vrijdag 29 november 2013

Een vroege kerst, dit jaar.

Normaal gesproken vallen de kerstdagen en oud en nieuw, net als Sint en Zwarte Piet, (ja, sorry, ik moet die woorden Zwarte Piet even herhalen) op vaste data in het jaar. Dit in tegenstelling tot de overige feestdagen, jullie kennen ze wel, die allemaal afhankelijk zijn van de stand van de eerste volle maan na het kwadraat uit de derdemachtswortel van de laatste dinsdag van de week ervoor of zo. Nou ja, ik begrijp er ook geen ruk van hoe men dat berekent, maar zo schijnt het te liggen. Vroeger waren de Paas- en de Pinksterdagen en Hemelvaartsdag ook, gewoon lekker extra vrije dagen voor de werkende mens, tenzij hij/zij een baan heeft, als in de zorg of in de horeca of op een booreiland of op uitzending bij Defensie, die het niet toestaan om eens wat langer in je bed te liggen en misschien nog wat te genieten van je partner. Door een goed gesprek te hebben, bedoel ik, natuurlijk. Nu zijn alle feestdagen gewoon werkdagen geworden voor het personeel van al die voorgaande beroepen.
Ik moet hierbij terzijde wel aantekenen dat ik geen idee heb hoe lang wij onze feesten nog mogen vieren, natuurlijk. Er gaan, in niet christelijke gemeenschappen, al stemmen op om die feestdagen te verbieden. Vermoedelijk zal de discussie over het versieren van openbare gemeenschappen met kerstattributen wel weer snel oplaaien, zie dat gedoe bij de GVB remise in A'dam Noord van het vorige jaar. Maar goed, nogmaals, dit terzijde. In ieder geval zijn de voorbereidingen voor het geboortefeest van het "kindeke" in volle gang.
(En  nee, ik ben niet 'Kerks', ik ben geen believer, ook niet in het "er is iets", nee, nee.)
Althans in de Supers van deze wereld zijn de voorbereidingen, voor die drukke en hectische dagen, in volle gang. De afdelingschefs zijn druk bezig met het bekijken van wat nu weer 'hard zal gaan lopen', zoals het heet en alvast bestellingen te plaatsen in die richting van die artikelen en producten. Het probleem is dat je heel veel dingen, die rond de feestdagen 'hardlopers' zijn, slechts heel kort van tevoren kan bestellen. Denk hierbij aan slagroom en dat dan in al zijn geledingen, zoals kant en klare slagroom, crème fraîche, demi - van hetzelfde, half - en hele zure room. En: er zijn van elk product drie merken en drie verschillende maten, afleveringsvormen, zoals je wilt. Uit mijn hoofd van het vorige jaar, toen ik nog de 'zuivel deed' meen ik me te herinneren dat we alleen al zeven verschillende slagroomsoorten hebben. Maar ook kazen voor de kaasfondue, ik ril al bij het denken aan iets dergelijks, kazen voor na de maaltijd of voor bij de borrel, maar natuurlijk ook allerlei fruit- en groentesoorten. Ook het geliefde wild en de gourmet- en fondue schotels kan je natuurlijk niet al een maand van te voren bestellen en dat geld ook voor het assortiment van de cheffin van de bakkerij. Ook zij moet, net als haar collegae, haar bestelformulieren, nou ja de digitale soort dan, zorgvuldig nakijken en indienen. Al die chefs en cheffinnen moeten dus zorgvuldig bestellen, ruim van te voren plannen en ik zie ze ook met de dag serieuzer en ernstiger kijken. Waar je vroeger nog wel eens over: 'Koetjes, voetbal en de Lotto' kon praten (zie: Herman van Veen) nu komen de gesprekken nu neer op eenzijdige verzuchtingen op mijn luchthartige kout en bon-mots en snakerijen, als daar zijn: 'Wat moet ik nu weer extra bestellen? Waar moet ik nu ruimte maken om het kwijt te raken? Wat is de kerst smaak van dit jaar? Wanneer kan ik die bestelling doen? Heb ik het dan wel tijdig in huis? Heb ik dan wel genoeg besteld? Blijf ik niet met een overschot achter?'
Het laat mij wat meesmuilend achter, een beetje vergenoegd, ook. Ik heb jaren en jaren dat soort beslissingen  moeten nemen, zowel op materieel als op personeel gebied en ik ben dan oh zo blij dat ik er nu niets meer mee te maken heb, nu ja, in de marge nog wel, hoor. Een beetje, gelukkig.
Nee, dan heeft de niet vers afdeling het een stuk makkelijker.
Zo heeft FM2, de nieuwe, ik ga er nog tijd aan besteden om hem voor het voetlicht te brengen, alvast een ug tal (ug is meer dan tig, maar minder dan erd, begrijp je?) soorten chique wijnen bestelt, die donderdagmorgen werden afgeleverd en die moesten worden uitgestald. Ik hielp een collega, voor wie het zijn 'eerste kerst' was met een paar adviezen en een voorbeeldje en droop af, omdat ook mijn vracht binnenkwam.
Maar ook in mijn iglo wereldje, heb ik al de nodige voorraad binnen gekregen. De nieuw FM2 is een man die goed thuis is in de wereld van verkoopcijfers en een man die met een heldere en koele logica aantoont dat: 'je gaat daar heel van verkopen, Lucas, dus ik heb al vast "wat' besteld', er zo voor zorgt dat ik afgelopen dinsdag zes, ik herhaal zes, volle, ik herhaal volle, containers met diepvries artikelen binnenkreeg. De norm  is over het algemeen twee containers of zo, op de dinsdag. Maar met die twee karren ben ik ook nog een kleine twee uur bezig, hoor. Dus de zes karren gaven een hoop jolijt, maar dan wel heel anders. Gelukkig was het, door het bestellen van veel 'hardlopers' wel veel van hetzelfde, maar ja, je hebt wel elke collie, elk pak of zak, in je handen om het over te stapelen op een andere kar.
Al doende en al bezig zijnde heb je natuurlijk toch nog gewoon oog voor je winkel en voor je publiek. Er dook een oudere mijnheer op, die ik al een weekje of zo niet had gezien. Dat gebeurd, ik werk part-time en zal binnenkort nog minder moeten gaan werken, omdat we teveel loonkosten maken, dus ik zal veel klanten nog minder zien.
"Leg uit, leg uit, we willen dat weten". Ok, simpel: je auto rijdt 1 op 11. Omdat je verkeerd schakelt. Als je goed schakelt rijd je wagen 1 op 15. De toeren van je wagen zijn je personeel. Daar gebruik je te veel van.Dus minder toeren maken, dus minder personeel. Gesnapt?
Maar goed, ik had de mijnheer een tijd niet gezien. Hij is een senior, een tachtiger of zo met een hele prominente, ik zou haast willen zeggen, drankneus. Maar het is een aardige en opgewekte man, een weduwnaar, vertelde hij wel eens en mijn maatje/collega A. noemt hem altijd: 'He Rambo!'. Nu noemt A. iedereen Rambo, dus dat is een bekende bijnaam en niemand kijkt er meer van op. Maar ik zag mijnheer nu pas sinds een week, of tien dagen of zo weer en hij was somber en down. Nee, dat zei hij niet, maar dat zag ik. Nee, ik been geen spiesjiologoog of zo, ik ben een man van 61 en heb wel wat mensenkennis. Ik maakte kleine gesprek, "I made small talk" en vroeg uiteindelijk hoe het nu zo ging. 'Ja, ik heb longca. Ik hoestte veel en gaf ook bloed op en de huisarts verwees me afgelopen maandag door. Ben gisteren naar het Antonie van Leeuwenhoek (ziekenhuis gespecialiseerd in ca, noot van mij) geweest en ik word dus morgen, donderdag opgenomen. Voor bestraling en zo, weet je wel.'
Ik wist het wel. Ik werd stil en  voelde met hem mee, nu ja, probeerde dat. Maar, hoe doe je dat? Hoe veel levenservaring moet je hebben om een man met een doodvonnis boven zijn hoofd te troosten? Ik deed het enige dat ik kon doen. Ik aaide wat over zijn arm en zijn schouder, vertelde hem dat ik hem sterkte en wijsheid en beterschap wenste en hij ging, mij bedankend, heen. Ik voelde me k.. en voelde medelijden en een groot gevoel van onrecht. Zo'n aardig mens.
Goh man, soms went het nooit dat je ooit verpleger bent geweest en misschien empathisch bent?

woensdag 27 november 2013

Plaatsen van herinnering. (Rosenmoller enOsma doen even mee)

=Het is 9/11 geweest. En de schrijver gaat maar door en door en door=
En de complot theorieën zweefden weer rond 9/11. Vele moeilijke en vele vreselijke domme. Ik heb wat na lopen snuffelen in oude kranten en dagboeken van mezelf, om wat helderheid te brengen in de zaak, maar ik werd er een beetje "miesj" van, eerlijk gezegd. Zoveel mensen, zoveel complotten. De hele wereld werd weer genoemd, (ik geloof dat wij Nederlanders te sloom werden bevonden om het te doen en ook de Luxemburgers werden niet voor vol aangezien), maar uiteindelijk sloot het net zich rond ene Osama Bin Laden. Een onverkwikkelijke, bebaarde en jurken dragende en een naar, dom, maar fanatiek uitziend islamitisch heerschap die ergens uit de vage bergen van een vaag Verwiggistanland kwam, maar wel de veilige poen van een vader/miljonair uit Saudi Arabië, achter zich had. Zoiets als die afgrijselijke man Rosenmöller, die linkse  PSP of is het nu al SP, of Groene, taal verspreid maar dan wel netjes een ton of vijf per jaar aan inkomsten van de rente van zijn pa's voormalige kapitaal trekt.  Om maar te zwijgen van de poen die hij krijgt van zijn Tv programma's.
Mijn oude vader had altijd een uitspraak: Bethesda. Tot zo ver heeft de heer ons gebracht, zei hij dan. En hij had de 'School met den Bijbel' doorlopen, dus hij zal het wel geweten hebben.  Maar hoe dan ook, het heeft die galbak van een Bin Laden en zijn veertig (en meer) rovers uiteindelijk niets geholpen en die baardaap zelfs een eenzaam watergraf opgeleverd, als we Hank de Yank mogen geloven. Maar ik zie ze er voor aan om hem gemummificeerd of in plastic gegoten ergens in een archief te hebben gestopt.Ik zou het wel een teken van echte journalistiek hebben gevonden als CNN met de Navy Seals was meegereisd en live verslag hadden gedaan hoe die nare mijnheer aan zijn eind was gekomen.
Niet kies? Hoezo, niet kies! Het doen doorboren van een aantal hoge kantoorgebouwen en daarbij duizenden slachtoffers (en wie weet hoeveel mensen met een PTST achterlatend) en dat op Tv uitzenden is wel kies?

