dinsdag 28 juni 2016

DENK? Denk het niet!

Tja, treiteren, zuigen, sarren, pesten, uit de tent lokken, tegenspreken, het is allemaal naar goed politiek gebruik. Vaak doen de politici dat netjes, vaak doen ze het wat provocerend en soms is het gewoon op het onbeschofte af. Ik bedoel met dat laatste bijvoorbeeld de uitspraken van de grote roerganger van de PVV, de heer Wilders, die met zijn opmerkingen over de "kopvoddentaks" of zijn vergelijking van de Koran en de Donald Duck nog al wat ophef veroorzaakte, met name in linkse en niet autochtoon Nederland. Hij werd door de Kamervoorzitter tot de orde geroepen, maar bleef zijn woorden trouw. 
Oh ja, D'66 doet het natuurlijk ook, hoor, rare uitspraken dan. (Welke partij niet?) De Democraten, nu veertig jaar, in 1966 inderdaad, goed gerekend, geleden opgericht door de uiterst charismatische H.A.F.M.O. van Mierlo, en, echt waar, door een leraar die mij Frans bij trachtte te brengen in mijn middelbare schooltijd, was toen de partij die het 'referendum' hoog in het vaandel had. Net als de gekozen burgemeester overigens. Maar, wat schetst mijn enorme verbazing? Pechthold, roerganger van de D-tjes, wijst nu een eventueel Nexit referendum af, samen met zijn gabbertje Samsom, overigens. (Een Nexit is ook niet mijn keuze, hoor.)
Ik mocht die Van Mierlo overigens wel. Ik zie nog, ik was een puber, het verkiezingsfilmpje voor me waarin hij, in een regenjas gehuld, over de grauwe grachten van Amsterdam dwaalde, zijn woorden als witte wolkjes in de koude lucht achterlatend. Dat 'ie het later "ging doen" met ene Connie Palmen, de over het paard getilde super troela van onze semi literaire grachtengordel mannetjes en vrouwtjes, bedroefde en beschaamde me, maar dat is heel wat anders.
Dat Jan Terlouw een goede en sympathieke partij voorzitter was, en wel een goede schrijver, deed de partij naar grote hoogten stijgen, overigens. Dat hij nog eens een ver familielid was van de Lief deed mijn sympathie voor hem natuurlijk ook stijgen.
 
Nu ja, ze waren natuurlijk wel het pad al helemaal bijster toen hoog partijlid Thom de Graaf op de een of andere manier zijn welbetaalde Kamerzetel op moest of wilde geven om, in 2007, een door de koningin aangewezen burgemeester te worden en dat van Nijmegen. De stad is er nooit meer bovenop gekomen, geloof ik. Nee, nee, da's laster, zou een bepaald iemand me toeschreeuwen op FB en ik zal je blokkeren, maar ik was niet eens bevriend met de persoon in kwestie. Nee, Nijmegen is een hartstikke leuke en dynamische stad en ik ben blij dat ik her heel frequent ben geweest. (Schitterende fiets omgeving, hebben ze daar, namelijk.)
Goed, dat waren wat stekeligheden van landelijk bekende, soms geliefde, soms verguisde, politici. Vaak moest ik er om lachen, ik heb bijvoorbeeld altijd gedacht dat Wilders die uitspraken met een ingehouden lach deed, de Engelsen hebben daar een fraai kreet voor, maar goed, het waren wel allemaal aparte uitspraken. Nu is er een nieuwe partij aan het firmament verschenen. Ze noemen zich DENK, maar doen die naam geen eer aan, denk ik. Het is een tweemansfractie, begrijp ik. Ze hebben zich al verzekerd van de steun van een wereldberoemde "bijna-diva", nu ja, "wannabe-diva". Ik zal haar naam niet noemen uit vrees te worden aangeklaagd wegens discriminatie. Nu ja, in ieder geval bedienen deze Kamerleden zich ook van bedenkelijke uitspraken. Zo werd de (trotse) Joodse afstamming van de heer Asscher, onze minister van sociale zaken en werkgelegenheid en tevens vice premier, bezoedeld door hem met de Rothschild clan (een niet al te verfijnde familie van dubieuze bankiers) te vergelijken en dus was die uitspraak duidelijk antisemitisch. Ook eisten de baby politici dat de MP alle moslims van ons land, dat zijn zes, (6), % (procent), van onze bevolking, hen een goede ramadan zou toewensen. Waarom? Geen idee. Er was, ik geloof vandaag, een vragenuurtje. Daar stelde weer een van die leden van dat vage partijtje dat er geen stemmingen meer gehouden mochten worden in de Tweede Kamer, want: het was rammeldam.Terecht brak de voorzitster, mevrouw Arib, ook geen echte en geboren West-Friezin, aan haar uiterlijk te zien en aan haar naam te horen, dat verhaal af met de woorden dat Nederland geen islamitisch land is. Chapeau bas, mevrouw Arib.
Nu gaan er geruchten, geruchten mind you, dat die mini club van die hard ontevreden Medelanders een verlengde arm is van de Turkse leider, oeps, had ik bijna fuhrer willen schrijven, Erdogan. Maar dat zal toch niet? Hoop ik?Hopelijk heeft die man niet zo veel invloed in het wel beschaafde deel van Europa? 
Maar goed, dat is dus echte democratie, mensen van Denk en heer Erdogan. In ons, trotse, Nederland, hoewel we niet meedoen aan het EK, mag je dus een contra partij oprichten en dingen zeggen die je in eigen land waarschijnlijk in de bajes, of erger, in een Turks ziekenhuis, doen belanden.
Dat is dus echte democratie. We houden rekening met jullie Halal slachtpartijen, met jullie ramadan, met jullie Suikerfeest. Houden jullie nu gewoon eens rekening met onze normen en waarden van ons Nederlanders, die nog steeds trots zijn op ons land!

zaterdag 25 juni 2016

Veteranen (dag).

