vrijdag 31 januari 2014

Huisbezoek (Niet super, maar toch wel) 1

Soms gaat deze stukjes even niet over het werk maar over het, mijn/ons leven, zoals ook nu. Ben je geen liefhebber van katten, of van gewoon leven, sla dit gerust over!

Jullie hebben het waarschijnlijk vaker (zo niet, hierbij dan) gelezen op mijn Blogs. We, E. en ik, hebben twee katten. Een rooie, zo'n gestreepte, je kent ze wel, die we Tabby hebben genoemd, da's de bijnaam of koosnaam voor dat soort katten in het Engels en we hebben ook nog een 'asbakkie', een soort lapjeskat. Ze zijn ons beiden even lief, maar de tweede, die Skippy heet (en bijna 14 aar oud is), don't know why, de naam, maar E. of een van de kinderen, of ik misschien zelf wel, heb haar ooit zo genoemd. Maar S. heeft een hekel aan me, of is gewoon bang van me en dat nu al zo'n jaar of dertien. (Behalve dan als ze wil eten, dan ben ik goed genoeg om haar te voeren. Ze gaat me altijd uit de weg, maar op die momenten gaat ze kopjes geven en langs mijn benen strijken en gewoon aanhalig doen. Ja, katten en opportunisme, hè?) Maar, zoals ik ook al eerder heb geschreven, is de oudste, Tabby, nu tegen de zestien, en een diabetes patiënt. En, moet ze, net als de mens, goed op haar dieet letten, moet ze bewegen en moet ze insuline prikken. Nu kunnen katten veel, heel veel, zelfs wonderbaarlijk veel, maar zelf op een dieet letten, zelf gaan bewegen en dan ook nog eens insuline prikken nee, dat kunnen ze niet, of, in het geval van bewegen dan, willen ze niet. Ik heb ooit gelezen dat katten 80% van hun tijd liggen te snurken en de resterende tijd besteden aan eten. Wat een leven, niet? Er zijn hele volksstammen, in ons land alleen al, van mensen die het net andersom doen. Maar goed.
E. en ik (en de toen nog kleine kids) hebben de zorg over het beestje op ons genomen vanaf de dag dat ze, als leuke, rooie ragebol, gekke en drukke, maar lieve en hele fraaie kitten, in huis kwam. Dus zijn we verantwoordelijk voor haar.
We hebben haar gevoed en verzorgd en om haar gelachen en zijn boos op haar geweest als ze weer eens in de gordijnen klom of in het behang sprong of de bloemen van de tafel zwiepte met haar staart. Op den duur werd ze rustiger en makkelijker, maar ze bleef een vooral nieuwsgierige, kat, een oud wijf, noemen we haar, hetgeen ze tot op de dag van vandaag gebleven is. Ze heeft het dan wel niet zo op vreemden in huis, maar is bezeten van de dingen die E. doet. Dat zijn natuurlijk vele dingen. En dat zijn niet zozeer de huishoudelijke taken, maar vooral de dingen als: nagels vijlen of dingen met haarspelden, nou ja, dat soort zaken die vrouwen bezig houden.
Er is een vreemd ding aan haar. (De meeste katten hebben vreemde dingen, natuurlijk) Tab, zoals we haar noemen, is een junk, een foodjunk. Niet zozeer over haar eigen porties eten, dat hebben we gereguleerd tot een bepaald aantal aangepaste en afgemeten maaltijden per dag, en dan vaak samen met een spuitje insuline, maar ze kan het niet zien dat anderen, in casu E. en ik, zitten te eten. Dan gaat ze schooien, bedelen en zeuren en zo. En: het maakt niet uit wat we op onze borden of bordjes hebben. Ze wil het allemaal gaan proeven, of doet daar pogingen toe!
Het is natuurlijk bekend dat katten geen vegetariërs zijn. Vlees, kip, vis, kortom alles gooien ze erin als ze de kans krijgen. Maar dat 'die rooie' of 'die achterlijke rooie' of 'dat klo... beest', onze vaste koosnamen voor haar als ze weer eens loopt te schooien, (sterker nog, van je bord probeert te jatten), ook aanslaat als je gewoon een kopje soep, een boterhammetje kaas, een pepsel of een plak ontbijtkoek eet, maakt de aanwezigheid van de poes in de woonkamer, op het moment dat je wat nuttigt, tot een irritante aanwezigheid. Maar, soit, katten en mensen, het zal nooit echt wennen.
Wij, ons gezin, zijn echte kattenmensen. Je kunt de wereld onderverdelen in honden- en katten mensen. Ik heb het dus niet zo op honden. Er zijn fantastische soorten of rassen onder, die blinden of gehandicapten helpen, in elk geval geleerd hebben dat te doen, maar nee, honden, ik vind het niet helemaal mijn soort dieren. Maar, gelukkig mogen smaken verschillen.
Ik heb ooit gehoord en/of gelezen dat mensen geen kat hebben, maar dat katten hun baasjes kiezen en dat katten hun baasjes als hun personeel zien en ik geloof dat dat helemaal waar is! Arrogante k.. beesten zijn het soms wel. Je kent het wel. Met dan zo met die staart licht zwiepend in de hoogte weglopen en arrogant om kijken of zich helemaal met hun rug naar je toedraaien als je net gezegd hebt dat ze die boeken dus niet mogen kapot krabben of dat stuk behang met rust moeten laten, of dat ze daar dus niet op mogen gaan liggen!
Maar enfin, Tab koos ons en we zorgden voor haar. De kinderen waren gek op haar, zij was gek op de kinderen en op ons en ja, het was leuk. Ze verhuisde mee en werd toen steeds magerder en dronk veel en zo. Stress, dachten we eerst, van zo een verhuizing, maar het bleef maar aanhouden, dat afvallen en dat vele drinken. E. en ik komen 'uit de zorg' en het beeld van Tab deed ons veel denken aan suikerziekte, aan diabetes. 'Kunnen katten diabetes hebben?, vroegen we dus na een poosje aan onze dierenarts, die we hadden opgezocht na onze, bijna gedwongen, verhuizing, naar Amstelveen.(Ik kom daar nog wel eens op terug)
'Ja, natuurlijk', zei de dierenarts, M, streng. 'Ja katten kunnen diabeet zijn, absoluut. En? Nu maar een spuitje? Dan is ze uit haar lijden verlost!'
We stonden met tranen in onze ogen. Fu.. it. Onze lieve Tab weg doen? Nee, dat niet, nee, dat nooit! M, de dierenarts keek naar ons en vroeg: 'Houden jullie van die kat?' 'Doe niet zo raar', zeiden we, 'natuurlijk, het is ons kattenbeest, ons dier.' M. lachte wat. 'Weet je, we kunnen suikerzieke katten ook behandelen, hoor, net als mensen. Maar, daar is liefde, aandacht en zorg voor nodig.' Hij legde uit en we waren meteen overstag. Dieet, ja, bewegen, misschien ja, prikken, ja. Poen, ook. E. had toevallig een jaar of zo geleden toevallig een "ziekten kosten" verzekering afgesloten voor de beesten, alsof het zo moest zijn, dus we zouden nog wel geld kunnen declareren.
'Goed', zei M, streng. 'Dan gaan we aan het werk. Ik ben blij dat jullie van die kat houden. Ik maak andere baasjes mee in de praktijk.'
En sinds die tijd, nu al jaren terug, komen we heel regelmatig bij hem in zijn praktijk. Ik, nu ja wij, hebben hem leren kennen als een prima dierenarts, als een pragmatische man, als een probleem oplosser en als een man met een enorme liefde voor dieren.
En als een Bourgondiër en als nog meer, namelijk als een semi collega van mij....