Maar, ons volk, althans het Nederlands lievende deel, was wel verdeeld geraakt, zowel in de samengestelde  Marokkaanse als Nederlandse delen. Ik geloof dat Wim Kok nog de baas was in ons land. Hij hield de zaak samen, maar het werd moeilijker en moeilijker. Opeens zagen wij, oorspronkelijke bewoners van het land, dat er zoveel mannen met jurken met baarden en op slippers door onze straten liepen, opeens zagen we zoveel vrouwen met hoofddoeken en gezichtsbedekking op, opeens merkten we dat onze buren steeds minder duidelijk Nederlands spraken en zich meer en meer afzijdig hielden van hun buren en opeens merkten we dat, wat de politie al eerder had opgemerkt, er zoveel criminaliteit was, onder de uit niet Nederlandse ouders geboren jeugd en wij, Nederlanders, wisten niet hoe dat nu helemaal zat. Maar, zoals we dat al eeuwen doen, polderden we dan maar weer en namen aan, dat die Osama en zo, ver weg waren en buiten ons beeld stonden. Zo sukkelden we door. We ademden in, zagen dat )sommige/vele) van onze Marokkaanse vrienden, buren en collegae er toch ook wel mee in zaten en we ondergingen de oorlogen in het verre buitenland, waar velen stierven en later dus ook 'onze' jongens. 
De nieuwe eeuw was al aangebroken en opeens, ik stond een maandje of wat voor mijn pensioen, was daar de politieke moord op 0605 op Pim Fortuyn. Niet alleen ons land was totaal verbijsterd, maar ook de hele wereld stond stomverbaasd te kijken wat in het Nederland, dat tolerante Nederland gebeurde. Nauwelijks bekomen van die vreselijke complotten: "De kogel kwam van links", was er de afgrijselijke slachtpartij op Theo van Gogh. Ik geloof dat we langzaam murw werden, dat we langzaam onze hoofden in onze schoten legden en dachten dat we het wel allemaal gezien hadden. Dat we ons gelukkig konden prijzen dat we niet in die US of A leefden, waar schutters die onschuldige mensen doodde, eerder regel waren dan uitzondering. En ja, goed, een rechtse politicus: ja, die vraagt er toch wel een beetje om, niet? En ja, een linkse cineast die altijd maar kritiek had op de islam, nou ja, wij Nederlanders wisten wel al dat we onze bekken moesten houden, toch? Althans zo sprak links en dus (volgens hen) weldenkend Nederland.
En ja, toen op zaterdag 9 april 2011 een geflipte puber met een wapen in het plaatsje Alphen aan de Rijn in een winkelcentrum zomaar willekeurig mensen doodschoot, toen wisten we het ook allemaal niet meer.
Bij die laatste herinnering zat ik weer eens op de fiets.
Bij thuiskomst trof ik een totaal verbijsterde E. aan en een journaal dat het nog de hele dag uitzong met dat bericht.
Nou ja, de moordaanslag op de Koninklijke familie toen in Apeldoorn, heb ik ook niet live gezien. Ik zat op de, goh je raadt het. Maar de Damschreeuwer wel op Tv. En, blijkt, die komt geregeld nog in onze Super. Hij schreeuwt dan niet.

dinsdag 26 november 2013

Plaatsen van herinnering 3

=Even terug. Ik kwam bij mijn fietsenmaker Jos, die helemaal onder de indruk was van het radio journaal. Er was een Boeing in een van de Twin Towers gevlogen=

Dus verliet ik mijn fietsenmaker met mijn aankoopje. Ik was was wel wat lacherig eigenlijk, maar ook enigszins bezorgd. Ik had, een jaar of wat voordien, een boek gelezen van Tom Clancy, Debt of Honour, waarin de schrijver, (waarschijnlijk geïnspireerd door het Bijlmerdrama), een boze terrorist, in dit geval een geflipte Japanse vlieger, een Boeing in het Witte Huis laat neerstorten. Toen ik dat boek en de spannende ontknoping las, had ik gewild, ik had toen als schrijf adspiraties,dat ik zo'n fantastische slotscène zou hebben kunnen verzinnen. (Tom Clancy is overigens vorig jaar gestorven. Hij schreef van die vuistdikke boeken waarin zijn helden echte helden waren, die nooit geen wind lieten in bed en waar de slechten slechten waren die altijd wind.., je begrijpt me. Clancy vond de overigens hele rechtse Ronald Reagan zelfs een tikkie te links en hij verguisde alles wat maar iets naar die richting wees. Zijn boeken hebben een hoog Amerikaans gehalte voor vrijheid van wapens en zo. Ik moet toegeven, hij heeft wel een Afro-Amerikaanse held in zijn boeken. Cynisch, dit is cynisch.)
Maar goed, ik dacht na en ik dacht: 'Stel dat het nu wel zo is?' Ik stalde de fiets op het balkon van onze toenmalige woning en onze jongste dochter, ook al een E., riep, ze was al vrij van school en keek Tv, 'Pa, kom gauw, er is een drama aan de hand in Amerika.' Ik vroeg of dat, wat ik gehoord had, waar was en ze beaamde alles en gaf een kort en bondig verslag. Mijn andere E. was al naar haar werk en had me het verhaal niet kunnen vertellen. (Ik had nog geen mobieltje, in die tijd.) Toch een beetje bedrukt en nog steeds wat sceptisch en met wat ongeloof (wie verzint zoiets nu eigenlijk?) ging ik, nog steeds in mijn fietstenue, voor de Tv zitten. Op dat moment knalde, live in beeld en in mijn geheugen voor de rest van mijn leven) het tweede vliegtuig in de andere toren.
Ik weet niet helemaal precies hoe de rest van de middag is verlopen. Als in een droom, nee, als in een nachtmerrie heb ik de rest van mijn dingen gedaan, die middag. Ik heb me gedoucht, natuurlijk, het boodschappen lijstje afgewerkt en ik heb geloof ik, maar eens een ongezonde magnetron maaltijd voor dochter en zelf gehaald, ik had geen geduld om nog eens te gaan koken. Ik wilde zoveel mogelijk de nieuwsgaring zien, de rest van die middag en die avond. Er kwamen, zoals dat gaat, continue andere onduidelijke en vage en paniekerige meldingen van nog meer aanslagen, en vaak met Live beelden, door. Het Pentagon zou zijn aangevallen, maar dat was niet gelukt, want ergens in de buurt van het Washington was dat toestel door de passagiers op de gijzelaars overmeesterd en neergestort, dat wel, maar ver voor ze haar doelwit, het Witte Huis kon bereiken. (Maar ook met alle inzittenden als slachtoffer). Ik begreep, de wereld stond echt stil, jullie hebben het allemaal zelf meegemaakt, dat er in het begin van de avond al gespeculeerd werd op terroristen die uit het Midden Oosten zouden komen en het Islam geloof zouden aanhangen. Toen het Journaal dan ook nog eens meldde dat jongeren van een andere cultuur dan de onze, jullie begrijpen me, in een provincie plaats in Gelderland, uitgebreid feestvierden en Amerikaanse en Israëlische vlaggen hadden verbrand en dat de politie niet had opgetreden, kreeg ik door dat ons land in een akelige spagaat was beland. Dat Nederland, ooit zo vol tolerantie, een woord dat nu door de linkse kerk wordt uitgespuugd, omdat links nooit eens trots zal zijn op ons land en ons volk, maar dat onze tolerantie tot een minpunt zou dalen. Ik vreesde dat er misschien wel eens een "burgeroorlog" zou kunnen beginnen, gelukkig is dat nooit zo ver gekomen, maar dat ons "volk", onze "natie" vanaf nu, wel verdeeld was in "Zij en Wij".  En dat gaf me een heel slecht gevoel. Dat  maakte me woedend. Hoe durf je een vreugde dans uit te voeren als een zooitje ongeregeld duizenden onschuldige mensen de dood in jaagt? Hoe durf je, als Imam, opgeroepen door notoire Amerika haters als P en W, in het openbaar je tevredenheid uit te spreken over zo'n gruweldaad'? (En dan nauwelijks een kritisch tegen woord krijgen!) Hoe durf je als Marokkaanse gemeenschap, (ik lieg niet, het is gebeurd) levend en meedoend (participerend heet dat tegenwoordig) in ons land, zoals we toen nog dachten dat die gemeenschap wilde, de schuld van die gruweldaad bij Israël en het Joodse volk te leggen? Ik was woedend. Ik was des duivels en natuurlijk net zo verbouwereerd als de rest van ons land, althans van de normaal 'participerende' en meedenkende bevolking en niet het zooitje landverraders dat, (de nieuwe, tweede "zwarte weduwe", ene antisemitische mevrouw Duisenberg) op deze avond, een lans ging breken voor de Palestijnen?
(Oh ja, ik leg uit: de eerst zwarte weduwe was de weduwe, ja dat spreekt, van NSB leider Rost van Tonningen. Ze bleef, tot de dag van haar dood, het Hitler en Nazi regime verdedigen in woord en daad en gebaar.)
Maar, zoals wij allen, Nederlanders toen, waren we versuft, verbaasd, verwonderd, geschrokken en vooral
woedend. Maar daarnaast was er was ook nog een gedachte die me steeds weer inviel. Een gedachte die ik ontleende aan de vrij recente geschiedenis. Namelijk, dat degene (of meervoud) die achter de aanslag zat, zo zijn eigen graf gegraven zou hebben. Je kunt zeggen van de Yank wat je wil, maar: do not fu.. with us, is hun credo. De Japanners hebben dat al eens meegemaakt, toen ze zo laf, zonder oorlogsverklaring, de Amerikaanse vloot in Pearl Harbour aanviel. Het heeft de Amerikanen jaren en miljarden en vooral miljoenen mensenlevens gekost om die "Day of Infamy" uit te wissen. Dat de aanval van de Japanners uiteindelijk heeft geleid tot de Koude oorlog (en de vreselijke atoomdreiging) en dus tot de oorlog in Vietnam is een net zo logische reeks gebeurtenissen als die waarom de oorlog van 1870 tussen Pruisen en Frankrijk, uiteindelijk heeft geleid tot de Tweede Wereldoorlog.
En ja, Hank the Yank ging de strijd aan. Ze keek niet op een paar mensenlevens en tot de dag van vandaag is het oorlog in het Midden Oosten. Afghanistan, Syrie, Iran, Israel en de Palestijnen, Libanon, Pakistan, overal in de landen waar mensenrechten, en voornamelijk vrouwenrechten, met voeten wordt getreden, is het hommeles.
Dat zegt meer over de rechten voor vrouwen, vind ik, dan over de kerels die zich hun 'baas' noemen en die weer eens willen meten wie de langste heeft of wie het verste kan piesen!
 
=Ik moet nog meer, Pim F, Theo van G. Tristan van der V. Dus ja, je leest het nog wel. Of niet, even goede vrienden, hoor.=