Op mijn, rommelige en met boeken en bladen bezaaid, bureau staat, schuin achter mijn pc op een rij boeken, onder weer allemaal planken met boeken, maar wel goed zichtbaar, een bescheiden, maar fraai langwerpig doosje met daarin een gestileerde "V". Een V van veteraan. Het doosje wordt geflankeerd door mijn 'bintangs' aan de ene kant en door de draagmedailles daarvan, medailles op klein formaat, zeg maar, aan de andere zijde. De V zit nog in haar originele verpakking. Ik heb haar nooit, uit een vorm van schroom, uit het doosje durven halen en op een jas/trui/shirt/blazer durven spelden, hoewel ik daar het volste recht toe heb. Deze V wordt namelijk alleen uitgereikt aan Nederlandse (ex) militairen, die een bijdrage hebben geleverd aan de vrede en vrijheid in de wereld, hoe groot of hoe gering ook. (Ik leg dat verderop nog wel uit.)
En ja, ik heb die bijdrage ook geleverd, anders had ik die onderscheiding, want het is meer dan een Vierdaagse kruisje of een kruis omdat de drager een moeilijk parkoers per auto heeft afgelegd. Die laatsten bestaan namelijk ook. (Ik weet niet of het nu nog bestaat. Vroeger konden officieren van de krijgsmacht zich inschrijven voor een soort "puzzel- of sterrit", waarna ze dan, als ze het einddoel haalden, een medaille kregen, die ze echt mochten opspelden en bij officiële gelegenheden mochten tonen. Eh ja, onnodig te zeggen dat Bak 1 heel weinig van die sterren droeg, verdwalen en onzekerheid zit in hun genen of ze moesten dan een onderofficier als begeleider gehad hebben. (Nee, da's flauw. Ze konden ook het parkoers te paard af leggen. De paarden werden natuurlijk wel uitgezocht en hadden een ingebouwd kompas met TomTom. Nee, da's ook flauw.)
Enfin. Ik had vandaag een heerlijke middag. Ik had een onwijs spannend NL kampioenschap fietsen voor de grote jongens gekeken. Ja, op een zaterdag, inderdaad. Het kampioenschap werd verreden op Goeree Overflakkee en men is daar zo vroom als de bekende gemalen poppen fecaliën en men wilde de zondagsrust in ere houden. Ik logeerde ooit eens op dat (voormalige) eiland. Ik wilde dat men mijn zondagsrust in ere had gehouden, maar om 0830 begonnen die asociale kerkklokken al op te roepen ter kerkgang, schijnheiligen dat ze zijn in die kerken. 
Na dat fietsen kwam een verslag van Veteranen dag, afgenomen, heet dat zo, in Den Haag. Onze koning, oud militair van de KM, nam, ditmaal in een KLu uniform, de parade af, geflankeerd door politici, die vaak nooit militair waren geweest, maar wel een graantje aandacht meepikten. (Hoewel die politici al jaren hun best deden en doen om Defensie helemaal uit te kleden of op te heffen.)
Ik keek met trots naar de voorbij trekkende troepen. Allemaal mannen en vrouwen die hun land gediend hadden, sommigen nog steeds, in allerlei conflicten, schermutselingen of oorlogen. Vaak in verre, nare en stoffige landen of wateren of luchten, als je mijn beredenering kunt volgen. Ik zag ze voorbij trekken, in het tenue van hun groep, in groen, blauw, lichtblauw, in camo. Vaak met baretten van hun dienstvak trots op het al ouder wordende hoofd. Ik zag ook hedendaagse militairen, soms gekleed in camo, soms met een "groene bek", , zoals men dat noemde, en met volle bepakking en bewapening, soms in zondagse tenues voorbij komen. Trots, ja. Ik had ook tot die mensen behoord. Mensen die niet vroegen, maar deden wat ze opgedragen werd. Ik keek ook met gemengde gevoelens. Ja, ik had daar ook kunnen zijn, mee kunnen lopen, ik had immers een uitnodiging gekregen?
Toch ben ik niet gegaan. Dat heeft heel veel uitleg nodig, die ik nu nog niet kan geven. Ik ben een V. Dat bewijst mijn onderscheiding, maar dat bewijst nog veel meer mijn innerlijke gevoel. Maar, als ik dan kijk naar de "oneerbiedig": 'ouwetjes', de mensen die passeren en die in de tweede wereldoorlog, in Nieuw Guinea, Indonesië, Korea of zo hebben gediend, bekruipt me een vaag gevoel van onbehagen. Die gasten gingen helemaal blind erin. (Het boek van Job Sytzen: Soldaat, Ravijn, Landgenoten, is daar een fraai voorbeeld van.) Ik heb het idee dat mijn V zijn, veel moderner was. Natuurlijk, we waren lang en ver van huis, we hadden het zwaar, we hebben alles uit de kast gehaald om onze uiterste best te doen. Maar ja, er was toch een verschil, vind ik. 
En nee, schiet me asjeblieft niet af! Veteranen zijn Veteranen. Voor de echte hebben ik alle hulde en mijn baret reikt tot op de grond, zo laag neem ik die af! Maar ja, ik zag ook mensen voorbijtrekken die ik kende. Sommigen van hen hadden heel trots de V op de revers van de chique blazer. Ik weet wel zeker dat die gasten nooit in een echt oorlog- of spanningsgebied zijn geweest. Ze waren vaak drie of meer honderd kilometer van dat gebied verwijderd en hadden een veilig logistiek jobje. Maar ja, toch kregen ze de V. Tja.
Maar goed, ook de Veteranendag was fantastisch om te zien.  


vrijdag 24 juni 2016

BREXIT? En nu? (Over de R en P ook nog even.)

