vrijdag 28 juni 2013

Op de fiets van de zaak/naar het werk 2

Hij neemt het bericht mee naar huis en gaat 's middags wat zitten rekenen en puzzelen. Zijn meisje is verdiept in een Belgische soap, Thuis. Hij kijkt daar ook wel eens naar, maar ja, echte kerels kijken niet naar soap series natuurlijk. Zijn rekenmachientje en z'n kladblok vol notities maken het duidelijk. Die zeven en een half honderd euro worden dan weer van zijn salaris afgetrokken, van het bruto gedeelte in ieder geval en dat over een periode van tien maanden. Maar op de een of andere manier kan hij dat dan weer claimen via de belasting. En, als hij nou eens zijn teveel aan vakantiedagen uit laat betalen? Hij krijgt die dagen toch niet op. Dan is het verschil gauw nihil en heeft hij dus bijna voor helemaal nop een helemaal nieuwe fiets! En kan hij er zelfs nog wat regenkleding bij aanschaffen.
De volgende dag laat hij het inschrijfpakket via Chris, zijn filiaalmanager bestellen en enkele dagen later heeft hij de vragenlijst ingevuld. Dat is allemaal heel eenvoudig. Hij moet aangeven hoeveel kilometer per dag hij aflegt van huis naar werk en dat mag niet meer dan vijftien zijn, enkele reis. Dat gaat van postcode naar postcode, maar in het rekenboekje dat er  bij geleverd is, ziet hij dat hij ruim aan die afstand komt. Nou, dat klopt, hij woont een kilometer of twaalf verderop, in een buurstad. En ja, hij is voor vast in dienst, dat ook en hij blijft zeker nog een jaar of wat in dienst. Ja, wat moet je anders, op zijn leeftijd? Er zijn geen banen voor het opscheppen meer, tegenwoordig. Sofinummer, hoe? Burgerlijk service nummer? Nu ja, dat heeft hij ook. Het pakket dichtvouwen en meegeven aan de interne post en: verdulleme, binnen een week heeft hij toestemming. Op naar de fietsenzaak. In een bijgesloten lijst vindt hij de zaken in zijn stad die meedoen aan dat plan. Sterk, een van die zaken ligt bij hem in de straat. De deal is gauw gesloten. Een capabele fietsenverkoper raad hem voor dat soort werk een zo en zo fiets aan en een week later belt de firma. 'Mijnheer, uw fiets staat gereed.'
Zijn 'meisje', zoals hij zijn vrouw nog steeds liefkozend noemt, is ook blij met zijn initiatief, want ze knijpt hem vaak wat plagerig in zijn buikje. 'Een goede haan is niet vet, schat', zegt ze dan plagerig, maar, beweert hij: 'Goed gereedschap hangt onder een afdakje.' En een paar dagen later fietst hij, trots als een pauw, maar ook vrij snel buiten adem, zijn eerste rondje door en langs de niet al te grote stad waar hij woont. Verrek, wat is dit leuk, denkt hij. Moet je kijken wat een leuke planten staan daar langs de weg en wat zien die bermen er fraai uit. Kijk dan, een roofvogel in het weiland. Een buizerd? Een sperwer? Konijntjes wippen, hij grinnikt om de woordspeling die in zijn hoofd opkomt, in de weilanden en, als hij terug fietst langs de rivier ziet hij dat de schippers van de pleziervaartuigen naar hem kijken en vriendelijk hun hand ter groet opsteken. Ook valt het hem op dat de andere fietsers die hij tegenkomt allemaal en vaak blij kijken. Behalve die gasten dan die op die racefietsen langs hem heen knallen. Die hebben vaak rood aangelopen koppen onder hun helmen en vaak hoort hij uit zo'n groepje gebrul: 'Opzij, pasterop', gaatje!' Met vaak irriterend geklik van hun rem hendeltjes. Nee, dat is maar niks, allemaal.
Tegen zijn FM heeft hij verteld dat hij maandag op de fiets komt en dus lekker vroeg zal zijn, 'Geen files, geen vertragingen door wegwerkzaamheden, Chris, dus lekker door gaan', vertelde hij blij. Chris had wat aarzelend geknikt. Hij was zelf een enorme liefhebber van auto's en met name van semi klassiekers. Zo had hij onder ander een oudere BMW en daar had hij een nummerbord op met als ondertiteling: Aus der reihe Derrick. Hij moest daar altijd om grinniken.Het was net zo'n wagen als die, die in de serie werd gebruikt: Harry, holt den Wagen.
De volgende dag, maandag, is het goed en stabiel weer. Hij heeft van een collega die op een racefiets naar het werk rijdt, wat tips gehad om naar het werk te fietsen. Keuze van versnellingen, een mooie route en zo. Die collega woont iets verderop in de stad en heeft aangeboden om ooit eens samen met hem op te rijden, maar dat aanbod ging vandaag niet door. De man is een hulpkracht, is al wat ouder en heeft een beren goede conditie. Hij heeft zelfs in de bergen gereden, kent de Ardennen en Limburg goed en hij vindt de man een beetje een fanaat op fietsgebied. De man rijdt soms wel 10.000 kilometer per jaar. Nou, nee, dat is niks voor hem. Omdat hij die dag om zeven uur moet beginnen, de oudere racefietscollega is die maandag vrij, besluit hij om om kwart over zes van huis te gaan. Hij staat vroeg op, wast en kleed zich aan, doet koffie en kijkt even naar het TXT nieuws. Om kwart over zoent hij zijn vrouw, die nog heerlijk ligt te slapen en erotisch warm aanvoelt. Hij ziet een van haar fraaie, blote borsten die niet bedekt worden door het laken. Even denkt hij dat hij nog wel even .., nee, naar het werk. De fiets staat in het schuurtje. Hij doet haar van het slot, doet zijn rugtas om, stapt op en gaat de straat uit. De verkeerslichten staan nog op 'knipperen' dus hij kan, goed uitkijkend, lekker opschieten. Hij bereikt de rivier, die vanaf zijn stad verder stroomt naar de stad waar hij werkt. De weg is leeg, hij schiet lekker op. De zon komt aarzelend door en hij ziet de natuur wakker worden. In de verte ziet hij de ringweg om de stad liggen en hij ziet de eerste files daar ontstaan. Hij grijnst. Vandaag niet voor hem, heerlijk, geen stress, zo. Zijn fietscomputertje geeft aan dat hij negentien per uur rijdt en dat is goed toch? Na vijfentwintig minuten is hij bij zijn werk. Hij stapt af en een gelukzalig gevoel gaat door hem heen. Verrek, denkt hij, man dit is lekker, ik ben niet eens moe, maar wat een kick zeg.
Onder de winkel ligt de parkeergarage. Daar ligt ook het 'fietsenhok', een aparte en afgesloten ruimte. Een stalen hek tot aan het plafond met een stalen deur zodat er niet gejat kan worden. Hij heeft, als tweede man van de winkel, natuurlijk een sleutel van die bergplaats. Hij haalt zijn sleutelbos uit zijn rugtas en opent de stalen deur. Dan weet hij het weer. Zijn racefiets collega mopperde vaak dat hij soms wel eens tien minuten bezig was om zijn  fiets kwijt te kunnen.
Nu ziet hij ook waarom. Voor het eerst realiseert hij zich dat wat men het 'fietsenhok' noemt, eigenlijk door hem en zijn mede afdelingschefs als 'rommelhok' wordt gebruikt. Er staan containers met kerstspullen. Er staan containers met voorraadbakken en containers met reclamemateriaal, zoals nep kazen en - hammen en
- worsten en oude folders en meer van allerlei bende. Nu begrijpt hij waarom zijn oudere collega de fiets vaak in het magazijn zelf zet. Mopperend begint hij troep op te ruimen, containers over te stapelen en ruimte te maken. Na een half uur kan hij eindelijk zijn fiets op slot zetten en hij is behoorlijk pissig. Vooral op zichzelf, want ook hij zet klakkeloos al die containers in dat hok. Maar hij heeft zijn les nu wel geleerd. Ook maar eens rekening houden met mensen die niet altijd met de auto komen.
Eenmaal boven, pakt hij koffie. Chris kijkt, niet om te controleren, zo werkt hij niet, maar zo terloops, op de klok.
'Ik dacht dat je op de fiets zou komen en dat je vroeger zou zijn?' vraagt hij.
Mopperend schenkt hij koffie in.

woensdag 26 juni 2013

Op de fiets naar het werk, deel 1

Het was 2009. Hij leest in een aankondiging van zijn bedrijf dat de directie van de supermarkt keten waar hij bij in dienst is, een 'fietsenplan' heeft. De directie gaat, in overleg met een of ander ministerie, dat van financiën, waarschijnlijk, of misschien wel meerder ministeries, dat komt niet zo duidelijk naar voren uit de mededeling op het publicatiebord, mensen stimuleren om met de fiets naar het werk te komen. Dat is beter voor de werknemers en voor het milieu en kost minder kilometervergoeding voor de baas. 

