met die religieuze aanhang wel allemaal vrij, en moeten de collegae van een andere geloofsmening wel invallen, en, misschien terecht, met toestemming van de leiding. Ik heb trouwens nog nooit horen vermelden dat die mensen stonden te  dringen om het werk van hun christelijke collegae op de Kerst (Paas- en Pinksterdagen) over te nemen!



dinsdag 11 december 2012

One of those days (2)


Korte inhoud van het voorafgaande...
Nee, alsof jullie deb..., eh, debiteuren zijn. Nee, jullie hebben net mijn vorige Blog gelezen en weten nog dat ik: a/ mijn schoenen kwijt was, b/ eens een keer een vlotte en niet chagrijnige chauffeur hadden, c/ mijn tweede FM (leg het nog uit, do not worry),  wat meewarig lachte toen ik zei dat ik nu ff de diepvries (DV) restanten ging 'doen' en dat ik d/ een FM had met leiderschap gaven, dus ik hoef niet alles te herhalen of een korte inhoud van het voorafgaande te geven.
Oh ja, ik was vergeten om een --- wordt vervolgd--- onder de vorige Blog te zetten. Nu ja, het wordt dus nu vervolgd.
Ok, de vracht was gelost, diverse personeelsleden deden diverse dingen met die vracht en ik ging op weg naar de lift, die me in de kelder af zou zetten, waar mijn DV cel is gehuisvest. Omdat DV bij minimaal  - (dit is min, dus beneden..) twintig graden wordt bewaard, is een diepvries cel altijd op een enorm blok beton gevestigd van minimaal vijftien centimeter hoog. Dat om te voorkomen dat die hele cel dwars door de gewone betonvloer, van net een centimeter of vijf of zuks, zakt vanwege de enorme negatieve temparaturen en inhoud van de cel. 'Gelukkig' is die cel te bereiken zonder geleidelijke opgang, zodat je de containers met heel veel moeite omhoog moet trekken of duwen om die hoogte te overbruggen. Het grote gevaar is dan wel dat die container omslaat en de goedbedoelende medewerker, die de container in de cel wil zetten, bedelft (of is het: laat bedelven, of gaat bedolven worden?) onder de inhoud. (Dit is echt geen grapje, het is me overkomen dat ik onder veertig of vijftig pakken pizza's bedolven lag! Lach niet, dat was 'not funny'!)
Ik opende, ie wat argwanend door de lach van B., de dikke, met een grote stalen klink afgesloten deur en zag: vijf containers vol artikelen staan! What the f...! Nu begreep ik het meewarige lachje van B., de tweede FM natuurlijk meteen. Merde, dacht ik, maar dit zijn bijna allemaal nieuwe en onbekende producten, dat zag ik meteen, zo helder was ik toch wel! Het kwartje, oké in mijn geval, de stuiver, viel snel. Och ja, allemaal Kerst acties, natuurlijk. Dozen vol aardappelgratin, (twee soorten), bladerdeeghapjes, visfilets, (twee soorten), escargots, (gadsie, ik word al misselijk als ik naar het plaatje kijk), meerdere chique ijs soorten en 'Huismerk' loempia's (twee soorten). Wie eet er nou non-de dju loempia's met de Kerst, denk ik, narrig wordend. (mooi woord, narrig, ga ik vaker gebruiken.)
Ik haal twee karren uit de cel, ik wil niet al te veel containers op de werkvloer hebben en duw ze naar de afdeling. B. komt langs en ik begrijp zijn wat spottende/meewarige lach.
Terzake doet hij: "Kun je dit plek geven?"
Terzake doe ik: "Met een potje Vaseline en een beetje goede wil, lukt alles."
B. geeft aan hoe hij denkt dat de indeling zou moeten, ik geef mijn mening en het blijkt dat we in de pas lopen, we maken samen ruimte en hij gaat met een: 'Je gaat het redden, toch?' verder met zijn eigen drukke werk. (Hij vertelde nog wel dat hij ook helemaal overrompeld was door de hoeveelheid acties, maar ja, hij kon er verder ook niets mee.)  Allang blij dat hij me zoveel mogelijk geholpen had, ga ik dingen en spullen opnieuw indelen. Eerst even checken wat ik heb en hoeveel van elk. Ik zie dat alle spullen verdeeld zijn in voor-, hoofd- en nagerechten en ik denk dat ik dat dan maar ook zo moet indelen in de (redelijk beperkte) ruimte die B. en ik geschapen hebben.
FM, C,  komt langs: 'Goed bezig', bromt hij, de automatische piloot aan, want de man heeft het stinkend druk, maar heeft, alweer, mijn hart gestolen, na die opmerking van gisteren, .... over die schoenen, oké, jullie hebben opgelet.
In de 'ondertussentijd', woord van Kees van Kooten, niet mijn uitvinding, maar wat een mooi woord!,
hoor ik dat Ray, een hele fijne collega, me zoekt. Ik zoek hem dan weer en hij vertelt me dat hij gehoord had dat mijn schoenen pleithuizen waren. Hij zegt dat er een medewerkster van de kassaafdeling is, die afgelopen zaterdag een schoonmaak woede had en die mijn schoenen schijnt te hebben opgeruimd.
Ik, op een holletje, naar Houda, medewerkster voornoemd. En verdraaid, ja, ik houd het netjes, mijn schoenen, compleet met iewat riekende sokken, staan opgeslagen, ergens in een hokje, vraag me niet welk hokje, maar ik krijg ze terug, doe ze meteeen aan en, goh, mijn ouwe trouwe stappers, inclusief stalen neuzen terug!
Het wordt verder een drukke en volle werkdag. Ik ga, ik doe niet aan pauzes vandaag, de hele dag door en om twaalf uur doe ik met een zucht van, mijn weergevonden schoenen uit.
Ik ga naar huis, doe nog een boodschapje en de bel gaat. E. is druk en vraagt of ik even wil opendoen. De Post!
Een pakketje. Mijn nieuwste boek, het is m'n derde ondertussen alweer, wordt me aangeboden. Het is 'De Berg'. Een boek dat ik geschreven heb over mijn ervaringen om de Alpe d' Huez te gaan beklimmen op de fiets, met een club hele goede vrienden.
Ik open het  pakket, voel en ruik aan mijn boek en man, het is goed. Prachtige tekst en de fotos zijn zo mooi en scherp afgedrukt! Ik vergeet de escargots en de mosselen en de diepvries en zink weg in mijn eigen werk! Goh, man, mijn derde boek! En zo fraai! Zulke mooie fotos ook!
Ben je benieuwd naar dat boek? Ga naar www.freemusketeers.nl  klik op zoeken en toets mijn naam in. Of de titel van mijn boek: De Berg.
Het is de moeite waard, hoor! Net als mijn diepvries afdeling!









maandag 10 december 2012

One of those days (1)