Nee, ik ga niet meteen de beuk erin gooien met het vertrek van de Butsen uit Europa. Nee, even, kort, wat anders. Kort, want jullie kennen me, een man van weinig woorden.
Terwijl heel Europa gisteravond angstig de adem inhield over de stemming in de UK, had ik een feessie! Nu ja, een etentje, dat een feessie was. Een maatje van ons had nooit het traditionele, bijna verplichte "uiteten" gehad. Dat is een korte verklaring schuldig. Elke onderofficier, die langere tijd aan boord van een schip heeft gediend, of die op punt staat zijn huik aan de wilgen te hangen, zijn 'schep af te kuisen', zeggen ze zo fraai in Vlaanderen, dus de dienst uitgaat, krijgt een etentje van zijn collegae aangeboden. Dat gebeuren heeft vaak plaats op een woensdag, dat is namelijk de traditionele marine "Blauwe hap" dag, de rijstmaaltijd, zeg maar. De desbetreffende collega zit dan aan met zijn (haar, oké) partner en er worden herinneringen opgehaald aan zijn diensttijd. 
Goed, gabber R., over hem gaat het, had dat etentje nooit aangeboden gekregen. Door gebrek aan belangstelling van de (on)collegae uit zijn toenmalige, (Helderse) werkplek, vermoedelijk. Oncollegialiteit is namelijk een aanname eis als je in de Helderse slangenkuil wilt vooruitkomen. Maar goed, een van de, nee, ik zeg het fout, de aller charmantste collega van ons, I., stelde voor om dat etentje alsnog te regelen. Tja, we zijn KM mensen, dus: zo gezegd zo gedaan. Het was overigens een hele leuke periode om dat te gaan regelen. Vooral omdat de partners ook waren uitgenodigd. Die partners hebben geloof ik, hoop ik in ieder geval, ook een genoeglijke avond beleefd. De essentie was dat gappie R er niks van mocht weten. Zijn 'gade' zat trouwens wel midden in het complot en wist, uniek voor vrouwen, haar mond te houden. Hij werd meegetroond naar een bekend Chinees restaurant onder het mom van een of ander vaag l.. verhaal en hij tuinde der helemaal in. De collegae stonden al opgelijnd en aangetreden en de maat was in totale verbazing! Voor het eten werd er 'even' geborreld, nu ja, even? De feestvreugde werd nog verhoogd door een ander maatje, J., waarvan wij allen dachten dat hij in het Brexit land, waar hij werkt, vast zat, maar die, samen met zijn meisje weer een dubbele bodem had bedacht om er wel bij te zijn. Dus ja, jolijt ten top! Het was een geweldige avond. Het eten was klasse en de sfeer was weer vanouds! L.,G.,B., dus.

Dus ja, gisteravond was mijn belangstelling voor de exit polls niet al te groot, de vermoeidheid van het eten had toegeslagen.Je moet het maar kunnen, al die vorken en lepels optillen, al die schalen aan elkaar doorgeven, dan ook nog eens kletsen en lachen en je glas, slechts een enkele keer, heffen. Dat houdt geen paard vol, natuurlijk.

Dus zette ik vanmorgen de TXT aan en ja hoor, de Britten zijn pleiten, Vamooshed, Out of the game, Gone, Left the Game, Offside, nu ja, what ever. (Hun PM, Cameron ook, overigens.) Voor het NL Tv aanbod was het genoeg om vanaf 0800 tot 1600 herhalingen van het Journaal uit te zenden, dus ja, dat was een goedkoop dagje voor onze vaderlandse omroep.
Wat moet ik er mee, sterker, wat moet ik er van vinden? De "Aye" stemmers zijn natuurlijk helemaal in de ban van die Brexit! Het, niet meer, Verenigd Koninkrijk, de stemming was bijna fifty-fifty, waren natuurlijk helemaal blij. Nu zouden de grenzen wel weer dicht gaan, nu zouden er geen hordes vluchtelingen de grens meer overkomen, nu zouden de (veel te) goedkope arbeidskrachten uit het voormalige Oostblok terug gezonden kunnen worden en zou de 'real laborer', weer een baan krijgen. Vermoedelijk spelen daar allemaal sentimenten in mee van ooit! De "splendid isolation", de Battle of Britain, de Battle of the Atlantic, het verdwijnen van het Engelse twaalfdelige stelsel, zoiets zeg maar. Een van de grote voorstanders van de Brexit was overig Boris Johnson, de voormalige burgemeester van Londen en nu kandidaat Prime Minister en Donald Trump look-a-like. (Overigens: Google niet naar Brexit of Johnson of zo, je PC loopt onherroepelijk vast, weet ik tot drie maal toe uit eigen ervaring.)
Ik weet er weinig van, zoals ik al aan gaf. Ik heb het idee dat veel Britten door emotie werden geleid, mede na de moord op het vrouwelijk parlementslid, Cox. (Ook niet Googlen, zie boven.)
Feit is dat het voor de doorsnee Butsen, Limeys, zoals je wilt, het er niet beter op wordt. Het Pond is dramatisch gedaald in waarde. Voor ons handig. Een reisje naar het eilandenrijk wordt goedkoper, maar een kennis van me, een mevrouw die ook een B&B uitbaat, had in een morgen al diverse afzeggingen van boekingen ontvangen. Dus ja, naast afboekingen voor vakanties, zullen er ook afzeggingen komen voor goederen door ons aan hen geleverd, de export dus. 
Veel rechtse politici duiken meteen op dat nieuws en hebben hun: Nexit, Dexit, Vlexit, Frexit al klaar liggen en stellen meer referenda voor. 
Ik weet het niet. Ik ben geen voorstander van Brussel, die het vaak heeft over de maten van bananen en de hoek die die vruchten maximaal mogen hebben, maar om nu de hele Europese Unie op te doeken? Maar goed, dat is dus mijn vraag: licht me van jullie kant maar in. Geef (ongezouten) jullie mening, ik ben een leek op het gebied.

woensdag 22 juni 2016

In The Navy!