Eindelijk wordt het dan weer eens zomer. Nu ja, eindelijk? Het is potverdikke eind juni. Het mag ook wel eens. De winter was lang en koud en ging met vrij veel sneeuwval gepaard. Die winter duurde tot bijna in april! Geen weer om er lekker op de fiets naar je werk te gaan. Wel met de auto natuurlijk, dat was nu eigenlijk wel het aangewezen vervoermiddel. Maar ja, glibberige wegen, vaak files en zo en daardoor oponthoud, nu ja, daar was ook niet veel aan. Bovendien koste hem het een smak geld, iedere keer. Af en toe ging hij wel eens met het openbaar vervoer, maar dat was nu ook helemaal niet zijn ding. Je moest lang wachten vaak op zo'n winderig en nat perron, waar je dan toch nog blootstond aan natte sneeuw of andere neerslag. En dan stapte je in en dan moest je met zo'n chipkaart voor zo'n klein kastje gaan bewegen. Vaak deden die kleine kastjes het niet eens en dan zat je toch wel zwart te rijden. Niet dat er, op het tijdstip dat hij het openbaar vervoer nam, controleurs instapten, hoor. Nee, die mensen van de controle waren natuurlijk ambtenaren en die begonnen pas na achten met hun werkdag. Nou, dan had hij er al twee uur hard werken er op zitten in zijn winkel.
Maar, doordat het OV pas ging rijden, nadat het tijdstip waarop hij al had aangevangen had moeten zijn met zijn werk, kwam hij dus vaak een half uur later binnen. Dat compenseerde hij dan wel, door geen pauzes te nemen, zodat hij toch weer op tijd thuis was, 's middags. Maar lekker voelde hij zich er niet bij. Hij had een beetje het idee dat hij zo wel tijd stal van zijn baas. Dat was hij van huis uit niet gewend.

Zijn ouders hadden hem altijd ingeprent dat op tijd komen niet genoeg was, vijf minuten vroeger, dat begon er op te lijken. Zijn pa, een hardwerkende molenaar, had een lijfspreuk: 'te laat, de ergste woorden die ik ken!' en daar hield hij zich dan ook aan. Zijn pa had altijd vroeg de molen open. Later werd dat een een fabriekje van veevoeder, maar altijd op tijd open. Ook hij hield zich strikt aan de tijdstippen die hij met mensen afsprak. Dat had hij zo geleerd en dat was prettig. Dan wist je waar je aan toe was.
Hij had wel een andere weg gekozen dan om in de zaak van zijn pa te gaan. Daar werkte zijn oudere broer ook al, immers. Hij kon goed met zijn ouwe en zijn broer overweg, daar niet van, maar hij begreep wel dat ;ie altijd de jongste zou blijven, in die firma en het minste te zeggen zou hebben en dat 'em altijd zou worden beschouwd als: de jonge man.
Nee, hij koos voor een andere job en een andere carrière. Hij deed nogal wat omzwervingen in zijn leven en reisde veel voor zijn vak en uiteindelijk settelde hij zich. Na jaren stopte hij met die carrière. Op wat latere leeftijd ging hij in dienst van een supermarkt. Niet echt voor de uitdaging, dacht hij aanvankelijk, maar na een tijdje bleek dat die uitdaging wel op zijn pad kwam. Aanvankelijk deed hij wat er van hem verwacht werd als vakkenvuller, namelijk: het vullen van vakken. Lekker simpel, niet nadenken en vooral: geen verantwoordelijkheden en geen vergaderingen. Die had hij, gedurende zijn werk, geleerd te haten als de P... Maar ja, zoals dingen gaan, zoals Ein Jungfrau zu Kind kommt, zoals de Duitsers zeggen, zo was het met zijn werk ook gegaan. Heel langzaam kwamen er dingen op hem af. Dingen die door collegae niet gedaan werden. Misschien interesseerden die dingen hen niet of vonden ze het vervelend om te doen of waren ze er te lui voor. Bepaalde verantwoordelijkheden die ze niet namen of zaken die ze niet uitvoerden.
Uit zich zelf ging hij er dus wat dingen bij doen. Onopvallend, dacht hij, althans hij werd niet geprezen door zijn chefs, dacht hij. Aanvankelijk deed hij alle diensten: ochtend, middag en avond en vooral de laatste twee vielen hem zwaar. Hij was een ochtendmens en voelde zich als een vis in het water als hij om zes uur in de ochtend in een bijna volledig lege winkel al aan het werk was. Als zijn afdeling 'verkoop gereed' zoals het hoofdkantoor schreef, om acht uur, als de winkel openging, er als een paradepaardje bij lag, gaf hem een enorme kick. Wat dan weer vreemd was, dacht hij, spotlachend in zich zelf. Hij had zo vaak, aan zoveel mensen, uit zoveel verschillende culturen leiding gegeven, die het met het presenteren van hun afdelingen of het op tijd aanwezig zijn, niet zo nauwkeurig namen, dat hij een beetje bang was dat hij ook met dat nare virus besmet zou zijn. Hij had dat dan een beetje aangezien, had wat afstand genomen en de chef van die mensen iets later eens apart genomen en hem of haar erop gewezen dat zijn manier van zaken doen en van presenteren ook hun standaard zou moeten zijn.
Die mensen hadden dan wat gegromd en 'gegriept', maar hadden dan uiteindelijk wel bakzeil gehaald en zo goed en kwaad als het ging, zijn inzichten overgebracht. Ze hadden gezien dat de standaard die hij met zijn mensen had behaald eigenlijk wel heel erg veel vruchten afwierp. Zo, met die inzichten en met die ethiek was hij dan uiteindelijk in de Super terecht gekomen.
Uiteindelijk had zijn toenmalige chef, hem gevraagd of hij de ochtenden wilde werken en zo toezicht wilde houden op het lossen en laden. Grif had hij ingestemd. Heerlijk, op tijd thuis en ruimte voor zijn gezin en zijn passies.
Hij pikte de mededeling over het 'fietsenplan' van het bord en liep er mee naar de rookruimte. Hij stak op, inhaleerde diep en schoot in een hoestkramp. F... it, k.. shag, stop met roken, man! dacht hij, maar las ondertussen de bekendmaking van het hoofdkantoor. Voor 750 euro een fiets van de baas, die die fiets in zoveel jaar via zijn vakantie uren terug zou halen op zijn salaris? Geen benzinekosten meer, geen gedoe meer met zwartrijden of chipkaarten? Even over nadenken, maar ja, wat een idee, zeg!