Kennen jullie dat? Natuurlijk kennen jullie dat! Het was weer eens zo'n dag. Zo een dag die eigenlijk al rottig begint en dan niet meer ophoudt dat te blijven. Vandaag geen 'Code Oranje', overigens, de sneeuwval had het land verlaten en er zou alleen wat regen vallen volgens het KNMI, maar wel een dag met een stevige wind. Nee, daar lag het niet aan dat ik te laat op het werk was. Ik legde al uit dat ik de laatste drie weken van december eigenlijk niet veel fiets. De fiets(en) gaan naar de fietsenmaker (Peter Nieuwkerk, aan de Brink in Amstelveen, een geweldig goeie vent en een droom van een fietsenmaker. Ok Peet, ff afrekenen nu?)
Nee, het geval ligt veel prozaïscher, ik had me gewoon versnurkt. Ja, stom, ja, ja, weet ik, niet nodig, maar dat soort dingen gebeuren, toch? In elk geval, ik werd wakker om vijf voor half zes. Ik zou nog wel tijd hebben gehad om de tram (51) van 0558 te halen, maar zou dan zwarte koffie en het broodnodige zware sjekkie hebben moeten laten gaan. Nou, nee, zo kan ik mijn dag nu eenmaal niet beginnen. Zonder koffie heb ik geen aanvang snelheid en die zware hoort er ook echt bij.
Dus smste ik collega Marjan, dat ik iets voor zeven uur binnen zou zijn.
Dat was het eerste minpuntje van de dag. Ik was inderdaad rond zeven uur binnen, zette mijn tas neer, greep naar de sleutels van mijn kluisje (locker) en begon het omkleed ritueel. Ik heb een set werkkleding, wekelijks door E. verschoond en in tasjes aan mij gegeven en ik kleed me dus op het werk om. Het tweede minpuntje volgde. Ik greep naar mijn werkschoenen, (eigen aanschaf, veiligheidschoenen met stalen neuzen) die ik altijd op het kleedrek bewaar. Mijn jasje ligt in mijn locker, want jasjes zijn diefstalgevoelig, maar mijn werkplunje, broek, T-shirt, trui en dat soort zaken, hangen gewoon aan het kleedrek. Zoals mijn schoenen daar dan weer boven op staan. Ik greep, greep nog eens en besloot nu even te kijken naar wat ik greep en waarom ik in het niks greep. No shoes, geen schoenen, pas de chaussures, keine Schuhe, nada de sapatus, dus.
Ok, wacht ff, ik heb ze vrijdagmiddag uitgetrokken en heb ze toen.. eh..., GVD, gewoon op het rek gezet. F..., waar zijn die koeleradingen dan? Ik zag de FM. 'Hoi man, enig idee waar mijn schoenen zijn?' 'Nee, niet echt, waarom?' Uitleg. Hij: 'Ja, ze zijn wel aan het opruimen geweest in het weekend, maar jouw schoenen?' Ik zag een collega en vroeg de vraag. 'Nee, geen idee, why?' Ik zag nog wat collegae en nog een tweede FM, (ik zal dat echt ooit nog eens uitleggen) en vroeg de vraag, maar ving overal bot!
F..., maar dan ook echt k.., nondenakende nondedju, GVD, waar zijn mijn schoenen? Lang tijd om te zoeken had ik niet, het lossen begon en bij mij begon de woede en de agressie. Shit man, ze kunnen toch niet maar zo je schoenen wegtyphen? Je bent toch geen achterlijk Jetje of zo? Dus moest ik mijn gewone stappers dan maar aangehouden. Van Bommels a 500 euro per stuk, met veters van 75 euro per paar!
Nee, natuurlijk niet, gek. Luister: ik werd een tijd geleden slachtoffer van een beroving. De boef, met zo'n zwart lapje voor zijn gezicht, overviel me bij het park Frankendael, waar ik iedere dag langs moet lopen. Hij zei: 'Je geld of je leven!' Ik zei: 'Man ik ben getrouwd. Ik werk bij de Vomar. Dus een leven heb ik niet en geld al helemaal niet!' (Hij huilde nu bitter en gaf me een geeltje.)
De FM liet me wat uitrazen, want, zei ik: dat ik nooit meer zou komen werken en dat ik me dan maar ziek zou melden als men zo met je spullen omging en dat soort (op dat moment van harte gemeende) zaken.
Ik heb wel eens vermeld dat die man (FM) bulkt van leiderschap gaven. Vandaag gaf hij daar dus weer een voorbeeld van. Dat lees je zo. Het eerste mazzeltje van de dag was, dat de gebruikelijke ochtend chauffeur er niet was. Die man is een Pietje Precies, als het hem uitkomt, in ieder geval. Ik heb nog net geen hekel aan hem, met de nadruk op het woordje net. Het komt hem niet uit om slecht verpakte karren afval, dat kan van alles zijn, echt AGF of zuivel afval, maar ook karton/papier of plastic verpakkingmateriaal, mee terug te nemen. Hij zet die containers dan weer terug op de klep en zegt nors: 'Die troep mot ik niet in mijn wagen!' Maar als het hem uitkomt om ons onze veiligheidsvoorschriften te laten negeren, vind hij het allemaal wel goed. Nu hadden we een andere en vrolijker chauffeur. Het lossen schoot lekker op. Hij kwam, het lossen en laden was bijna geschiedt, ik had een sjekkie opgestoken en griepte nog een beetje na, en de FM komt op me af en zei dat 'ie het k.. voor me vond en begreep dat ik boos was, maar ja, het was nu eenmaal zo. Wel kon ik een paar werkschoenen kopen en bij hem declareren.
Ik ken dat soort zaken, heb het zelf vaak genoeg gedaan in mijn vroegere leven bij mijn (toenmalige en hyperkritisch) personeel, en inwendig moest ik wel even lachen en denken dat die gozer het toch wel doorhad. Ja, leiderschap. Nu begrijp ik ook waarom onze omzetten zo de hoogte ingaan. Je doet gewoon een stap harder voor zo'n man.
Nu hebben we, ik zei het al, nog een tweede FM. Hij zag me naar de diepvriescel afdalen en lachte wat meewarig.
---- wordt vervolgd ----