 Afbeeldingsresultaat voor rfa sir tristram




Why was he born so beautiful,
Why was he born at all,
He's no fucking use to anyone,
He's no fucking use at all,
He should be publicly pissed on,
He should be publicly shot (bang, bang),
He should be tied to a urinal,
And left there to fester and rot.

Ja, dat zijn niet mijn woorden, hoor. Dat zijn woorden die ik hoorde en mee brulde bij een plaatsing aan boord van RFA Sir Tristam, een schip dat wereldfaam verwierf tijdens de en Falkland oorlog. Het schip werd geraakt door een aantal Exocet raketten, (zie foto boven) kon ternauwernood aan de grond gezet worden in Port Stanley, maar werd later geborgen en op een heel groot transport schip gezet en naar de UK gebracht. Daar werd ze helemaal herbouwd, zeg maar gebotoxed, en diende nog jaren in allerlei oorlogsgebieden, zoals de Golf en in bij de Balkan. Een trots schip met een enorm oorlogsverleden. Geen oorlogsschip, maar een RFA, een Royal Fleet Auxiliary, een "hulpschip" van de vloot. Dat was een dienst van schepen die geen RN, ofwel Royal Navy, schepen waren, maar wel in dienst van het ministerie van Defensie. De bemanningen waren zeg maar: burgerambtenaren in dienst van de staat en die schepen hadden die kwalificatie ook. Ze werden vaak bemand door oud marinemensen, die een formele status hadden, maar geen militair meer waren. Bij de RN kan je met 22 dienstjaren al met pensioen, zeg maar. Dat pensioen was vaak niet al te dik. Veel oud RN mensen kochten een kroeg of iets dergelijks en velen namen dan weer als 'semi-burger' dienst bij de RFA. Dus waren de RN en de RFA verlengden van elkaar, om het zo maar te noemen.
Hoewel veel van mijn NL collegae enorm overgeven als het op de Engelse marine aankomt, ben ik hun mening niet helemaal toegedaan. Ik heb de Engelsen, de Butsen, hun marine en ook hun Korps, altijd enorm gewaardeerd, zeker als het om hun historie gaat of ging. Want, geschiedenis en heldenfeiten hebben die gasten zat. Ik heb een heel aantal boeken in mijn kasten staan over de geschiedenis van de RN, maar over de geschiedenis van onze eigen KM zijn er niet al te veel boeken verschenen, helaas. Maar goed, tot daar aan toe. 

Ik was met een van de Mariniers bataljons voor de wintertraining in Noorwegen en vervulde daar de rol van Medical Liasion Officier, samen met een KPLMARNS, die mijn chauffeur was. Wij werden, na de aanvankelijke training, van Trondheim naar Narvik of zo verscheept voor de ENDEX, de eindoefening, en dat ging aan boord van de Sir Tristram. Omdat we nu zogenaamde "embarked forces" waren huisden we in de daarvoor bestemde verblijven en aten de maaltijden die voor de "Haute Cuisine" van de Sir Tristram moesten doorgaan. Je kent het allemaal wel: baked beans en sausages, scrambled eggs en spaghetti bij het ontbijt, ongekookte aardappelen en overkookte groente en een taai stuk vlees voor dinner. Enfin, we hadden onze noodrantsoenen nog en ach, der was een pint te krijgen aan boord, dus!
Na die eind oefening vloog het grootste gedeelte van het bataljon terug, maar mijn chauffeur en ik bleven onze Ambu trouw, zo'n fraaie nieuwe LARO, (man wat een heerlijke bak om in te werken en te rijden), en we embarkeerden dus weer, in Narvik, met de andere voertuig bestuurders, om ons terug te varen naar Vlissingen. De kick saus daarbij was dat ik dus ook de ziekenpa van ons KM detachement zou zijn. We waren nog niet aan boord of de commandant van ons detachement, een majoor van het korps, kwam al naar me toe: 'Ik weet niet wat je uitgevreten hebt, adjudant, maar de eerste officier wil je spreken. Hij is op de brug, dat is ..' 'Dank u majoor, ik weet waar de brug is, hoor!' Ik was benieuwd wat het zou zijn, ik had, jullie kennen me, als altijd een onbevlekt blazoen, natuurlijk. De aap kwam al gauw uit de Engelse mouw. De onderofficier ziekenverpleger van de Tristram was teruggevlogen naar de UK met hartklachten en, vroeg de eerste man, wilde ik de medische dienst zou verzorgen, gedurende de terugreis. Ik zou dan in de ziekenboeg kunnen slapen en kon, ik was een Warant Officer, in de longroom kunnen eten en recreëren. Nou ja, dat van die ziekenboeg runnen vond ik natuurlijk helemaal niet erg. Het was een fraaie ruimte en goed geoutilleerd. Ik had daar mijn eigen kooi en ja, dat is ook niet mis.
Wat wel mis was, was het verblijf bij die officieren. Ik was, op een enkele na dan, toch al niet zo op bak 1, zoals officieren in de KM genoemd werden, maar bij de Butsen slaat bak 1 werkelijk alles! De longroom besloeg ongeveer een derde van het, ruime, achterschip. Die twintig 'pax' hadden meer ruimte dan de rest van de bemanning samen. En, of ze niets geleerd hadden van de Falkland oorlog: de vloerbedekking had dermate hoogpolig tapijt, zodat je nauwelijks je enkels kon zien. Bij de middagmaal, stukken beter dan wat de rest van de crew kreeg voorgeschoteld, natuurlijk, werd je bediend door een aantal als scharen knikkende hofmeesters. Hebben jullie wel eens een serie als Downton Abbey of zo gezien? Nou, daar leek het heel akelig veel op. Bijna achter elke stoel stond zo'n 'footman', er was genoeg "vreetgereedschap" bij elk bord om een hele bataljon van te kunnen voorzien en de wijnen die geschonken werden waren behoorlijk goed. De taal aan tafel was van dat Upper Oxford: What eh, old chum, I say, dear chap, jolly good show, old man, nu ja, je kent het wel.
Nee, dat was nou niet mijn cup of tea, zeg maar. 
Omdat ik de schipper, de baas van het onderofficier verblijf nog van de heenweg kende, vroeg ik of ik bij hun kon komen recreëren. Dat was hem: "A pleasure, mate, bloody effing officers eh? La di da bloody pufters, them lot!" Van af dat moment, we voeren van Narvik naar Vlissingen terug, zoals gezegd, een tocht van een dag of vijf, heb ik een van de beste periodes van mijn varend bestaan gehad. De (semi) onderofficieren, het waren geen militairen, doch in rang gelijk gesteld aan, waren bijna allemaal boerennachtsgast. Fraai woord voor hen die geen wachten lopen aan boord. Elke avond was de tap los. Engels bier uit blik, dat wel, maar ja, beggars can't be choosers and all of that, eh what?
Na een pint of twee kwamen de verhalen, de songs, de spelletjes. Van een van de songs die ik me herinner heb ik wat regels doorgegeven hierboven. Een van de spelletjes die ik me herinner is dat er lui zijn die door hun eigen armen kunnen springen! Strengel je vingers ineen, maak een boog tot ongeveer iets voorbij je knieën en spring daar door heen, natuurlijk je vingers vast blijven houden! Of: hou de halzen van twee bierflessen vast, ga op je tenen en die flessen liggen en loop vanaf je schouders naar voren tot je armen helemaal zijn uitgestrekt en weer terug. 
(DO NOT TRY THIS AT HOME!)