vrijdag 21 juni 2013

Een 'vergader' functie erbij

Ja, mensen, daar ga je dan met je goede voornemens. Nadat ik de laatste jaren van mijn 'echte' leven even wat had 'uitgeblazen' en nu 'eindelijk' eens echt aan het werk ging, werd ik medewerker van De Keten, die niet zo heet, maar de directie wil dat ik haar zo noem. Namen noemen als werknemer van een toko/bedrijf en dan ook nog eens reclame maken voor die winkel schijnt niet te mogen volgens de reclame code commissie. (Ik legde het al eens uit, zie daar: Een ouwe vriend ... Blog van 1105) Ok, dan interesseert het je niet, even goede vrienden, hoor.
In dat vorige bestaan was ik, naarmate de jaren en de rangen stegen, steeds meer betrokken bij: vergaderingen, of, in jargon: intercollegiaal overleg of, nog fraaier, of erger, interdisciplinair overleg.
Ja, erg hé! In mijn laatste functie, ik was toen chef ziekenboeg van een forse kazerne, deed ik dat allemaal aanvankelijk niet. Ja, ik moest eens per week naar een vergadering van 'Het Commando' maar, toen de Marine alle ziekenboegen leegzoog om hulp in allerlei Autobombekie , Debomgaatzoafia's en Naargeestigstans te gaan bieden, was mijn excuus om niet aan die sombere, mij totaal niet interesserende en met 'mensen-die-totaal-niet-weten-waarom-het-gaat' en met 'zie-mijn-geval-nu' types de rug toe te keren en te zeggen: 'Sorry, ik heb geen personeel, ik moet zelf aan de bak.' Ik vond het heerlijk om weer eens aan de bak te gaan. Ik was nu al jaren 'ziekenpa', zoals een ziekenverpleger bij de Marine genoemd wordt en ik deed weer mijn spreekuur, behandelde patiënten, zocht, samen met de twee laatste der Mohicanen, Wilma en Mario, naar oplossingen voor snelle behandelingen voor mensen die eigenlijk al in het buitenland zaten maar wiens lijf hier nog moest behandeld worden (dit is heel ingewikkeld. Ik geef dat toe. Mail me als je antwoorden wilt: Lucedith@gmail.com ) en ik leefde helemaal op. Maar: toen waren alle oorlogen even op. Toen kwamen allemaal veteranen terug in de ziekenboegen van de Marine. Allemaal mensen die uitgezonden waren geweest en allemaal verhalen en, vooral dat, ervaringen hadden. Ervaringen en vaak ook aanvaringen. Iedereen van die mensen, ik sprak uit ervaring, was zelf ook een 'veteraan', was min of meer beschadigd geweest en sommigen zelfs heel erg. (Het Tv programma: 'Oorlog in mijn hoofd' laat daar stuitende en nare en vreselijke voorbeelden van zien. En dan niet alleen hoe zoiets gaat in dat verre inzetgebied, maar ook hoe er met de mensen die naar dat gebied moeten gaan, of er uit terugkomen, wordt omgegaan. Ik heb een hele goede collega, Hans, die er, bijna, en misschien wel helemaal, onder door ging)
Die mensen kwamen terug, met verhalen, heel veel verhalen, met ervaringen, heel veel ervaringen. Maar, en dat vooral, met know how. Hoe doe je dingen niet en hoe doe je ze wel.
Ik had het idee dat we, we waren nu op redelijke personeel sterkte, die ervaringen en de verhalen maar eens in de groep 'moesten gooien'. Dus, belegde ik vergaderingen. En nee, natuurlijk niet, niet alleen voor die mensen, maar ook voor het personeel dat niet 'de mazzel' had gehad om uitgezonden te worden. De mensen, zoals Mario en Wilma en Reina en Sonja en nog meer veel van die heerlijke types, die een jaar lang het werk van drie personen per stuk moesten doen en dat deden en goed en met een goed humeur, vaak. En voor de jonge artsen, die, vaak net van de uni kwamen en dan al een hele shitload verhalen van doorgewinterde ziekenpa's en - ma's over zich heen kregen. Ik denk hierbij aan Rohan. Ja, die naam is van Tolkien, maar Rohan heet echt Rohan, hoor.) Dat verhelderde wel, heb ik het idee. Het feit dat mijn aflosser er mee door wilde gaan, versterkte me in die mening.

Dus, nee, vergaderen, nee ik was er wel klaar mee, na al die jaren. Ik werd, na mijn pensionering,  in dienst genomen van De Keten en men zag kennelijk iets van leiders potentieel in me. Ja, maf natuurlijk. Tweeëndertig jaar bij de Koninklijke, waarvan 25 jaar onderofficier en dan ook nog eens leiding gegeven hebbende aan een veldhospitaal in oorlogsgebied met 100 pax, wat gewoon personeelsleden betekent. (Even showen, hoor!) Vloot, Mariniers, Vlaamse en Waalse para's, Letse en Duitse militairen. Een Yankenbasis in de buurt die bij ons kwam voor hun medische hulp en een Tsjechische ambulance groep en Slovenen die iets vaag deden en waren, maar mij als hun chef kregen. Nee, ik kan wel een beetje leiding geven en coördineren en nu lieg ik niet.
Schijnbaar had FM1 dat ook wel door. We hebben goed contact. We respecteren elkaar, we zijn op hele goede voet. Nee, nee, geen wederzijdse uitnodigingen voor bezoekjes of BBQ's hoor, zo zijn we geen van beiden, maar we hebben een voortreffelijke werkrelatie. Toen hij dan ook ergens in de vorige week me aanschoot, nee, het was een schampschot, deed niet pijn, goh wat flauw, of ik er iets voor voelde om een functie(tje) er bij te krijgen, luisterde ik dan ook geïnteresseerd. 'Vertel', nodigde ik uit en hij zei dat er nu eens besloten was dat elk filiaal een 'huismeester' zou gaan krijgen, Die huismeester zou dan de roeptitel 'Technisch verantwoordelijke' dragen.
Bij het woord 'Technisch', werd ik nerveus. Techniek en ik staan niet op hetzelfde plan, moet ik zeggen. Ik ben zo'n alfa geest, zo'n type die een hersenhelft heeft die over ontwikkeld is, omdat, volgens de neurologen, er veel te veel boeken en woorden en letters in gepropt zitten. Mijn ander hersenhelft, vraag het me niet of dat nu rechts of links is, is onderontwikkeld. Dat is het gedeelte waarvan de gelukkige bezitters een: boor, klopstuk, pluggen, schroeven en muren zien en dan, in no time, hele muren voorzien van schilderijen en dat soort zaken. Of die: leidingen visualiseren, knelfittingen zien passen, oké, T-stukje hier en verloopnippel en klemmetje om dat uitloopje en klaar zijn we!
Ik kan wat met fietsen doen. Dat heb ik natuurlijk geleerd in de praktijk, maar dan houdt het een beetje op. Ok, ik doe wat dingetjes in huis, ontstop gootstenen en kan zwanenhalzen repareren en toiletpotten van hun plek krijgen omdat kleinzoon het leuk vond plastic speeltjes door te spoelen, maar ja, nee, boren, zagen en hameren? Nee, niet mijn ding. (En ga als wel techneut niet al te hoog van de toren blazen hé? Ik kan wel een rijsttafel met vijftien gerechten maken, hoor. En ook allemaal tegelijk warm!)
Maar toen FM1 me iets later een printje van een Power point presentatie overhandigde en ik dat, zoals hij zei: 'als je toch even gaat roken, lees het dan even door', ook deed, was de kogel al gauw door de kerk.
Ja, het leek me wel wat. Ik hoefde niet hele dagen met zagen en boren door de winkel te lopen, maar moest, zoals ik al zei, huismeester zijn.
=ik ga jullie doorzagen, geloof me=