==Over een kazerne, over een gedeelde hobby, over de Marechaussee==


woensdag 29 januari 2014

Mustapha en de poezen

Ik weet het, Hubert Lampo schreef het fraaier. Hij schreef het prachtige korte verhaal "Clarissa en de poezen", wat een mooi staaltje is van zijn manier van schrijven en van zijn genre, het "magisch realistische". Hoewel het woord 'poezen' bij de eerste uitgave nog als 'poesen' werd gespeld.
In mijn vorige Blogs las je een heleboel kommer en kwel over allerlei klanten en hun (vooral) onaardigheden, maar ik moet, als tegenwicht, of als tegengif, ook een positief stuk schrijven. Als ik het goed doe, moet ik meerdere positieve stukken schrijven, want ik/we/ons hebben ook een heleboel hele prettige en aardige mensen die regelmatig in de winkel komen. Laat ik het zo zeggen: over mensen die aardig en "normaal", ja, wat is normaal? zijn, kun je haast geen "stukkies" schrijven, althans geen leuke stukkies.
Maar toch ga ik een poging wagen in die richting. Het gaat in dit geval over een mijnheer, van een wat onbekende leeftijd, maar van bekende herkomst. Een Marokkaanse mijnheer om precies te zijn. Hij komt al jaren in onze winkel en ik zie hem zodoende ook al jaren. Hij komt niet iedere dag, hoor, nou ja, ik zie hem niet iedere dag want ik werk natuurlijk maar een bepaald aantal uren van een werkdag en een werkweek. Het is een typisch traditionele Marokkaanse man. Gekleed in het wat saaie bruin dat de mannen van die leeftijd vaak dragen. Bruine broek, idem shirt of trui en een donkere jas en onopvallende schoenen. Hij loopt met zijn winkelwagen door de zaak, pakt zijn dingetjes en, als ik de inhoud van zijn wagentje wel eens bekijk, is hij alleen staand. Dat zie je gauw aan het aantal en soort boodschappen dat een mens mee pakt, nietwaar?
Zoals een goed en braaf mens, wat ik, diep in mijn hart echt wel ben, betaamt, groet je de klanten of knik je hen toe. De mijnheer in kwestie sprak niet al te goed verstaanbaar Nederlands, maar daar raak je aardig aan gewend in de wijk waar ik werk. Ik kan daar een hele filosofische boom over op zetten, maar ach, we weten allemaal wel dat zoiets geen hout (meer) snijdt. Vorige regeringen hebben het voor niet Nederlanders te gemakkelijk gemaakt om, zonder de taal te spreken of zonder in te burgeren, in ons land te verblijven, met alle voordelen van dien voor die mensen.
Nee, ik ga daar verder geen waardeoordeel over uit spreken, hoor, maar het feit, de feiten liggen er en nu, jaren in retrospectie, hebben we daar spijt van, hetgeen niet belet dat de mijnheer in kwestie gewoon zijn boodschappen doet in onze toko, ondanks zijn gebrekkige kennis van de taal, zowel in woord en geschrift.
Toen ik eenmaal "bevorderd" was tot Kapitein Iglo, zoals mijn bijnaam luidt, (ja ook opa, ouwe man en dat soort woorden natuurlijk, maar verrassend en verfrissend noemt FM1 me vaak: Luukie, hetgeen me dan weer vijfenvijftig jaar terug voert in de tijd en me vagelijk nostalgisch maakt) kwam ik hem vaker tegen, snuffelend tussen de dierenvoeding. De DV dierenvoeding dan. We hebben twee planken met DV dierenvoeding. Ik ga niet uitweiden, maar we hebben tien verschillende soorten. Van een merk hebben we vier verschillende smaken, waaronder hart. Nee, ik ga geen catalogus maken, nu, het gaat om dat product. Ik zie mijnheer geregeld rommelen en een pak of vijf in zijn kar stoppen en ik denk: dat ga je toch niet op eten? !!!!
 !!! Ja, die uitroeptekens passen wel een beetje nu. Ik trek het boetekleed aan, ik strooi as over mijn hoofd en beken schuld en ga in zakken lopen, om nu eens Bijbels te doen. Ik neem dus meteen aan, dat mensen van niet Nederlandse origine in staat zijn om voeding die "Niet voor menselijk consumptie" is, zoals duidelijk vermeld is op de verpakking, op te bakken of te warmen en op het bord te schuiven. Geen menselijke eigenschap is me vreemd en xenofobie en zijn uitwassen is daar ook een van, natuurlijk. Helemaal bevooroordeeld zie ik hem dus als een mens die dat soort voer eet. Waarom? Geen idee,  de hoofdverloofde van vriend en meelezer B. koopt ook vaak pens en hart voor de dieren en daar zou ik toch niet zo op gereageerd hebben?
Het is al weer een paar dagen of een week later en ik zie hem rommelen in het dierenvoeding vak. Ik ben druk, maar ik wil het nu toch weten, om gesterkt te zijn in dat vooroordeel dat ik, schandalig genoeg, een beetje koester en ik vraag op een gegeven moment wat hij nu eigenlijk zoekt. In een wat onbeholpen Nederlands, zie boven, vertelt hij me dat hij "hart" zoekt. Het vak waar dat product moet liggen is leeg, ik kijk toch even beneden voor hem, duikel een doos op en geef zes verpakking aan de mijnheer. Hij dankt me vriendelijk en, of hij aanvoelt wat ik me zit af te vragen zegt hij (en ik vertaal en dit is geen lu. opmerking, maar anders zit ik hem af te zeiken en dat wil ik absoluut niet): 'Het is voor de poezen. Ik heb zelf twee poezen en die beesten eten alleen maar dit hart, deze verpakte soort. Ik geef brokjes en blikjes, maar nee, dat vreten ze niet. Ik heb ook nog wat poezen die in de buurt wonen en bij mij komen eten en ook die willen allen maar dit. Alleen maar dit voer. Maf hè?'
Ik ben beschaamd. En terecht. Ok, iedereen mag een of meerdere vooroordelen hebben, net als dat iedereen een geloof mag hebben, maar nu blijkt dat geloven en vooroordelen alleen maar narigheid, in ieder geval, schaamte brengen. Voor hij wegloopt zeg ik: 'Ik zal zorgen dat ik elke week zes pakken hart voor U op zij leg, oké?'
'Is goed, dank je wel, dat vind ik aardig', zegt hij. Hij kijkt op mijn naambadge en steekt zijn hand uit. 'Jij heet Jan?' 'Nee, nee, geen Jan, ik heet Lucas.' 'Loekas, mooi, ik heet Mustapha, zullen we dat tegen elkaar zeggen?'
Dat doen we sinds die dag en ik voel me een stuk beter, nu.


maandag 27 januari 2014

En ik kon ze niet meer ontlopen

= Over vervelende mensen, die alleen maar zeuren of het allemaal beter weten, of popu willen zijn=


Je had het verhaal over die man die op de pont "gevaren" had, nog tegoed. Ik legde al eens uit dat die man van zichzelf vond dat er maar een Frankrijk kenner bij uitstek was, hij dus. Op een dag kwam hij bij ons in De Keten, samen met z'n wat verzuurde echtgenote. Ik had in die tijd een Frans(talig)e collega, waar ik mijn school Frans een beetje mee ophaalde. De man bemoeide zich vreselijk met het gesprek, maar de collega gaf hem zo rad en zo fraai antwoord dat hij met de mond vol afdroop. Later viel hij me toch nog vaak lastig met Franse zinnetjes, die voor geen meter klopten en met zogenaamde belevenissen in zijn 'La doeze Franz'. Toen de (fiets)maten en ik eenmaal het plan hadden opgevat om in Frankrijk de Alp op te rijden en de plannen geconcretiseerd waren, vertelde ik hem terloops dat we ook een weekje naar Frankrijk zouden gaan. 'En waar dan wel heen?', wilde hij weten. Mij schoten wat Franse woordjes te binnen en ik vertelde dat we naar Chapelure sur Bain Marie zouden gaan, een fraai oud plaatsje. Hij was verrukt. Ja, wat leuk en ja, dat stadje kende hij goed, mooi, man, mooi. Ik gooide wat olie op het vuur en vroeg of het restaurant "Sortie Merde" inderdaad zo goed was als men zei en hij gaf het meteen zeven Michelin sterren. Ik nam vriendelijk afscheid, wenste hem nog vriendelijk "Zut allors" bedankte hem voor de tip en liep, stikkend van de lach, naar mijn vriescel, om even wat af te koelen.
Hij had perfect gereageerd. Chapelure is namelijk broodkruim, of paneermeel, sur Bain Marie is een manier van eten opwarmen en Sortie Merde is een samenstelling van: afslaan en ontlasting. Zut allors, betekent dan weer iets van 'stik erin' en dat was net wat ik deze figuur toe wenste.
Ook had hij, volgens zeggen, verstand van de koers, van wielrennen en kwaakte hij, onophoudelijk, over de pakhazen van het peloton en de ingebouwde motoren in de fietsen. Ik ben een maal zo dom geweest om met hem in discussie te gaan, maar wat had ik daar spijt van! Ik ben er van overtuigd dat de man te dom is om zijn naam in blokletters te kunnen schrijven.
Er is een mijnheer die elk jaar een gids over wijnen schrijft en die het dan over "omfiets" wijnen heeft. Hij bedoelt dat er sommige wijnen zijn, waar je een stukje voor om wilt fietsen om ze te kopen. Oh, dat had je ook al bedacht. Helemaal zo, zelf? Ok, ik zeg al niets meer. Maar in elk geval, deze figuur is voor mij een "omloop" figuur. Zodra ik hem/haar zie, zal ik benen maken om aan de andere kant van de winkel een vaag karwei uit te voeren, geloof me.
Dan heb je nog dat stel dat is blijven hangen in hun jeugd. Zij is eeuwig gekleed in een heel strak T-shirt, maar haar boezem verdraagt dat niet echt. Ik ben een liefhebber en een stille bewonderaar van vrouwelijke rondingen, ik vind daar niets mis mee. Mag er graag aanzi.., naar kijken. Zelfs als ze ietwat extra geproportioneerd zijn, kan ik er nog steeds met vreugde naar kijken, ik heb daar geen probleem mee, ik laat ze aan het oog verschijnen en, hoewel ik niet gelovig ben, dank ik de hemel dat er vrouwen zijn. (Ik ga geen kwaad spreken, hoor, zo ben ik niet, maar meer vulgaire figuren in mijn werk omgeving zoals gabbers A. en R. spreken dan over: grote tiet.. of: erger, wat een jetsers. Mij zul je niet horen, maar, ik houd er niet van, van dat vulgaire. En ja, ik wijs ze terecht, natuurlijk. (Gelukkig lezen hun eega's deze Blogs niet, dus ze komen niet in de problemen, want dat wil ik nu ook weer niet.)  
Maar deze mevrouw draagt haar voordelen zo voor zich uit dat ik af en toe het idee heb dat de boeg van een supertanker mijn pad kruist. Haar man is in zoverre anders dat zijn 'boezem' net onder de maag begint en boven de broeksriem wordt vastgebonden. Maar: hij draagt een petje. Dat is op zich al een beetje passe, maar het feit dat hij dat petje draagt met de klep in de nek is al helemaal passe, helemaal verleden tijd. Dat is natuurlijk helemaal niet erg of zo. Mensen kijken ook vaak naar mijn uiterlijk en dat begrijp ik wel. Ik ben slank, sportief, heb een fraai lijf en een mooie kop, een heldere uitsraling en ben gelukkig erg bescheiden en..

Ik moest even pauzeren want een schare hoongelach steeg ergens op. Soit. (Frans voor zwart) Ik heb niets tegen die mensen die ik net beschreef, ware het niet dat ze alleen maar komen zeuren. Ze drinken koffie van het huismerk, van die pads met "extra strong dark roast" of zo en, ja, helaas is die al een week of wat niet leverbaar. Waarom? Dat weet ik niet. FM1, FM2 en meerdere collegae weten het ook niet, maar iedere dag komen ze dus vragen naar dat artikel. Iedere dag wordt door mij/wij/zij/ons uitgelegd dat het niet leverbaar is, voorlopig, hopelijk, maar dus weer elke dag enz. (Dus: "omlopen".)
Dat zijn de koppels die we hebben. We hebben nog veel individuen die ook bijzonder zijn, maar de zendtijd is nu wel heel erg kort. Ik wil dus, lieve lezers, nog een man alleen vermelden. Een Limburger, een Glimbabwiaan, een reserve Belg. Begrijp me goed, ik heb niets tegen die mensen. Ze maken heerlijke gerechten als "Friet met Zoer Vleis" en, eh, nou ja, ze brouwen ook een lekker biertje en hebben een fraaie provincie. Niet afsteken van ons land, niet aan de Belgen geven, maar gewoon hier, bij ons, houden. Maar deze mens, deze overduidelijk met een Limburgs accent pratende man, voelt zich Prins/Koning/Keizer/Paus Carnaval. Je hoort hem al van af het moment dat hij de winkel binnenkomt. Tegen elke medewerker en tegen iedere klant heeft hij zogenaamd een 'Bon mot', een 'grap' of een 'leuke' opmerking en doet hij super populair naar het personeel. Dat gaat af en toe zover dat de dames onder het personeel van wanhoop vluchten, want mijnheer is ook een 'klever' ofwel een 'aanraker'. Oh niks ordi's of bedreigend of zo, maar hij knijpt altijd even in een arm, een schouder of geeft een klopje, terwijl hij schaterlacht om ZIJN gevoel voor humor.
Weer loop ik om.
Als dit soort figuren dan allemaal tegelijk, binnen het tijdperk van een uur, de winkel bezoeken en allemaal de dingen doen of vragen of zeggen waarvan ik hen beschuldig, nu ja die ik dus beschrijf, dan begrijp je dat ik/we wel eens niet zoveel zin hebben om "De klant is koning" uit te dragen.
Sterker, de winkel was gedurende dat uur vrij leeg, qua personeel. We moesten allemaal even een ommetje maken.
Allen ik, sukkel, had even niets door dat uur. Ik had graag zeven ommetjes gemaakt, maar ik had ze allemaal te pakken.