zondag 24 november 2013

Plaatsen van herinnering 2

Ik hoorde het nieuws van de dood van JFK van een (in mijn herinnering) betraande nieuwslezer. Maar dat zal wel een vijftig jaar latere, romantisch ingeslopen wending zijn. (Wat ik wel las, vorige week, is dat het officiële Tv journaal veel te laat en te traag en te afwachtend was met en over de berichtgeving, maar dit terzijde.)
Mijn zus "trad ter kamer in", zoals gezegd en zag mijn snoet. Zij was toen al 18, een leeftijd die voor mij bijna grensde aan de middelbare. Toen hielden we nog van elkaar, ik mocht haar vreselijk graag en ze was mijn favoriet. Maar ja, 'poep gebeurt' en "we have fallen out", nu al dertig jaar geleden bijna en het zal nooit meer goed komen ook en dat dan in een wederzijdse, overigens nooit uitgesproken, overeenkomst.
Ze zag mijn snoet en vroeg. Ik vertelde haar de feiten. Ik snapte eigenlijk niets van het gebeurde en begreep natuurlijk de eventuele implicaties van dat gebeurde al helemaal niet. Ik was elf, hoe kon ik ook. Zus zette, gelukkig niet hysterisch, anders had ze de zooi laten vallen, het blad met koppen en glazen neer en deed de drie stappen die woon- en voorkamer van elkaar scheidden.
Goed, een terzijde. Denk nu niet dat het huis een soort paleis was of zo, hoor. De woonkamer mat vier bij vier meter en de 'voorkamer' ook. Rechts van de woonkamer was de keuken, een pijpenla van twee bij anderhalf. Tussen de woon- en de voorkamer, was de hal met de trap naar boven, waar drie slaapkamers waren gelegen. Allen even klein. Ik moest op weg naar mijn slaapkamer door die van mijn ouders. Hoewel die toen al oud waren, een stuk in de zestig al, hadden ze nog wel eens 'gemeenschap'. Mijn kamertje werd door een paar millimeter dun wandje van de hunne gescheiden en man, je wilt niet weten wat het is om, heel vaag en stil, maar toch, te horen dat je ouders 'gemeenschap' hebben!
Ik ben nu op een leeeftijd die die van mijn pa benaderd en ik moet eerlijk zeggen dat E. en ik.. God nee, de kinderen lezen misschien wel mee.. Gatsie.
In ieder geval, voor ik dat soort zaken over de aanslag en zo allemaal kon overdenken stond de woonkamer al vol met 'grote mensen', allemaal (de mannen) met sigaren of pijp in de mond of met Peter Stuyvesant filtersigaretten, de dames dan. Wel hadden ze allemaal nog het borrel- of bierglas in de hand, want een Groninger is moeilijk te scheiden van zijn drankje. En de rest is geschiedenis. Na de begrafenis en, eerder, de inauguratie van Lyndon B. Johnson, die een pleurishekel aan JFK had eigenlijk, kwamen de moord op de (vermoedelijke) dader, Lee Harvey Oswald, allemaal live op Tv te zien. (Jack Ruby, ja, inderdaad, een louche figuur werd geloof ik ook doodgeschoten, maar dat is niet zo belangrijk.)
Daarna kwamen de complot theorieën die tot op de dag van vandaag voortduren. De Amerikaanse president zou (in opdracht van) vermoord zijn door: zijn vicepresident Johnson, de Maffia, de CIA, de Russen, de Cubanen en nou ja noem maar op, de halve wereld. Het laatste nieuws op dit gebied is dat hij zich zelf zou hebben laten vermoorden omdat hij ongeneeslijk ziek zou zijn geweest. Nee, lach nu niet, dit is weer zo'n serieus verhaal uit de Amerikaanse keuken. (Of hebben ze iemand afgeluisterd die een geintje maakte? Met die gekke Yanks weet je het maar nooit. Ik kreeg een (heerlijk scherp en kritisch) mailtje van maatje B. naar aanleiding van mijn vorige Blog. B. heeft een behoorlijke tijd in de States doorgebracht en is, ik zeg het voorzichtig, geen fan meer van die natie. Hij vermeldde dat zijn kritische mail waarschijnlijk nu ook wel was onderschept en helemaal fantastisch vind ik die gedachte niet. Mooi idee voor een T-shirt: Been there, did the thing, got spied on.
Maar goed. Wat de meeste van jullie, brave en oplettende lezertjes, zich nog wel herinneren is de Bijlmerramp. (Vier oktober '92) Het meest ongelooflijke gebeurde. Een scenario zoals nog nooit een schrijver of filmmaker bedacht had. Een Boeing, een vrachtvliegtuig, en gelukkig geen vol beladen passagierskist, boort zich in de hoogbouw van de Amsterdamse stadswijk. Er waren 43 doden te betreuren waaronder, heel triest, een paar vriendjes van een van mijn kinderen. Ik weet ook nog precies waar ik en mijn gezin waren die avond. Wij zaten namelijk onder de aanvliegroute van het toestel. We hebben het bakbeest op een honderd meter hoog boven ons huis langs horen - en zien scheren en hoorden iets later de enorme knallen en zagen de vuurtongen tussen de flats door oplichten. Het laatste is een verzinsel, ook door de tijd ingegeven. De flats waren dermate dicht bezaaid en dermate hoog dat we de vlammen zelf niet zagen, maar wel de weerschijn die de vlammen tegen de nachtelijk hemel gaf. En meteen waren er weer de complot theorieën. Er waren "mannen in witte pakken" verschenen die geheimzinnige dingen deden tussen het puin, er was een geheimzinnige helikopter en er werd een verband gelegd met de Surinaamse crimineel/politicus/dictator/drugsrunner en moordenaar Bouterse (die ook al zo'n lekker zoontje heeft) die in een van de flats zou verblijven en al dat soort zaken meer.
Dramatisch dieptepunt was dat de mede buurtbewoners, vaak ook mensen uit de voormalige overzeese gebiedsdelen, de moeite namen om de getroffen flats, en de flats die geëvacueerd werden, benevens een winkelcentrum, te plunderen. Hun optreden was zo agressief dat de politie te paard het schorem niet de baas kon en er een aantal pelotons ME moest worden ingezet. Tja, je moet je toch eens afzetten tegen de slavernij nietwaar? Bovendien: drugs verkopen is veel vermoeiender.
Dan komt 9/11, nine/eleven. Ook van dit afgrijselijke moment dat de wereld in een soort WOIII heeft gestort, die tot de huidige dag nog duurt, weet ik nog exact waar ik was op het moment dat de eerste toren in elkaar zeeg, nadat vreselijke fanatieke moslimdwazen haar door middel van een vliegtuig opbliezen of lieten neerstorten of hoe je het dan ook maar wilt noemen. Ik zat op de fiets, hoe kan het ook anders.
"Leg uit, we willen het weten, kom, leg uit!' In 2001 was ik aan het Wappen. Het Werken Aan Pensioen, zoals de KM dat noemt en dat (ik ben te lang weg uit de organisatie om te weten hoe het nu is) toen oogluikend werd toegestaan. Ik had Vorstin en Vaderland meer dan 30 jaar trouw gediend, had een eventuele bevordering tot officier afgeslagen omdat ik dan alleen maar bureauwerk zou doen op een stoffige dienst in Den Helder, waar ik dan ook nog eens met allerlei losers en klunzen en carrière jagertjes zou moeten samenwerken. Met de voornoemde groep had ik net menig (helaas) verbaal, robbertje uitgevochten en ik kon hun bloed wel zuipen. Zij de mijne ook. Ik wees hun namelijk vaak op het feit dat zij van de praktijk van ons vak net zoveel wisten als de bekende ezel van sperziebonen afhalen. Helegaar niks namelijk  en ik verwijt het die gasten nog tot op de dag van vandaag. Ik wapte: ik had een goeie sergeant, Mario, een hele goede assistente, Wilma en een hele adequate dokter. Heerlijk. Ik ging iets eerder van huis en ging ook iets eerder naar huis en ach, ik amuseerde me. Nou ja, na dertig jaar varen en werken en uitzenden mocht dat ook wel. Maar, die beruchte dinsdagmiddag, moest ik even langs Jos, mijn fietsenmaker. Een reserve bandje halen of een lampje of zo, het was al donker in de morgen als ik naar het werk ging. Ik "trad ter zake in." Jos had een kleine winkeltje annex werkplaats en had een knechtje. Soms, hij vroeg het wel eens, werkte ik een zaterdagmorgen bij hem als het echt druk was. Ik trof Jos in opperstaat van ontreddering aan bij het obligate en altijd aanstaande radiootje.Ik keek naar hem, zag zijn blik en vroeg: 'Wat is er loos,Jos?' Jos keek op en ik vergeet nooit de blik op zijn gezicht: 'Lucas. Er is een vliegtuig neergestort op een wolkenkrabber in New York. Ze denken aan een aanslag.'
Ik schoot in de lach. 'Ok Jos ,lekker geluncht? Paar biertjes erbij? He, je maakt mij de zeik niet lauw, hoor. Luister, even het volgende, Jos ..'
=gaat echt nog verder=
(Sorry voor jullie)

zaterdag 23 november 2013

Plaatsen van herinnering

Zoals ik in een van mijn laatste Blogs al aangaf zal ik niet meer alleen over het leven in de Super schrijven. Niet dat er niet genoeg gebeurd, of dat er te weinig te beleven valt in de winkel of zo hoor, denk dat niet. Er zijn steeds leuke en minder leuke dingen te beleven en die zal ik ook nog steeds op gaan schrijven. Maar het leven heeft natuurlijk meer smaken en er zijn meer sausjes om dat leven mee te overgieten. Dus zal er op dit Weblog af en toe wat ander, soms actueel, soms minder actueel nieuws te lezen zijn. "Da komp ook omdak eigenlijks" (zoals een Brabantse kennis zou zeggen) een Blog wil schrijven over mijn collegae en hun hebbelijkheden en hun onhebbelijkheden, maar dat is zo moeilijk om dat neutraal te doen, en zonder mensen te noemen en zo, dat ik daar nog een hele tijd over moet gaan nadenken. De titel van die Blogs heb ik al: "Supermannen en -vrouwen", origineel, hé? Maar, je leest ze nog wel eens.
In ieder geval, in dit verhaal wil ik het hebben over "plaatsen der herinnering." Ik ben met mijn 61 lentes, die langzaam aan gaan voelen als zomers, de oudste man in mijn filiaal (en misschien wel de oudste werknemer van De Keten) en ik heb redelijk veel meegemaakt in al die jaren.
Het zal jullie, lieve en aardige, en hopelijk nog steeds kritische lezers, niet ontgaan zijn dat het gisteren, de 22ste november, alweer vijftig jaar geleden is dat JFK, John Fitzgerald Kennedy, vermoord is in Dallas, een stad in de Amerikaanse staat Texas. Dat wordt redelijk groot herdacht in de U S of A en ook in Europa wordt er de nodige aandacht aan besteed. Het was dan ook wereldschokkend nieuws en is dat nog steeds. (Over die president later iets meer, maar de verhalen over hem zijn welbekend en ik kan en ga en wil daar dan ook geen ander licht op werpen.) Waar het me even over gaat, is dat het de eerste echte grote ramp of ook misschien wel dreiging in mijn (toen nog jonge) leven was. De koude oorlog woedde in die tijd wel al  volop. Ik heb zelf niet bewust de inval in Hongarije meegemaakt. Die brute inval in een land dat zich wat meer onafhankelijk van Moskou wilde opstellen, onder leiding van Imre Nagy, was de eigenlijke aanleiding tot die Koude Oorlog. Dat was in '56 en ik was vier of zo. WO II was net achter de rug. Mijn ouders hadden die jaren 'redelijk' doorstaan. Mijn pa had onderduikers en Joden verborgen in de kap van zijn molen, waar zelfs een Duits "Ueberfallkommando" hen niet durfden op te sporen. Hij was gearresteerd geweest door de Duitsers, was ontsnapt en had (met een paar ooms van ma's kant) ondergedoken gezeten, maar de oorlog was geen echt erg drama geweest in ons dorp.
De wereld was na de oorlog heel streng opgedeeld in het Oosten, dat was Rusland en vazalstaten als Polen en Hongarije en Bulgarije. Dat waren de communisten en zo en dat waren de slechten en dan was er ook nog het westen, Amerika en Engeland en Canada en Frankrijk en "wij" en dat waren de goeden, zoals ons werd verteld. Want, zeiden pa en ma en de schoolmeester en de dominee en de burgemeester van het dorp en onze premier en de Kamerleden en dat soort mensen streng: als de Russen de baas werden, dan zou de hele wereld verplicht moeten veranderen en moesten wij, rijken, zoals de Russen (en de CPN, de Communistische Partij Nederland, dat noemden) alle goed en geld in leveren, dat dan weer herverdeeld zou worden en zo zouden we geen eigen bezit meer hebben.
Daarna kwam, in '61, de kwestie van de Berlijnse muur. De Russen, die vermaledijde communisten, (dit lijkt sarcastisch, maar is het niet! Ik en veel generatiegenoten met mij hebben veel angstige jeugdherinneringen gehad in die jaren over het communisme), bouwden van de ene op de andere minuut zo maar een muur, dwars door Berlijn. Sterker nog, ze trokken een IJzeren Gordijn op, dat hun invloedssfeer in de Oostelijke landen moest afscheiden tegen het decadente westen. Die grens lag van de Oostzee, tot aan Joegoslavië.
Nog geen jaar later kwam de Cuba crisis. De USSR, de Sovjet unie, zoals die toen nog bestond, en de VS stonden lijnrecht tegen over elkaar en er dreigde zelfs een heuse atoomoorlog! De wereld hield de adem in. Ik was net tien en had natuurlijk nog geen idee van politiek, maar merkte aan de verhalen en de stemming thuis en op straat wel dat er iets heel ergs zou kunnen gebeuren. Ook de nieuwsberichten op de radio of in het Tv journaal, we hadden, geloof ik, net televisie en dan was er ook nog maar een zender en die had alleen maar een keer of twee per dag een journaal, meldden uur na uur de steeds moeilijk en precair wordende situatie, met de vrachtschepen waar je de raketten openlijk op de dekken zag liggen en die in volle vaart opstoomden naar Cuba. Daar zouden de kernraketten dan op de VS gericht worden en zo dat land gaan bedreigen. Dat werd gelukkig ook weer gesust en de wereld haalde weer opgelucht adem. En ging verder met de wederopbouw van een bijna totaal in puin liggend Europa. (Vooral in Duitsland was dat zo, maar dat vonden wij Nederlanders niet zo erg, toen!) Ergens in 1962 hoorde we verhalen en geruchten over een oorlog, ergens heel ver weg, in een land waar wij nog nooit van hadden gehoord, vjetnem of zoiets.
Toen werd het november 1963. Ik was elf, zat in de eerste klas van de MULO, deed MULO A met wiskunde, snaaide van dat laatste vak geen reet en ik begon net de meisjes leuk te vinden, maar niet echt helemaal, (tot aan het gaatje dus, no pun intended) want dat duurde nog een paar jaar.
Die befaamde en nog steeds in mijn herinnering geëtste avond was ons huis vol volk. We hadden een verjaardag, van mijn ma of van een kleinkind of zo. Maar ik zat, ik mocht langer opblijven vanwege het feest, het was een vrijdagavond, voor de tv in de woonkamer. Het verjaardagsfeest speelde zich af in de mooie, en daarvoor bestemde, voorkamer, waar ooms en tantes en oudere zussen en een broer met aanhang,onder het genot van koffie en gebak en "zeupies", zoals dat heette, dat waren borrels of bier en met sigaretten en sigaren, en hapjes "dreuge worst" of kaas, luidruchtig de verjaardag vierden.
Ik ben er, tot op de dag van vandaag, van overtuigd dat ik naar een Tv serie zat te kijken die "Mogul" heette, een serie over een olie maatschappij. Maar, hoe goed ik ook het net af zoek, kom ik die serie niet tegen in de tijdlijn die ik van die avond heb. Wel kom ik een soort serie tegen die er op lijkt, een prequell zoals dat heet en die "Troubleshooter" zou heten. In ieder geval, de serie werd bruut onderbroken, en ik heb het allemaal al eens opgeschreven, door een extra journaal. Dat journaal ver meldde zonder omhaal de dood van de Amerikaanse president. Dat was overigens al enkele uren nadat JFK was doodgeschoten. JFK, ja, die kende ik. Een jonge en flamboyante president, een man met een mooie vrouw, met een Franse naam en, volgens het publiek, een Franse uitstraling (maar zo Amerikaans als de pest), de man die ons tot twee of drie keer had behoed voor weer een wereldoorlog. Een man die zijn kop niet boog voor Chroetsjov, of al die andere moeilijke en stugge mannen met van die onuitspreekbare Russische namen. Ik was, zo jong als ik was, verbijsterd.
Ik weet nog dat mijn jongste zus net met een blad glazen en kopjes vanuit de voorkamer de woonkamer  binnenkwam en mij helemaal verbaasd en overdonderd, zag kijken.
=later meer=