woensdag 19 juni 2013

Amstelveen, een lichtend voorbeeld

 
"Ho even, supermarkt man, je zou eens wat Blogs gaan schrijven over je winkel. In de Super heet je Blog toch? Nou, vertel dan over die super."
Jullie hebben gelijk! Ok, daar gaat 'ie dan. Een nieuw verhaal over de Super.  Er was eens een super, die was helemaal verbouwd. Ze verkochten veel spullen en draaiden een goede winst.
Nee, nee, dat is flauw, natuurlijk. Maar ik moet heel eerlijk zijn, er is een wat slappe tijd in de winkels tegenwoordig. Nee, de omzetten blijven goed en ik werk me nog steeds een kledingboetiek, maar, gekke of maffe figuren, nee, die zijn misschien even ergens anders hun fratsen aan het vertonen, ik weet het niet.
Nou ja, de man die koekies van sinterjaak wilde hebben, even er buiten gelaten, dan. Ik keek als de befaamde chinees met het vraagteken. 'Koekies van sinterjaak?' vroeg ik hem. 'Ja, in van die plastic zakkies, je weet wel man, je hebt ze verkocht, vooral tijdens de kerst. Die waren lekker man en nou wilde het vrouwtje ze weer eens eten, weet je niet?'
De puzzelstukjes vallen samen. Kerst, Sinterjaak, koekies. Nou dat kan niet missen dat moeten wel haast een soort speculaasjes zijn, toch? Misschien wel een specifiek merk van bij en tijdens de feestdagen of zo? Kordaat. 'Mijnheer, loop even mee, we gaan dat even voor U zoeken. Ja, ik weet niet of we het hebben, hoor, maar kijken kunnen we altijd.' Ik wil richting koek- en snoepafdeling lopen, maar hij, ook kordaat, zegt: 'Nee man, die lagen hier man, hier in het vriesvak, echt waar, man.'
Tegen de tijd dat ik erachter kom dat hij Coquilles Saint Jacques bedoeld, je weet wel van die soort mosselen, maar dan hele chique, want Frans, is het even verder. Sint Jacobs schelpen, heten ze in het Nederlands. Ze zijn genoemd naar een van de apostelen van Jezus die later in Santiago de Compostella begraven werd en daardoor werd het dorpje een bedevaartsplaats. De schelp, die hier veel gevangen wordt, is het symbool van de pelgrims die vaak te voet de afstand van hun huis naar hier af leggen. Ze naaien de schelp dan op hun jas of hoed en werden dan zo gevrijwaard van overvallende struikrovers. (Nee, niet de regering Rutte en ook niet de belastingdienst, nee, gewoon, eerlijke en verder brave boeven.)
Genoeg super voor even? Ik kom later met een ander en uitgebreider Blog hoor (moet dan nu echt? hoor ik jullie kreunen) Ja, dat moet echt, want binnenkort krijg ik er een functie bij. In die functie moet ik gaan vergaderen, iets dat ik tien jaar heb kunnen vermijden.

De titel van het Blog heb je gelezen: Amstelveen, een lichtend voorbeeld. Ik heb me in een paar Blogs druk gemaakt over het onzalige plan om een uitbreiding van de winkelcentra in ons stadshart te bouwen. De bewoners kwamen in 'opstand', demonstreerden, hingen lakens aan de woningen en bijna heel Amstelveen was boos. Binnen twee weken kwam de gemeenteraad er achter dat het idee misschien toch niet zo slim was. Ze blies het onzalige plan dus af. Gefeliciteerd voor de Schildersbuurt! Natuurlijk hebben mijn Blogs de uiteindelijke victorie helpen bewerkstelligen, toch? Schreef hij overtuigd van eigen belangrijkheid. Nee, onzin, maar ik ben bang dat het een proefballonnetje was van de gemeente en dat er waarschijnlijk een enorm winkelcentrum ergens in een mooi stuk poldergebied gaat verrijzen, dat nu nog ongerept ligt. Ik houd mijn hart vast. Er is al een hele grote golfbaan, met achttien gaten, verrezen in een polder langs de Amstel. Maar ja, daar kan ik wel lekker doorheen fietsen. En toen de polder nog polder was, kon ik dat niet. Dus: mij hoor je, hypocriet die ik ben, even niet. Natuurlijk werd daar ook tegen geprotesteerd, hoor, begrijp me goed. In Amstelveen hebben we ook Groen linkse kabouter Plops. Maar er is meer protest. Zo willen ze de A9 onder het dorp door gaan voeren. Protest! Zo willen ze een heel nieuw parkeertarief afspreken voor onze stad. Ook een hoop protest.
Maar: Amstelveen was nu dus een lichtend voorbeeld op een groot gedeelte van de rest van de wereld. Nauwelijks heeft het Amstelveense protest de Tv gehaald of in Turkije stromen mensen in Istanboel hun deuren uit en een centraal plein in de stad op en beginnen hun protest tegen: een winkelcentrum.
Maar ook aan de andere kant van de oceaan hebben ze 'Hart van Nederland' ontvangen op hun schotel: ook in Rio de Janeiro en in Brasilia en Manaus gaan miljoenen mensen de straten en pleinen op. Ze demonstreren tegen: voetbalstadions. Maar, ho, ho, in voetbalstadions zitten tegenwoordig ook allemaal supermarkt(jes)  dus het is wel degelijk de Amstelveense school die opgang maakt, ook daar.
En hier blijft het natuurlijk niet bij.
=Ik dreig: je blijft van me horen=

dinsdag 11 juni 2013

Alarm in Amstelveen (2)


 Rembrandweg, wij wonen ongeveer bij de vierde boom
 
Hoe snel je Blog wordt op gepakt door de media, he? Ik heb ternauwernood geplaatst of Hart van Nederland brengt het oproer in onze stad al als hot item! Beelden van het Stadshart en de wijk die waarschijnlijk (gedeeltelijk) gaat verdwijnen waren landelijk te zien.
Man, ik wordt (ooit, maar dat zal jaren duren) nog eens 'a star'.
Maar goed, als je mijn eerste verhaal gelezen hebt zou je denken: waar maken die Amstelveense mensen zich nou druk  om? Het is een leuke en veilige stad om te wonen, er is nauwelijks criminaliteit, de mensen hebben nog 'burgerzin', dus wat loop je nu te piepen? Nou ja, wat ik, nu ja zelf niet zo erg, maar wat mijn mede wijk bewoners lopen te piepen is natuurlijk het feit dat een groot gedeelte van hun woonwijk tegen de grond gaat. Die wijk, je las het al, is in de jaren vijftig/zestig gebouwd als overloop wijk, als het Almere en Lelystad van de jaren tachtig en negentig, van Amsterdam. Het zijn, ik spreek nu over de rijtjeshuizen die genomineerd zijn om te verdwijnen, leuke en vrij ruime eens gezinswoningen. Tuintje voor, tuintje achter, blokken van zes woningen, parkeergelegenheid achter de huizen of voor, in de vrij smalle straatjes. Leuk wonen. Groen, bomen, perkjes, nu ja, het is oké, daar.
De bewoners die in deze wijk, het bedreigde gedeelte, wonen, zijn er vaak vlak na de bouw ingetrokken. Jong gehuwden, toen. Ze kregen hun kinderen, ze zagen de bomen groeien, het verkeer toenemen en de kinderen de deur uitgaan en langzaam vergrijsde de wijk. Veel van die autochtone, en ik bedoel met dit woord, oorspronkelijke, bewoners, gingen, naarmate hun leeftijd steeg,  naar verzorging- en verpleegtehuizen en de woningen werden bevolkt door de volgende generatie jonge mensen die ook pas getrouwd waren en daar kinderen kregen en er heerlijk wonen. De woningen zijn, al dan niet, koop of huurhuizen. Maar, men leefde er goed, rustig en tevreden.
Dan: als een donderslag bij, als een bliksemflits op als een bom die ontploft, valt bij de bewoners van de straten rond een van de winkelcentra een brief in de bus. Niet aan: Hr./Mevr. Huppeldepup, adres Govert Pietjeslaan 798 bis, of zo, (dit adres is gefingeerd) maar een envelop in de bus; 'Aan de bewoners van dit adres.' Inhoudende een schrijven: "We gaan uitbreiden, U gaat Uw woning uit, groet, de gemeente."
Ik chargeer, maar niet veel. Hoe zou jij je voelen als je, van de ene rustige zaterdagmorgen, met je kop koffie en je krant, werd geparachuteerd in een nachtmerrie? 'We wonen hier al jaren! We hebben het huis net gekocht! We hebben net een extra stukje tuin kunnen kopen en er een 'bijgebouwtje'/BARBECUE plek/garage/schuurtje en speelplek voor de kids/ stalling voor mijn fiets, op neer gezet? Wat is dit? Waarom? Waarvoor?
Omdat, er een grote extra uitbreiding van een van de winkelcentra moet komen. Daarom.