Bak 1 deed aan "Spunk on a biscuit." Misschien wel bevredigend, maar nauwelijksportief, toch?
(Ook hier geld: DO NOT TRY THIS AT HOME!)
 

maandag 20 juni 2016

Update (2.0) En even over OV kaarten!

Ja, F., goede vriend, ik weet, het vorige Blog eindigde nogal abrupt en zo en ik legde inderdaad niet alles uit, maar ja, mijn vel papier was vol, dus ja. En mede lezer en mede ervaringsdeskundige H., jouw woorden zijn uit mijn gedachten getrokken, het is exact zoals je het zegt! Het geheel van die instelling is een dode letter.
Goed, ik moet even verder. Die cursus begon op een druilerige dinsdag ochtend om 0930. In de metro naar west zat ik omgeven door medemensen die allemaal op pads/pods/mobieltjes zaten te lezen, te kijken of te swipen, heet dat zo? Het enige geluid dat de doodse stilte, af en toe verbroken door het kletteren over een wissel,  in het treinstel verstoorde was het gepiep van een inkomende "message" of het geratel van vingers en duimen op toetsenborden. Geen van de passagiers las een boek of krant, niemand van de reizende mensen knoopte een gesprekje aan met de medereizigers. Vroeger, ja, in de grijze oudheid, spraken Mokumers (zij niet alleen) veel en vaak met elkaar, griepten en galden ze in het openbaar vervoer over alles wat er mis was in de wereld, zijnde Mokum, dan, wat er mis was met de sport in de wereld, zijnde Mokum dan en wat er moest gebeuren om weer een goede wereld te worden, zijnde Mokum dan. (En dat in alle nsteden met openbaar vervoer, natuurlijk.) Ik checkte uit op station Heemstedestraat, een grauw station in een grauwe buurt in West en mijn OV kaart zei: 'Ongeldige kaart, Probeer het opnieuw.'

Dat was ook weer zoiets. Ik had , jaren her, een OV Chipkaart gekocht. Een stukje plastic, een credit kaart, met een chip erin dus. Kosten, toen, vijf euro. Natuurlijk laadde, lied, ik die kaart geregeld op en reisde er mee. Ik checkte, een dag of wat geleden, op weg naar een tweedehands boekwinkeltje, in met die kaart op de bus naar de stad. "Uw kaart verloopt op 16 juni!", las ik tot mijn stomme verbazing. He? Een plastic kaart die verloopt? Een THT datum op een stuk, niet voor consumptie geschikt, kunststof? Ik pleurde bijna van mijn niet aanwezige zitplaats in die bus toen ik dat las. THT datum? Wat is dat nou? Nu ja, stukkie plastic, wat kan dat kosten? Dus ik ijlde ijlings naar de AKO en vroeg toen ik uiteindelijk aan de beurt was om zo een plastic kaartje teneinde veilig te kunnen reizen. 
'Da's dan zeveneneenhalve euro, mijnheer", zij de verkoopster. 'Wat?' zei ik, '7 1/2e euro voor een plastikkie?' 'Ja mijnheer, der zit wel een chip in, hoor!' 'Maar mijn lieve mens, in mijn, bijna nog kolengestookte mobiele telefoontje zitten wel een duizend chips. Die kocht ik voor twaalfeneenhalve piek bij de Appie!' Zuchtend pinde ik, met mijn pinpas, waar ook een chip in zit. Daarna pinde ik, zuchtend, nog twintig euro reistegoed en stapte in de bus naar de verre reis in sollicitatie land.