woensdag 20 november 2013

Super en Bach en Boccara

Wie van jullie, lezers, herinnert zich Frida Boccara nog? Ik zag haar, op Tv, vaak in het begin van de jaren zeventig. Ze was toen een megaster, zoals dat heette. Tegenwoordig zou het een "cool vette chick" of zo genoemd worden, of misschien een "Ueberweif" of loop ik al weer achter? In ieder geval, ze werd van de ene  op de andere dag wereldberoemd door haar optreden op een Songfestival, waar ze het net nummer: "Un Jour, un enfant" zong en waar ze zowaar gedeeld eerste werd met onder andere (een Spaanse en een Engelse) en ons aller Lenny Kuhr, die het lied "De Troubadour" zong.  Boccara was een dame van nogal internationale samenstelling: ze werd in 1940 geboren uit Joods/Marokkaanse ouders, in  Casablanca uit een geslacht dat dan weer ergens uit Livorno in Italië, stamde. Ze was een vrouw die zeven talen sprak, minstens, en die in 1996 aan een longziekte overleed en, net 56 jaar oud geworden, in Parijs begraven is. Het was een knappe vrouw, constateerde ik, in die jaren. (Veel Marokkaanse vrouwen zijn knap, maar moeten dat door hun achterlijke, oh nee, dat mag ik niet zegen, maar moeten dat door hun mannen/imams verborgen houden, helaas!)
Ik, die helemaal niet van muziek of zo houd, ik vind muziek een overtrokken vorm van emotie waar teveel aandacht aan besteed wordt, in tegenstelling tot het gesproken woord, maar ik zat die avond wel braaf met mijn E. op de bank naar dat songfestival te kijken. Maar dat was meer omdat het gebruik van Pc's en zo nog niet was ingeburgerd (en wij er dus geen hadden) en omdat ik niet veel te lezen had en nou ja, we kenden elkaar nog maar net en zo en wilden nog veel van elkaar ontdekken, eh, nou ja, je begrijpt me?
Hier moet echt iets van mijn hart: Songfestivals zijn tegenwoordig natuurlijk alleen maar commercieel getinte instellingen, waarbij corruptie en de belangen van de platenbazen hoogtij vieren ende festivals hebben, in deze jaren, niets meer te maken met de beste muziek of liederen van deze tijd. (Het is  net als Lance Armstrong en zijn zeven TDF zeges: wie het beste de zaak bedonderd, wint! Kijk maar naar al die Oost-Europese landen die altijd wonnen, door alleen maar op elkaar te stemmen.)
Maar, in die jaren, de laatste jaren van onze jeugd, dat schrijf ik om een poëtische indruk na te laten hoor, geloof er niets van, we hadden al een zooi kinderen en een zooi zorgen, maar wie niet, in die tijd van Lubbers en Den Uyl en bezuinigingen en economische krimp, maar we hadden we dan nog wel eens per jaar een songfestival dat toen redelijk onafhankelijk was. ABBA won ooit, Teach Inn ook en zo'n Ierse zanger, Logan?, geloof ik, zelfs twee maal. De presentatoren, M/V, gingen met een telefoonverbinding Europa af. (Bonsoir Paris, Good evening, London, Goedenavond Hilversum)  De volgende dag, en dat was altijd zo rond de vierde of vijfde mei, stonden de kranten weer bol van allerlei avonturen van de zangers en zangeresjes en van de heldendaden van de jury en zo. Heerlijke roddels.
Tegenwoordig word je helaas doodgegooid met allerlei programma's op de buis, waarin mensen, die totaal niks geen talent hebben, door allerlei mensen, die ook totaal geen talent hebben, worden afgezeken. Ja, Goor en Geer, de Borsatotjes en allerlei blonde meiden met grote tie... en een herseninhoud van een eekhoorn op vakantie in een iglo, en dat soort non personen, bedoel ik en ik hoop dat er iemand van jullie, lieve lezers is, die me verteld dat die piepeltjes WEL talent hebben. (Mijn mailadres is: Lucedith@gmail.com en ik ben benieuwd of ik wat van je hoor. Maar je mag me ook uitschelden hoor,no probs.)
Goed, Boccara dus. Een vrouw met een stem uit duizenden en met een fantastisch repertoire.Ze was in '69 al eens op dat festival met "Un jour, un enfant" en dat was geweldig. Later zong ze 'Cent Milles Chansons", ook al zo'n fraai nummer, dat je nog geregeld kunt horen in supers.
Maar, volgens mij, zijn de beide nummers die haar wereldfaam brachten, allebei nummers van Johan Sebastian. Nee, niet John Sebastian, (van Loving Spoonfull)  maar van J.S. Bach, bedoel ik. Maar, hoewel ik kenners heb gehoord die dat ook beweren, kan ik het bewijs niet vinden. Mochten jullie, lieve, aardige en trouwe lezers die bewijzen wel hebben, mail me, het adres staat boven!
Maar goed, Boccara stierf net als veel van die Franse chansonnière/diva's veel te vroeg en veel te tragisch. Dat gold ook voor Edith Piaf, die kleine vrouw (1 meter 47) die al op haar 48ste, berooid en verarmd en verguisd stierf (Milord en Non, je ne regrette rien). 
En wat dacht je van Dalida? Ook al zo'n trieste ster. Je (her)kent haar stem wast wel. Toen Mart Smeets nog een echte journalist was en niet helemaal ingekapseld was in de club van onder andere Lance Armstrong, (die ik heb nooit heb vertrouwd, maar ook nooit iets heb verweten), had hij een leuk "after tour etappe" programma. De avond etappe, heette het, geloof ik. Aan het begin en aan het einde van het programma hoorde je dan wat noten en een paar strofes van Dalida: "Buenas noches mia Amor". Het lied was romantisch, wat slepend en werd begeleid door een zielig gitaartje of zo, maar de stem van de zangeres was geweldig. Hees, doorrookt en doorleefd. Maar ook heel sensueel, althans voor mij, een man.
Ik kende Dalida wel als zangeres. Ze had onder andere Gigi l'amoroso opgenomen en ik kende haar ook van Parole, Parole dat ze met Alain Delon zong. Die Alain Delon zong ook al zo'n heelijk duet met Shirley Bassey, overigens, geluksvogel, toch?
Maar goed, ik zal je binnenklort iets meet berichten over Dalida, Delon en Bassey.
Ja, het is nu niet helemaal alleen meer over een Super, geloof ik? Ja, dan moet ik maar weer wat concessies doen. Ach, ik zal wel over de winkel blijven schrijven, maar af en toe even van het apd af gaan. Nou, zo erg is dat ook niet?


maandag 18 november 2013

Super en Sinterklaas en Bach

Het  is weer sinterklaastijd en dus ook weer ZWARTE Pieten tijd. Ik schrijf het woord zwarte met hoofdletters en cursief, dus hebben jullie, trouwe lezers, die ik heel dankbaar ben voor het lezen van - en de aan- en opmerkingen op mijn schrijfsels, wel al door hoe ik tegen de afgelopen "zwarte pieten discussie" aan sta te kijken. Ik heb me daarvoor ook genoeg geuit op het uithangbord van de (vaak) verongelijkte mens: Feestboek. Ik geef eerlijk toe dat ik me (achteraf soms helaas) ook heb laten verleiden tot soms messcherpe discussies met piepeltjes, waarvan ik het bestaan of de namen of de reden van hun bestaan niet eens meer weet, om onze enige en echte traditie te verdedigen tegen de "niet gelovigen" die, afgelopen zondag, met wel twintig of zo mensen op de Dam stonden te protesteren tegen de aanwezige ZWARTE Pieten. Indien je dat nog niet door mocht hebben: Zwarte Piet is zwart, zei Mark Rutte al (een hele ware en misschien wel de eerste en misschien wel enige verstandige opmerking van deze premier) en dat zijn dus "woorden als worsten", zoals sommige van mijn Brabantse vrienden wel eens zeggen.
Maar: met het begin van de Sinterklaas tijd, in De Keten begint dat al met het etaleren en verkopen van de eerste pepernoten en de eerste taai poppen op de laatste dag van augustus, begint, iets later, ook de muziek die we dagelijks over ons uitgestrooid krijgen, te veranderen. Nu ja, de muziek in een super is natuurlijk driehonderd dagen van het jaar Muzak, heeft men mij ooit verteld. Aangename en simpel op elkaar volgende noten en melodieën die de koopgrage klant in de winkel dienen te houden. Ik geef als voorbeeld Whiter shade of pale, een nummer (song, zo heette dat toen) uit mijn jeugd van de band Procol Harum.
Het nummer is een 'cover', zeg maar, van een etude van een  pianoconcert van Bach.(Ik geef hier even, ik heb me rot lopen zoeken in mijn CD collectie, naam en toenaam: "Wachet auf, ruft uns der Stimme, BMV 140. Ja, ik doe alles voor mijn lezers, hoor. Mocht je verder nog wat willen weten over dit, van oorsprong, klassieke nummer, dan heeft Maarten 't Hart, een door mij bewonderd schrijver, er ook nog veel over te vertellen in zijn boek "Mozart en de anderen".) 
Om maar te zeggen dat ik geen lompe boerenl.. ben, toch?