Maar, hoeveel extra winkels kun je hebben? Ik schreef al, we hebben zo veel winkels, ik ga het niet meer herhalen, maar moet je dan twee Hema's hebben en drie Xenossen en vijf Blokkers hebben? Ik geloof er niet echt in, eigenlijk. Maar, omdat de gemeente de plannen eigenlijk al helemaal uitgedacht had, ontstond er, terecht, een enorme reuring in de Schildersbuurt, zoals ze formeel heet. En ja, Alarm in Amstelveen. Een plaats, een stad, waar mensen niet al te snel aangebrand zijn en zeker niet al te snel de straat opgaan. Maar zaterdag jongstleden was het dus wel zo ver. Een goed honderdvijftig mensen betoogden op het Stadsplein tegen de onzalige plannen die men, ontwikkelingsplanners 'Unibail-Rodamco' samen met de gemeente, had ontworpen. Ik zie, als ik de volgende dagen door de wijk fiets, veel lakens aan de balkons hangen waarop (op de lakens) fel geprotesteerd wordt tegen de onteigeningen. Amstelveen is in alarmfase 1 en Amstelveen is boos en, terecht, woedend.

Ik heb vanmorgen een 'dienst' gesprek met FM1. Nou ja, dienst, het is even over zaken en later begint FM1 over De Keten en haar uitbreidingsplannen. 'Goh' zegt 'ie, 'we gaan ook in Amstelveen een super openen.' Ik ben enthousiast. Dat betekent dat ik dus ook goedkoper kan shoppen in mijn stad, zeker met de personeelskortingspassen die ik maandelijks krijg toegezonden maar waar ik nu niet veel mee kan doen omdat ik, op de fiets, niet zoveel boodschappen mee kan nemen.
'Waar komt die toko dan? Weet je dat?' vraag ik FM 1. 'Nou, er schijnt een nieuw winkelcentrum te komen in, God, hoe heet het nu alweer..?' 'In het Stadshart?' vraag ik. 'Ja, dat is het, ken je dat?'

maandag 10 juni 2013

Alarm in Amstelveen








Ik heb het vaker aangegeven. E. en ik wonen nu een jaar of tien met heel veel plezier in Amstelveen. De stad grenst aan Amsterdam, dat noordelijk ligt. We, ja ik voel me Amstelvener, hebben een goede 80.000 inwoners. Van die groep mensen is de grootste groep autochtoon, dat woord mag ik wel gebruiken, en de bevolkingsgroepen die naast de Nederlanders het meest vertegenwoordigd zijn, zijn Japanners, Indiërs en Chinezen. Dat komt door de nabijheid van de Zuidas en doordat Amstelveen een schone industrie heeft. Die Zuidas is bekend om zijn grote bankgebouwen en zo en de schone industrie van Amstelveen bestaat uit filialen van computer distributie zaken en van randapparatuur. HP en Canon en meer van dat soort zaken. En, daardoor of niet daardoor, staat Amstelveen nu niet bekend als 'crime city no 1'. (Vul zelf verder maar in, waarom dan niet.) De stad ligt direct ten zuiden van Amsterdam, tussen het Amsterdamse bos en de Amstel in. Landelijk gelegen, heet dat in de reisbrochures. Onze stad staat in Nederland, vooral in Amsterdam, maar ja, zegt de Mokummer, dat is Nederland, bekend als 'kak'. Chique, poepers. Een heel klein beetje waar is dat wel. Het gemiddelde inkomen in onze stad zal iets hoger liggen dan in bijvoorbeeld Amsterdam oost of - west of in Finsterwolde of zo. Het feit dat we minimaal twee golfbanen hebben helpt natuurlijk ook mee aan dat imago. Maar, naar mijn mening, is de opinie over Amstelveen gebaseerd op het feit dat wij, Amstelveners, nog de menselijke maat als norm zien. Er worden nog deuren voor elkaar open gehouden, Mensen laten elkaar voor gaan op roltrappen of bij kassa's, staan nog op voor elkaar in het openbaar vervoer en zo. Ik fietste ooit naar huis en het fietspad werd bevolkt door scholieren die met zijn dertienen naast elkaar op het fietspad reden. I brulde, je kent het wel: 'Even er langs!' De jeugd week uit en riep, ik lieg niet: 'Sorry mijnheer, gaat U maar!' Iets dergelijks probeerde ik ooit in een van de andere grote steden van ons land,waar ze fan van 010 zijn, en werd toen prompt voor alles wat met Israël en de mensen die daar wonen uitgemaakt en er werd mij fijntjes verteld dat ik ook in Slochteren mocht gaan wonen. 'Slochteren?' 'Ja, Goh, je bent er niet helemaal bij, geloof ik. Slochteren , daar halen ze gas uit de grond, weet je nog? Israël, joden, Slochteren.'  Saai leven, denk je nu, gebeurt er wel eens wat? Ja, er gebeurt heel veel. Maar dat moet je maar eens op het net uitzoeken. Laten we zeggen dat wij, E. en ik, het heerlijk wonen vinden na 25 jaar hectiek van A'dam zuidoost, als je me vat.
De stad is vrij nieuw. Althans, we hebben wel een zogenaamd 'oud dorp', dat lag aan de postkoets weg van A'dam naar Leiden en Den Haag en dat strekte zich ooit uit tot aan waar nu Amsterdam Zuid ligt. De hoofdstad, in haar nietsontziende groei van de vorige eeuw, slokte zo goed al veertig procent van het grondgebied van Amstelveen op. Maar in de jaren vijftig en zestig werd onze stad een belangrijke overloop gemeente van Mokum. Er werd enorm gebouwd en nieuwe wijken rezen als de bekende kabouter bankstellen uit de grond. Eh? Kabouter bankstellen? Paddenstoelen, toch?
In een van die toenmalige nieuwe wijken van toen, wonen wij. E., (die geboortig is uit Den Haag) en ik, noemen het 'De Schilderswijk', en dat het liefste met een wat dik aangezet Haags accent. Wij wonen op de Rembrandtweg. (We hebben een Gerard Doustraat, een Lucas van Leydenstraat en zo meer). De Rembrandtweg is de 'drukke' winkelstraat die naar de twee winkelcentra en naar het stadshart voert.
Twee winkelcentra tegenover elkaar. De Binnenhof en de Rembrandthof. Alles wat je aan winkels wilt hebben, heb je daar. V&D, AH, Blokker, Hema en C&A. Dat zijn de standaard winkels die in elke stad of middelgroot dorp te vinden zijn. Maar er is zoveel meer. Nu word ik niet gesponsord door Hergo of M&M of De Bijenkorf en ook Xenos en dus zal ik hun namen dan ook niet noemen. Maar goed, twee grote winkelcentra in het Stadshart, zoals wij dat noemen met een keur aan winkels, een bioscoop/theater een prachtige bieb, zie foto, Wat wil je nog meer!
Maar: men wil nog meer. Men, gemeenteraad, winkeliersclub, investeringsmaatschappij? Men wil de winkelcentra uitbreiden en vergroten. Niets aan de hand, moet je doen, denk je dan. Maar, dat gaat wel ten koste van een grote hoeveelheid woningen (koop en huur) in die Schilderswijk!
Dus: werd er alarm geslagen in Amstelveen.
=morgen meer=

donderdag 6 juni 2013

Nu de echte 'tuinbonenpolitie' (2 of ondertussen al weer 3)