zaterdag 25 januari 2014

Dus wel, allemaal tegelijk! (2)

=waarin dienstverlening en service niet ex aequo is met de genegenheid naar sommige klanten=

Der zijn van die dagen! Jullie kennen ze ook. Dan komt alles tegelijk. De auto moet voor zijn APK en dan belt de garagehouder: 'Het wordt iets duurder, mijnheer/mevrouw.' 'Hoeveel iets duurder is iets duurder, aardige garage mijnheer?' '....' '??!!' 'Ja, sorry, maar de..' En dan volgt een verhaal dat je niet meer volgt omdat je al aan het rekenen bent waar je die poen nu vandaan moet halen. Of: de wasmachine stort helemaal, maar dan ook echt helemaal, in elkaar, of: schoonmoeder belt en zegt: 'De woning wordt gerenoveerd en de andere kinderen moeten allemaal naar cursussen voor hun werk. Dus kom ik gezellig twee weken bij jullie! Leuk hè?'
Oh nee, geen schoonmoeder moppen, alsjeblieft. Ik kan er niet tegen. Mijn schoonmoeder is een vrouw met een gouden hart. Dus als een collega dan zegt: 'Mijn schoonmoeder heb een goed hart, het had alleen gekookt op der rug motten hangen en flink laag, dat de honden der bij kennen!', dan lach ik niet mee, dat begrijp je. En als een andere collega vraagt wat het Koreaanse woord voor schoonmoeder is en dan zegt: Stik-Bits-Stik, dan wordt ik wat droevig, dat begrijpen jullie wel, toch?

Maar goed er zijn dus van die dagen! Gisteren was het zo een dag. Ik heb me ondertussen al schrijvend lopen afvragen of je nu als superman/-vrouw ook van je klant moet "houden" en ben tot de conclusie gekomen dat dat dus niet zo is. Respect, ja, service natuurlijk en, laten we zeggen, toewijding, helemaal oké, maar "houden" (platonisch dan) nee, dat gaat te ver. 
Sommige van die klanten (en gelukkig is het een heel klein aantal) verdienen het ook niet of nauwelijks, dat je respect of dat fraaie begrip en woord toewijding aan hen geeft. Dat komt door hun manier van optreden naar jou, als supermens, toe. Als ik ergens aan iemand een vraag stel, waar of aan wie dan ook, begin ik, en wij beleefde mensen allemaal, geloof ik, met: 'Mag ik U..  en zo, of: heeft U even.. of, wilt U mij..' Nou ja, beleefdheid, niet waar?
Ik gaf het al aan, net zo als de ouder cabaretiers die ik al noemde, verval ik in herhaling, maar ik zeg het toch nog een keer. Al die mensen die hun uitgezochte, verse producten, zomaar klakkeloos in allerlei stellingen werpen, waarna je ze, als je die producten pas de volgende dag vindt (want dat is Murphy's wet) en dat je dus de hele zooi kan weggooien, krijgen bij mij de handen niet op elkaar. Of flessen wijn of bier en zo, in de vriesvakken dondert, waar ze uit elkaar knallen, nee, niet sympathiek. (zachies uitgedrukt, nietwaar.)
Dat er clientèle is, dat al skypend, twitterend, sms'end of bellend, jou vragen stelt terwijl ze ondertussen de handen of ogen niet van die idiote oplichtende kleine schermpjes af kunnen houden, is, op het minst gezegd, asociaal. Maar, daar heb je een verweer op, door zo zacht mogelijk hen een antwoord te geven, tot ze wel contact met je maken, omdat ze je niet horen.
Maar, dat zijn dan nog, heel vaak, jongeren en ja, ach, die moeten nog groeien, denk ik dan maar. De ergste categorie klanten zijn de echte onbeschofte en onbehouwen figuren. Helaas, en dat doet wel eens pijn, behoren die figuren tot mijn leeftijdgenoten, althans de periferie ervan. Er zijn er momenteel vier stellen waarvoor ik, als ik ze zie aankomen, uitwijk en even snel een werkje elders heb, het zij even roken, hetzij even naar het toilet. Het eerste alternatief verdiend de voorkeur, maar dat terzijde. In "Nare mensen" heb ik het eerste stel al besproken. Het zijn tachtigers, ze zijn niet gehuwd maar buren of zo in een huis, die continue, en ik bedoel continue, wat te zei..., eh, te zeuren hebben. Noem het en er is gedoe over. De melk is een cent verhoogd in prijs: gedoe. De melk is een cent verlaagd in prijs: gezeur. De actie van deze week: niet in orde want kroketten, bah! De actie van volgende week: niet in orde: vis? Bah. Waarom geen kroketten? En dat op luide toon, terwijl ze het werkvolk, wij dus, luid beschimpen. 'Sukkels, snappen er niks van, kunnen geen ander baan krijgen, wat een klootza....!' (Ik vroeg hem ooit of hij een cursus gevolgd had in het lomp zijn of dat hij zo geboren was, maar dat begreep de sukkelaar niet.)
Stel twee, niet in volgorde, overigens, maar toevallig ter bühne gevoerd.
In mijn boek De Berg heb ik ze al opgevoerd, trouwens. Mocht je dat 'meesterwerk' nog niet gelezen hebben, schaf het dan aan. (Ik verdien wel 35 cent aan zo'n boek, dus mij maak je niet rijk, maar het verruimt je denkwereld, zak maar zegge!) Het is een mooi verhaal over een club 'maten' die de Alp d'  Huez op gaan fietsen en de voorbereidingen daarvoor. (Ja, een van die mannen was ik. In mijn andere Blog: Lucasfietst kun je er veel meer over lezen.)
Dat stel is geen stel. Ik hoop dat je me begrijpt? Nee? Ok, ik leg uit. Stellen, m/v, m/m, v/v, meer smaken heb ik niet, hebben wat met elkaar. Vaak, heel vaak. Betrokkenheid, genegenheid, liefde, verliefdheid, passie, afhankelijkheid, nu ja, alle vormen die er maar bestaan, maar dit stel is dus geen stel. Allebei begin zeventig, halfweg die jaren, of zo. Hij: het dominante "raspaardje", vindt hij zelf dan, maar da's niet zo, hoor. Zij: een stille, wat piekerig en ondergesneeuwde vrouw die het al jaren niet meer met hem ziet zitten. Een voorbeeld, want het is al laat en mijn glas is zo goed als leeg, en da kan nie!
Op een gegeven ogenblik, staat monsieur "Chapelure-sur-Bien-Marie", ja, ja, ik leg nog uit, komt goed, bij de vrieskast met ijs en pakt een literpak roomijs (huismerk). Ik zeg het maar even, dat je niet denkt dat het mensen zijn die alleen maar A-merken kopen. 'Ja', kwaakte hij, 'dat at ik altijd vroeger, toen ik nog op de vaart zat.' Waar hij vermoedelijk mee bedoelde dat hij vroeger zeeman was geweest, begreep ik. Dat piekte mijn nieuwsgierigheid, ik had ommers (nee geen spellingfout, mooi oud woord) ook op de "vaart" gezeten?
Bij wie hij dan gevaren had, welke maatschappij? Kustvaart, grote- of wilde vaart? vroeg ik. Maar hij keek wat loens en weg en was ook weg. Zij vertelde: 'Nou ja, hij was bij de Amsterdamse pont. Hij verkocht kaartjes, maar hij vond het wel avontuurlijk, hoor!'

=De overige stellen en het feit dat ze allemaal tegelijk in De Keten kwamen en allemaal tegelijk tegen me begonnen te kwaken houdt je tegoed.==


vrijdag 24 januari 2014

Nee, he, niet nu! En niet allemaal tegelijk (1)

=Ik lul/schrijf weer te veel, ik moet korter. Maar wil ik/kan ik dat?==

Er is ooit een Arabische filosoof geweest, Isell ben Sine heette de man en hij leefde in de zevende eeuw, die zei: "Hij die de klanten in zijn winkel niet liefheeft, verliest ze aan de ander." Dat was en is een wijs gezegde. Hoe die Issel daar aan kwam weten we niet, want in zijn tijd waren er nog geen winkels, alleen maar markten met kramen, ergens op stoffige pleintjes in kleine Arabische dorpjes. Maar, waarschijnlijk is die Issel een soort Jules Verne avant la lettre geweest.
In het begin van de twintigste eeuw zei de Duitse ondernemer Ilda Dill: (1873-1916): "Alles geht nur zu seite, immer am ersten kommt der Kunde". (Helaas zijn de geschriften van Isell ben Sine bij de grote brand van het beleg van Madrid rond 1432 verloren gegaan, maar ik heb het citaat toch weten te achterhalen. Ilda Dill is, zoals ik na veel speurwerk heb kunnen achterhalen, in de gevechten rond Langemark in 1916 gesneuveld. Hij was een onderofficier van de stoottroepen, en hij heeft nooit zijn filosofie aan de praktijk te kunnen toetsen. Zijn zoons hebben zijn zaak doorgezet en hebben aardige resultaten behaald.)*