zondag 9 december 2012

Code Oranje

Nou, dan weten we het al, toch, als we deze woorden op TXT lezen of via het nieuws horen? 'Code Oranje' is de KNMI term voor : "De wereld vergaat echt vandaag, voor wat betreft het verkeer en het deelnemen daaraan in ieder geval,!" Code Oranje wordt alleen aangegeven als er echt extreem weer op komst is. Dat zou dus vandaag, de zevende van de twaalfde, de dag dat Mia Rosie (onze schitterende kleindochter) die vandaag een maand oud wordt, ook gebeuren. Het zou een dramatische 'weer' dag zijn, vandaag, zeiden de weerprofeten en die kunnen het weten. Files van ongekende afstand en ongekende lengte zouden onze auto- en provinciale wegen gaan bewonen en er zouden natuurlijk enorme ongevallen met idem aantallen slachtoffers gaan gebeuren. Combineer hevige sneeuwval met een windkracht zes a zeven en je hebt een doem scenario. Want: Nederland was niet (meer) gewend aan sneeuwval en gladheid, gecombineerd met rukwinden! (ik heb dat wel twee jaar achter elkaar meegemaakt en was daar beide malen een echt slachtoffer van.)
Omdat het vijf december is geweest en ik, traditiegetrouw, tussen vijf december en Nieuwsjaardag eigenlijk nooit op de fiets naar het werk (of op een andere trip) ga, het is bij mij iets van: 'Goesting opdoen voor het volgende jaar', zoals de Vlaming zou zeggen, was ik dus aan gewezen op het OV. Vanaf Amstelveen Centrum, waar ik woon, naar A'dam Oost, waar ik werk, gaat er een slechts een armzalige verbinding. Ook daar heb ik al over geschreven.
Toen ik wakker werd keek ik als eerste natuurlijk, mijn gewoonte, ik houd intens van haar en vind het heerlijk om naar haar te kijken,  naar E., die vredig lag te slapen en voelde weer wat jaloezie opkomen omdat ik er wel weer uit moest en er weer door moest. E. heeft haar pre pensioen nog net mee kunnen pakken en, hoewel ik natuurlijk niet echt (maar wel een beetje) jaloers op haar ben, brengt zij haar toch heel drukke dagen door met absoluut noodzakelijke dingen in en om het huis en met en rond het, voornamelijk buiten huis wonende, gezin.
In ieder geval, ik ging de deur uit en zag en voelde voornamelijk natte sneeuw vallen. Wel in een grote hoeveelheid. Op een manier dat die sneeuwvlokken een bepaald patroon ontwikkelen, die nerveus aandoende gaan werken op je netvliezen en zodoende met hun val bijna hypnotiseerend gaan werken. Ik wandelde deze vrijdagmorgen dus maar weer eens naar de sneltramhalte, hoog gelegen op een talud, een kleine kilometer verderop. Ik checkte in: 'Piep, goede reis', deed de incheckzuil en ik schuilde in het hokje op de halte. Er is een vaste reisgezel, een man die ook in A'veen woont en naar Diemen zuid reist. We ontmoeten elkaar iedere dag, als ik niet fiets dan, op de halte en wisselen wat woorden, die voornamelijk over het weer en het werk gaan. Niets ernstigs, niets serieus, we kennen elkaars namen/voornamen niet eens. Het is altijd van: 'Hoi man, wat een gedoe dat weer, op het werk loopt het niet, we gaan extra filialen openen, onze omzet was..' Maar het is altijd wel weer leuk om hem te zien. Het is een enthousiaste, bijna leeftijdgenoot, die, op zijn beurt, met zijn gezin uit het verloederen de Amsterdam West gevlucht is, zoals wij dat hebben gedaan uit het ook verloederen de Amsterdam Holendrecht. (zie ook meerdere Blogs op mijn Blog  www.Lucasfietst.blogspot.nl.  Klik op deze blog spot of tik dat maar in op Google en je gaat het kunnen lezen.)
Onze gesprekken stoppen bij het arriveren van de 51. Hij stapt in een ander gedeelte van de sneltram in dan ik. Misschien om mij kwijt te zijn en ik misschien om hem kwijt te zijn, maar eerder omdat we allebei bij een bepaalde uitgang gaan zitten om ASAP uit te kunnen checken of, in zijn geval, om zo snel mogelijk over te kunnen stappen. (Ok, val nu niet in slaap, dit is niet m'n meest sensationele Blog. Ik ga het verder ook niet over sex of zo hebben, hoor)
Tijdens het wachten op de tram, viel het ons op dat het wel sneeuwde, maar dat die sneeuw nat was en nauwelijks bleef plakken of hangen. Ja, op onze kleding, maar niet echt op de straten of stoepen. Ook het verkeer op de Beneluxbaan, waaraan de tramhalte gelegen is, reed met gewone snelheid. Niks gladdigheid, niks slipperigheid.
In de tram, die gewoon op tijd arriveerde en niet werd opgehouden door extreem weer, las ik, nee, herlas ik, Hubert Lampo's: Zeg maar Judith, voor de zoveelste maal en ik voelde de fijne nostalgie en het heimwee van de schrijver weer aan.
Ondertussen keek ik natuurlijk bij elke stop naar buiten. Lijn 51 heeft weliswaar een omroepinstallatie die je hoort te laten weten op welk station je nu bent aangekomen, maar die werkt bijna nooit, dus moest ik wel de namen van de stations op de borden aflezen. Dit is geen sinecure. Op de borden in de gemeente Amstelveen staan de namen zo klein en staan die borden zo ver van elkaar af, dat je echt je kop er bij moet houden, anders mis je je over- of uitstapplaats. Lijn 51 heeft natuurlijk ook een verwarmingsinstallatie, maar die werkt ook (zo goed als) nooit. Althans niet in de winter. Ik ben ooit eens, op een regenachtige maar warme zomerdag met deze lijn gereisd, waar de verwarming het wel deed, en waar het toen meteen veertig graden celcius was en de tram wel een sauna leek vanwege de opstijgende waterdampen uit de op drogende kledingstukken.
Maar goed, vanaf station Wester Amstel, begin ik te reageren op mijn omgeving. Tot die tijd ben ik verdiept in mijn boek. Vanaf die halte plaats ik de bladwijzer... (ik gebruik die nog, wie van jullie ook? Zijn er overigens nog mensen die er een gebruiken? Ik heb een soort collectie van bladwijzers opgebouwd. Van alles wat en sommige van die bladwijzers zijn.. Ok, chagrijnen, over die Code dan maar weer! God, wat een gedoe, jullie laten me nooit uitpraten.) ... in m'n boek, berg de leesbril op en sluit mijn rugtas. In het Amstelstation stap ik uit, check mijn OV kaart uit, zie dat ik weer een klein vermogen uit heb moeten geven om nauwelijks verwarmd en zonder enig spoor van comfort hier aan te komen en wandel de anderhalve (want vijftien minuten lopen) kilometer naar mijn werk bij de Vomar aan de Middenweg. Ik zie het verkeer rustig, maar wel gewoon doorrijden en zie geen tot nauwelijks sneeuw ophopingen.
Ik ben rond half zeven binnen, collega Marjan doet open, we doen het gewone begroeting protocol en zei en ik ga ons ding doen. Het wordt zeven uur, tijd om de zaak te openen, want de vrachtwagen is er altijd om zeven uur. Ik spreek mijn twijfels nog even uit tegen een collega, zeg dat het waarschijnlijk uren later gaat worden, maar, als ik het rolluik omhoog doe en de deuren open gaan en ik de collegae die staan te wachten om binnen en aan het werk te gaan, begroet, staat de vrachtwagen van Vomar al voor de deur.
Het sneeuwt nu vrij intens. Dikke vlokken dalen kletsend neer op onze hoofden, want lossen etc, zie mijn laatste (of een vorige) Blog. De chauffeur verteld, desgevraagd, dat het verkeer nauwelijks hinder ondervind, het rijdt, zoals hij het zag, gewoon door. Iets rustiger, dat wel, maar geen narigheid of zo.
Rond achten, de winkel gaat open voor het publiek, strooi ik zout, veeg, iets later, nog wat natte sneeuw weg, maak een padje voor de winkel vrij, strooi nog meer en vraag aan de FM om strooizout te bestellen.
Ik spreek een mijnheer, een vaste klant, een man van bijna twee meter lang, of hij nog narigheid heeft gehoord over weer en verkeer. 'Nou ja', zegt de mijnheer, 'er valt een sneeuwvlok hier en daar, maar niks serieus hoor.' Ook de vrachtwagen die de tweede vracht komt bengen is slechts vijf minuten later dan gepland. Ik ga om twaalf uur terug naar huis. Er ligt en heel dun laagje natte narigheid, die smelt als ik er op loop.
Is die afgegeven Code Oranje nu slecht? Nee, absoluut niet. Het heeft er misschien wel een heleboel mensen/forenzen toe gebracht om: hetzij thuis te blijven, hetzij het OV te nemen. Dus, ja: het KNMI deed er goed aan om te waarschuwen!
De oude kreet: een gewaarschuwd mens telt voor twee, is nog steeds een goede kreet.
Want: (weer) profeten eten ook gewoon brood, hoor.








maandag 3 december 2012

Glibberen en glijden, ofwel: De eerste sneeuw van het jaar

Ja, hoor, lekkere lange en ongemakkelijke titel. Maar het geeft het wel weer, weer. Van vandaag dan.
Ok, anders: het geeft wel het weer van vandaag weer, oh ja, da's stukken meer leesbaar.
Goh jongens (en meisjes) wat was het omschakelen vandaag. Opeens, vanmorgen, viel er sneeuw. Aanvankelijk was het natte sneeuw die rond achten, bij ons in ieder geval, begon neer te dalen en de straat glimmend en verradelijk er bij liet liggen. Later werd de sneeuw steviger van consistentie en bleef ze liggen op de daken van de auto's en op de stoep en bedekte die met een witte laag. 'Goh', zei Sascha, 'heerlijk, wat romantisch, ik ben gek op sneeuw.' 'Goh', zei een andere collega, 'nu beginnen de feestdagen pas echt.' 'Goh', zei ik, 'ik haat die witte bende, ik heb er een hekel aan, dat mag enige naam hebben.'
Niet echt verwonderde blikken werden mijn deel. Ik heb de goegemeente op het werk wel eens verteld dat ik, in mijn marine carrière, meerdere winters in Noorwegen heb doorgebracht, als deel van het Korps Mariniers die in dat land hun wintertrainingen deed. Dat gebeurde dan vanaf heel erg begin januari, de eerste maandag na het nieuwejaar vertrokken we dan en keerden begin april weer terug, in gebieden die amper op de kaart stonden. Het waren nog net geen witte vlekken, dit is een soort grapje, maar niet echt, op de atlas, maar veel scheelde het niet. Over het algemeen zaten we boven de poolcirkel, maar niet altijd. In die overige gevallen zaten we ver boven de poolcirkel.
In steden als Tromso en Harstad en Steinkjer en noem maar op. Lees voor de o een o met een streepje erdoor en voor de a een a met een rondje erop en dan weet je dat er een aardige taalbarrière ontstaat, bij het vragen naar de weg zeg maar. Het wareen geen vakantie weken, hoor, begrijp me goed. Het was drie maanden werken met alleen de zondagen vrij. Nu ja, vrij? De zondagen werden gebruikt als voorbereiding voor de volgende week van oefeningen en trainingen, waarbij je het gebruikte materiaal, ski's, wapens, kleding en dat soort nuttige zaken dient te reinigen, onderhoud te geven of te herstellen.
Maar goed. Noorwegen is het land waar ze de sneeuw hebben uitgevonden en waar ze de mate van sneeuwval geregeld testen. Ik geef even aan: Ik ging op een mooie maandagavond rond zessen, na het eten een uurtje rusten. Er lag wat sneeuw, maar de leiding van ons bataljon, maakte zich zorgen, want er was te weinig sneeuw om echt in te oefenen.
Toen ik uit mijn welverdiende rust ontwaakte, tegen half acht omdat ik en koffie rook en trek in kreeg, en ik het gordijn van mijn hut (marinemensen slapen in hutten, niet in slaapkamers) openschoof, lag er een pak sneeuw van zeker een meter dik. Voor die koffie moest ik in de belendende barak, zijn, waar het kombuis was gevestigd. Die barak lag, pakweg, veertig meter van de barak die ik bewoonde. Het koste me een half uur om door die witte, verraderlijke bende te baggeren om een bak koffie te kunnen pakken. Ik was verzopen tot aan mijn knieën plasnat (ik vind het woord zeik zo banaal) en ijskoud. F... sneeuw, ik haat het! Nu weten Noren echter wel met sneeuw om te gaan. Binnen een half uur was de hele stad, waar we toen bivakeerden, in rep en roer en werd elke Noor ingezet bij de afdeling: "Sneeuwschuivers en strooiwagens". Zoiets als bij de KW of de AGF. Er ontstond een file. Van sneeuwruimvoertuigen en strooiwagens.
Eh, wat wilde ik nu nog maar weer zeggen? Oh ja, de eerste sneeuw van het jaar. In ons land lijdt dat tot narigheid. Alleen maar narigheid en bezwaardheid. Treinen vallen meteen uit. Dat is net zo zeker als dat je belastingen moet betalen. Het verkeer gaat er on gemakkelijk mee om, we zijn het sneeuw weer nauwelijks gewend, en mensen rijden, overigens heel terecht, opeens een stuk voorzichtiger. Daardoor ontstaan dan weer langere rijtijden en dus was onze vracht, die om half tien zou arriveren, een uur later bij onze Vomar. De chauffeur mopperde: 'Ik ben gedorie om kwart voor negen vertrokken. 't Is dertig kilometer vanaf Alkmaar, (waar het grote Vomar distributie centrum is gevestigd) en ik heb er een uur over gedaan. Tja, vervelend, maar de chauffeur kon der niks aan doen, natuurlijk.
Zoals jullie weten, lossen we buiten, zonder overkapping of overdekking. De vaste sneeuw had het nu voor gesneden gehouden en had gedacht om het nu maar eens op een andere manier te doen. Ze was overgegaan in natte sneeuw en er was wat hagel bij gemengd. De licht aflopende laadklep en de licht oplopende stoep naar de winkel toe waren 'Thialf' (oké voor de Mokummers: Jaap Eden baan) geworden. Niet zo snel, maar wel zo glad. Man, wat een problemen om die loodzware containers naar binnen te krijgen. Daarbij drupte de neerslag voornoemd, gestaag neer in kragen, op hoofden en in mouwen. Ik kreeg even een deja vue van Noorwegen, ooit.
Aardige collegae van andere afdelingen, die niet hoefden te lossen, keken vrolijk glimlachend toe, vanachter de warme ruiten van de winkel. Ze moedigden ons aan: 'Het gaat goed hoor jongens, nog maar dertig karren, ga door, we geloven in jullie.' Wij, de echte kerels van de versafdelingen, riepen iets van: 'When the going gets tough, the tough get going', maar huiverden in onze jasjes en windbreakers.
Iets na twaalven ging ik op weg naar de sneltram. Ik loop dan ongeveer een kwartier naar het Amstelstation want er is geen enkel openbaar vervoer tussen de straat waar mijn winkel is gevestigd en dat station. Ik glibberde en gleed en viel een paar keer bijna, had het koud, nat en was wat wittig toen ik op het station aankwam.
Ik haat sneeuw. Ik haat de winter.
PS: we gaan verbouwen! Eind januari staat in de planning. Hopelijk met overdekt laden en lossen?
Ik houd jullie op de hoogte, natuurlijk.
Mysterie Guest? Nog niet gezien of gehoord. Of het moet die mijnheer geweest zijn met smetvrees? Die een medewerker mee wilde om zijn boodschappen te doen omdat hij geen enkel product wilde aanraken?
Nee, geloof ik niks van.