Dus ja, je bent zoals je bent, zoals je altijd opgevoed bent, je bent, met een kwartiertje van de schipper er bij, op tijd binnen en zo zat ik om 0915 al aan de koffie. En, voor een NUKUBU redelijk op tijd, werden de cursisten om 0945 geroepen door de groepsleider. We gingen zo een steriel zaaltje binnen, je kent ze wel. Wit-grijzige wanden, lichtblauw tapijt, tafels in een U vorm, ramen die uitkeken op een blinde muur, met daar schuin naast wat ruimte. Een boom en wat groen, nattig en triestig struikgewas en daar achter dan weer de belofte van de ring A10, horende aan het gezoem van auto's. De belofte van de vrijheid en van ook een kilometerslange file, door de regen. Alles was me beter dan hier zijn! 
Aan de muur van het zaaltje hing een groot scherm en een PC straalde er beelden van een of andere afbeelding of tekening van een Curve op af. Helaas geen curve van een appetijtelijke dame maar een of andere curve van een geleerde of onderzoeker met een onuitsprekelijke naam en onbegrijpelijke symbolen en verwijzingen. Af en toe werd die curve afgewisseld met een ander beeld, namelijk die van rouw- en rouwverwerking. Symbolisch, misschien?
De leider, een eind dertiger, een aardig mens, overigens, heette ons welkom, begon een verschroeiend verhaal af te steken over "Het Nieuwe Solliciteren" en na drie zinnen was ik het pad totaal bijster en voelde me totaal buitenspel gezet. Wie van mijn generatie is kent nog die mensen die woorden gebruikten als: een stukje naar de ander toe zijn, een stuk invoelen in jou, de ander zijn, goed voelen in de vel naar de vreemde toe, nu ja, het had een naam in elk geval. Dat solliciteren nieuwe stijl is ook zoiets, maar dan niet met dat soort woorden, maar de "keywords" zijn: "Netwerken", "Headhunters" en "Recruiters".
Goed, in elk geval begon het geheel met een rondje voorstellen. Ik was de eerste die begon, ja, je bent stip (geweest) of niet. Ik vertelde dus dat ik al 45 jaar echt had gewerkt, dat ik menige natte rug had overgehouden aan dat werk en dat ik al die jaren had meebetaald aan de verzekeringsstaat, dat ik me suf solliciteerde, naar baantjes die ik helemaal niet ambieerde, maar dat de instantie daar dan blij mee zou zijn en dat ik al helemaal geen zin in een cursus als deze had. "Want", zei ik, "ik las gisteren een column in de krant waarin een deelnemer aan die cursus beweerde dat het weggegooide tijd en vooral weggegooid geld was."

Het bleef akelig stil. Toen begon de rest zich voor te stellen en hun denkbeelden op tafel te leggen!

=waarin ik ontwaak in een vreemde stad in een vreemd land. Waarin ik een taal hoor waar ik geen kop of staart in herken en dermate verdwaasd rondloop dat ik niet eens meer weet wat noord of zuid is=
 

zaterdag 18 juni 2016

Update (1.0)

Tja, ik ben jullie wat uitleg verschuldigd over dat vorige verhaal over Het Nieuwe Solliciteren en zo en waarom ik daar zo helemaal stapelkrankjorum van werd. Ik ben, momenteel en hopelijk kortdurend, lid van een instantie die de landelijke uitkeringen regelt, maar de naam van die club schrijf ik bewust niet. Ik ben me, na een boze brief van de directie van mijn vorige job, er van bewust dat allemaal grote zoekmachines bezig zijn om negatieve publiek over bedrijven op te sporen op het WWW. Die namen komen dan in handen van de "namen-op-het-net-politie" en dan wordt er gekeken of jij, de schrijver/blogger/facebooker/cartoonist narigheid schrijft over dat bedrijf, ja dan nee. En natuurlijk mag je geen nare berichten schrijven, heb ik ervaren, of nare cartoons maken en zo, zie Gregorius Nekschot en anderen. Als je dat wel doet, dan wordt je boos aangesproken of aangeschreven door dat bedrijf of door die instantie. Dat wil ik niet, maar in het geval van de nu nog te beschrijven cursus kan ik eigenlijk alleen maar fecaal negatief berichten, dus ja, dan maar naamloos.
Je hebt, natuurlijk en terecht, plichten bij de boven niet genoemde instantie. Zo moet je, elke week, solliciteren. Dat kan alleen via het WWW. Hoewel er een button is die vraagt: "Hoe wil je reageren op de vacature?" kun je dus alleen maar online solliciteren. Dan moet je die sollicitatie ook nog aanmelden bij de niet genoemde vereniging en dat lukt me niet, no way, pas de rue, keine strasse! En nee, ik ben niet digibetisch aangelegen, maar het lukt me gewoon niet! Ja, stom, dat mag je zeggen, maar zo leg et wel!
Een ander ding is dat je verplicht bent om een cursus, meerdaags, te volgen om te leren solliciteren. Dat krijg je te horen via een bericht in de box van Mijn Overheid. (Da's ook zo wat. Je klikt die box aan en je moet je dus aanmelden met je DiGiD. Dan kom je binnen en dan moet je je weer aanmelden met je DiGiD. Dan kom je op de site van de niet genoemden en moet je je alweer aanmelden met dat digitale password.) Goed, de digitale brief heb je gelezen en ja, daar moet je dan wat mee. Tot je stomme verbazing ligt er dan dezelfde dag, of de dag erop, een heuse, echte, in een enveloppe verstopte brief, die hetzelfde zegt als de digitale brief. Goed, oké, point taken, ik heb het nu wel gelezen, maar waarom dat dan twee keer? Dan ligt er, de dag daarop, weer zo een heuse brief in je bus, waarin ze zeggen dat jij en je instantie hebben afgesproken om naar een cursus te gaan. (Dat hebben ze die ochtend zeg maar ook al digitaal medegedeeld hoor.) 
Maar, ik heb niets afgesproken met hen. Ik kreeg een brief waar in staat dat ik me MOET melden voor die cursus. Afspraken worden nog steeds bi-lateraaal gemaakt, dog ik? Maar, nee, dus. De arrogante instantie spreekt met mij af en we spreken niet samen af. Onder het mom van: die knakker is toch werkeloos, denk ik. Nu ja, daar hebben ze een punt. Maar dat punt begint wel verrekte veel op het zo armoedige en vernederende stempelen van in de crisis jaren te lijken. Werkelozen moesten toen soms tot twee of drie keer daags met hun stempelboekje in de rij gaan staan, om een stempel te halen zodat ze niet in het geniep een klusje konden doen. Het was nog in de tijd van de "fiets belasting plaatjes".  Als je toen werkeloos was, hoefde je die belasting niet te betalen. Je kon dan op de fiets werk gaan zoeken. Maar der zat wel een gat in je plaatje geknipt, zodat de hele wereld zag dat je werkeloos was. Hoe vernederend kan zuks zijn?
Goed, die brieven van die vereniging eindigen dan altijd met dreigende woorden als: "mocht u zonder geldige reden van opzegging niet verschijnen, dan kan dat consequenties hebben voor uw uitkering!"
Ik ging uit mijn dak! Wel gvdgvdgvdgd, ik heb vijfenveertig gewerkt en dus 45 jaar meebetaald aan die club. Ik heb al die jaren maandelijkse bijdragen geleverd aan de sociale diensten, ik heb me daar nooit over beklaagd, ik wist dat het voor een solidair doel was. Maar, omdat ik nu zelf een paar maanden onder die instantie ga vallen, wordt ik (bijna) bedreigd met allerlei, in mijn ogen, onzinnige dingen. En doe ik dat, (na me 45 jaar) ingespannen te hebben voor onze maatschappij, de Nederlandse Staat, niet, dan is het over en uit met de pret en krijg ik geen ene moer! En, oh ja, reis kosten beneden de 15 km worden niet vergoed. Hebben die gasten wel een idee hoeveel een retourtje van mijn woonplaats naar hun firma kost elke keer? Ik ga het zeggen: zes euro! Voor een 'steuntrekker' is dat een fors bedrag. Dat maal 10, het aantal cursusdagen, is dus 60 euro. Dat is voor ons ongeveer drie of vier dagen eten en drinken. Tja. Dat is sociaal denken, neem ik aan? (En, parkeren daar in de buurt kost je overigens zes piek/uur!)