Maar, je loopt in de winkel van je keuze, (maar het liefste in mijn winkel, natuurlijk), en je hoort dat fraaie nummer van Bach/Procol. De tekst heb ik ergens, waarnaar ik even heb moeten zoeken maar ik geef beneden wat regels aan. Ik moet heel eerlijk zeggen dat die tekst waarschijnlijk via diverse flessen met geestrijk vocht is ingegoten, met spuiten en naalden van diverse grootte en inhoud is ingespoten en misschien wel met rietjes ter grote van een kachelpijp is ingesnoven in de breinen vaan de mannen die de teksten verzonnen en zongen of, op zijn best, voordroegen, want er is geen ruk van te begrijpen.(Maar het is wel een fantastisch nummer)
"We skipped the lights fandangle,
and turned cartwheels across the floor"
dan is daar dan nog het refrein:
And so it was, later
as the miller told his tale
that her face, at first just ghostly,
turned a whiter shade of pale" 
Dat is ongeveer alles wat ik meekrijg van het nummer. Maar ja, wat mot je der mee?
Ik hoor jullie, net als ik, de woorden mee hummen op de melodie (van Bach) die mijn/onze generatie nooit meer zal vergeten.
Maar goed en hoe dan ook, dit is een nummer, een song, een hit, die het net als het nummer van de Beatles, Yesterday, nooit meer uit het collectieve geheugen van een of meerdere generaties gaat. Dit is dus ook zo met de meeste van de sinterklaasliedjes, nee geen songs, nee, dat niet. Maar wel allemaal jeugdherinneringen, toch? Oh nee, do not tempt me, ik ga ze echt niet allemaal opnoemen. Maar er is een reclame van BOL.com, waar een late en gehaaste vader nog even snel wil inkopen voor het kinderfeest. Hij komt allerlei problemen tegen en dat wordt leuk vertaald door een paar strofes uit heel bekende liedjes. Zo stapt hij in (honden)uitwerpselen onder het gezang van: "Wat ik in mijn schoentje vind", rijdt verkeerd: "'t Is een vreemdeling zeker, die verdwaald is zeker", krijgt een prent van de verkeerd geparkeerd Harries: "Sinterklaasje bonne, bonne, bonne" en loopt in zijn haast met zijn onderlijf tegen een Amsterdammertje: "De zak van Sinterklaas".
Ja, daar kan ik om lachen, ik ben een simpel mens. (Trouwens die reclame van Das Auto, VW, met dat hondje dat na blaft wat de auto van zijn baasje aan geluiden maakt, krijgt van mij ook nog een dikke negen, hoor."
Maar, aan het eind van je werkdag staan die liedjes zo in je hoofd geprent dat je er, onderweg naar huis of zo, continue aan herinnerd wordt, tot gek makend toe! Dus zat ik vanmiddag op de fiets met "hij komt, hij komt" in mijn kop, terwijl ik er nog helemaal niet was!

=morgen even iets over Bach en Frieda Boccara=

vrijdag 15 november 2013

Mopperige ouwe man

Dus ja, ik was een rebel 'off sorts" vroeger, tegenover mijn 'opvoeders', maar ook de kids van vandaag met al dan niet hun pods en pads en dat soort zaken, weten ons, de ouders en de ouderen, het bloed af en toe onder de nagels weg te trekken hoor. Maar, hoe dan ook, ik ben nu een "grumpy old man", volgens vriend H., een "mopperende oude man", aan het worden. H. heeft wel een beetje gelijk. Dat ligt natuurlijk aan de leeftijd en aan de werkdruk waar je, als oudere, ook onder gepaard gaat. Gel..! Nee, ik ben helemaal geen oudere en ik voel me dat ook totaal niet. Zo bedoel ik het ook helemaal niet, eigenlijk. Ik kan nog steeds met de besten mee, ik heb veel meer werk- en leefervaring dan die snuitebollen en ze maken me niet echt gek, hoor. Als de jeugd me wel eens "hé, opa" noemt, (maar dat is gekscherend) vraag ik hun fijntjes wanneer zij de laatste maal de Alpe d' Huez hebben opgefietst, of wanneer zij voor het laatst een rondje IJsselmeer hebben gereden. Het antwoord is dan vaak een totale stilte!
Maar, het is niet zozeer dat ik het werk allemaal niet aankan, man, ik draai qua werktempo, rondjes rond de jeugd, maar het is wel zo dat ik (en mijn generatiegenoten) minder snel "recupereren", zoals de Vlaming dat zo heel mooi zegt. Recupereren is herstellen. Herstellen van een lichamelijke inspanning over het algemeen. Een coureur: 'Allez man, ik waar nog geheel niet gerecupereerd van die rit naar diene Alpedezes, weettenie, en dan stong alweer diejen tijdrit opt program, weetenie?' (Slecht Vlaams, maar ik heb een dergelijke uitspraak wel degelijk meerdere malen gehoord.)
Nee, ik, en de mijnen, maar ik ga niet voor de collegae spreken, hoor, ik wil ook niet voor hen spreken, herstellen minder stellen van de toch wel grote fysieke inspanningen die ik elke dag lever. Weet je, ik heb wel eens opgeteld dat ik elke werkdag een middenklasser (een auto, geen leerling) optil. Combineer dat met het aantal aangevoerde containers of rolwagens die we elke dag in de greep moeten houden, ik rond naar beneden af een veertigtal, met een, ook naar beneden afgerond, gemiddeld gewicht van 150 kilo, en dan weet je dus wel dat wij van ons filiaal van De Keten, elke dag genoeg lichamelijke inspanning leveren. Geen langdurige inspanningen, hoor, maar steeds korte en hevige, net als die hippe, vlotte, yupachtige, veel geldverdienende en niet al te zware banen hebbende figuren die ik vaak in sportscholen zie en die dan mooi staan en liggen te zijn voor die enorme spiegels waar dat soort Adonis instituten mee is uitgerust. (Ik ga jullie niet beledigen om te vertellen wie Adonis was en wat een "adonis" tegenwoordig is, ik weet dat jullie slimmer zijn dan ik, vaak.)
Ik fiets veel en heb veel gefietst in mijn leven. Weet je dat je per kilometer die je op de (race) fiets aflegt ongeveer 20 Kcal verbruikt? Dat is aardig wat en ook helemaal niks, eigenlijk.  Ik heb veel heuvels en wat bergen beklommen op mijn fiets en het maffe daarvan is, dat het aantal verbrande kilometers bijna gelijk is bij het stijgen als bij het dalen of op het vlakke rijden. Ik heb de befaamde berg beklommen, waar nu zoveel om te doen is (door de charlatan die er met een paar ton vandaan is ten koste van het doel van de stichting waar hij "gratis" voor zou werken) en ik was daar, op die, zeg veertien kilometer lange en benauwde en zware klim, net zoveel energie kwijt als ik dat op een tochtje naar hui kwijt raaks. Zo rond de 300 Kcal. (1200 Kjoules, ongeveer) Maf hè?
Maar goed, ook van die tocht herstelde ik wat moeilijk en dus tegenwoordig ook van de drukke dagen op het werk. Oh nee, het heeft natuurlijk niet alles met spierkracht en zo te maken, hoor, het is ook en misschien wel voornamelijk, de geestelijke druk die, me/ons wordt opgelegd. Ik ga even naar het verhaal van gisteren, waar ik aangaf dat ik (ik is "we", afgesproken?) nog steeds de arbeidsdruk voel om mijn werk af te hebben en goed af te hebben. Ik kan er niet tegen om halverwege het werk de zooi de zooi te laten en alles uit mijn klauwen te laten pleu... en dan maar het hazenpad te kiezen. (ook weer een fraai woord, vind ik. Ik heb het al jaren niet meer gelezen, eigenlijk.) Dus wil je, in de tijd die je bemeten is, ook die opdracht goed en volledig uitvoeren. Da's maf en inderdaad van een vorig leven. Ik heb dat getransporteerd naar mijn huidige leven, maar ik ben een beetje blijven stilstaan bij de logistiek van onze tijd. "Leg uit, je zwamt, leg uit!"
Nou, waar we, zeg tien jaar geleden, wel al het file fenomeen kenden, was dat fenomeen alleen geldig in de toen geldende spitsuren. Vanaf zeg half acht, tot half negen. Maar, die files en de drukte op de wegen is verschoven. Tegenwoordig is een  file rond tien of elf uur in de morgen, heel normaal, sterker, eerder uitzondering, dan regel. Dus komt de vrachtwagen die altijd rond half tien ons kwam bevoorraden, vaak rond kwart over tien of half elf aan. Waar ik eerst dus dik twee uur de tijd had om mijn vracht te vullen heb ik daar nu nog maar een goede anderhalf uur de tijd voor. Maar dat betekent dus wel dat ik die anderhalf uur enorm "energiebewust" en zo praktisch mogelijk moet indelen en dus geen tijd heb voor gebbetjes en geintjes en dat soort zaken. Maar ja, wij zijn er voor de klanten en als die een vraag hebben, gaan we die vraag beantwoorden en dat kost dus ook tijd. Tijd die je dus nauwelijks hebt.
Maar goed, tot nu toe is het me, bijna, altijd gelukt om mijn werk af te krijgen. Met vaak een stresserig gevoel, dat dan wel weer. Maar als ik dan in de middag thuis kwam, voelde ik wel dat ik die vermoeidheid niet zo maar van me af kon schudden zoals ik dat in mijn beste jaren deed. Daar heb ik nu echt tijd voor nodig, voel ik.
Dus ja, dan ben je de volgende ochtend weer op je plek en je ziet dat de "mannen van de avond ervoor" (goh, het lijkt wel de titel van een SF boek) er weer eens met de pet naar hebben gegooid. Wat je dus een rot gevoel geeft. Zelf heb je je zooi wel af, maar die club dus weer niet.
Dat geeft dat je, mopperige ouwe man die eigenlijk helemaal niet wilt zijn, weer eens wat te mopperen hebt op die zooi en die collegae.