woensdag 28 november 2012

'The mysterie guest'

Op een gegeven moment houdt het natuurlijk allemaal op, is het niet? Je kunt ver gaan, je kunt alles aan, maar er komt een dag dat het op is, over is en sluiten en dat je ermee moet stoppen. Zo is het leven, zo gaat dat. Relaties eindigen, huwelijken stranden, vriendschappen worden opgezegd, al dan niet eenzijdig. Er komt aan alles een einde en dat is de wet van het leven zelf, niets is eeuwig. Nu ja, Piramides misschien, in ieder geval belastingen betalen en steeds hogere benzine prijzen, dat/die zal/zullen nooit veranderen, maar, ook zonnen (sterren) doven uit en laten dan een zwart gat achter in het heelal of een dwergster, of, nou ja, zoiets.
Dus komt er ook eens een keer een end aan al die prijsverlagingen in de supers van deze wereld. Appie gaat dan nog even door: 'Zoveel producten voor nenengenenngen, eh?, nu ja, 99 cent, maar dan is de Vomar weer de Vomar als ze die producten, sommige dan, voor 97 cent verkoopt. Maar dat zijn achterhoedegevechten (juicht mijn, nog steeds militaire, hart) Maar ook de Vomar en Deen en Deka en al die spelers hebben het einde een keer bereikt. Je kunt als super niet ongestraft blijven verlagen om je klanten te trekken, no f.. (ik wilde net wat naars schrijven) way. Je gaat dan gewoon in het rood werken. Dus gooi je het over een andere boeg.
Je gaat iets eisen van je personeel dat helemaal ongepast is. Je wilt dat ze een stap harder lopen voor de klant en die klant een betere service/behandeling geven.
(Hallo, we zijn geen Appie, we gaan geen service geven, muppet!)
Je wilt, als directie, dat het personeel meeloopt met een klant. je wilt dat de klant een gratis kop koffie of thee kan krijgen, dat de klant vers sinaasappelsap kan kopen, dat hij/zij dan zelf perst, je zegt dat je elke dag vers brood bakt en dat je verse waar in huis hebt. Je wilt, kortom, als directie, dat je de klant meer persoonlijk benaderd.
Wat een gelul! Want zo doen we het al sinds jaren. We lopen met de klant mee, we wijzen op de aanbiedingen die we hebben, de acties, zogezegd, en hoe voordelig die dan wel zijn, de klanten weten dat we vers geperst sinaasappelsap hebben, ze kopen dat in grote getale en ze zien aan onze groenteafdeling dat het allemaal vers is. (Ik sta Goddomme elke werkdag tot twee of drie keer toe hopen containers met verse groente te lossen) De zuivelafdeling haalt twee dagen voor de THT datum al dat soort producten uit het schap, alle  actie schappen staan vol en de gewone (verkoop) vakken ook! Er is meerdere keren per dag overleg over het bestellen en de FM en zijn tweede man gaan meerdere malen per dag langs alle schappen en stellingen. Het is business as usual, toch? De klanten tevreden stellen en goede spullen verkopen tegen een goede prijs is onze 'core business' toch? Daar zijn we toch allemaal, vanaf FM tot veertienjarige vakkenvuller voor ingehuurd?
Maar nee, zegt het Alkmaarse 'Politburo', ja ik ben nu echt pissig in dit Blog, maar dan ook echt pissig, we gaan jullie verassen, want we willen zien of je dat allemaal echt wel doet! We gaan 'mysterie gasten' en 'mystery telefoons' inzetten om te zien dat je wel echt voor je klanten doet wat wij, het Politburo, je opdragen om te doen!
Die mysterie gast gaat dus allerlei dingen vragen en de antwoorden van de acties noteren waarom je iets wel gedaan hebt en zo nee, waarom wel, en zo!
R.. op, daar zitten we niet op te wachten. We werken knetterhard, met een geheel aangepast personeel programma. Ik verklaar dat dan maar even: toen ik nog fulltime werkte, in ieder geval meer dan nu, ik mag, als oudere en dure werknemer niet zo veel uren meer maken, was er op de vrijdag middag op de zuivelafdeling werk voor vijf personen, drie 'jonkies' en twee 'fulltimers'. Nu, na heel veel bezuinigingen in de personeel sector is het werk er nog steeds, maar zelfs meer dan toen. Nu werken er op de zuivelafdeling op de vrijdagmiddag een fulltimer en een jonkie, maar het werk is zo goed als verdubbeld. Logischerwijze vind die mysterie guest wel eens iets niet op de zuivel. Het schap is misschien helemaal of half leeg. Maar dus wel in opdracht van het 'Hauptambt', dat wil dat we minder mensen inzetten, maar dan wel verwachten dat je dezelfde (vul) productie haalt als toendertijd!
Maar goed, vanaf afgelopen maandag vind ik dus dat elke vraag die aan me gesteld word, misschien wel eens een vraag kan zijn van zo'n zogenaamde 'mysterieuze' klant.
Waar ik normaal sch... heb aan klanten en gewoon mijn ding doe, niet eens naar klanten luister en ik zelfs helemaal geen vragen van klanten beantwoord (hoogstens met een opgehaalde schouder en een semi Pools accent: "iek njet begriep"), en zo de klant tegemoet treed, doe ik het vanaf nu helemaal anders: ik zal gaan luisteren naar de klant, ik zal diens vraag herhalen en ik zal zelfs mee lopen, ik zal aanwijzen waar iets staat, ik zal adviezen aangeven over bereiding of samenstelling van het product, ik zal ook kijken  naar de versdatum en, als die klant, die dat soort behandeling natuurlijk helemaal niet gewend is, ondertussen natuurlijk helemaal chagrijnig is van al die aandacht en dus boos en verveeld onze winkel verlaat dan zal ik denken:
"Oh je, een mysterie guest, had ik nu maar beter mijn best gedaan!"