Tja, ware woorden, toch, al die citaten? Daar moeten we ons dus wel aan omhoog trekken. De klant gaat voor, gaat voor alles. Ik heb het er vaker over gehad in eerdere Blogs, zie ook onder andere het Blog "nare mensen", dus ik val een beetje in herhaling, net zo als Freek de Jonge en Youp van 't Hek. Maar het is natuurlijk wel waar. De klant betaald mijn, ons salaris. Maar: moet je daarom je klant wel moeten mogen?
Nee, natuurlijk! Kijk, weet je, de meeste van de mensen die ik, op de dagen die ik werk, zie en tegenkom, ken ik ondertussen een beetje en daar heb ik een aardige 'relatie' mee, als je dat zo kan zeggen. Dat zijn dan wel gewoon doorsnee mensen. Ik had het wel eens over onze eigen "vieze man", die me, een week geleden helemaal opgelucht kwam vertellen dat zijn financiën helemaal op orde waren, dat hij afbetaling regelingen had had getroffen met diverse instanties en dat hij nog bedankte voor de moeite die ik genomen had en zo. (Dat ging dan over die kroegschulden, daar had ik al over geschreven en dat ik hem op het spoor geholpen had van de schuldhulpverlening van de gemeente)
Nu is het aantal leuke en positieve klanten ">=" dan de negatieve klanten. (>= meer dan dus.) Echt hoor, ik, we, moet ik zeggen, want ook onder andere gabbers en collegae A. en R. hebben goede contacten met hen en we lachen en grappen en dollen met hen, maar geven ook service en lopen met hen mee en geven antwoorden op hun vragen natuurlijk. Zoals het hoort. Nu ja, in een Mokums filiaal dan. En bij De Keten dus.
Er zijn zoveel supers waar er zo weinig contact met de klant is,dat je er zenuwachtig van wordt. Dan heb ik het wel voornamelijk over de supers in blauw en jullie begrijpen welke super ik bedoel. Het gebrek aan belangstelling voor de klant en het gebrek aan service verlening die daar van afstraalt, nou, dat mag enige naam hebben. In het filiaal waar ik veel kom, heb ik slechts twee mensen die met me een praatje maken. En dat, omdat ik er zelf mee begin, maar de rest van de medewerkers vind ik heel arrogant.
In De Keten begroeten we de mensen, maken een babbel, lopen met hun mee, maken een (vaak flauw) geintje, maar de klant(en) waarderen dat en komen dus vaker naar je toe als ze het even niet weten. Of niet zien zitten. En dan heb ik het niet over de boodschappen of de aanbiedingen of over over het weer, hoor.
Nee, ik kan je dus vertellen dat de ene mijnheer, van Blogs geleden, dat zijn chemokuur aan geslagen is, dat die andere mevrouw haar Hernia operatie gelukt is en dat het tweede kleinkind van de moeder en de dochter die elke dag samen komen winkelen nu alweer vier tandjes heeft.Is je dat bij je Appie wel eens gevraagd of heb je het daar wel eens over gehad met zo'n man of v rouw in het blauw?
Maar, man, ik kom papier tekort. Volgende keer dus even over het feit dat alle verkeerde dingen (mensen) dus tegelijk op je af komen!


*Alle citaten komen uit de pen en de fantasie van de schrijver van het Blog, overigens!

donderdag 23 januari 2014

Paaseiren, nog steeds niet

==Je bent gewaarschuwd, ik wauwel en schrijf dus wel door==

Nee, ik heb geen flashbacks, heb niet gesnoven of gespoten of teveel alcoholische versnaperingen genomen, toen ik het vorige Blog schreef, thank you H. (H. is meelezer van het eerste uur en maakt zich af en toe bezorgd om mijn geestelijke gesteldheid. We troffen elkaar, na, wat 20 jaar of zo, een week of wat geleden weer eens en het leek alsof we elkaar de dag ervoor hadden gesproken.Dat hebben Marine maten nu eenmaal.)
Ik kom net terug uit een aflevering van "De Duitsers", een Tv programma dat probeert ons, Nederlanders, de Duitse ziel uit te leggen en dat daar volkomen in slaagt. Ik kom ook net van de verjaardag visite van mijn "hoofdverloofde", zoals de ooit zo populaire Peter Knegjens, dat dan zo, grappend, kon vertellen.Wie, wie? Nou die. Een van de laatste flamboyante mensen die leefden tijdens mijn generatie. De man die de race van Fanny Blankers-Koen versloeg tijdens de OS van Londen, de man, die "Aju Paraplu" bedacht, die de woorden "Gele rakker" en (volgens zijn zeggen) "Heerlijk Helder Heineken" verzon. Die. Showman, showfiguur, showwereld en nu al zo'n 18 jaar dood of zo.
Hoezo: Flashbacks?
Nee, ik kwam op dat stuk over de "torren" (goedbedoelde bijnaam voor Korpsleden) en mezelf in Noorwegen, omdat we het hadden over Paaseieren en voorwerken en zo. En dat filiaalmanagers en hun directe staf daar dus ook heel goed in zijn en dat de eerste pepernoten al op de laatste dag van augustus in de winkels, althans in die van De Keten, lagen. Onze jongste dochter, nu ja, jongste, madam loopt al tegen de negenentwintig, verjaarde toen. Toen het eenmaal zes december was geworden werd het een enorme inhaalslag, want de kerstartikelen moesten ASAP in de winkel komen. Dat gebeurde natuurlijk en die artikelen stonden daar hun plaats in te nemen tot de zesde januari ongeveer. Zes januari is het Driekoningen feest. Zoals ik al eerder vertelde ben ik niet zo op en heb het niet zo met, allerlei kerken en geloven en vage gesprekken van of met de aanhangers van die diverse vlucht groeperingen.
(Zo beschouw ik de diverse geloven nu eenmaal, vluchten voor je eigen verantwoordelijkheden, maar oké, geen stokpaardje nu)
Maar Driekoningen is de dag dat traditioneel de Kerstbomen uit het huis worden verwijderd, door ze af te tuigen, de versieringen terug te stoppen in de diverse dozen en de boom uit het raam te donderen, of, in ons geval, in de doos terug te leggen en aar de zolder te verkassen. Een kunstboom, ja, en we hebben haar/hem al vijftien jaar of zo en we willen nooit meer een echte boom. Zo gemakkelijk, zo'n plastic boom, waarvan alle naaldjes waarschijnlijk door zieke en hongerige kindjes in India of China met de hand aan de stam en aan de takken geplaatst zijn. Schandalig, toch, eigenlijk? En, eerlijk is eerlijk, ik voel me elk jaar, als ik de boom op haar lichtmetalen steun weer neerzet, geestelijk bezoedeld over het lot van die kleine mannekes en vrouwtjes en ik brand dan ook maar weer eens een kaarsje voor hen. Een elektrische dan, want die zitten al in die boom. (Flauw, flauw)
Maar goed. De Kerst is voorbij, de winter wil niet echt beginnen, Blue Monday is net geweest maar het wil ook niet vlotten in de winkel. De omzet blijft beneden niveau, de klanten laten het een beetje af weten en dat is begrijpelijk. Ook als je naar je eigen bankafschrift kijkt, natuurlijk. We kregen in december het salaris of pensioen of uitkering of dat soort zaken, al dagen voor de normale betaaldatum, dus moeten we bijna vijf weken leven met de poen voor vier weken. En ja, hoe rustig je het ook doet met de feestdagen, je doet allemaal iets extra's en dus te veel. (Zelfs de minima, hoor. Die kunnen het al helemaal niet missen, maar willen toch ook een hapje en een drankje rond die tijd, toch?)
Dus, we verkopen iets minder en dat betekent dat je ook minder vracht krijgt. Dat betekent dat je het dus wat rustiger aan kunt doen, je afdeling en je opslagplaats wat aan kunt harken, een beetje tijd hebt om wat collegae te helpen, maar ja, die hebben zelf ook niet overdreven veel werk, natuurlijk. Dus ga je lopen denken en piekeren. Goh, denk je dan, het is al eind januari, de verjaardag van E. hebben we gehad, het wordt stilaan tijd voor verandering. Dus denk je, want er gaat opeens een enorm licht in je hoofd branden, zo'n lamp, zoals je dat in stripverhalen tegenkomt: Waar blijven die Paaseieren? En niet alleen die, maar waar blijft de rest van dat Paas spul? Het duurt vanaf nu nog maar drie maanden en dan is de eerste Paasdag daar. 2004, om exact te zijn! Bekende datum? Als je die weet ben je geïnteresseerd in de geschiedenis. AH, inderdaad en dan niet de kruidenier.
Maar, hoe goed FM en z'n ass ook hun best doen om voor te werken, als het centrale magazijn niet meewerkt, dan krijg je de paasspullen niet.
Kijk en met dat soort prangende vragen loop je nu rond in zo'n super, Erg hé? Terwijl de ondervoede kinderen in allerlei derde en vierde werelden kunstnaaldjes aan kunstkerstbomen plakken, zit ik met een vraag die de hele supermarkt wereld beheerst: Waar blijven die eieren?
Trouwens, is het jullie opgevallen? Al die feestdagen, Pasen, Pinksteren en natuurlijk Hemelvaart, worden steeds meer 'Vreetfeesten'. Waren net vroeger alleen de paaseieren die men dan kookte (en verstopte) om dat eieren een teken van nieuw leven was, nu moeten we hele brunches en broodmaaltijden aan gaan laten rukken en zo.
Ik, we, doen niet meer mee, hoor. Maar, ik zal jullie wel op de hoogte houden van wat we nu weer moeten eten rond die tijd.



dinsdag 21 januari 2014

Waar blijven de paaseieren?

'Voorwerken'.
(Voor de nieuwsgierige en soms verwonderde lezertjes is er een klein woordenlijstje toegevoegd)
Zo noemden (en noemen ze het misschien nog) wij van de marine het. Dingen doen, of werkzaamheden uitvoeren/verrichten, voordat die echt nodig zijn of waren. Een beetje "control freaken" zeg maar. Ik geef een voorbeeld. Je weet dat de 'ouwe', je commandant, om 1400 ZH* zijn inspectie ronde komt maken. Als je er dan voor zorgt dat je al om elf uur die ochtend lekker aan het SS'en, (nee, nee, dat niet, nooit, nee niet die context, Schoon Schippen betekent en betekende dat bij ons), bent, dan win je al een uurtje of zo. Of: je compagnie gaat per twee januari naar Noorwegen voor een winter training.
Gelukkig stelt de leiding van het Korps, (er is maar een Korps en altijd in hoofdletters, toch?) je in de gelegenheid om voor te werken en dus ga je al half december een weekje met een Klu vliegtuigje naar Noord Noorwegen om een eventuele lokatie voor je ziekenboeg te zoeken. Je komt in een hoog gelegen  plaatsje in Noorwegen uit waar een kazerne is, die in de wintermaanden gesloten is.Noren vinden het namelijk onzin om in de winter buiten te zijn. Het is volgens hen, terecht, veel te koud, dan. Maar je komt in het stadje en vindt de kazerne en een moederlijke en stevige Noorse zuster zegt dat de hele "Sykestua*" gedurende januari tot april tot je vervoeging staat. Geregeld dus en aardig voorgewerkt.