Als trouw lezer van dit Blog weten jullie ondertussen dat ik vaak afdrijf. Nou, dat gebeurde de laatste keer ook weer, zoals je wel gelezen zult hebben. Is dat erg? Nee, dat vind ik niet, hoor, ik schrijf dit Blog en jullie lezen het. Dat is niet denigrerend bedoeld of zo, maar ja, ik ben bezig met een verhaal en dan zie ik een zijpad en dat sla ik dan in en dan kom ik om een bocht en dan ja, daar is weer een fraai uitzicht en nou ja, je begrijpt me wel. Zo kom ik ook aan de mooiste fietsroutes die ik rij. Ga hier eens links, daar eens rechts en zie maar wat er gebeurd. Maar ik drijf weer verder.
Goed. Over de 'tuinbonenpolitie'. Zoals elke werkkring en elke groep mensen, heeft een super ook zijn eigen humor en zijn eigen jargon. Ik heb het er wel eens eerder over gehad, natuurlijk. (Ik ouwehoer zoveel. Ik lijk wel eens GEEN Groninger.) To the point. De vorige week hadden we de heerlijk diepvries groenten van Bonduelle in de aanbieding. Je kent ze wel, althans de geëmancipeerde man die (samen) de boodschappen doet.Ze hebben van die blikken en blikjes en ze hebben ze in van die fraaie zakken in de diepvries. (Wist je trouwens dat de oprichter van het bedrijf aanvankelijk drank stookte? Nee? Nou ik ook niet, maar ik las het even.)
Nu ja, met drank heeft het bedrijf niets meer te doen, maar met groenten alles, natuurlijk. Het merk is een A-merk, dus duur, in ieder geval niet goedkoop, maar het is wel topkwaliteit. Goed, die aanbieding was dat elk zakje voor 99 cent verkocht werd. Da's veertig of vijftig cent goedkoper dan de normale prijs. Er was dus een run op die dingen. Vooral de tuinbonen deden het heel goed. Ik ben zelf ook een liefhebber van die peulvrucht. Met een spek- of hamblokje en een gebakken uitje, een lekkere aardappel en een goed stukje vlees erbij is het een gezond en lekker maal. Dat weten meerdere mensen dus die zakjes vlogen mijn diepvries bakken uit. Dus bestelde ik dagelijks weer een nieuwe vracht. Maar, het zij Bonduelle, hetzij de inkooporganisatie van De Keten had zitten snurken: ik kreeg na dag twee niets meer van die bonen binnen. Ja, ik kreeg genoeg. Vragen: 'Waar zijn de tuinbonen? Hebbie nog tuinbonen? Wanneer krijg je de tuinbonen weer binnen?' Eerlijkheid kent geen tijd. Ik antwoordde dus dat ik het niet zeker wist, dat ik ze trouw bestelde maar ja, geen tuinbonen. Zoals ik al zei, af en toe wordt je melig. Na de zestigste keer dezelfde vraag en het zelfde antwoord en de vermaning dat de mensen een zogenaamde tegoedbon (reclamecheque)  kunnen gaan halen en dat ze dan die boontjes voor de actieprijs kunnen krijgen, zodra ze weer in de winkel liggen, was ik ook melig geworden.
Dus vertelde ik de mevrouw die het me voor de eenenzestigste keer vroeg, dat er een 'tuinbonenpolitie' was ingesteld.  'Want', zoog ik uit de bekende duim, 'tuinbonen schijnen vreselijk te lijden onder het invriezen. Het schijnt dat horen en zien de mensen die het invriezen doen vergaat. Nu ja en die tuinbonenpolitie is dus in het leven geroepen om..' Ze keek me aanvankelijk argwanend aan. Maar op het zien van mijn eerlijke, knappe en bescheiden blik, begreep ze dat ik de waarheid sprak. Voordat ik haar uit kon leggen dat het een geintje was, had ze zich omgedraaid en stiefelde ze weg. Ik hoorde haar nog mopperen: 'Geen bont, alleen maar scharrelvlees, krakers mogen ook alles en nu dit weer, Man, waar gaat het in dit land naar toe?'

Tja, humor, het is aan sommige mensen niet besteed. Ik heb jullie al eens verteld over het WC eend schandaal toch? Er zit helemaal geen eend in! Vandaag vroeg iemand mij of die wilde zalm echt wilde zalm was. 'Ja en behoorlijk. Hij heeft wel drie mensen in de kroeg platgeslagen voor ze hem konden vangen! Man, het was een drama. Je had een moeten zien hoe die zalm er uit zag, voor ze in het pak belandde!' Een andere klant had ook een dergelijke vraag. 'Nou, we hebben geprobeerd die zalm te temmen en hem kunstjes te leren, maar nee, hoor, niets van. Dus ja, dan maar verkopen als wilde zalm.'
Bij onze slagerij vroegen ze of het echte runderbiefstuk was: 'Nou' zei collega S. 'ik geloof wel dat er ook rund in zit, maar niets zeggen hoor!'
'Is dit echte paardenworst?' 'Ja, dat moet wel, want bij het snijden trof ik een hoefijzer aan.'
'Heeft U nog mandarijnen?' 'Nee, die mogen we niet meer verkopen. Het feministisch verbond is daar fel op tegen. Het moeten persoonderijnen worden.'
Of melk en vis wel echt Halal zijn. Dat zijn ook van die vragen die je vaker hoort dan je denkt.

woensdag 5 juni 2013

De 'tuinbonen' politie.

Hoe melig kan je worden of zijn tijdens een werkdag? Nu, heel melig. Ik ben, in mijn werk, vrij streng in de leer. Ik sta mijn klanten te woord, geef ze info, loop met ze mee als ze iets niet kunnen vinden en scan artikelen voor ze. Dat doe je, want dat hoort. Vind ik zelf. Mijn baas ook, natuurlijk, maar dat is noch hier noch daar. Mijn baas kan zoveel dingen vinden, maar het gaat mij om mijn persoonlijke gevoel, in dit geval tegenover mijn klanten. Vooral in het vak dat ik nu, en in dat andere leven, weet je nog, beoefende. Omgaan met mensen impliceert dat je die mensen helpt, zo goed als dat in je vermogen ligt. Als ziekenpa probeerde ik dat al zoveel mogelijk, het lukt natuurlijk niet altijd, maar toen ik CSM was, wat weer zo'n defensie afkorting is voor Compagnie Sergeant Majoor, in mijn geval CDE, wat weer zo'n Defensie afkorting is voor Chef d' equipage, helemaal, natuurlijk.
Vertel, Lucas, vertel! Ok, CSM en CDE zijn twee verschillende afkortingen voor het zelfde begrip: de oudst aanwezige onderofficier van de compagnie. De man, vaak een sergeant majoor, vaak een adjudant onderofficier, die de 'zorg' voor zijn vrouwen en mannen van de compagnie had. Hij/zij, tegenwoordig ook, deelde dat personeel in voor oefeningen, voor opleidingen, voor wachtdiensten en al dat soort zaken meer. Maar ook maakte hij hun beoordelingen op. Die beoordelingen, jullie kennen ze zelf, waren vaak noodzakelijk voor de beoordeelde om bevorderd te worden. Ook hield hij dan gesprekken met dat personeel als het even niet helemaal goed ging om te kijken waarom het nu niet helemaal goed ging en zo.  Zo was hij/zij ook de schakel tussen het 'lagere' volk en de officieren van het commando van die compagnie. (Een compagnie is ongeveer een 100 mensen sterk, als vuistregel). Maar (en dat was zijn/haar belangrijkste taak) hij zorgde ook voor en luisterde naar zijn mensen, zoals ik al kort aangaf. Vaak vergaten collegae dat en luisterden ze alleen naar het 'gezoem' van de officieren, die de man/vrouw in kwestie niet zo mochten, of lastig vonden en die CSM's of CDE's lieten hun oren dan daar naar hangen. Zo werden goede mensen niet bevorderd en werden die CSM's of CDE's wel bevorderd omdat ze keurig deden wat hun officieren hun opdroegen.
(Nee, verder dan adjudant ben ik ook niet gekomen. Mijn toenmalige commandant, een arts en iemand die beweerde van adel af te stammen Nota Bene, beweerde: 'Ik wil die vent er uit hebben'. (uit de compagnie, in dit geval)
'Maar' zei ik, 'die vent is een perfecte onderofficier en ik ga er voor om hem bevorderd te krijgen.'
Nee, ik ben geen heilige, maar ik heb een pleuris hekel aan mensen die via nare macht spelletjes hun gelijk willen behalen. Ga, als je iemand niet mag, naar zo'n man toe en zeg hem in zijn gezicht dat je hem niet moet. Ga hem niet straffen om hem een (verdiende) bevordering niet te gunnen. Dan straf je de man, maar zeker zijn gezin. Denk hierbij aan salaris verhoging = pensioenverhoging, begrijp je? Meer salaris is inherent aan het hebben van een leuker leven voor je gezin.)
Helaas voor mij en voor E., was ik dus niet zo. In mijn periode, de tijd dat ik CDE was van een compagnie, legde ik mijn oren te luisteren naar mijn mensen, ging dan bij het commando langs om verhaal te halen voor hun grieven en werd vervolgens niet in aanmerking genomen voor die bevordering. Waarom werd Marinier die-en-die weer op oefening gezonden terwijl zijn meisje over drie weken moest bevallen? Waarom werd matroos die-en-die niet op oefening gezonden omdat ze een meisje was? Waarom werd sergeant P. beoordeeld met een 6, terwijl ik kon aantonen dat het een 8 moest zijn? Nu ja, ingewikkelde verhalen allemaal en het maakte me bij sommige officieren niet geliefd, want die 'stip', de bijnaam voor mijn rang, was zo een zeikerd! Ik heb nooit de officiers status bereikt, helaas, het had wat geld op mijn pensioen gescheeld, maar kon wel met opgeheven hoofd de dienst verlaten. Veel van de voormalige collegae die dit lezen zullen zich hierin kunnen vinden. 