Omdat mijn nieuwe baan, bij die bakker, nog niet helemaal in kannen en kruiken was (en helaas nog steeds niet is) kon ik dus niet afzeggen voor de cursus: Het Nieuwe Solliciteren. Dus, gezagsgetrouw, zoals ik ben opgevoed en mijn hele leven wel een beetje ben geweest, ook door mijn 'echte' leven, melde ik me die dag, met de papieren brief en mijn ID in mijn hand, bij het grote en fraaie gebouw. 'Volg de blauwe lijn, tweede etage, was het norse bevel.' Ik ging, wat kan je anders? Ter plekke gekomen moest ik me weer identificeren en weer de brief laten zien. Ik mocht gratis koffie of water nemen, theezakjes waren er ook en ik nam plaats. Na een minuut of tien werden we opgehaald door de cursusleider. Wat me toen, in een kleine drie uur overkwam, kan ik niet meer beschrijven. Ik kreeg een totale black-out! Ik schreef al, ik was, na afloop, zo van het pad af, dat ik mijn eigen omgeving niet meer herkende. Ik leek een dwalende in een grijze en natte omgeving, die ergens in Amsterdam Zuid was. F. S., hoewel een marinier, toch een vriend van me, noemde dat: ze hulden zich in vreemde gewaden en dwaalden doelloos rond!
Het was zo erg, dat ik me moest oriënteren op de borden die de Ring A 10 aangaven en vandaar mijn looproute zoeken, aar dat kostte me wel tijd! Ik kom, zo goed als dagelijks, op de fiets langs die plek. Totaal uitgel... en verdwaasd was ik!

=later meer, over Netwerken, Netwerkers, Scouts, Headhunters, Recruiters en de ophef daarover=

dinsdag 14 juni 2016

De Marine en Fietsen

Ja, even een wat luchtiger Blog, na al die wat zwaarwegende eerdere schrijfsels. Dat moet ik, therapeutisch, nu zelfs even echt doen, na die abso nare dag die ik vandaag gehad heb. Nee, nee, geen leed of ziekte of zukse zaken meer, hoor, nee, gelukkig niet, maar ik moest wel vandaag naar de eerste (van 10) cursus dagen over: Het Nieuwe Solliciteren. Ik wil niet spotten met iets of iemand en ik wil zeker geen mensen voor het hoofd stoten, daarvoor ben ik te veel ziekenpa, maar ik had, na afloop van die, slechts drie uur durende eerste dag, het gevoel dat ik totaal zwakzinnig was geworden. De cursus werd gegeven in A'dam west. Toen ik, rond een uur, uiteindelijk het mij toch redelijk vertrouwde metro station Amstelveenseweg verliet om over te stappen op de bus naar mijn woonplaats, was ik dermate gedesoriënteerd door alle BS en al het 'gehen' en gekakel over "netwerken" dat ik aan had moeten horen, dat ik, echt, ik zweer het, geen idee meer had waar ik me bevond! Ik heb een oersterk richtingsgevoel, zet me ergens neer en ik wandel blindelings naar een plek die je me opgeeft, zonder KAKO, (Marinespeak voor de simpelste mariniers oefening die er bestaat) maar ik moest als een  toerist om me heen zien om te bepalen waar ik eigenlijk was. Over dat trauma schrijf ik nog wel eens, als mijn geest weer wat helderder is. Geloof me als ik zeg dat die ervaring in die training heel traumatisch was en dat ik dit niet overdrijf!