Je mannen en vrouwen zorgen er dan voor dat voor het winterverlof de zaken allemaal al bijna gereed zijn, dat alles is ingepakt in grote 20 voet containers die dan op een schip worden geladen, naar Noorwegen worden verzonden, zodat ze alleen maar wat details moeten regelen, zo vlak voor vertrek, zodat je met een gerust hart op het vliegtuig kunt stappen en ergens boven de poolcirkel je basiskamp kunt betrekken, om daar de containers te ontvangen en om dan te merken dat men in Nederland vergeten is om de sleutels van de hele stevige hangsloten, waar die containers mee afgesloten zijn, mee te zenden of aan iemand mee te geven die dus ook op dit moment bij jou in de buurt rondhangt. Er volgt een uurtje bellen met het thuisland, maar ja, het is avond, dus iedereen die er wat van moet weten zit al lekker thuis en je gaat eens op bezoek bij de OOMUN*. Ja, dat is zeg maar de man die over alle voorraden gaat. Die heeft het heel druk en heel veel sleutels, maar niet dat stel die jij moet hebben.
Dus dan zit je een uur of twee lang, op je knieën in een halve meter sneeuw, met je in een Amerikaanse PX* store aangeschafte Leatherman*, dat is zoiets als een Zwitsers legermes maar dan beter en met veel meer gadgets, die solide hangsloten door te zagen. Wachten op de sleutels die pas aanstaande week verzonden zullen gaan worden, heeft geen zin, want de voorraad geneeskundige zooi ligt in die container en je moet morgen operationeel zijn!Met doffe klauwen van de kou en met zeiknatte kleding en een lichaamstemperatuur die naar onderkoeling toegaat, maar met een geestesgesteldheid die het absolute kookpunt (iets van plus 273 graden Reaumur, maar nu ben ik het pad kwijt), benaderd, heb je dus, rond middernacht het hangslot doorgezaagd, je klauwen zijn versteend en bloeden, je lijf is je lijf niet meer en ja hoor dan blijkt dat het jouw container... (nee niet flauw nu, het is wel je container) is en dat je eindelijk kunt beginnen om je (tijdelijke) ziekenboeg/noodhospitaal in te gaan richten. Dus komt op dat moment dan de assistent van de OOMUN aanlopen en zegt: 'Adjudant, we hebben de sleutels die U wilde, gevonden hoor. Sorry, maar ze hadden Uw naam verkeerd gespeld, maf niet? De Greve is toch een veel voorkomende naam, toch?'
Je zegt iets als &8$5#^^&* en zo en nodigt de man uit voor een flesje vitriool op zijn gezondheid en jouw kosten en zegt nog wat onaardige dingen over zijn chef en over het functioneren van de afdeling waar hij toe behoord, maar, door het geraas van het vallen van een meter sneeuw in enorme vlokken, hoort hij je niet en verdwijnt dus stilletjes in de halve sneeuwstorm die nu op 3 januari Noorwegen treft.
De volgende dag, je hebt drie verplegers bij je en een hele goede club mariniers, ben je  om 0800 operationeel. Laat de wintertraining nu maar beginnen, laat de eerste gewonden en zieken maar komen. Dan komt de commandant van het bataljon waar je mee op stap bent even langs en vertelt, langs zijn neus weg, dat de training een weekje wordt uitgesteld. Op je vraag waarom, blijkt dat er te weinig sneeuw ligt. Je bedankt de majoor voor zijn mededeling en kijkt even naar buiten, vanuit je bureau. Dat is moeilijk, want er ligt zeker een halve meter sneeuw voor je raam. En jouw bureau is op twee hoog van de Sykestua, zoals de Noorse benaming van een ziekenverblijf is. Maar, voor de Mariniers is dat, schijnbaar, niet genoeg.

Dus ja, voorwerken is nuttig. Supers, nu ja, FM's, werken voor. Continue. Je moet wel, denk ik. Zo zag ik op de laatste dag van augustus de eerste pepernoten in de winkel verschijnen. Ik weet die datum nog heel goed, want een van de kinderen was jarig.

PX: Post Exchange, een op iedere Yankee legerbasis voorkomende 'super', waar ze echt alles hebben.
LEATHERMAN: een fraai stuk Amerikaans 'heb altijd bij' dingetje. De NASA schroeft er hun raketten mee in elkaar.
ZH: Zulu Hour. De marine is "in sync" met de rest van de Nato. ZH is Nederlandse zomertijd, Alpha Hour, is onze wintertijd.
OOMUN: Onderofficier van munitie, de magazijnmeester bij een compagnie van de mariniers
&8$5#^^&: CENSUUR/CENSUUR/CENSUUR
SYKESTUA: Ziekenboeg, ziekenverblijf, (denk aan Stube)

= Er gaat nog wel meer geschreven worden, ben ik (voor jullie) bang voor=

zaterdag 18 januari 2014

Gij zult dus niet en zo

=Heel kort (dat is op zich al een verhaal, ik en kort, nee, dat wil ik niet horen!) wil ik nog even op mijn laatste bericht terug komen: Gij zult niet....=

Zoals gezegd zien we in de super, maar ik geloof dat dat in alle winkels zo is, een nieuwe trend. Er zijn steeds meer oudere mensen die tegenwoordig boodschappen doen, zonder af te rekenen. Waar ligt dat dan aan? De vraag stellen is de vraag beantwoorden. We weten allemaal, hebben allemaal de berichten in de kranten gelezen of de nieuwsgaring op tv bekeken, om NIET te weten dat het oorlog is in pensioenland. Er wordt gekort op de pensioenen. Dat zijn de 'opgespaarde lonen' van die generatie mensen die hun hele leven (hard) gewerkt hebben om de welvaartsstaat op te kunnen brengen, door hun afdrachten van hun loon. Het overkomt mij, mijn partner en mijn (ex) collegae van mijn leeftijd.
Zoals ik al zei, het zijn mensen die een halve generatie ouder zijn dan ik, en mijn partner en vrienden en collegae die dit Blog lezen en soms becommentariëren, zijn. Een halve generatie maar, hoor, die mensen zijn nu 'dikke zeventigers', zoals dat heet en hebben een AOW en een, vaak, klein pensioentje van een of ander fonds waar ze, weet ik hoeveel, jaren aan betaald hebben.
De vorige keer sprak ik nog een beetje verbazing uit over het feit dat een oudere dievegge, want ja, dat was ze, klip en klaar, via de voordeur de winkel verliet, onder begeleiding van twee grote, potige en stoere wouten. (Ik had haar het decorum verlies zelf liever bespaart, maar ja, zoals ik al zei: gelijke monniken, gelijke kappen) FM1 zal me er binnenkort wel over aanspreken denk ik. Hij heeft zo zijn eigen mening over dat geheel.
In ieder geval, mevrouw en politie door de voordeur af en even later volgde ik ook. Ik was weer eens op de racefiets. Het was, voor het eerst in weken weer eens droog en ik ben in training voor de Mont Ventoux, ergens verderop in het jaar. Mensen keken nog wat verbaasd en gapend naar de vreemde stoet die zich net voor mij naar de heuse politiewagen had verplaatst en waarin de daderes als een heuse crimineel werd afgevoerd.
Ik fietste naar huis, dacht mijn kop lekker leeg te maken, maar kon het beeld niet kwijtraken. Ik kwam langs de Amstel, die zwart en stil naar het IJ stroomde. De hemel was laag spande haar horizon vlak voor mij af. Ik dacht: Ja, zo'n mevrouw, stel: ze is morgen of zo jarig. Stel: de (klein)kinderen hebben haar gebeld.

'Hallo ma, met Alex. Alex, ja, de oudste! Goh, dat weet U toch nog?' ".."  'Ja, was al even geleden, dat ik belde, maar ja, de zaak, ja de bank, hè? Druk, druk, druk!' ".." 'Een jaar? Nou ja, druk toch?'
".." 'Ja, net als pa, ja, maar eh..' ".."  'Nee ma, wat? Een jaar geleden alweer dat we belden? Dat zei U, maar ik heb toch vaker, nou ja Ilse, mijn secretaresse, heeft..' ".."  'Nou ja, oké, dan, jij je zin. Maar luister, ma, we komen morgen langs hoor, het is al zo lang geleden! En, U bent jarig toch binnenkort, of zo? Zei mijn vrouw? Weet je, we komen gezellig het weekend langs, om je verjaardag te vieren. En dan bel ik Pim en Alice en hun kinderen ook, dan komen we met z'n allen, goed? Nee, met Jan Floris wordt het niets, nee, die slaapt onder een brug in de stad heb ik begrepen.' ".." 'Ja, nou ja, wilde zich niet aanpassen toch? Nooit op de bank werken of zo, maar schrijver of schilder worden? Weet je nog dat 'ie een racefiets had? Lachen, hoor, wat een eikel.'  ".." 'Ja, maar hij was vreemd eigenlijk, wilde toch niet rijk worden of flink verdienen zo? Maar goed, ma. U woont toch nog op het oude adres, toch?' ".." 'Verhuisd? Oh, had U dat dan niet kunnen mailen?' ".." 'Geen computer? Nou dat gaan we regelen, en meteen maar Facebook en Linked Inn en zo.' ".." 'Modern? Nee, doe maar niet te veel moeite. Een bakkie koffie en een appeltaart, weet U wel? Nu ik er over denk! Goh ma, U kon van die heerlijke runderstooflappen met rode kool en zo maken. Wilt U dat deze zondag ook doen? Teresa kan absoluuuut niet koken, nee, dus eten we elke dag uit de ping of afhaal Thai of Italiaan of zo, ja, niet te pruimen natuurlijk.' ".." 'Oh goed hoor, allebei alweer zeven of acht of zo, geloof ik. Teresa werkt ook op de bank, nu. Had een mooie bonus ma, dat geloof je niet, ze had een zaakje met de SNS Reaal helemaal goed gedaan en had..' ".." 'Nee, de kinderen? Goh, wilt U die zien? Raar. U heeft ze toch niet zo vaak gezien?' ".." 'Oh dat wisten we niet. Wilde U graag oppassen op ze? Nou, we hebben een Nanny zeg maar, een Filipijnse, die is spotgoedkoop.' ".." 'Nee ik werk nog steeds bij de bank. Ja, het ging even wat minder en zo, nou ja, voor de klanten dan, die voelden zich bedrogen, maar ik heb zelf toch aardig wat opgestreken.' ".." 'Nee, een huisje in Liechtenstein, daar hebben we onze bankrekening, dus dat komt goed uit, ja ha, ha. Goh ma, ik krijg een bericht, ik moet even een deal maken nu, zorg jij voor de koffie en de runderlappen? Je bent een schat, tot zondag, doeg.'

Dus deed de oudere dame wat haar zoon had gevraagd. Dure boodschappen.

vrijdag 17 januari 2014

Gij zult niet ..