Zo begint dit Blog wel weer lekker, zeg! Wat een gedoe over mijn marine tijd. Zuks heeft toch niets met die super te maken? En zeker niet met die 'tuinbonen'. Oh ja, dat vergat ik helemaal. 'Je wordt ouder papa' en meegesleept in je herinneringen, toch? Nou nee, hoor, het is allemaal veel gemakkeleijkerdur.
Ik wil dat mijn Blog een beetje leesbaar is qua lengte en alleen met het verhaal van die Tuinbonen kom ik er niet. Dat is zo melig, dat wil je niet weten. Ik ben een freak qua control. Asperger of ADHD of zoiets zou ik wel kunnen hebben. Althans, tegenwoordig heeft iedereen zo'n etiket. Nu was ik daar nog niet mee gediagnosticeerd, overigens. Volgens een van de weinige vrienden die ik heb, F., leed ik wel aan scriptomania, maar dat is een onschuldig dingetje. Natuurlijk ben ik ook verslaafd aan fietsen en lezen en aan een goed huwelijk en zo, aan mijn gezin en aan mijn kleinkinderen en dus ja, dat soort zaken optellend, ben ik helemaal fout bezig, ben ik bang voor. Ik denk dat men mij binnenkort wel eens kon komen halen om me op te sluiten.

=Ik hoop dat ik, voor ik weggehaald word, nog tijd heb om over die tuinbonen te schrijven=

dinsdag 4 juni 2013

Voorjaar en milieu. 2

--In het vorige stukje had ik het over het opraken van olie en gas. Dat zoiets nog wel even zal duren, misschien, maar het zal ooit gebeuren. Nu ja, zei ik ook, wind-, zonne- en kernenergie zullen tegen die tijd wel een enorme voortgang hebben gemaakt.--

En dan is mijn probleem niet alleen over olie en gas of wat dan ook, maar wat denk je van al dat straatvuil? En dan van al die zogenaamde 'omverpakkingen?' Omverpakkingen zijn de dingen die ik (maar dat doen jullie ook) iedere dag meemaak bij het verwerken van mijn vracht. Kartonnen dozen, waar dan weer spullen in plastic verpakkingen in zitten die dan weer individueel in plastic verpakt zitten. Nu heben we bij De Keten een strikt 'recycling' beleid. We scheiden palstic/karton/chemische meuk/batterijen/elektrische apparaten en wat niet en leveren dat allemaal apart aan en in. (Daar is, heel modern, een aparte installatie voor neergezet, naast het apparaat waar je je flessen en kratten inlevert.) Onze keten heeft trouwens een  zogenaamde 'winkel voor het milieu' laten bouwen, ergens in de 'Boerenbuiten' waar zonnepanelen de 'prik' leveren voor de diepvriescellen en de koelingen van de zuivel en andere versafdelingen en zo. Dat bespaart een hoop energie, man. Na onze verbouwing zijn trouwens ook al onze koel- en diepvries elementen voorzien van deuren en luiken en zo. Ook op die manier gaat er veel minder energie verloren. Maar ook gaan de lichten in onder andere het magazijn, de omkleedruimte en de toiletten uit, als er even niets beweegt. Op het moment dat iemand dan die ruimtes weer betreed, gaan die lichten weer aan. Cynici onder ons zeggen natuurlijk dat de directie zo meer geld overhoud ten eigen bate, hogere bonussen en zo. Ik ben, dat las je al, zelf ook een cynicus, maar nee, ik geloof heilig dat De Keten energie bewust aan het worden is. (Ja het is waar: het scheelt een klauw poen ook nog!)
Maar! En helaas, verpakt mijn winkel ook nog veel zaken in plastic. Brood, croissants, kaasbroodjes, groentes en zo. Als ik 's middags naar huis fiets, zie ik veel van die troep, en niet allen van mijn toko, overigens, in het schoekeloen zwerven.
En niet alleen De Keten (maar ook alle andere supers) doet dat, nee, alles is tegenwoordig verpakt in plastics of dat soort artikelen.
Ga naar bakker of groenteman, kom bij je fietsenmaker of bij een modezaak of waar dan ook. Alles wat je aanschaft wordt je meegeven in een plastic zak of tasje. Nu hergebruiken E. en ik die dingen vaak wel tot ze bijna uit elkaar vallen, maar, eerlijk is eerlijk, plastics laten zich heel moeilijk afbreken. (Zelfs een bananen schil, da's puur natuur, heeft een leven van nog wel drie jaar ergens in de berm van een weg, voordat het verrot en opgenomen is in de omgeving, als compost. Zo vertelde Gerard, een fietsmaatje van De Berg me ooit eens.)
Ik fiets redelijk veel. (zei hij met een gevoel van understatement). Nee, echt, ik fiets heel veel. Dat wist je al, lees mijn andere Blog. www.lucasfietst.blogspot.com. Maar, wat me meer en meer opvalt is dat er overal waar je komt, je meer en meer zwerfafval ziet. Afval dat zo goed als nooit meer afbreekbaar is. Plastic verpakkingen, zoals ik al zei, maar ook veel blikjes en van die plastic flessen en zo. Dat je die haast wel moet kopen, dat is een feit. Je kunt geen energydrinks of frisdrankjes kopen die niet in blik verpakt zijn. Maar: ruim dan je k..zooi, zoals we in de Km zeiden, wel op. Ik zie lege frisdrankblikjes in de berm van de weg liggen, naast een 'bladder' waarin twee kaasbroodjes gezeten hebben, op een meter afstand van een vuilnisbak! En al was het tweehonderd meter van een vuilnisbak! Je kan die zooi toch even in je handen blijven houden tot je zo'n punt passeert!
Nee, ik ben niet Roomser dan de man in het Vaticaan. Ik smijt mijn peuk ook wel eens op de grond en da's ook smerig, natuurlijk.