woensdag 13 november 2013

Grumpy old man

Ja, ja, dat 'grumpy old man' ben ik ook een beetje aan het worden, hoor, vriend H. Je hebt helemaal gelijk en ik moet er voor waken om het niet helemaal echt te worden. Weet je, je wordt al met al een dagje ouder en misschien daardoor een dagje minder flexibel, zoiets, ik weet het niet precies.
"One day closer to death" zong Pink Floyd al, nietwaar? Wat ik wel weet is dat ik de, ja, ik ga de ouwe l.. uithangen, de arbeidsethos van de generatie van de generatie voor mij heb overgenomen. Dat gebeurde nu eenmaal. Vergeet niet, ik, maar idem vriend H. en ook maat B., stammen uit de jaren vijftig. Wij hebben de 'Oorlog', waar onze opvoeders te pas en te onpas naar verwezen, nooit aan den lijve meegemaakt. Onze generatie kan nu, in retrospectie, kijken naar die bange jaren en naar het leed en de angst die onze ouders hebben meegemaakt, maar die voor ons nooit lijfelijk dreigend is geweest. In het psychische tegendeel misschien wel! In de jaren dat wij groter werden en puberden, kwamen de oorlogsherinneringen van de hele wereld, van onze ouders, zeg maar, tot leven. Er werden boeken uitgegeven zoals: "Battle Cry", van Leon Uris, "The Naked and the dead" van Norman Mailer, "The cruel sea" van Nicholas Monsarrat en al de boeken van Hans Hellmut Kirst, zoals de 08/15 trilogie. Doordat ons land in de wederopbouw was, werd er weer wat meer geld verdiend en konden onze ouders zich een abonnement veroorloven op de diverse boekenclubs die toen als paddenstoelen uit de grond rezen. Zodoende lazen we dat soort boeken en kwamen onder de indruk daarvan.
Waar ouwehoer je nu over man? Geen idee, maar het sluit wel een beetje aan bij wat ik wil ga zeggen. Doordat  die boeken, die veel verkocht werden, ook werden verfilmd en wij, de "post- oorlog" jeugd, dus konden zien wat die oorlog nu eenmaal was geweest, kregen we wat begrip voor die zeikerds van ouderen, (onze ouders voor het goede begrip) die het alleen maar over onderduikers, illegalen en Joden vervolging hadden en daar soms met huivering en soms met trots over spraken.
(Ik weet dat nog al te goed. Mijn pa zat in 'het verzet', waar mijn ma later achter kwam en hem verweet dat hij haar en de kinderen in gevaar had kunnen brengen.) Maar, nu, na de boeken en de films, wisten we dan zo ongeveer wat het dan was geweest maar we wisten niet wat we er mee aan moesten en waarom we die verhalen steeds bleven horen, hoewel ze vaak heel spannend waren. (zie pa in het verzet)
Maar na dit literaire, historische en cinematografische uitstapje kom ik weer terug bij dat 'mopperige ouwe man', zoals ik, een beetje, ben geworden.
Weer retrospectief weet ik dus waarom mijn ouwe heer af en toe, nu ja, iets vaker, een 'grumpy old man' was. Nu ik, op een paar jaar na, de leeftijd heb bereikt waarop hij ooit overleden is, denk ik, vaker en vaker, over die 'ouwe'. (Het schijnt dat ik nu sprekend op hem lijk, zegt 'men'. In mijn geboortestreek zeggen ze tegen me: 'Je bent uut zien kont 'sneden!) En natuurlijk denk ik ook over mijn rol als zijn jongste zoon in zijn leven en verdo...., dat is af en toe best moeilijk, (voor mij dan) concludeer ik nu. Maar, bedenk ik nu, ik kwam gewoonweg niet tot de standaard die hij, en zijn generatie, hadden gezet voor ons, hun kinderen en dus hun opvolgende generatie! Mijn  pa verwachtte teveel van me. Hij was nooit opgevoed met "Top of Flop", met "Rawhide", (Tv programma's van die tijd) hij had nooit de enorme aantallen boeken kunnen lezen die ik ooit kon lenen van Bieb of vriendjes en vond mij maar een luie vent omdat ik dat wel deed. Hoewel wij mensen allemaal een beetje een  beter "zelf beeld" van onszelf hebben (en naarmate de tijd verstrijkt, wij dat beeld allemaal positiever bijschaven) ben ik er nu achter, na zelf vier kinderen te hebben grootgebracht en, hopelijk, te hebben opgevoed, dat kinderen soms en af en toe vreselijke eikels en kwallen en onmogelijke onmogelijkheden kunnen zijn! (Pijnlijk om toe te geven, was ik dat zelf af en toe ook, nu ja, af en toe?) Maar, gelukkig komt het, over het algemeen, weer helemaal goed tussen ouders en kinderen.
Dus ja, H's en B's ouders, stammen uit ongeveer dezelfde generatie als de mijne, ook met hun oorlogsverleden en oorlogstrauma's. Die ouders hebben dat verleden op ons geprojecteerd net zoals zij, die toen tieners/twintigers/dertigers en vroege veertigers waren, hun arbeidsethos ook op ons hebben geprojecteerd. Dat arbeidsethos hebben ze moeten ontwikkelen in de jaren van de "wederopbouw". Ons land lag voor een groot gedeelte plat, nu ja, de stedelijke agglomeraties dan. Rotterdam bestond niet meer, de kuststreek was vergeven van de raketten sites, Den Haag was gebombardeerd en in Zeeland was het land onder water gezet. Dat, gecombineerd met de mensen die allemaal terug kwamen uit de kampen of vanuit andere oorlogsgebieden en en de enorme geboorte golf, maakten dat het volk, stom klinkt dat, maar ook wel romantisch en een beetje sociaal, weer de handen uit de mouwen moest steken.
 
 Af en toe duurt het lang, hoor, maar ik kom ooit wel eens terug op de essentie van het verhaal.












maandag 11 november 2013

Super maandag

Nou, dat is wel en niet een inkoppertje, die titel. Ik bedoel, het heeft wel van alles met maandag en met super te maken maar niet in de context zoals je die leest. Ja, ik werkte vandaag in mijn super en het was maandag. Maar het was absoluut geen Super maandag. Er is overigens een heilige en begrijpelijke tegenzin tegen de maandag(en). De eerste werkdag van de week, zeg maar. Er zijn zelfs een aantal popsongs over geschreven, zoals "I don't like mondays" van de Boomtown rats, met Bob Geldof? (ook Geld dorp genoemd, door zijn haters) en er is natuurlijk de klassieker: "Monday, Monday" van de "Mamas & the Papas". Een beetje een kwijl nummer, maar toch wel het luisteren waard, eigenlijk. Er is zelfs een hele site met Maandagochtend 'quotes', overigens, maar dit terzijde. 
Maar, het maandag gevoel is natuurlijk ook heel relatief. Stel, je bent de maandag vrij geweest, dan is de dinsdag jouw maandag. Zoals jullie weten ben ik elke woensdag "vrij", als je het oppassen op twee kleinkinderen in elk geval "vrij" kunt noemen, want het is een behoorlijke pittige werkdag, zeker voor E., die de jongste bijna altijd verzorgd), dus elke donderdag heb ik weer een maandag, begrijp je. (Nee, het oppassen is superleuk en wij doen het met liefde en heel graag en met heel veel plezier en vinden het heerlijk, maar, believe you me, het oppassen op kleinkinderen vreet ook 'kolen', zoals mijn, veel te vroeg en veel te helaas, overleden maatje J. altijd in fraai Rotjeknors placht te zeggen. Dus, alles is relatief, zak maar zegge!
Maar, vandaag was het weer super maandag! De dag voor de maandag is het zondag en ik doe dus geen al te grote aanslag op jullie intellectuele vermogens, zo.  In elk geval, op de zondag komt de 'nieuwe handel' de acties/reclame dingen voor de nieuw week binnen. Dat betekent dus dat de actiebakken met de 'oude' handel leeg gemaakt moeten worden en dat de nieuwe acties ge..., goh, slim publiek, inderdaad gevuld moeten worden. Ik heb in de DV cel een dolly, zoals dei vierwielige en wendbare dingetjes heten, klaar staan met een heleboel lege 'klapkratten'. Klapkratten zijn zo handig omdat ze, eenmaal ingeklapt, nauwelijks ruimte innemen en eenmaal uitgeklapt een heleboel lading kunnen bevatten. De intentie van die exercitie, om het zo maar te zeggen, is dat de werkenden van de zondag de restanten van de afgelopen acties, in die kratten stapelen en zo, redelijk overzichtelijk, opslaan in de DV (is diepvries) cel.
Nu is communicatie soms makkelijk, maar vaker, heel moeilijk. Hoe ik ook communiceer met de ploeg van de zondag, ze schijnen het niet te kunnen begrijpen.Ik leg het uit en nog eens en nog eens en het gaat niet geschieden, het lukt not! Mijn zorgvuldig opgespaarde kratten en idem dolly's staan somber leeg te staan in mijn opslagruimte. Maar wat de mannen, het zijn allemaal knullen, dan wel doen, is een container nemen, die insealen, met het bekende plastic en de hele koelerazooi daar met armen tegelijk in dumpen, zonder enig idee dat er een collega is die dat op ruimt. Het meest ergerlijke is dat ze niet eens de, vaak helemaal lege schappen, in de DV kasten, er meee vullen, zodat die ook weer sikkeneurig leeg staan te wezen.
Het was maandag. Ik had een goed moment. Het was droog en ik kon op de fiets naar het werk. Dat was het enige goede moment van de dag.
=meer van dit gezeur? Stay tuned, man=



woensdag 6 november 2013

De sociale super, deel twee.