Iedereen heeft wel eens gehoord van de Tien geboden, denk ik. Dat zijn de regels die de Bijbel, dat boek, dat ooit, eeuwen geleden, eens is samengeteld en waar de christenen nu nog steeds naar moeten leven, heeft doorgegeven door al die eeuwen heen. Ik ga heel eerlijk zeggen dat ik niet zo Bijbelvast of kerks of gelovig ben, dat is gewoon zo. Ik erken elk geloof en hoop dat mensen er gelukkig mee en in zijn, maar ik doe er niet aan, ik ben niet zo in 'Joop', zoals men dat in de jaren tachtig zei. Het is niet dat ik er niets van weet, hoor, begrijp me goed. In mijn jeugd, ja, ja, heel veel jaren her, kregen we, op de openbare lagere - (en later op de openbare MULO) school, gewoon een maal in de week zogenaamde Godsdienstlessen. Die werden gegeven door de plaatselijke dominee. De man was van Protestants christelijke huize en sprak dus alleen over zijn kant van het verhaal. (Ok, over de islam wist hij weinig, maar over de katholieken des te meer te vertellen: Papen, niet te vertrouwen en alleen maar zondig en schuldig, met de Paus en de nonnen en de kloosters voorop)
Van huis uit is mij de religie ook niet echt meegegeven, als ik eerlijk ben. Mijn ouders hadden het niet zo meer op de kerk. Laat ik het anders zeggen: mijn grootouders van moeders zijde kregen ooit een kindje dat doodgeboren werd en de dominee wilde het niet de zegen geven of zo, omdat het kind niet gedoopt was. Dat was voor mijn opa en oma die ik, helaas, nooit heb gekend, het teken om de kerkgemeenschap te verlaten en het is in hun en ons gezin nooit meer goed gekomen.
Maar toch heb ik van de Godsdienstlessen wel iets mee gekregen, blijkt. Nee, ik ga geen praatjes of vergelijkingen over allerlei geloven houden want, in mijn ogen, deugen ze geen van allen. Geen enkel geloof, bedoel ik. Als je als mens je hoop stelt in een 'opperwezen' of in een 'almacht' die je alles vergeeft of die alles wel voor je recht zal breien, dan schuif je alle verantwoordelijkheid van je af en ontloop je de eigen verantwoordelijkheid en dat gaat niet. Ieder mens is verantwoordelijk voor de eigen daden, vind ik. En je mag je al helemaal niet verschuilen achter het opblazen van mensen met bommen en zeggen dat dat opperwezen er nu voor zorgt dat jij in de hemel komt.
Gvd, loop ik toch weer over het geloof te oh'en.
Maar, enfin, over dat ene gebod: Gij zult niet stelen. Dat gebod is over ons gekomen in en door de 'stenen tafelen' van Mozes. In de officiële Statenvertaling was het: 'gij zult niet stelen' de 15e regel en in de Joodse boeken de zevende en bij de katholieken de achtste of net andersom, nou ja, soit.
In ieder geval, veel van die gedragsregels houden tot de dag van vandaag stand en veel van die begrippen zijn vertaald in diverse wetboeken. (Gelukkig staan er geen regels in als: Ge zult niet (te veel) fietsen of lezen, schrijven of roken of zulks, want anders was ik een enorme zondaar.) Maar, natuurlijk is diefstal niet en in mijn ogen nooit goed te praten. Iemand heeft al dan niet hard gewerkt om iets van waarde aan te kunnen schaffen, ik zeg het nu simpel, en dan is er een of andere zweetl.., die denkt daar meer recht op te hebben door het simpel af te pakken? No way, nee, zo werkt het niet, natuurlijk.
Ik trap een deur in, weer eens, als ik zeg dat er in supers veel gestolen wordt. Vaak door het eigen personeel, ik schreef er al een tijd geleden over, maar natuurlijk voornamelijk door de klanten. 'Door de jeugdigen, natuurlijk', hoor ik jullie zeggen. Ja, ook. Veelal door scholieren, maar, tegenwoordig is de trend veranderd. We, supermensen, zien helaas dat de weegschaal kantelt, dat de trend anders wordt. Tegenwoordig, ik spreek over een periode van een paar maanden, zien we steeds meer 'ouderen' die, laat ik het zeggen, 'vergeten' om duurdere aankopen af te rekenen. Met 'duurdere' aankopen bedoel ik onder andere: vlees en dat soort producten, koffie, wijn en zo. Met ouderen bedoel ik dan de 'gepensioneerde' mens. Mijn generatie, ik behoor pas over een jaar of drie en een half en nog zoveel dagen tot die groep, (helaas) hebben vaak en veel gewerkt. We hebben soms meerdere en andere banen gehad en hebben altijd gezorgd voor een pensioen opbouw. (Hoewel wij, de generatie waar zo tegen aangeschopt wordt, de 'grijze golf' het ook allemaal zelf moesten doen, zonder of geen studiefinanciering en nog zes dagen in de week werken/school)
Maar goed, ik wauwel weer door. Vandaag werd er dus weer eens een senior aangehouden vanwege diefstal. Een keurige dame, rond de zeventig, iets erover. Een kassamedewerkster betrapte haar op het niet afrekenen van twee pakken koffie en zij, F., belde, terecht, de FM2. Die kwam, nam de dame mee naar het kantoor en belde, volgens de procedure, de politie. Die kwam, maakte een PV op, nam de dame mee en ik zag het gebeuren, omdat ik me net stond om te kleden voor een wel verdiend vrij weekend.
De mevrouw werd, voor de hele winkel zichtbaar, door de agenten mee genomen en in de politieauto gestopt die pontificaal voor de deur stond en ik dacht: ik weet niet wat ik dacht. Ik dacht: moet dat nu zo? Waarom nu even niet via de zijdeur? Maar, dacht ik, een jongeling die steelt wordt ook meegenomen door de winkel heen, dus ja, mevrouw heeft ook gestolen dus ze heeft recht op die behandeling?!
Maar, het zat en zit me niet lekker. Waarom is er die kanteling naar oudere mensen die winkeldiefstallen plegen?
= morgen meer=

dinsdag 14 januari 2014

Over dat water, weet je nog?

--dat ik een vervroegde 1 april grap hoorde of een uitzending van Banana Split zag--

Maar nee, het was werkelijk zo. Het was bij lange na nog geen 1 april en het was ook geen candid camera programma, nee, het was een heuse en serieuze consumenten uitzending. Over water het geheugen en zo terug geven. De lach bestierf een beetje op mijn lippen en ik dacht: dit kun je niet menen. Maar integendeel, men meende het wel. 'Kijk', zei de man van de firma (ik wou even instelling schrijven) die het aanprees, 'weet je wat het is? Dat water word door ons apparaat gereset. Het krijgt haar geheugen en leefbaarheid terug. Weet je, ons leiding water gaat bijna niet meer door rechte buizen. Dus verliest het aan kracht. Ons apparaat is er dus voor om dat water weer terug te geven waar het recht op heeft. We binden er namelijk ook extra zuurstof aan. Al dat water komt uit de bergen en zo en verliest dus kracht als het naar ons land stroomt!'
Mijn Javaanse Jongen brandde een schroeivlekje op mijn vingers, maar ik merkte het nauwelijks. Mijn koffie was ondertussen koud geworden, maar dat merkte ik niet toen ik haar opdronk. Hoorde ik dit allemaal goed? Rechte buizen? Maar, buizen zijn altijd rond, minder weerstand, minder onderhoud, slijtage of roest en zo. Of bedoelde hij nu dat er teveel bochten in een leiding net zaten? Water verliest aan kracht? Welke kracht? Druk? Maar dat ligt aan de pompwerking van het waterleidingbedrijf of aan de hoogte van de watertoren. Communicerende vaten, weet je nog? Extra zuurstof? Maar, als je extra zuurstof aan water bindt, krijg je dus 2 atomen waterstof, en 2 atomen zuurstof en krijg je dus H2O2, of wel waterstofperoxide. Dat is een stof waarmee een bepaalde bekende politicus zijn haar bleekt. Of, in minder geconcentreerde vorm, waar men wonden mee uitspoelt of mondholtes reinigt, maar het is niet geschikt voor consumptie, hoor. In tegendeel, het heeft geen moer met water te maken. Het werd zelfs gebruikt om een van de eerste straaljagers ter wereld op te laten vliegen en het werd/wordt in torpedo's gebruikt. (De ramp met de Russische onderzeeër Koers zou te maken hebben gehad met het lekken van dat spul uit zo'n torpedo.)
Waterstofperoxide is aanvankelijk ontwikkeld door het verbranden van Bariumzouten, die dan opgelost werden in water. Tegenwoordig wordt het Riedl-Pfeiderer proces gebruikt, hoor, om jullie even gerust te stellen.
(Wat een onzin, hé, maar ja, je hebt parate kennis of niet, natuurlijk!)

Tot overmaat van ramp, nu ja, ter illustratie, werd er nog een een tomatenteler ten tonele gevoerd die absoluut zeker wist dat hij nu steviger groenten kweekte door dat gevitaliseerde water, want zo heet dat spul, schijnbaar.
Er werd een mijnheer in beeld gebracht die duidelijk de jongste bediende van de firma die de apparaten die dat water moesten vitaliseren, was. Hij keek wat ongelukkig en was niet al te zeker van zijn woorden en antwoorden. Maar, nu kwam de aap uit de bekende mouw, nu kon je een kip zien wateren op glad ijs, nu kon je het lijk zien drijven, of diezelfde aap de daad zien volbrengen. Ah, het was een verkoop stunt, het was een commercieel product dat hier aan de man gebracht werd.
En ja, hoor. Het ging om een vitalisatie apparaat. Dat moest je dan kopen en op je kraan schroeven en ziet: het wonder zou geschieden. Ik hoorde ooit, tijdens een verjaarspartijtje, een oudere mevrouw, wat ordinair, vertellen: "Het wonder is geschiedt: de pruim is nat en het regent niet" en dat was in dit geval ook zo.
De firma in kwestie, Aqua-Cel, verkoopt namelijk die apparatuur, die apparaatjes. Vanaf 300 tot 1500 euro ben je het mannetje, of vrouwtje, dat dan heerlijk en gezond en extra verrijkt gevitaliseerd water kunt drinken en dat zorgt dat je eigen tomaten het goed gaan doen. Er werd een plaatje van het apparaat getoond. Ik zag een metalen opschroef stukje. Materiaalkosten? Ik denk vijftig cent?
Kosten voor het maken? Goh, ik ben geen metaalbewerker, maar: een uur werk? 35 euro? (Flauwekul, die dingen worden in een machine geperst en gestanst of zo, maar stel: totale kosten, nog geen veertig euro en dus, nee ik ga geen tsjakka zeggen, maar in ieder geval Kassa.)
Maar: er was ook wederhoor. Er werd een wetenschapper van de stichting Deltares gehoord die het allemaal onderzocht had en die met een eindconclusie kwam. BULLSHIT.
De door de firma aangeprezen waarden waren niet aantoonbaar. Sterker, het gewone kraantjes water was zelfs beter. Want ook de zogenaamde sporenelementen,dingen die nodig zijn voor een goede groei en functie van een cel o.i.d., waren zelfs MINDER aanwezig in het gevi.. nu ja, die zooi. Terwijl die wel aanwezig waren in het water uit de kraan.
(Een van die sporen elementen is Molybdeen. Ik heb ooit een racefiets gehad die van dat spul gemaakt was. Met een beetje chroom erbij. Goh, wat een mooie fiets was dat. Ze, fietsen zijn, als schepen, vrouwelijk, ging 200.000, ja, zoveel, kilometer mee. Ik heb haar nog staan, achter in de schuur. Maar ik begroet haar nog steeds met respect. Ik heb te veel gevitaliseerd water gedronken, ben ik bang voor.)


maandag 13 januari 2014

Another day, another road, ofwel een vroege 1 april grap.