Ik hoop dat jullie cynisme en sarcasme herkennen als lezer?





maandag 26 november 2012

Een ontruiming 3

Korte inhoud van het voorafgaande: Ok, jullie blijven bij de les`begrijp ik, dit keer geen maagden en blonde vrouwen en sensuele uitspattingen. Nee, het ging over die ontruiming nadat op een vrijdagmiddag alle 'prik' was uitgevallen. Maar wat te doen als alles is uitgevallen? Ja, ontruimen en de hulpdiensten bellen. Maar eerst alle mensen die niet daadwerkelijk noodzakelijk zijn in de winkel het pand uit zetten. Dat zijn natuurlijk ten eerste de klanten. Die kun je op zo'n moment echt missen als kiespijn. Dat klinkt heel onbeschoft, maar zo is het natuurlijk niet bedoeld. Nee, het gaat ten eerste om de veiligheid van die klant dat je die wilt lozen en ASAP. Want, stel dat er wat gebeurd, dat er, naast die stroomuitval ook nog eens brand uitbreekt, of er vallen flessen wijn war mensen zich aan open halen of dat mensen in het donker in lichte paniek raken. (Lichte paniek? Is dat niet hetzelfde als een 'beetje' zwanger?) Dan krijg je een horde mensen die zich allemaal verdringen voor die ene ingang, die ook uitgang is en dat met alle vreselijke beelden die we ooit wel eens zagen van een voetbalveld in Brussel en zo. Nee, de klanten moeten er als eerste uit. Dat heet: ontruimen. (Nu, lieve lezer is de spannende titel van deze Blogs eindelijk verklaard.' Maar, hoe doe je dat: ontruimen. Daar is een plan voor. Alle mensen (lees klanten en niet BHV personeel) moeten de winkel verlaten en daarna wordt voor het aanwezige personeel een 'body count' (deze kreet doet m'n oude militaire hart goed)gehouden op een bepaald, van te voren afgesproken punt. (In dit geval het aanpalende café: Elsa's.) Anekdote die vooral de mannelijke lezer zal interesseren: Elza was een kroegbazin met een, hoe zeg ik dat kies, een behoorlijke, en als ik zeg behoorlijke, dan bedoel ik echt hele grote, voorgevel. Haar slogan, op de ruiten van het café geschreven, was dan ook: Elza's, the hostest with the mostest! Let even niet op het kromme Engels, nu. )Maar, daar houdt het ontruiminsplan dan ook op. Maar, voor alle dingen in het leven waar je goed in wilt zijn: schrijven, de Alpe d' Huez beklimmen, de marathon lopen of de liefde bedrijven, moet je oefenen. Zei ik liefde bedrijven? Ik bedoel natuurlijk: vakken vullen. Maar: hoe beoefen je een ontruiming? Nu ja, in de vorige Blog heb ik je verteld waarom dit geen plan is. De FM had, na de totale stroomuitval, ondertussen de hulpdiensten gebeld, ik zelf had de energiemaatschappij aan de lijn gehad )alles op privé mobiele telefoons, de rest deed het niet, om te vragen hoe lang men dacht dat het zou duren? (Weten we niet, we doen ons best, maar de hele wijk legt deruit, mijnheertje!) Dus gingen wij, BHV'ers aan de slag met een ontruimingplan. Alle nooddeuren werden geopend. Deze nooddeuren gaan alleen van binnen naar buiten open en worden aangegeven door middel van het bekende bordje van een poppetje dat vlucht. De bordjes zijn groen verlicht en blijven uren lang branden. De wat vage plannen die Hans en ik hadden gemaakt, ooit eens, met een bakkie en een sigaretje, moesten nu worden uitgevoerd. Bij elke nooduitgang, toen nog vier of zo, stonden de niet BHV'ers geposteerd, om de deuren open te houden en de mensen naar buiten te helpen en van zoveel mogelijke info te voorzien. Niet dat zij of wij veel meer wisten dan dat ik al geschreven heb, maar in ieder geval werkt een uniform (ook een Vomar schort werkt dan als iets officieels) altijd geruststellend. Maar dat was vaak buiten de waard gerekend. Heel veel mensen begrepen absoluut niet waarom ze het pand moesten verlaten. "Maar ik doe mijn boodschappen nu. Morgen komen: m'n dochter*/m'n zoon*/m'n kleinkinderen*/m'n schoonoudelui*/Sinterklaas* )*Doorhalen waarvan je denkt dat het niet van toepassing is) en men vertikte het vaak om de winkel uit te gaan. "Maar mijnheer/mevrouw, U kunt niet afrekenen, want niets doet het meer, u kunt ook niet pinnen" "Nou, maar ik betaal altijd met geld, hoor, dus ik pin niet." "Maar mevrouw/mijnheer, de kassa's werken ook niet meer, dus ze kunnen niet scannen en dus geen prijs berekenen." "Maar ze kunnen de prijzen toch optellen?" "Maar mijnheer/mevrouw, dat gaat niet, want ook de lades van de kassa's werken niet, dus we hebben geen wisselgeld, en bovendien, het is veel te gevaarlijk om in het donker te zitten, het mag gewoon niet van de instanties." "Ach instanties, instanties, luister jonge man, (bedankt, ik loop tegen de zestig) ik ben bij de Provo geweest en we hadden sch... aan de instanties. Ik ga gewoon betalen en ik ga gewoon met mijn boodschappen naar huis, begrijp je wel! Instanties, huh, lik me r..." Toch hadden we het filiaal redelijk vlot leeg. Dat kwam natuurlijk ook omdat de (toenmalige) FM beloofde om gratis koffie met wat erbij te serveren, als de mensen hun boodschappen kwamen afrekenen, later. "Huh gratis koffie, gratis koffie, die is toch altijd gratis bij jullie? En wat erbij? Het zal wel een lange vinger zijn!" mopperde de ex/Provo. Na een uur was de zaak geklaard. Er hadden gelukkig ook geen mensen in liften vastgezeten en waren we er allemaal achter gekomen hoe afhankelijk je bent van alles wat elektriciteit is. Wat lacherig, maar ook wat geschrokken en soms met wat knikkende knieën hernamen we ons werk, vol verhalen en anekdotes. De "ex langharige en werkschuwe' kwam me bedanken: "Lekker bakkie gehad en een heerlijke plak cake. Kennen jullie niet iedere week zoiets oefenen?"

zondag 25 november 2012

Een ontruiming 2

Korte inhoud van het voorafgaande: De held van het verhaal redt de levensloos geworden jonge maagd met haar blonde lange haren en haar voluptueuze lichaam die willoos maar wel gewillig in zijn armen ligt en hij wil net allemaal vuile en seksuele trucjes met haar uithalen en toen werd 'ie wakker. Ja, niet natuurlijk, maar zijn jullie er nu wel bij? Korte inhoud van het voorafgaande: Een totale stroomuitval in ons filiaal! Blijven opletten hoor! Ok, het aggregaat start, of werd opgestart dus de diepvries, waar ik toen zijdelings bij betrokken was, was voorlopig gered en ook de diepvriescel hoefde niet direct te worden ontruimd. Maar alles was donker, zoals ik al zei in het vorige bericht: Zwart licht, en duisternis heerste over de afgronden, zoals mijn dominee van de catechisatie het noemde toen ik als jochie van vijf op de zondagschool zat. Nee, ik ga me nu niet daar tegen afzetten, maar die zinsnede, uit Genesis, is me mijn hele leven bij gebleven. Nu zijn er in elk bedrijf de nodige BHV'ers. Bedrijfs Hulp Verleners, zijn dat. Die mensen hebben een korte en krachtige twee daagse cursus gehad in het BHV'en en kunnen de eerste nood helpende handelingen doen. EHBO, een beginnende brand blussen, zorgen voor het alarmeren van de echte hulpinstanties, politie, brandweer en dat soort zaken en dienen een ontruimings plan voor hun pand te kunnen uitvoeren. Ze krijgen daarvoor ook geregeld herhalingslessen en cursussen, waarover ik later nog wel eens iets zal zeggen, maar dat terzijde. BHV'ers dienen dus ook, zoals gezegd, een ontruimings plan te kunnen uitvoeren. Dat kan natuurlijk nooit geoefend worden, in ieder geval niet in de praktijk. Hans, een aardige en vlotte collega (en BHV'er) met een hele grote dosis humor, en ik stelden ooit eens aan een FM voor om zoiets eens te oefenen. Op een vrijdagmiddag rond twee uur. Gewoon: alle mensen de winkel uitsturen, hun boodschappen moesten ze dan laten staan en na een kwartier of zo, mochten de mensen dan weer naar binnen. (Het was niet helemaal een geintje van ons hoor, we hadden er met een kop koffie en een shaggie al eens over gesproken dat: stel dat..) Gelukkig konden Hans en ik allebei reanimeren want de FM liep eerst rood, toen wit en toen paars aan en slikte moeilijk en rolde met zijn ogen, greep vervolgens naar de borst. We dachten aanvankelijk dat 'ie naar z'n hart greep, maar het was naar zijn portefeuille, bleek. "Geen gevoel voor humor, die man", zei Hans wat kortaf en zakelijk. Goed de FM hoefde uiteindelijk niet te worden beademd en zo, maar hij vond het idee 'niet zo goed', zal ik maar eufemistisch zeggen. Toch bleef het idee, nee, laten we zeggen de echte uitvoering van het idee, tijden door ons hoofd zweven en een enkele keer spraken we er nog wel even over. Sterker, we maakten ook plannen voor als het ooit eens om het 'echie' ging. Deze vrijdagmiddag ging het dus eens echt om het 'echie'. Die middag, rond twee uur, viel alles, maar dan ook alles uit. Niets deed het meer en als ik zeg niets dan.. Inderdaad. Geen kassa, geen telefoon, geen PC, geen koeling, geen lift, geen moer deed het meer, niets, nada, njente! -later meer-