'Even een stukje geschiedenis, nu', zei de oude man, die, na zijn drukke dienst in De Keten was neergezegen achter zijn tekstverwerker.
De eerste zelfbedieningswinkels waren  er al in de Eerste Wereldoorlog, bijna honderd jaar geleden alweer. Daar zit dan wel een logica in. Veel van de mannelijke bedienden waren toen naar het front getogen en veel vrouwen werkten in die tijd de oorlogsindustrie of als verpleegster aan en achter het front. (Vanaf die jaren ging het ook hard met de vrouwen emancipatie en de gelijke beloning van vrouwen, maar dit terzijde.) Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam het fenomeen 'Supermarkt' in zwang. In 1948 werd er een eerste zelfbediening opgericht in Nijmegen, of all places. De broers Van Woerkom waren waarschijnlijk wel eens de grens overgestoken naar het buurland en hadden op een of andere Amerikaanse legerplaats waarschijnlijk zo'n prachtige PX store gezien en warren zo aan hun inspiratie gekomen, denk ik. Dirk van den Broek vestigde de eerste echte super in '53 al in Amsterdam en in 1955 volgde de DEKA in IJmuiden, plaats die een jaar of dertien later ook de zetel zou worden van het concern waar ik bij in dienst ben. Nee, AH, Appie, de blauwe mannen, waren niet de eersten hoor, zij volgden pas in '55 met hun eerste super in 010, geloof het of niet voor een Zaanse onderneming.Goed, tot zover dit stukje geleerdheid. Goed onthouden, want ik ga je morgen overhoren.
In elk geval, supers zijn nu niet meer weg te denken uit het stads-/dorpsbeeld. Ik weet en begrijp ook wel wat de bezwaren zijn tegen die grote shops: ze jagen de kleine en echte vakmensen weg en ze stoten het brood uit de mond van de kleinere winkeliers. Maar, dat verhaal is maar ten dele waar. In mijn woonplaats Amstelveen is er een heel actieve en vrij grote AH in het hart van de stad, maar er zijn ook een hele goed draaiende slagerij, visboer, bakkerij en een traiteur. We hebben twee sushizaken en een goed lopende horeca wand. Nee, die groenteman op het plein is weg. Maar dat was eigen schuld, dikke bult. Aanvankelijk verkocht hij ook gewoon de dingen die een groenteboer hoort te verkopen: groente en fruit en zuurkool, seizoen dingen en aardappelen en zo, maar deze winkel ging zich toen specialiseren in buitenissigheden. Allerlei fruit en vruchten uit de meest vreemde landen en heel specialistisch allemaal. Mispels voor vijf euro het stuk, vruchtensalades die heerlijk leken en misschien ook wel waren, maar die dan wel drie euro per 100 gram kostten. Ze verkochte biologische boerenkool, met de wormgaten er nog in voor vier euro per stronk en zuurkool uit het vat, die twee en een halve euro het ons kostte. En ja, dan prijs je jezelf uit de markt, natuurlijk.
Maar, zoals gezegd is een super niet alleen maar (of meer) een plek om je mandje of je kar vol te tiefen met zooi, maar ook een plek om de mensen uit je buurt te ontmoeten. Helaas moet ik daar bij zeggen dat dat niet zozeer opgaat voor de AH toko's. Kijk en vergelijk zelf maar eens. Bij de blauwen heb je wel een koffie automaat, maar die staat op een van de drukste hoeken van de winkel, zodat je al gauw in de weg staat met je kopje koffie en er is duidelijk niet gekozen voor een bankje of een paar stoelen of zo. Staande koffiedrinken is niet gezellig, heerlijk Nederlands woord dat en de bezoekers van de Appie lopen dus met die bekertjes door de toko. Klanten kennende gooien ze dat soms nog halve lege bekertje tussen de spullen in de rekken.  Ik shop natuurlijk (en een beetje helaas) bij die concullega (er is niks anders in de buurt, nog) en dan zie ik dat het personeel ook niet echt geneigd is om een praatje/babbeltje te maken met de klanten. (Overigens bij de DEKA die ik wel eens bezoek, in verband met het oppassen op de kleinkinderen, is men ook niet echt spraakzaam, trouwens.)
Niet zo in onze winkel. Het is niet zo dat we de hele dag staan te ouwehoeren met onze klanten, maar zoals ik al schreef, we hebben wel veel aandacht voor hen, de mensen die ons salaris betalen. Dat kan gaan van een 'mogge mijnheer, mevrouw', of 'alles kits?' tot een 'tijd niet gezien man, ben je net weer vrij?' (hoewel dat laatste natuurlijk alleen tegen klanten is die je heel goed kent. Het overkwam me dat een van die klanten inderdaad tegen me zei; 'Ja man, net drie maanden opgeknapt voor een dingetje op de Zeedijk, hoe wist je dat trouwens?')
Maar, ik heb het gevoel, nee ik weet bijna zeker, dat onze klanten graag in de winkel komen voor een praatje met ons, het personeel. Van hoog tot laag, overigens hoor, want FM en sectorchefs, die vaak en veel op de vloer aanwezig zijn, zie ik ook vaak in contact met het 'publiek', om het maar zo te zeggen.
Onze vaste staf bestaat uit een gemengde groep werknemers. Er is de jeugd tot, zeg 25, de middengroep, de grootste groep, tot 45, ongeveer en de groep met 'ouwe lu....', vanaf 45 tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Onze klanten bestrijken natuurlijk diezelfde leeftijdsgroepen en, in de laatste leeftijdsgroep, daar flink overheen. Die laatste groep is natuurlijk de rustigste. Ze hebben hun leven geleid en gewerkt en hebben nu de tijd om het wat rustiger aan te doen. Maar. die mensen zijn vaak ook alleenstaand geworden. De meeste 65+ ers, zijn vaak weduwe of weduwnaar, gescheiden soms, hebben vaker kwaaltjes dan de jongere mensen. En, omdat ze dus vaak alleenstaand zijn, hebben ze thuis geen uitlaatklep voor de verhalen over die kwalen en dingetjes zo. Dan is de super een aangewezen plek om de verhalen eens kwijt te raken. Oh nee, de mensen gaan niet bewust winkelen met het idee dat ze het verhaal over de steunkousen, of de maagoperatie of de overleden kat kwijt willen, maar als je, als personeelslid, gewoon eens aan hun vraagt hoe het gaat, dan hoor je die verhalen. Vaak kun je er geen moer aan doen, natuurlijk, maar, luisteren is altijd oké. (Moet je dat doen? Nee, niemand dwingt je, maar ja, je mens zijn, in mijn geval dan, zegt dat je het moet doen, simpel.) Nu zal het de jongste generatie geen moer interesseren dat de liesbreuk van Ome Piet zo een bloederig drama is geworden of dat de verzakking van Tante Sjaan nog steeds lekt of dat de kater van Nicht Trees weer krols is. Nee, dat begrijpt iedereen. Niet dat ik er heel erg mee inzit, maar ik weet dat Ome Piet en Tante Sjaan en Nicht Trees daar wel mee inzitten. Dus luister ik. Ondertussen doe ik wel zoveel mogelijk mijn werk, maar dat zeg ik dan wel tegen de ooms en tantes en de neven en de nichten. (nee, da's niet dubbel bedoeld, echt niet.)
Maar, omdat een winkel ook een soort van openbare gelegenheid is waar je zomaar naar binnen kunt stappen, een gratis bakje koffie kunt pakken en, in ons geval, vaak een gratis stuk fruit, zoals bananen, mandarijnen of tomaatjes, kunt scoren en, later in de week, tegen het weekend, allerlei proeverijen van bakker, kaas- en kip en vleesafdeling kunt snaaien, komen mensen dus ook naar de winkel.
We hebben een vast groepje senioren dat zich elke morgen tussen negen en half tien verzameld bij de 'koffiehoek'. (Daar waar de gratis koffie uit de automaat komt en er zelfs een soort 'zitje' is ingericht.) Dat groepje is altijd in bijna altijd dezelfde samenstelling, elke dag in de winkel te vinden. Altijd om dezelfde tijd. Dat gaat al een beetje zo sinds de verbouwing. Aanvankelijk druppelden ze een voor een binnen, namen een bekertje koffie en gingen dan weer, maar ondertussen is het een vaste afspraak en soms komen ze ook gegroepeerd binnen. Het zijn een stuk of vijf mannen en een of twee vrouwen, allemaal de pensioengerechtigde leeftijd al lang gepasseerd. Elke dag wordt er gepraat en koffie gelebberd. Waar de gesprekken over gaan? Ik heb geen idee, ik passeer de groep af en toe met mijn karren of zo en vang nooit echte flarden van de gesprekken op. (Je kent het wel: druk, druk, druk, places to go and people to see) Enfin, ze doen koffie drinken, ze doen praten en, vermoedelijk, roddelen en ze doen de winkel weer verlaten na een half uur of zo, zonder iets te kopen of, op zijn allerbest, een of twee dingetjes, zoals een halfje brood of een pizza, of zo. Nee, ze betalen onze salarissen niet of zo, op zo'n manier.
Er zal ongetwijfeld op een hoofdkantoor een directielid huizen dat een dergelijk gebruik van de koffieautomaat wil verbieden en er strenge regels voor wil opstellen. Nee, dat weet ik niet, hoor, maar ja, directieleden in hoge en dus vaak ivoren torens, hebben heel andere ideeën dan de mensen op de werkvloer. Moet je dus die mensen, nee niet de directieleden, verbieden om samen te scholen in een 'openbare gelegenheid met winstoogmerk', zoals wij zijn? Weet je, veel van die mensen zijn niet alleen alleenstaand, maar hebben vaak ook een mager inkomen. Naar buurthuizen gaan, waar ze andere 'lotgenoten' of beter gezegd, leeftijdsgenoten ontmoeten, kost geld. Je moet vaak lid zijn of worden of contributie betalen voor het lidmaatschap voor zo'n tehuis, zeker in deze tijd van snoeien en bezuinigen en dan moet je vaak ook nog, de mensen zijn niet altijd meer goed ter been en hebben geen van allen een auto of karretje, ook nog eens OV kosten maken. Daarbij is het sociale aspect nog een stap verder. En ik geloof dat zoiets een (on)afgesproken verhaal is bij de groep. Hoe vaak lees je niet dat er ouderen en alleenstaanden, soms al weken dood in hun woning liggen. (Vaak door een gebroken heup, waarbij ze door een sneller alarm vaak ontdekt zouden zijn geworden.) Misschien bewust of onbewust, komen die mensen dus hier samen om elkaar te zien. Mocht er eentje op het appel ontbreken dan weten ze door de gesprekken die ze hebben gevoerd, dat hij/zij niet met vakantie is, waar ze overigens vaak geen geld voor hebben, of niet bij kennissen of kinderen zijn, die ze in hun vereenzaamde leven vaak ook niet hebben, maar dat er iets 'loos' is. Dus kan er alarm worden geslagen en dat al in een vroeg stadium!
En nee, nee, ik ben ook niet altijd blij met het 'groepje', zoals wij ze noemen. Ze staan vaak heel erg storend in de weg als jij, die de zalige staat van het gepensioneerd zijn nog niet hebt bereikt moet voorbijgaan, en ze gaan vaak geen centimeter opzij als jij er, druk sjouwend, met een volle kar met vracht er al weer voor bij komt. En als ze dan nog eens gaan rommelen in de zogenaamde 'actiebakken' en er een koelerazooi achterlaten, dat maakt me ook niet blij, natuurlijk.
Maar, ja ik ben nu op de leeftijd dat je wat gaat denken aan later, als je (ik hoop ooit) zelf die leeftijd zal bereiken, en hoe blij je dan zou je zijn als er een nog vitale medewerker van een De Keten, eens lekker naar jouw verhaal over jouw ingegroeide teennagel gaat luisteren?
(grappig genoeg opende Dirk zestig jaar later weer een winkel in Mokum, vlak bij de onze. Of de mensen van Dirk zo sociaal zijn als wij?)

zondag 3 november 2013

Een sociaal aspect van de Super in het hedendaagse bestaan.

Waarbij deze titel klinkt als een studie door een aantal geitenwollen sokken figuren, met van die baarden, je weet wel, met van die ongewassen gezichten en van dat lange krulhaar en van die spraak waar je, als gewoon, werkend mens, helemaal geen ene moer van begrijpt. Maar dat in dit geval helemaal niet zo is, hoor. Nee, ik beschreef al eens dat een Super, en vooral onze De Keten, veel meer is dan alleen maar een plaats waar mensen snel, snel hun boodschappen in een mandje of wagen gooien en vervolgens "ASAP" of "Kakken te kort", het pand weer verlaten. (De beide aangehaalde opmerkingen zal ik vertalen: ASAP is een NATO kreet: As Soon As Possible, zo snel mogelijk dus en Kakken te kort is een Marine uitdrukking die niets te maken heeft met een natuurlijke aandrang, maar waar het woord Kakken uit het Maleis komt, wat kakkies, voeten betekent. Dus ook hier: zo snel je voeten kunnen dragen.) Goed, na dit wederom opvoedkundig stukje, wilde ik het even hebben over dat sociale aspect van die super, want: beloofd is beloofd.
Ik moet dan wel even terug naar het begin van die supermarkten. Toen ik nog jong was, zei de oude man, vermoeid steunend op zijn stok, na zijn harde werkdag in zijn filiaal van De Keten, kwamen de winkeliers nog aan de deur. De bakkers, melkboeren, de groente- en fruitboeren en de kruidenier kwamen langs, ook de scharensliep, die toen nog bestond en zelfs geen Roma's waren, trouwens. (We hadden zelfs een vrouwelijke marktkramer, een toen al oude vrouw, leek het, terwijl ze net zestig was of zo, ene Wemeltje, ook wel Wemelie genoemd die, voor de deur op haar knieën ging en haar spullen, als kammetjes en haarspeldjes en jarretellen en zulks tentoon spreidde. Uit medelijden kochten de mensen dan vaak maar. Ze stierf, hoorde ik  later, schat hemeltje rijk. Het was een slimme vrouw, overigens. Ze bezocht elke gemeente een keer in de zoveel tijd en de zondag voor haar bezoek aan de desbetreffende gemeente ging ze al in die parochie ter kerke, zodat de mensen door hadden dat ze zou komen!) De leveranciers belden of klopten aan en vroegen wat er moest worden geleverd. Ik herinner me nog de heerlijke geuren van vers en dus nog warm brood, nu ja, misschien andersom, die opstegen uit de bakkerswagen en ik weet nog dat de melkboer een grote ton achter in zijn kar had liggen, met een kijkglas, zodat hij per halve liter zijn melk kon aftappen en in flessen of ketels bij de huisvrouw kon brengen. (Van huismannen was natuurlijk nog geen sprake, dat begrijpen jullie wel.) Maar ook de winkelier, of kruidenier, die namen liepen wel eens door elkaar heen, kwam aan de deur. In het dorp waar ik opgroeide was dat ene mijnheer Machiel. Ik was vriendjes met zijn zoon en kende het gezin vrij goed. Mijnheer Machiel dreef een winkel onder zijn eigen naam. Het was ver voor de tijd van de grote inkooporganisaties en in onze provincie bestond toen nog niet eens een Appie of andere super. Twee maal in de week kwam mijnheer Machiel lang. Hij had al een autootje, een bestelwagentje, ik geloof een Blitzje of zo, als een van de weinigen in het dorp. Mijn vader had een wagen, een Opel Cortina, geloof ik, (met zo'n vreemd inspringende achterruit), de dokter had er ook een natuurlijk en nog wel een paar andere dorpelingen waren in het bezit van een gemotoriseerd voertuig.
Maar goed, de winkelier kwam twee maal in de week, ik meen op maandag en donderdag, de dag dat de boodschappen van het weekend op zijn, maandag, en dat er weer ingekocht moest worden voor het weekend, op donderdag. Hij had van die boekjes bij zich met een hard kartonnen kaft. Voor elke klant was dat er een. Daar waren voorgedrukte boodschappenlijstje in afgedrukt, twee bladen voor elke week, met de weeknummers boven aan de pagina. Het was een fraai ritueel. Ik zag het wel eens gebeuren als ik in de vakanties thuis was en het weer te slecht was om buiten te spelen of te voetballen of zo.
Mijnheer Machiel kwam binnen, ma schoof de makkelijke stoel van mijn pa bij en mijnheer Machiel pakte zijn boekje. Er was nog niet zoveel in die tijd. Je had twee soorten koffie, geloof ik, DE en Niemeijer. Je had melk, yoghurt en vla, je had jonge en belegen kaas en twee soorten thee, Pickwick of ook weer, Niemeijer of zoiets. In ieder geval had de winkelier 24 tegels om zijn keuzes voor te leggen, want dat deed hij. Ik herinner me dat nog: 'Geen vla deze week, vrouw Graver? Geen vermicelli? Oh ja, vorige week had U geen margarine besteld. Hebt U dat nog?' En ma wikte en woog en bekeek af en toe wat ze had. Waren er nu buitenissigheden die ze wilde bestellen, zoals kruidnagel of nootmuskaat, dan had de winkelier op de achterkant van het bestelblad de mogelijkheid om die apart op te schrijven, waarbij hij wel vertelde dat dat apart besteld moest worden en dus dan nog wel even kon duren. Na een (vaak afgeslagen) kopje koffie, verdween hij weer in zijn pruttelende voertuigje en ging naar zijn volgende klant, mijn moeder tevreden achterlatend, want zij hoefde nu dus de lange wandeling naar de winkel te maken. Die winkel lag, overigens slechts, ik heb het, jaren later, ik was toen al jaren volwassen en voor de tweede maal getrouwd en ooit eens op de fiets verzeild geraakt in het dorp, nagemeten. De afstand was 800 meter. Iets wat zelfs in onze tijd heel weinig is. Zelf woon ik op 400 meter van een Super, maar de gemiddelde afstand is 1,6 kilometer, zegt de statistiek.
Mijnheer Machiel dreef zijn eigen winkel, samen met zijn echtgenote. Nogmaals, er waren geen supers, althans niet in onze regio, en hij had een hele nette winkel. Je kunt het soort winkels bekijken op de Zaanse Schans. Een toonbank met daarachter grote kisten met koffie en thee en langs de wanden planken met daar op zakken en pakken met erwten en bonen en potten en blikken groente of soep. In een hoek stonden een paar kratten met flesjes bier, slechts drie merken, hoor: Amstel, Grolsch en Heineken en dan nog van een voorraad waar je geen feestje mee kon vieren. Het woord van die jaren was zuinigheid en karigheid.