WAARSCHUWING:
IK HEB MIJN HELE LEVEN ALS VERPLEGER VAN DE KONINKLIJKE MARINE EEN ESCULAAP OP MIJN UNIFORM GEDRAGEN, TEN TEKEN DAT IK 'ZIEKENPA' WAS. IK HEB MIJN HELE LEVEN EN DOE DAT NOG STEEDS, GELOOFD IN DE REGULIERE GENEESKUNDE EN ZAL DAT MIJN HELE LEVEN, ZOLANG IK NOG HEB, BLIJVEN DOEN.

LET OP: IK TRAP IN DIT STUK EEN DE VOLGENDE STUKKEN, TEGEN HEEL VEEL HEILIGE HUISJES AAN VAN GELOVIGEN IN HOMEOPATHIE, ACUPUNCTUUR, EDELSTEENTHERAPIE  EN DAT SOORT OPLICHTERIJ AAN.
LEES HET DUS MAAR NIET ALS JE TOCH IN DIE ONZIN GELOOFT.
JE BENT GEWAARSCHUWD, HOOR!




 Gewoon, water, in een gewone rivier, ons drinkwater komt, onder andere, hier vandaan.

Ja, oudere lezers en lezeressen met een Blues liefde. Cuby en the Blizzards, inderdaad. Van hun LP Groeten uut Grolloo! Muziek om van te smullen. En dat doe ik ook nog geregeld.
Maar het gaat vandaag niet over de muziek van die al jaren opgedoekte band en van, de inmiddels helaas overleden, Harry Muskee, maar, zoals je dat wel eens hebt op sommige dagen, schoot dat nummer door mijn hoofd toen ik vanmorgen rond half zes op de fiets stapte en de weg naar De Keten weer eens opzocht. Het was, tot mijn grote schande, pas de tweede maal dit jaar dat ik op mijn fiets zat! Maar ik vond het een mooi kopje voor dit stukje.
De dag verliep, zoals al vaker, routinematig en vanavond keken E. en ik weer eens Tv. We zijn, beiden, verslaafd aan een Belgische drama serie, noem het soap, die (of dat?) "Thuis" heet. Ik ga der verder niet veel over zeggen, maar we volgen de serie al jaren en ja, "we blijven er voor thuis", overdrijf ik, maar, we proberen er geen aflevering van te missen. Die serie is 'on air' tussen 2010 en 2040, zodat we na die tijd pas overschakelen naar een zender van keuze. Over het algemeen is dat naar Radar, een consumenten programma dat door de TROS wordt uitgezonden. Ik heb niet veel met dat programma of met die omroep, hoor. Dat komt voornamelijk omdat ik de presentatrice van het geheel, ik kan haar naam niet zo snel ophoesten, maar je kent haar wel, verdenk van een aantal dubbele agenda's en zo. Haar (ex) man/partner deed iets met de PvdD of iets vaags, nu ja, niet zo belangrijk, maar ik weet dat de mevrouw heel veel aandacht schonk aan allerlei zweverige ideeën en uitingen die haar, in mijn ogen, wat vaag deed en nog doet overkomen. Dus, heerlijk zo'n afstandbediening, klikte ik naar wat andere zenders. E., mijn lief en ook nog eens mijn vrouw, een prettige, zeg maar gewoon, fantastische combinatie, moest nog even wat doen. Zoals een oude Russische filosoof, ik geloof dat het Boris Sjasliek was, ooit zei: Een vrouwenhand mag nooit ledig zijn, dat is het mannenhoofd namelijk al, deed ze dan ook haar ding en ik zat wat half/half te kijken, ondertussen de laatste pagina's van een boek lezend. Tot: ik iets hoorde dat me op deed kijken uit Visibility en me vreselijk aan het lachen bracht.
Er was een hele serieuze mijnheer op de buis die woorden sprak als: 'We gaan het water resetten' en 'Het water krijgt zijn geheugen terug.' Heel even dacht ik dat het om het vruchtwater van een boreling ging. Tja, vruchtwater is nu eenmaal eh, eh, nu ja vruchtwater, maar dat leeft, daar leven baby's in, het bestaat uit menselijk materiaal met DNA en zuks, dus ja, nou ja, dat zou dus kunnen. Maar, bij nadere beschouwing, nu ja, ook bij nader gehoor, bleek dat het om niets minder ging dan ons drinkwater. Ja, dat spul, smaakloos, kleurloos en (bijna) kosteloos, dat je ziet verschijnen als je een willekeurige kraan in je huis aanzet. Dat spul dat een enorme goede dorstlesser is, waarmee je je doucht en je tanden poetst en, voor de echte mannen, waarmee je je scheert, je auto (laat) wassen en waarvan je koffie en thee zet. Water dus, H2O.
Heel even dacht ik in een oude, maar nu herhaalde aflevering van het programma "Poets" te zijn beland. Heel even dacht ik naar een oude tv serie als "The twilight zone" te zitten kijken, maar niets, naks, nix, nee, helemaal niet. Voor de jongere lezers en lezeressen: The twilight zone was een serie, korte afleveringen van een soort magisch realistische verhalen, waarbij mensen vaak in andere tijdsdimensies terecht komen. Spannend en wat huiverig.
Poets daarentegen was, zeg maar de hele vroege voorloper van Banana Split, of van welke verborgen camera serie dan ook. Dat brengt me weer op een ander onderwerp, maar zo blijf ik bezig, dus weer stof voor drie Blogs. Maar goed, de laatste Burp die ik nu opboer, gaat over het feit dat dat programma Banana Split bij ons, recht voor onze deur, opnames heeft gedaan. Dat ging over fout parkeren en ja, daar hebben we allemaal wel eens mee te maken gehad, toch?
Maar goed: Poets, de voorloper. Dat werd gepresenteerd door ene Cherry Duyns. Die had met onder andere Armando een.. Te veel info, nu. In dat programma Poets had men ooit de grap dat men twee soorten water op een proeftafeltje zette. De toevallige voorbijganger moest dan proeven of er verschil was in dat water. Het ene glas kwam uit de kraan en uit het tweede glas was gemanipuleerd, er waren, en ik quote waarschijnlijk verkeerd, waren de monocellen stereotiep verwijderd, in ieder geval, onzin van die soort. Tot mijn grote verbazing werd die 'grap', maar dat was het niet, vandaag in de uitzending dan, ook getest! Maar nu ging het om "gevitaliseerd" water. Wat? Wat? Vertel, vertel!. Ja, ga ik doen, maar nu neem ik eerst een gevitaliseerd watertje uit gerstenat. Met monocellen, ben ik bang voor.

--morgen even verder over Mumbo Jumbo, onzin en raar water--



vrijdag 10 januari 2014

Actie, actie, heel veel actie.

Ik had het een beetje moeilijk, vanochtend. Dat had natuurlijk een reden. Die reden was dat ik gisteravond een cursus bloemschikken moest geven in een horeca etablissement in Amsterdam Oost. Bloemschikken? Jij? Vertel, vertel. Ja, ik geef het toe, ik ben een 'whimp', een watje. Ik schik bloemen. Ik schik bloemen in vazen. Ik zou daar een voorbeeld, noem het cursus, over gaan geven aan een vijftal (oud) marine collegae, nee, beter, vrienden, van vroeger en van nu. Maar ja, die exercitie ging niet door, omdat de uitbaatsters van het etablissement waar de cursus gehouden zou worden, de vazen wel op tafel zetten, maar steeds gevuld met een gele en alcohol bevattende vloeistof. Dus moesten we die vazen elke keer eerst leeg maken en dan zou ik dus daarna de bloemen gaan schikken maar dan waren die vazen weer vol, nou ja, het werd dus een mislukking voor wat betreft de cursus. Natuurlijk welden in mij de frustraties op. Had ik me verdikkie zo goed voorbereid op deze avond en dan werd het toch niets! Mijn vrienden, waaronder Bert en Huub en Frans hielpen me over mijn dipje heen, gelukkig, dat zijn ware vrienden, toch?
Toch was ik om vijf uur al op, de volgende (deze) vrijdagmorgen en zat ik om half zes, we praten nu inderdaad over de donkere ochtenduren, al op de fiets met het kromme stuur en zocht mijn weg naar De Keten. Dat ging overigens prima en ik schoot, geholpen door een "poepwind", een Vlaamse uitdrukking, ik verzin hem niet, lekker op en was mooi op tijd, vlak voor zes uur, ter plekke. Het was vandaag routinewerk, lossen/laden, routine geintjes: 'gelukkig, de laatste vrijdag van de week en dan, van een niet al te slimme medebewoner  van onze groep: maar er is toch maar een vrijdag in de week?' Nou, dat hoef je dus niet meer uit te leggen, in ieder geval.
Dus bezig en met heel veel dingen tegelijk. Voorbeeld: een weekend actie waarin De Keten een anderhalve liter fles frisdrank, in zes verschillende (wan)smaken, verkoopt voor 29 centen. Eh? Ja, eh? Dat zeiden de klanten ook! 29 cent? Is dat wat? Ja dat is wat. Anderhalve liter Cola of Cassis of Up, voor die centen? Man, we geven er, echt, geld op toe.
Ik heb ook nog eens een display, mooi woord voor uitstalling, moeten maken voor toiletpapier: 24 rol voor 2,99. (12 cent per rol is een halve cent per vel, of zo?) Nou ja, voor die prijs kun je sch... aan de wereld hebben toch? Ik stalde die display, 60 pakken van 24 rol is: anderhalve meter hoog, een meter breed en 75 centimeter diep, rond negen uur vanmorgen uit. Om tien uur waren er nog vijf of zes pakken over. Heel veel, niet Nederlands geboortige en niet Nederlands sprekende mijnheren en mevrouwen, vaak in gewaden gehuld, gingen soms met vier of zes van die pakken er vandoor. (Ook met de flessen fris trouwens, waarbij opviel dat die afnemers vooral de 'Light' producten lieten staan.)
Nu even een stokpaardje en vaker geschreven: onze kinderen gingen naar school met een doosje met bammetjes, een pakje Fristie of Yogho of zulks mee en een appeltje/mandarijn, what ever, voor in de pauze. De hedendaagse jeugd, vooral de kinderen van de mensen die ik al noemde, de Mo'tjes, Ibrahim's en Mustafa's van deze wereld, gaan naar school met een paar piekies en kopen dus croissants, en blikken energydrink. (Vandaag dus ook anderhalve literflessen cola.) Nou mot je natuurlijk helemaal zelf weten wat je eet en drinkt en zo en wat je je kinderen voorzet, daar wil/kan ik me niet mee bemoeien, maar ja, ga dan niet lopen klagen dat je kinderen op hun veertiende al diabeet zijn en overgewicht (of net andersom) hebben. En dat die kosten van onderzoek, diagnose en insuline dan ten koste komen van de hele maatschappij.
Dat onze (en jullie) kinderen daarbij ook nog een liepen en fietsen naar school was natuurlijk ook meegenomen in hun 'bewegingspatroon.' Maar (en dit verwijt ik de regering) er zijn ook geen sportlessen meer op school. Dat is heel erg. Ik was zelf, ooit, als puber, geen echte liefhebber van sport. Ik was (ben) een echte boekenworm. Ik fiets heel veel, nu, fiets meer kilometers per jaar dan dat ik in de auto rij, maar moest toen wel de verplichte sportlessen op de lagere school en de MULO volgen. Ik heb er zelfs een bronzen medaille aan over gehouden voor een veldloop wedstrijd in het Noorderpark in Grunn'n, herinner ik me nog (wat vaag).
Maar er was dus heel veel actie. Ook mijn pizza aanbiedingen liepen als een trein. Dr Oetker, (nee die betalen me niet), Tradizionale Pizza, twee voor drie euro. Dat zijn wel, qua calorieën, twee hele maaltijden voor nog geen drie piek. Ja, die waren ook heel erg in trek bij dezelfde groot afnemers van fris en toiletpapier!
Moet je hier nu een les aan verbinden? Dat ongezond eten en drinken goedkoper is dan gezond voedsel? Ik weet het niet. Althans, ik heb er nog nooit heel erg sterk over nagedacht. Maar, ik kom er op terug, want het interesseert me wel.