Dus ja, nu even een wat luchtiger stukje, zoals al aangekondigd, om mijn kop even leeg te maken en omdat ik volgens de geliefde al de hele middag niet gelachen had!

"Je kan een Nederlands oorlogsschip herkennen omdat er geen meeuwen achter aanvliegen", heb ik in het Engels, Duits, Belgisch en Frans horen vertellen van "bevriende" collegae marinelieden van die diverse nationale marines. "Want", merkten ze dan snaaks op, "the Cloggie, de Dikke nek, der Bauer, le Paysan", is te zuinig om (vr)eten over de muur te zetten. (Marinespeak voor overboord gooien.)
Natuurlijk is niets minder waar! De marine kokologen kookten, doen dat nog, natuurlijk, zo goed en zo lekker dat er helemaal niets overbleef om over de pint te naaien. (Marinespeak voor overboord gooien.) Bovendien, hebben jullie wel eens aan boord van een Butsen (Marinespeak voor Engelsen) boot gevaren? Ik wel! Daar vlogen echt geen meeuwen achteraan, hoor! Die hebben iets meer zin in een eventueel restant van een Blauwe hap (Marinespek voor een rijstmaaltijd) dan voor Fish en bloody chips of een effing curry, zeg maar.
Kom nu tot je punt man, hoor ik jullie vertwijfeld zuchten. Doen ik. Nee, een Nederlands marineschip herken(de) je aan de fietsen aan boord. Stel: je staat ergens in een (marine) haven waar dan ook ter wereld. Dan zie je een aantal schepen afmeren. Later wordt het sein: "Vastwerken, vastwerken. Wachtsvolk aantreden in de brede zij. Aanvang passagieren" gepraaid (Marinespeak voor omgeroepen) Op heel veel schepen zie je dan m/v keurig gekleed de wal opgaan, al dan niet de vlag groetend. Als je goed kijkt zie je dat er van een schip, je hebt de vlag nog niet eens gezien, een grote club m/v van boord gaan, allen gekleed in sportief tenue en vergezeld van een fiets! Dat is de Jankaas boot, denk je dan meteen, ja, dat is het Nederlandse schip. 
En ja, dat is zo. Het is al jaren gebruik dat de marine m/v een fiets aan boord mag/kan meenemen zodat er in een haven en omliggende geografische ruimtes gefietst kan worden. Het zijn allerlei modellen en soorten hoor. Nu ja, ook van de fietsen. Vanaf stoere opoe vehikels, stevige MBK's en ranke geavanceerde race modellen, je ziet hen van en later weer aan, boord gaan. Er wordt op gekoerst of de stad verkend, boodschappen gedaan, al naar gelang de soort fiets en de instelling van de berijder. (ik stop nu met m/v.) Da's vrij uniek. Fietsen aan boord van schepen. Ik ben nog nooit een collega of een schip uit een NAVO land tegengekomen die ook een fiets bij zich had aan boord!
Maar, waar laat je die fietsen dan allemaal? Vroeguh, toen alles nog beter was, sprak de snode grijsaard, bijvoorbeeld op de jagers of zo, werden die dingen opgeborgen waar er maar ruimte was. Je kwam ze tegen in de meel bergplaats, in elektromonteurs werkplaatsen, in de "kast" machinekamer, in het munitiemagazijn van toren B, in de timmermans-werkplaats, (ja, op de jagers voeren nog echte timmerlui mee), nu ja, noem maar op. Later, op de modernere schepen, werden ze gestald in de hangar. Tja. We hadden, ik heb het even over de S fregatten, wel een hangar voor zegge 2, schrijve twee, helikopters, de zogenaamde Lynx machines. Maar, we hadden niet genoeg heli's voor al die schepen. Er waren domweg te weinig van ingekocht, of ze waren in de reparatie of men had er gewoon in de drukte eentje vergeten op een stuk strand in Libië. Dus ja, we hadden ruimte zat voor die fietsen, die dan, keurig zeevast, verankerd werden in die helikopter opberg ruimte. 
Ik had vaak ook een racefiets mee. Zo heb ik, dienende aan boord van onderzeebootjagers, gefietst in de West, in de USA, in Frankrijk, Spanje en meer van dat soort exotische oorden. Helaas mochten wij, fietsfanaten, onze fietsen niet mee nemen op ons fregat tijdens een fraaie reis die dat schip naar de "Oost" maakte. Ons schip had namelijk toen wel twee heli's aan boord. De enige twee in de marine die nog operationeel (Marinespeak voor inzetbaar) waren. Gnar, gnar, gnar. Anders had ik in Egypte, India, Indonesië, Australië, Nieuw Zeeland, Maleisië en nog wat landen kunnen fietsen. Goed, ik heb dan wel hardgelopen in al die landen. Ook leuk. Rennend onder de 'Gateway to India' in Bombay door, rennend de trappen naar het 'Opera House' in Sydney op, rennend door de haven van Batavia, eh, nu ja, Jakarta. 
Maar even goed blijft het jammer en een gemiste kans!

De marine heeft overigens  al vele jaren wat met fietsen. Zo is daar de jaarlijkse Tour de Lasalle.  Die Tour de Lasalle werd voor het eerst verreden in september 1955. Het is nu een jaarlijks terugkerend wielerevenement geworden, maar was destijds een initiatief van het marinepersoneel van de Marinekazerne Erfprins. De naam van het evenement werd ontleend aan de originele naam van dit fort, Fort Lasalle.
Nu ja, over fietsen en de marine heb ik een heel boek geschreven. Het heet, ja, heel origineel:  Ter land, ter zee en op de fiets. Der staan nog mooie foto's in ook.

Over mijn bijna 'krankzinnig' ervaring, ga ik binnenkort nog wel eens in. Nadat ik psychische ondersteuning heb gehad door een uur of vier te gaan fietsen!