Maar mijnheer Machiel was natuurlijk niet de enige winkelier die 'het woord' naar zijn klant bracht. Ook zijn optreden had al wat van een 'sociaal ingestelde' man.
==later meer==

vrijdag 1 november 2013

Fietsen in de Super dus, deel drie en laatste.

Man, oh man, wat krijg ik een hoop gedoe aan mijn kop over die vorige twee delen van dit Blog. Nee, niet van jullie, beste lezers en lieve lezeressen, maar der is een man bij die het helemaal zat is dat ik langzaam mijn doel benader. Terwijl de man zelf getrouwd is ook nog en hij dus zou moeten weten dat er zoiets als voorspel is. Nu ja, dit laatste is een geintje tussen ons beiden. Maar nee, ik ben inderdaad nog niet aan het 'Fietsen IN de Super' toe gekomen. Oke, B, vriend van jaren: ik maak het kort: der stond een fiets in de super en nu niet meer. Snurk ze en snelle wacht en tot gauw met een Gulpener!

Zo, B. is gaan pitten en nu het verhaal. Na het gedoe met de fiets van de man met een absoluut andere politieke signatuur dan de mijne, werd het zowaar wat rustiger en gemakkelijker aan het fietsfront. Mensen beseften dat de fietsrekken er niet voor: Jan Doedel, Piet Sno, of Jan met de korte achternaam stonden en er was slechts af en toe een hele enkele die zich verstoutte om zijn fiets op onze 'heilige grond' neer te poten. Dat leerden we de bezitters van die rijwielen anders ook nog wel rap af. We gingen daar dan containers tegen aan zetten en verbonden die karren dan aan de fietsen met van die spanbanden, die er voor dienen zorgen dat de vracht niet van de rolcontainer afdondert. Vaak was het de eerste en enige waarschuwing die de mensen nodig hadden.
Maar enfin, een weekje of zo geleden moesten collega en amigo A. en ik toevallig allebei tegelijkertijd met de goederenlift naar beneden, waar ons beider opslagruimtes zijn. Voor A. was het een van de twee koelcellen waar hij heen moest en ik moest naar de "Noordkaap" natuurlijk, zoals ik mijn DV cel dan maar noem.
Bij de weg, over kou en diepvries gesproken,  ik ben zelf meerdere keren op en bij dat hoogste puntje van Europa geweest. (De Noordkaap) Het is een saai beeld, overigens zowel vanaf zee als vanaf het land. Als je er langs vaart zie je geen ene moer omdat het altijd mistig/nevelig/regenachtig/donker is en als je er loopt dan: zie vorige opsomming. Ik was toentertijd bij het Korps geplaatst, zoals dat heet en moest met hen de 'Wintertraining' ondergaan. Daar leerde je ook skiën, nu ja, Langlaufen, zeg maar. Op van die grote en stijve planken en dan ook nog met veertig kilo op je bult, eh, je rug. Aan het einde van de opleiding moest je je mannelijkheid bewijzen door in een wak te skiën. Nee, niet wat te skiën, maar in een wak. Zo'n gat in het ijs, dat hier dan een centimeter of twintig dik was, het ijs dan. Je kreeg dan een zooitje ouwe kleding aan, werd geacht een toertje over een circuit te maken, een "Leupe", (ik spel het fonetisch), werd dat genoemd en kwam dan uiteindelijk op een meer uit. In dat meer was een gat van vijf bij vijf meter gehakt, dat je onmogelijk kon missen al wilde je het en wie wilde dat niet?
Met een aardige vaart verdween je dus onder het water dat misschien een of twee graden boven nul was. Er lagen mannen in het water met van die warme duikpakken aan en die hadden het heel comfortabel. Ze rookten nog net geen sigaretje met een bakkie of zo erbij, maar het scheelde niet veel. Man, man, wat was dat koud. Na afloop kreeg je een borrel, van het water waar je net in had gelegen, grappig, hoor, Korps Mariniers!
Maar goed, "been there, did the thing, got the T-shirt", zoals we dat noemden. Mijn vingers jeuken nu natuurlijk om een beschrijving te geven van steden als Tromso, Hammerfest en Narvik, de grotere steden van Noorwegen,  maar nee, dat ga ik niet doen natuurlijk, daar gaat dit Blog niet over. Die steden stellen overigens niet zo veel voor, hoor. Je kunt ze qua grootte een beetje vergelijken met, laten we zeggen: Assen, Emmen, Zwolle of met  Purmerend. Met dien verschille (jongens, jongens, zelfs mijn spellingscontrole kent dit mooie oude woord niet) dat Purmerend dan wel een kleinere haven heeft dan die Noorse steden die ik noemde, maar dat het verder wel veel stukken levendiger en een beter geoutilleerde stad is. Ik spreek even over Narvik, maar vul de andere Noorse steden gewoon maar in.In Narvik is er een winkelstraat, hun 'Kalverstraat', zeg maar die ongeveer honderd meter lang. Er zijn, ik noem even uit het geheugen, een stuk of drie modewinkels, een soortement van Appie, twee (overigens hele gezellige en goede) koffiezaken annex kroegen waar een biertje ongeveer zeven euro kost, een soort konditorei, zoals ze die in Duitsland hebben en twee drankzaken. In die laatstgenoemde zaken moet je je bestelling eerst schriftelijk doorgeven aan een man of vrouw achter een luik, waarna je een betaalbon krijgt. Als je hebt betaald, dan krijg je je fles mee. Wodka is het goedkoopste product in dit land. 750 ml kost slechts zeventig euro. Dus hebben de Noren bijna allemaal een eigen stokerij en die zorgt voor de zogenaamde Moonshine, de illegale drank. Die stoken ze door de week en beginnen ze op te drinken op vrijdag. Vanaf vrijdag rond 2200 - zaterdag 2300 is Noorwegen gewoon bezopen. Die Moonshine heeft 45% alcohol en wordt (heel soms) verdunt met een blikje cola. (of bier)

"Wat interesseren die Noren ons nou man? Dat gefiets in de Super en rap of ik ga snurken."
Ok, oké. Goed, je hebt gelijk. Nee, we verkopen geen fietsen in de toko. Maar, collegae en vriend A. en ik hadden dus een trip gemaakt naar het magazijn, nog wat karren opgehaald, en terug gekeerd op onze begane grond niveau, gaat de deur van de lift nauwelijks open. Ze zit helemaal klem. Met veel moeite lukt het ons om een van de liftdeuren in elk geval een beetje op een kier te krijgen om te zien wat er voor een blokkade is. Dat is dus een fiets. Een damesfiets met toeters en bellen en ook nog eens met tassen aan het stuur, en tassen aan de bagage drager, die de beide deuren blokkeert. 'WTF is dit?' doen we tegen elkaar. Maar ze staat er gewoon, tegen de liftdeuren aan. Een fiets IN de super zonder beheerder of eigenaresse. Tegen de deuren van de lift. Met heel veel moeite komen we uit de lift en vragen ons af wat er nu zou zijn gebeurd als er brand was geweest of een andere calamiteit? Je gaat met je voertuig toch ook geen nooduitgangen blokkeren of zo? Maar we waren ondertussen allebei behoorlijk pissed off natuurlijk. A. opperde het idee om de fiets maar weer eens op een container te zetten, maar ik stelde voor om het voorwerp in de lift te plaatsen. Daar zou de M/V eigenaar/eigenaresse van de fiets die nooit zoeken, natuurlijk. Zo gezegd, zo gedaan. Met de nodige moeite kregen we de fiets in de lift en stuurden die naar beneden. we moesten daarvoor eerst onze spullen benden uitladen, de fiets in het hijsapparaat zetten en dan weer onze zooi naar boven halen. Nauwelijks de moeite waard, zou je achteraf zeggen en misschien was het ook wel heel kinderachtig en zo, maar we waren allebei nogal 'over de zeik'.
A. en ik hadden niet zoveel tijd om af te wachten als die maal met het raadslid, maar 'we hovered' zoals dat dan weer heet en ja, hoor, een minuut later kwam er een soort mevrouw aan rennen die helemaal opgefokt haar fiets zocht. De 'dame' in kwestie was slank, tot op het magere af en, met haar vele tatoeages, en haar opgefokte praten, en haar dikke accent, leek het eerder een junk uit een Oost-Europees land dan een bona fide lid van een winkelketen met AH Bonuskaart of een KUS kaart klant. KUS? Dat staat voor: 'Keten, Uw Super'.
Volledig in paniek vroeg ze waar of we haar fiets hadden gezien?  We hielden ons van de domme, wat voor ons beiden geen inspanning is, trouwens, ja, ik maak het geintje wel af. 'Fiets? Welke fiets?', vroegen we. Nou, een zo en zo fiets met allemaal tassen er op en er aan. "Waar had U die dan neergezet? In het fietsenrek natuurlijk, toch?', deden we hypocriet. Nee, nee, ze had hem even in de hal gezet tegen die grijze deuren, want ze moest maar een paar boodschapjes doen en ja, ze had allemaal belangrijke papieren in haar tassen zitten en nu was ze haar fiets kwijt en nu werd ze het land misschien uitgezet en nu..
We kalmeerden haar. 'Mevrouw, ten eerste: zet nooit Uw fiets meer IN de Super. Dat is gevaarlijk voor ons en het blokkeert ons in ons werk. Ten tweede: wij hebben Uw fiets even in bewaring gezet. We zagen de tassen met papieren en dachten ook al dat het heel belangrijk was. Dus, hebben we de fiets in bewaring gesteld.' Het leek alsof ze ons wilde zoenen, in ieder geval wilde 'huggen', maar gelukkig, dat bleef ons bespaard. Mevrouw ging zielsgelukkig de deur uit met de fiets en de hele belangrijke papieren. Op weg naar een langer verblijf in on land.

Zonder te willen hebben we toch even een blik kunnen werpen in de tassen aan haar stuur. Echt zonder het te willen, maar misschien zat er een portefeuille of portemonnee in die tassen. Die zouden we dan hebben ingeleverd bij de service balie, want de beschuldiging van een dief te zijn, komt heel vaak voor. De belangrijke papieren van mevrouw bleken te bestaan uit oude afleveringen van 'Het Stadsblad', de 'Echo' en 'Het Stadsnieuws.'
Wat een verhaal weer. Nu eerst een Gulpener of een Budels.