Goed, ik heb nu eindelijk een beetje de Groenen op mijn hand, maar ga dat in het zelfde tempo weer teniet doen. Het meeste straat- en zwerfvuil vind je namelijk in de zogenaamde 'Prachtwijken', de 'Vogelaarwijken'. Fraaie Scrabblewoorden, toch? Dat zijn die wijken waar de bewoners zo erg geïnteresseerd zijn in het wereld gebeuren dat ze, om maar niks te missen van dat gebeuren, maar een schotel hebben geïnstalleerd. Het zijn natuurlijk ook die delen van de steden waar de (lokale) politici zich geen goed raad meer mee weten. (Als ze er ooit wel eens komen?) In mijn nabije omgeving, Mokum en Zaandam, noem ik alleen maar de delen waar ik geregeld door kom, al dan niet fietsend. Amsterdam West, Bos en Lommer en Geuzenveld, lijken wel vuilnisbelten. Dat geldt ook voor Amsterdam zuidoost, met name Holendrecht en Gaasperdam. Maar ook Poelenburg in Zaandam is een vreselijke troep.
 Dat ligt echt niet aan de mensen die het daar moeten op gaan ruimen hoor, die doen heel hard hun best, maar het ligt echt aan de mensen die die wijken bevolken en er daar echt een zooi van maken. Ik heb het zelf meegemaakt dat mensen hun volle vuilniszakken van drie hoog naar beneden pleurden, ik het tuintje van de mensen die daar woonden. En dat zonder boe of bah. Als die beneden buur daar dan wat van zei, werden ze op het minst uitgescholden of bedreigd. En daarna tot diep in de nacht werd er 'stamp' muziek gedraaid om die, vaak oudere, bewoner maar even te intimideren.

Maar, je had het over het voorjaar, toch? Ja, het is nu eindelijk voorjaar, haast zomers. Nu ja, dan ben je al het gechagrijn van zonet weer vergeten toch?
Wat een dooddoener he? Goh, wat maak ik me er weer makkelijk vanaf zo? Ja, je hebt gelijk.
Ik ga het binnenkort eens hebben over de 'Tuinbonenpolitie', denk ik.

zaterdag 1 juni 2013

Over het milieu en het voorjaar en zo. 1

Al Gore had gelijk. Dat heeft Al Gore altijd, ook al heeft hij het. Al Gore is namelijk net als zo een ouderwetse onderwijzer of een dominee/priester/imam. Die hebben namelijk ook altijd gelijk. Zij lezen voor wat in de lesboeken of in de Koran/Bijbel/Tora, of in Al's geval in een dik rapport, staat en hebben dus gelijk, want het staat geschreven! Ze hoeven niet te bewijzen dat ze gelijk hebben en kunnen dat natuurlijk ook niet. Nee, zelf hoeven die mensen, die verkondigers niet over 'hun waarheid' na te denken. Het staat toch, zoals ik al zei, ergens opgeschreven? Dus, dan heb je gelijk, toch? Nou ja, dan heb je dus gelijk, toch. Ja, je kunt daar zelf nog een draai aan geven, of homoseksuelen/lesbo's nu uit kerktorens of uit moskee torens geworpen moeten worden, maar, dat ze geworpen moeten worden, dat staat geschreven.
Ons aller Al beweerde dat de wereld ten onder zou gaan aan de Global warming en dat is ook zo, natuurlijk. De temperaturen in ons land stijgen tot recordhoogtes en de droogte van de velden en de landerijen ook evenzo. Er dreigde al een hele droge en hete april, maar mei zou werkelijk desastreus worden. Er zou nauwelijks nog een druppel zoet water zijn, nadat de de poolkappen waren ingestort en de Noordzee ons land zou hebben overspoeld. Onze dijken waren niet opgewassen tegen de plotselinge ineenstorting van de beide Polen. (Twee domme grapjes, mag dat? Een blondje/zwartje/bruintje/geeltje werd gevraagd: weet je waar Polen ligt? Nee, maar ik heb een collega uit Polen en het kan niet ver zijn, want hij komt elke dag op de fiets. Blondje/etc. vroeg aan die collega: kom je nu uit Noord- of Zuid polen?") Hoe flauw kan ik zijn?
De zeeweringen ins ons land hadden hun taak helemaal verzaakt. Het Deltaplan was slecht aangelegd en heel Zeeland was overstroomd. Den Haag was iets wat leek op het verdronken land van Saaftinge en in de Bollenstreek werd gezeild door Lisse en zo. Handig voor de zeilers waren de kerktorens, die als aanlegplaats konden dienen voor de zeilboten. Ik kon mijn werk alleen nog zwemmend bereiken en was voor het werk van de dag gekleed in een duikpak.
Tja, dat pakte iets anders uit. Het was een van de koudste voorjaren die opgetekend werden sinds men, ergens in de jaren dertig van de negentiende eeuw, nu een goede 180 jaar geleden, is begonnen met het meten en noteren van de weersomstandigheden. Zelfs Frank de Boosere, een geweldige, aardige en goede Vlaamse weerman, (toerfietser ook) moest even terug van zijn standpunt over het opwarmen van de wereld en zo.
 Nee, ik bedoel niet te zeggen dat er niets aan de hand is. Nee, ik geloof dat wij, de mensheid, ook met grote zorg bezig zijn om onze aarde in snel tempo naar de klo... te helpen. Maar dat is meer vanuit het standpunt bezien dat we onze natuurlijke grondstoffen in maximaal tempo op souperen. Aardolie, aardgas en dat soort zaken veteren we in hoog tempo. Ooit is dat op, natuurlijk, daar kan onze generatie niet meer op wachten, maar die van onze achterkleinkinderen wel, ben ik bang voor.
'Dus ben jij Groen?' vragen jullie nu. Nee, ik ben niet 'Groen', zoals in de politiek dat wordt genoemd. We hebben een auto, ik zou haast zeggen: natuurlijk. Die gebruiken we overigens om eens per week naar een andere stad te rijden waar we op onze kleinkinderen passen. Vroeger gingen we met het OV en die reis duurde, voor een hemelsbrede afstand van dertig kilometer, met bus/trein/bus anderhalf uur. En dat kostte ook nog eens acht euro per persoon per keer of zo. Ja en we gaan natuurlijk op vakantie met de auto en af en toe doen we een boodschap aan de andere kant van de stad met de auto. Maar: ik maak meer kilometers per jaar op de fiets dan dat we met de auto maken, geloof het of niet. Daarom, voor dat oppassen dus, hebben we een auto aangeschaft, geloof het of niet.
(Hebben jullie ook zo'n f... hekel aan die mannen, het zijn zo goed als altijd kerels met van die Duitse bakken,  die in Blik op de Weg zeggen dat ze wel zo- en zoveel KM's per jaar maken? En dat ze daardoor betere automobilisten zijn dan anderen? Misselijk makend, toch?)
Maar, ik geloof wel dat we bewuster moeten zijn met onze leefomgeving. Maar dat bedoel ik dat we dat al in het klein moeten aanpassen. Kijk, ik bedoel, olie en gas raken op, daar ontkom je niet aan. Maar zon, golfslag en wind zijn allemaal in overvloed aanwezig op onze aardkloot en daar kunnen we veel meer mee dan we tot nu toe doen. Ook nucleaire energie is een aanwezige energiebron. Zo vloek ik in de kerk, natuurlijk en alle linkse en groene lezertjes verketteren me nu in de meest vileine bewoordingen. Maar het zal wel moeten gebeuren hoor, dat zoeken naar alternatieve energiebronnen.
En daarom fiets ik dus, zoveel mogelijk, naar de Super, naar mijn werk. Nee, niet alleen voor dat milieu, natuurlijk, maar gewoon, omdat het: goedkoper is, sneller is, en ik er een hoop fitter van word, zowel lichamelijk als geestelijk.Maar ja, het afgelopen voorjaar kwam van dat heen en weer fietsen niet zo veel terecht. Ik ben niet bang voor wat regen, maar de sneeuw en hagelbuien die we tot in April hebben gehad, nodigden niet uit om weer eens op mijn 'orgeltje' te gaan zitten.
--meer? doe ik, later--