zaterdag 24 november 2012

Een ontruiming 1

Er zijn vreselijke dingen die er kunnen gebeuren in je leven. Da's niks nieuws, dat weten we allemaal. Op de eerste plaats komen (volgens de statistieken, maar dat kun je zelf ook verzinnen) natuurlijk ziektes (van jezelf of van familie/vrienden/collegae) en sterfgevallen, gevolgd door scheidingen, verbroken relaties of, maf genoeg, een verhuizing. Dat schijnt in het rijtje van 'traumatische ervaringen' ook heel hoog te staan. Ik, en de meesten, wat oudere lezers van dit Blog natuurlijk ook, hebben dat allemaal wel eens, of vaak of te vaak meegemaakt. (dat, zie het vorige rijtje) Erg, treurig en het schiet pijlen af op onze geest en slaat wonden in ons masker van mens zijn. Maar, het gekke van de menselijke geest is dat mensen dat allemaal weer 'plaats kunnen geven', God, ik haat deze Libelle/Viva/Margriet taal, maar het is wel zo. De vrij recente dood van mijn ouwe gabber Jan heb ik ook 'plaats kunnen geven'. Mijn derde boek De Berg kwam net uit en ik heb zijn naam gelukkig voor de verschijningsdatum nog in de 'opdracht' kunnen zetten. Goh, man wat ben je weer eens sombermans, zeggen jullie nu. Wat doe je weer vreselijk negatief. Nee, helemaal niet, hoor. Ik ben niet aan het chagrijnen, maar ik moest even een intro doen voor het verhaal dat ik jullie even wil voorschotelen. Want: op je werk zit je natuurlijk ook met erge dingen. Voorbeelden te over, kijk maar even in je herinneringen: Blotenchef, but collegae, bankerweer, but vracht, blerezooi in de winkel et cetera. lees voor B een K) Goed, dit gezegd hebbende kom ik uit op een voor mij en mijn (toenmalige collegae) nogal traumatiserende, in elk geval heel vervelende ervaring. We moesten, op een vrijdagmiddag rond twee uur, het drukste moment van de week voor een super ongeveer, de hele zaak ontruimen! (Ik begrijp heel goed dat een overval of diefstal met geweld veel traumatiserender is voor de betrokkenen. Het rare daarbij is dat zoiets heel 'lokaal' gebeurt, aan de kassa of zo en dat de collegae die achter in de winkel werken het pas door krijgen als de politie, zeg maar in het kort, in het pand verschijnt.) Er was geen brand of zo die keer, maar er was een 'total electric failure', zoals mijn Marine taal dat zo fraai, in duidelijk Nederlands, altijd verwoorde. Daar wordt je niet blij van, trap ik even een deur in. Als die toestand ontstaat vallen alle, maar dan ook alle, elektrische systemen uit. Daar heb je er niet zoveel van in een winkel, maar dan heel anders. Kijk, der valt wel eens een zekering uit, bij je koel- of vries groep. Vervelend zat, da's eeen hoop extra werk, spullen uit dat vak of schap maar met een paar winkelwagentjes of een enkele container vol met spulletjes die je dan in de vriescel of in een van de koelcellen zet, daarvan hebben we er drie, trek je je aardig uit de slag. Maar, als alle systemen uit vallen, dan is je probleem extreem groot. Want, met je bederfelijke spullen, kan je geen enkele kant op. Niets doet het meer, geen vriezer, geen koeler, helemaal niets. Scherp rekenende collegae en afdelingschefs zien het lijk al drijven en de bui al hangen: "God wat gaat me dit kosten als derving? Ik moet er niet aan denken! En waar en hoe moet ik al die spullen en bullen af (laten) voeren? Man, dit gaat niks worden!" 'Lichte' paniek breekt uit bij sommige medewerkers en wordt meteen onderdrukt door de wat 'ouderen'. "Rustig blijven, niet in de sores schieten, we gaan alles oplossen", en zo deden wij, de wat ouderen, ons best om de kalmte te bewaren. (Nu is er natuurlijk wel een noodagregaat dat de zaken als diepvries ruimtes en zo overneemt, maar de lichtbronnen blijven duister, of in Marine taal weer: 'zwart licht'.) En dat kalmte bewaren was nodig ook. Maar dat is heel moeilijk en wij, de senioren zeg maar, vonden het ook allemaal niet gemakkelijk om te doen, want: je moet het hele pand ontruimen! Het is, E. en mij, een paar maanden geleden ook eens overkomen dat er een complete stroomuitval was in onze wijk. Alles was uit, niets deed het meer. De tv, de PC, de telefoon, het licht, de koelkast en de wasmachine, nu ja, alles. Ik belde, mobiel, met de helpdesk of het servicepunt of zoiets en kreeg als antwoord op mijn vraag: "Och mijnheer, kijk maar even op onze service site hoe lang de storing gaat duren." Ik vertelde aan de mevrouw dat ik dus geen 'prik' had en dus niet op de site kon kijken. Ze scheen dat raar te vinden, geloof ik. Wij hadden geleerd van vorige incidenten uit de vroegere wijk waar we woonden en hadden kaarsen en zaklantaarns in huis. Maar, ook de centrale verwarming, die op een elektrische pomp werkt: no way. Het werd dus behoorlijk fris in huis. Ik stelde dus aan E. voor om maar eens lekker vroeg naar bed te gaan, 'wink, wink', en dat deden we dus dan maar, van de nood een vreugd makend. Ik zie dat ik mensen heb die dit Blog volgen/lezen. Dank daarvoor! Maar: geef me alsjeblieft ook kritiek. Geef aan wat je But (geintje) vind of wat ik keter (ook een geintje) kan doen. Ik wil dat heel graag horen! Mail me: Lucedith@gmail.com -Later meer-

dinsdag 20 november 2012

Wat heel vervelend is

Hoi allemaal, het is al weer een tijdje terug dat ik geblogd heb, maar er is ook het nodige gebeurd. Zo is, ik meldde dat al geloof ik, maar ben daar niet helemaal zeker van, het tweede kleinkind van E. en mij geboren. De mooiste baby ter wereld, natuurlijk. Dat zeggen alle grootouders, maar met dit verschil, bij onze kleindochter is het echt zo! Wat er allemaal met je gebeurt als je zo'n heerlijk klein, lief en onschuldige hummel voor het eerst in je armen houd! (Het was me bij mijn kinderen en het eerste kleinkind, ook overkomen natuurlijk.) Man, hormonen en bloedbanden en al dat soort zaken meer, gieren door je hoofd en je bloedbaan en opeens wist ik het weer: totally in love, helemaal, compleet en onvoorwaardelijk ga je dan voor zo'n (klein)kind. Ik begon die dag dan ook fluitend en zingend aan mijn werk. Gelukkig was het voor achten, dus de klanten hoorden mijn Freddy Mercury/Abba/Pink Floyd imitaties niet, maar Chris, onze FM, kwam 'bezorgd' vragen of ik ergens pijn had. Ik kon er tegen, ik was in love. Fluitend deed ik mijn werk, liet me niet uit het veld slaan door wijnen die veel te breed of te smal stonden of die er allemaal niet waren of er juist wel weer waren, goh, nee, alles zat mee die dag, ook als het tegenviel. Ik was in love. Na drie uur echt doorbuffelen, stond de rode wijn er ook weer helemaal kek en als een zonnetje bij. Ik moest alleen nog die verdraaide kaartjes plaatsen die van wijnen nummers een, twee of drie maken en daarmee: vlot en soepel, mooi rond of stevig en robuust, aangeven. Tja, daar had ik even geen tijd voor nu, want (ja ik was ook in love) de nieuwe vracht stond voor de deur en mijn diepvries karren dus ook. (Nee, niet voor de deur, maar in de vrachtwagen die voor de deur.., oh ja dat had je door, oké!) Fluitend en neuriënd loste ik, met een collega, de vracht want (ik was in love ook) maar ik had maar twee karretjes diepvries en kon het dus lekker afwerken en de afdeling nog spiegelen ook. Die ochtend was ik zo intensief met de wijnen bezig geweest, de afdeling dan, niet de inhoud van de flessen, begrijp me goed, dat ik even geen aandacht had besteed aan mijn echte kind, ha, ha, niet leuk, je hebt gelijk, niks aan, dit grapje. Ik begin, zoals mijn routine is, altijd het vullen bij het ijs. Ik vind in de orde van grote het vullen van diverse soorten diepvries artikelen, het ijs het meest vervelend. Waarom? Geen idee, het is werk en verpakkingen openmaken en zo, maar, gevoelsmatig vind ik het niet zo leuk. Ach we hebben allemaal zo onze dingetjes toch? Ik heb het ook bij het aankleden voordat ik ga fietsen, ik trek eerst mijn rechter sok,dan de linker, vervolgens de rechter schoen enz.aan. Ja, natuurlijk, eerst de bovenkleding, nee, ik ben geen exhi.. exhibro.., nou ja iemand die alles laat zien, toch? (Ok exhibitionist, maar ik wil het wat luchtig houden) Ik ga dus de kast openen waar mijn eerste verpakking van de dag in moet, het fameuze Vomar Duo chocolade ijs. Dat ijs loopt als een trein en ik moet elke dag een doos bijvullen. Op de plek waar mijn ijs hoort te staan ligt, heel triest, een zak met vier, hardbevroren en dus niet meer eetbare, croissants. Ik gooi die in een krat om later te kunnen wegdoen en mopper wat over die 'achterlijke lui' die het fatsoen niet kunnen opbrengen om die broodjes even terug te leggen bij de bakkerij. Als ik, wat later, de frikadellen, (Mora deze keer, geen Vomar) ga vullen, ligt daar een pak sucadelappen. Ook al zo hard als een steen. Ik breng ze bij mijn collegae van de slagerij en Sascha zegt dat ze daar ook niet veel meer mee kan. Nu ja weggooien dan. Zo gebeuren dat soort zaken nog een keer of vier of vijf. Versartikelen, maar ook toastjes of jam of zelfs een pak waspoeder, vind ik terug in mijn vriesvakken. Dit is vandaag natuurlijk niet de eerste maal dat zulks geschied. Maar, denk ik, wie doet dat dan? En welke hufter gaat elke avond door mijn pizza bakken en gooit die helemaal door de war? Ik ben vaak een half uur per dag kwijt om de zooi op te ruimen die klanten achterlaten. En dat is nog maar een klein gedeelte van de winkel. Maar ik zie, als ik eeen rondje loop over de wijnafdeling of welke afdeling dan ook, dat er overal producten worden neer geflikkerd, die daar niet horen. Ik ga natuurlijk niet liggen zeuren als men een potje augurken tussen de zure uitjes zet, maar waarom gooi je als klant, vlees of vleeswaren of kaas, in ieder geval bederfelijke waar, tussen de frisdranken? Doe je dat thuis ook? Leg je daar ook je kaas tussen je koffiekoppen of in je boekenkast? (Nu ga ik ervan uit dat de mensen die zo doen volkomen analfabeet zijn, overigens en dus helemaal geen boeken dan wel dito kast bezitten!)Maar dat doe je toch niet? Ik word daar gek van, ik fok me ook echt op over dat maar klakkeloos weggooien van eetbare/niet eetbare producten, die wij dan weer moeten 'afschrijven. Dat is puur verlies dat je maakt. Daardoor gaan de prijzen weer omhoog, want de directie betaald dat natuurlijk niet uit eigen zak en zo zijn de klanten, ook de goedwillende, dus gewoon weer duurder uit door dat soort hufters! Het vervelende is dat je die klanten er nooit op betrapt. De mensen die het doen zorgen er wel voor dat er geen bediende of medewerker in de buurt is als ze de zaak weggooien. Ik vind dat stik ven stik vervelend. Ik had een keer het 'geluk' om zo'n dader te 'betrappen'. Een keurige mevrouw, een veertiger, schat ik, die een kilo "Kipflet knallers", of zoiets, achteloos tussen de pakken waspoeder gooide, ja gooide, gewoon, vanuit de losse pols, tussen de Robijn. Ik sprak haar aan en vroeg of ze het niet lekker vond of dat ik het terug zou leggen. Hautain bekeek ze me. "Daar zijn jullie toch voor, om de bende op te ruimen?" zei ze. "U heeft gelijk mevrouw, de klant heeft altijd gelijk. Maar thuis heeft U Uw boeken ook in de koelkast staan en Uw etenswaren in de boekenkast? Goh, ik wil wel eens komen schoonmaken bij U hoor! Dat lijkt me een enorme uitdaging. Misschien iets voor een tv programma?" Met een hoofd zo rood als een van mijn mooie Merlot wijnen droop ze af.

dinsdag 13 november 2012

Het schappenplan, 2

Foto: Pascal Vyncke, seeniorennet.be Ik had dus, zoals ik in mijn vorige Blog al schreef, een heleboel nieuwe soorten wijn binnengekregen waarvan ik niet helemaal zeker was waar ik ze moest indelen, hetzij bij droog of zoet, of stevig of vlot drinkbaar en dat soort dingen. Omdat de Vomar een echte 'wijntoko' is, ga ik dus niet de nieuwe soorten zo maar 'helter-skelter' ergens in de schappen zetten, zo werkt het niet, want je klanten rekenen je daar, terecht, op af. Zoals gezegd, vroeg ik dus om een nieuw schappenplan. Dan hoef ik, dacht ik, daar alleen maar die nieuwe wijnen even in op te zoeken en die, met wat passen en meten en wat wrikken en doen, op hun juiste plaats te zetten en, zoals de Russen zeggen: 'Bob's your uncle.' Bert, eeen van de twee filiaalmanagers, het ligt anders maar om dat uit te leggen moet ik een Blog van 80.000 woorden schrijven, draaide dat plan vlot voor me uit en de ochtend na mijn vraag, hing ze keurig op het personeel prikbord, met briefje: "Voor Lucas." Rond negen uur was de eerste ochtend drukte wat geluwd. Ik heb er wel eens over geschreven en zal me niet herhalen, dus, met het nieuwe plan, een stapel formulieren van ongeveer negen pagina's, (slik) toog ik naar mijn stiefkind en zou de zaak "wel even snel fiksen." (Famous last words, natuurlijk.) Ik draaide pagina een voor, zette de leesbril op, zette die nog even recht, haalde een doekje tevoorschijn om haar even op te poetsen, want ik dacht dat ik in een ander sterrenstelsel was beland. Mijn wijnafdeling, ik begon voorzichtigheidshalve op de 'witte wijnen', leek in het geheel niet meer op de afdeling waar ik gisteren nog zo braaf en vrolijk, mijn kleindochter was namelijk net geboren, aan het werk was geweest. Waar de Elzasser Rieslings en de Pinot's Gris en Blanc en de Gewurztraminers moesten staan, zeiden de papieren dat daar de Chablis' en de Bourgogne's en de Pouillie Fume's moesten komen en op de plaats van al die strakke wijnen stonden nu opeens Australische, Nieuw Zeelandse en Duitse soorten flessen en merken en smaken. Zuchtend bedacht ik dat ik er niet mee zou komen, met ff een paar soorten in te voegen, maar dat ik dus het hele 'spel', mooi Vlaams woord vind ik altijd, opnieuw moest indelen. Nu heb ik 'gelukkig' maar drie meter witte wijn. Dit is natuurlijk een beetje 'kromspraak'. Drie meter in de lengterichting, ja dat wel, maar wel zes planken hoog. Elke plank bevat ongeveer tussen de zestig en tachtig flessen en drie keer zes is achttien maal, zeg zeventig flessen per plank, is dus tegen de twaalfhonderd flessen, die ik allemaal naar beneden moest halen, even op de grond zetten, stofdoekje over die flessen, de planken even afnemen en dan dat hele 'spel' opnieuw indelen. Enthousiast ging ik aan de slag en, ik moet zeggen, het ging allemaal prima. Tot ik op de pagina kwam waar bepaalde soorten niet meer waren ingedeeld. De Lambrusco's, zowel de grote als de kleine, stonden niet meer op de papieren, net zo min als der Liebfraumilch (pakken) en de Alte Geniesser, ook in pakken. F..., en wat nu? Gelukkig had ik wel wat ruimte kunnen creëren door bepaalde flessen iets smaller te zetten dan aangegeven, maar ja, ik was ondertussen wel een hele meter soorten wijn kwijt, omdat ik die op papier niet in kon delen. Langzaam begonnen mijn oksels te klotsen. Want, waar ik dacht af en toe even een serie flessen op de grond voor het schap neer te zetten, verzamelden zich ondertussen een halve compagnie (een compagnie bestaat uit ongeveer negentig man)voor, tussen en soms onder mijn voeten. 'Godsamme, waar ben ik aan begonnen?' is dan een vraag die zich opdringt. Twijfel aan eigen zelfoverschatting begint zich op te dringen en da's nu niet echt geweldig als je een project als dit begint. Bert, de tweede man, kwam langs, keek toe, zei niets en keek dus alleen maar toe. In zijn ogen las ik: 'Fikst 'ie dat?' maar ook wat berusting. Ik ben dan wel geen jonge hond meer die alles wel even aanpakt, ik heb dat geleerd in en uit het leven, maar dat ik hier met een heel duidelijk geval van zelfoverschatting bezig was, dat werd hem ook wel duidelijk. Ik zag zijn blik, ik hoorde zijn gemompeld commentaar: 'Oh ja, stukken beter zo' en dacht er het mijne van, maar nu moest het dus gaan, ook al zou er bloed bij zitten! Gelukkig voor mij kwam ik er achter dat men in het verleden zes of zeven verschillende soorten wijn op een zogenaamd 'cascade' meubel (jargon/vaktaal) had neergezet. Nu werd de Ethiopische legpuzzel een stuk makkelijker. Met een blij gevoel verhuisde ik die flessen naar hun plek op dat meubel en hield dus zeven plekken ruimte over, die ik kon indelen. Niet helemaal naar hartelust, maar die Oostenrijkse Veltliner kon ik nu wel plaatsen. Om tien uur was ik klaar, het schap zag er perfect uit en ik stond met de nodige trots te kijken naar mijn nieuwe 'schappenplan'. Ik had zelfs geen zooi meer op de grond staan en alle planken waren schoon en gevuld en strak ingedeeld. Toen herinnerde ik me dat ik al geen enkel shaggie meer gerookt had vanaf zes uur die ochtend en dat mijn 'nicotine tolerantie relais' ver tot in het rode vlak was gedaald. Maar ja, toen kwam de tweede ochtendvracht, met drie karren diepvries. Ik rookte mijn sigaretje toch maar even, had geen 'bakkie' gedaan, dus het moest er even af kunnen. Toen de diepvries was weggewerkt, ben ik nog even teruggelopen en heb even, genietend, mijn handen langs de flessen gehaald. Mijn stiefkindje stond er weer aardig bij. (Nu de rode wijnen nog, God, waar begin ik aan, maar dat gaat ook wel weer lukken)

zondag 11 november 2012

Het schappenplan, 1

Foto: Pascal Vyncke, seniorennet.be Zoals alle winkels, wil ook onze supermarkt natuurlijk zoveel mogelijk verkopen/omzet maken/daardoor winst maken en zo steeds groter te groeien. Niet dat wij, eenvoudig 'vulvolk' dat nu meteeen elke maand merken in onze knip, maar het is wel zo dat aan het einde van het jaar er een 'eindejaarsgrati' wordt uitbetaald. Niet dat ik daar een nieuwe auto van kan betalen, maar het is een bonus en het is meegenomen, natuurlijk. Om veel omzet te maken, moet je veel verkopen, ja, logisch, natuurlijk. Daarvoor moet je dus veel producten in je assortiment hebben, want de mens wil steeds meer kunnen kiezen. (Is dat zo? Of wil de producent dat we steeds meer 'moeten' kunnen kiezen?) Een voorbeeld: een tijdje terug staat er een mevrouw van mijn generatie wat hoofdschuddend voor het zuivelschap. Ik vroeg of ik haar kon helpen, of ze iets niet kon vinden en zo, maar nee, niets van dat alles. Met een zucht vertelde ze: "Goh, mijnheer, we zijn ongeveer even oud, toch?" Charmeur die ik ben, zei ik dat ik haar ergens in de veertig schatte, dat doet het altijd goed, zo'n opmerking, maar ze prikte er doorheen. "Nee, lief van je, maar we zijn allebei rond de zestig, ik iets minder ver dan jij, maar toch." Vrouwen! "Nee", hernam ze, "ik wil gewoon een pak vla, gewoon, die gele vanillevla, zoals we dat vroeger als kind kregen, op zondag. Een traktatie, was dat. Maar kijk nou eens! Ik zie wel zeven verschillende merken vanillevla en wel zeventien andere smaken vla. Moet dat nu? Hoe kan de consument nu nog gewoon kiezen? Vroeger toen kwam de melkman langs de deur. Melk, yoghurt en vla en karnemelk, dat was het. Oh ja, in de winter had 'ie ook chocolademelk, herinner ik me nog, maar tegenwoordig, wat een keuzes, te gek." Ze had gelijk, natuurlijk. Ik begon heel voorzichtig over het aanbod van kindertoetjes, daar wordt je ook gestoord van, zoveel zijn dat er, en we zetten een aardige boom op. Maar goed, handel is handel en de mensen willen nu eenmaal keuzes, de fabrikanten willen hun produkten verkopen en, belangrijk, winkels spelen ook in op de smaak en de verlangens van hun klanten. (Zie ook mijn Blog over de 'Wereldstraat', in 'Werken in de super'. Zo krijg ik geregeld allemaal nieuwe producten binnen die ik dan maar moet zien in te delen in mijn diepvrieskasten en -kisten. Echter, er gaan nauwelijks 'ouwe' producten uit, dus veel speelruimte heb ik niet meer. Want die nieuwe producten moet ik wel allemaal in gaan delen natuurlijk, waarbij je logischerwijze de ijsproducten bij de ijsproducten moet zetten, de hartige happen bij hun soortgenoten en de vis bij de vis, om maar eens wat te zeggen. Improviseren en knutselen, dus. ("Maar", mopper ik vaak tegen mijn leidinggevenden, "ze leveren er geen extra diepvries kasten bij, verdorie!")Iets dergelijks overkomt me ook geregeld op mijn 'stief- en zorgenkindje', de wijnafdeling. Vomar is een 'wijnwinkel'; we verkopen in verhouding meer wijnen dan Appie of overige concullega want we hebben een hele grote en verscheidene afdeling. De wijnen zijn natuurlijk, klinkt logisch en dat is ook zo, ingedeeld in: wit, roze, rood, aperitieven en van die vreselijke mixdrankjes in blikjes. Niet dat ik die drankjes vreselijk vind, nee, maar die k.. blikjes zijn haast niet te stapelen en lazeren steeds om, dus! Zoals jullie uit mijn Blog 'Wijn en ongein' hebben gelezen, ben ik een liefhebber van een goed glas droge witte, maar ik ben geen kenner van wijn. Toen ik dus op een dag acht verschillende, ja acht, 'I f... you not', verschillende nieuwe soorten wijn binnenkreeg, moest ik dus even happen naar lucht. Ja, rood bij rood, wit bij wit, dat hoor ik jullie zeggen, kom ik ben niet helemaal achterlijk, dat begreep ik ook. Maar waar komt de 'Ferngreen Sauvignon blanc' uit Nieuw Zeeland? Droog/halfdroog/zoet? En waar moet ik de 'Poeme Marsanne Viognier' neerzetten? En die rode Spanjaard, die 'Sant Miguel', die met dat onhandige netje, waar je steeds je vingers aan open haalt? Dan zijn er twee oplossingen: je doet of je ze nooit hebt binnen gekregen en zet ze terug op een container en verstopt ze in het magazijn of, en dat is de meest moeilijke oplossing: je vraagt aan de chef om een nieuw overzicht van de wijn indeling, een 'schappenplan' in ons jargon. Dat deed ik dus en man, wat werd ik daar blij van! Maar dan heel anders. Later meer.