Oh ja, in het voorjaar ga ik toch weer een cursus geven. Maar nu op het terras. Daar kan ik de vazen, al dan niet leeg, ook op de grond kwijt, bedenk ik net.

dinsdag 7 januari 2014

Vertraging

'Ik ga die ramen in elkaar trappen. Ik sloop dat hele vervelende* ding, ik leg explosieven onder die zooi.'
Gabber en collega A. was boos, heel boos. Normaal is hij niet zo, hoor. Maar nu wel.
Gabber en collega A. is eigenlijk een goed mens. Hij ziet er heel dreigend uit. Hij heeft allemaal plakplaatjes op zijn armen, die hij wekelijks vernieuwd, hij heeft een heel kort opgeschoren hoofd en is helemaal leip van hele Harde Rock. Dat schijnt een 'muziek' stroming te zijn. (Ik moet zeggen, hij heeft me ooit eens een paar nummers van zijn favorieten door gestuurd en daar zaten zulke fraaie beelden aan vast, dat ik even de muziek niet meer hoorde.) Zo dreigend als hij er uit ziet, zo mak is hij. In ieder geval sinds hij een vaste vriendin en nu een dochtertje heeft. Een prachtig meisje dat gelukkig op haar moeder lijkt. In wezen is A. eigenlijk een watje. Niet omdat hij pappa is, of omdat hij gaat trouwen, hoor. Maar: hij schijnt de afwas te doen!


Het was maandag de zesde januari en de vakanties waren voorbij. Dat betekende dat in heel het land de filedruk toe was genomen en dat de vrachtwagen waar wij op zaten te wachten, later was dan gepland. Deze wagen was al de tweede van de dag. Er komen, gemiddeld per dag, vier- tot vijf van die grote wagens bij ons om diverse vrachten te brengen. Jullie kennen ze wel, zo'n truck met trailer met opschrift: "DE KETEN: WIJ RIJDEN VOOR U". Lekker, als je achter zo'n wagen in de file staat. Hij rijdt voor me.
En, als milieu bewuste lezer, vragen jullie je af, kan dat niet wat minder, gezien uitstoot en zo? Ja, dat kan, in principe. Ik geef eerlijk toe, dat ik ook die mening ben toegedaan. Niet dat ik een milieuactivist van de eerste rang ben, hoor, maar je zou er voor kunnen kiezen om in plaats van drie keer een vrachtwagen, die slechts voor de helft of een kwart geladen is, helemaal vol te stampen. Hetgeen toch weer enkele malen CO2 uitstoot scheelt. Dat gaat dan op voor alle vers vracht. In het kort. Om 0700 komt de eerste wagen met verse producten: zuivel, brood, groente/fruit, vlees/kip. Rond 0930 hoort de tweede vers vracht te komen met producten als zuivel, groente/fruit, kaas en DV. Rond half twee komt er weer een wagen met dezelfde inhoud als de laatste, zonder DV dan. (Dan komt rond vieren nog eens een vrachtwagen met de KW, de houdbare, spullen en vaak zijn dat er dan twee, rond de feestdagen wel eens 3) Kan al dat verse spul dan niet allemaal in een gekoelde vrachtwagen, hoor ik jullie vragen! Ja, natuurlijk zou dat, theoretisch, kunnen, ware het niet dat we dan die tsunami van verse spullen op zouden kunnen slaan in een enorm aantal koelruimtes, maar dat gaat dus niet. Onze koelcellen hebben een beperkte capaciteit, dus moeten we de aanvoer verdelen over de dag. Daarnaast leveren zuivel-, groente- en vlees groothandels ook nog zo vers mogelijke producten. Bij DE KETEN drink je melk die diezelfde ochtend nog werd gemaakt door de koe en de varkenslappen waren een uur eerder nog (al dan niet) vrolijke varkens!
Maar, enfin, door de files van de maandag was onze tweede vrachtwagen dus erg laat. Dat zou betekenen dat A. en ik onze vracht niet af zouden krijgen want we werken allebei tot 12 uur op de maandag. Het komt onze beroepseer te na om ons werk niet af te hebben of te laten staan voor een collega, die er overigens niet is, want we bezuinigen weer eens op het personeel.
Maar de woede van gappie A. richtte zich niet zozeer op het late verschijnen van de vracht, de chauffeur kan daar ook niets aan doen, maar meer op een witte Canta die precies op de plek stond waar die voren genoemde vrachtwagen moest komen te staan. Canta? Ja, jullie kennen ze wel. Zo'n kleine, overdekt brommertje waar twee mensen net naast elkaar kunnen zitten en waarvoor je alleen een brommer rijbewijs nodig hebt. (Ze heten brommobiel geloof ik, officieel) Het zijn van die karretjes, die 45 km/uur mogen en dus, tot overmaat van ramp, ook op de rijweg rijden.  Ze zijn voorbestemd voor de mensen die niet meer kunnen, of vaak niet meer willen, bewegen.)
A. maakte zich eigenlijk onterecht boos, want er geldt geen parkeerverbod in de ruimte voor onze winkel. Oplettende lezertjes zullen zich nog herinneren dat ik verhaald heb over het gedoe met lossen en laden. We hebben daar, in tegenstelling tot de meeste filialen van De Keten, geen aparte deur voor met toegang tot magazijnen en koelruimtes, maar moeten dus de ingang gebruiken die het winkelende publiek ook neemt, waarbij de vrachtwagen ook nog eens een gedeelte van het fietspad in beslag neemt. Goed, de wagen was laat, de Canta stond storend in de weg en de chauffeur kon zijn truck niet parkeren.
Ik nam een oproep installatie ter hand en riep vriendelijk, maar duidelijk om: Of de bestuurder of bestuurster van de witte Canta zijn/haar voertuig zo spoedig mogelijk wilde, nu ja, je jent het wel. Lauw Loenen, gedurende vijf minuten. A. wondt zich meer en meer op. Ik ook, wel, natuurlijk en even hadden we het idee om de chauffeur te vragen met zijn bumper het rot ding maar te verschuiven, maar praktisch was dat geen optie, natuurlijk.
Dus nog maar eens een oproep en dit maal met de nodige nadruk, waarin ik het woord 'politie' en 'parkeerbeheer' en 'boete' liet vallen. Even later kwam een redelijk kwieke, vrij goed ter been zijnde oudere dame zich melden. 'Oh, moest mijn wagentje echt weg? Ik dacht dat jullie wel even tijd hadden, toch? Wat een gezeur, hoor van jullie kant. Goh die chauffeur heeft toch wel even tijd? Hij kan toch ook wat later komen? Ik sta net even met een buurvrouw te praten en nu moet ik al mijn wagentje weg...' Ik mopperde nog wat over een gehoorapparaat in plaats van een wagentje, maar ze was al ingestapt.
A. ontplofte net niet. Net niet. Ik ook net niet. De chauffeur wel. Hij is een West Fries en die praten toch al zo een raar taaltje dat de mevrouw in kwestie dacht dat hij haar vriendelijk bedankte en ze zwaaide hem lief toe.
We liepen een half uur, minstens, achter op ons schema. Ik speerde mijn vracht erin, A. ook. Om twaalf uur stonden we in het kleedhok ons om te kleden.


* Nee, dat klopt, jullie hebben gelijk, hij zij een heel ander woord, maar ja, ik ben een net mens en ik kende het woord niet echt. Het leek een beetje op 'Goeie grutten.'

zondag 5 januari 2014

Super mannen en vrouwen, 2

=Lees eerst het vorige Blog, anders snap je der geen moer van=
En nu dan maar eens over daar waar het echt gebeurd, namelijk de werkvloer. Begrijp me goed, er moet een beleid uitgestippeld worden, er moeten mensen zijn die de spullen in het groot inkopen tegen scherpe prijzen en die spullen laten distribueren, die de processen beheren en al dat soort zaken meer en natuurlijk moet er een directie, (een admiraliteit) zijn. Da's duidelijk. Maar, zoals gezegd, is er dat gapende gat tussen hen naar de werkvloer. De werkvloer waar het geld verdiend wordt die die directie in staat stelt om hun, niet te geringe, salarissen op te strijken en hun zendgraven op pad te sturen. (En vaak nutteloze cursussen te geven, zie aldaar)
De leiding over de werkvloer, de filialen dus, heeft ook een duidelijke structuur. Aan het hoofd van een filiaal staat de FM. In KM termen, de commandant, CDT. Hij beveelt het filiaal (het schip) en zal in grote lijnen de strategie uitstippelen, beslissingen nemen en zijn personeel leiden in het gevecht om de klant (c.q. tegen de vijand.) Een goede 'ouwe' en dus ook een goede FM, kent ook de namen van zijn personeel en hun functie en (eigen) aardigheden. (Ik heb heel veel goeie 'ouwe's' meegemaakt en heel veel goede FM's. Dat waren goede schepen en goede filialen. Ik heb ook wel eens op een k.. schip gediend en een k.. filiaal gehad. Drama. Maar dat lag bijna altijd aan de CDT/FM)
Als je de KM structuur een beetje kent, valt de structuur met de werkzaamheden van een FM meer en meer op. Hygiënische- en veiligheid rondes, rondes over het aanzien van het pand/schip en hij/zij er dan ook op toe dat de discipline gehandhaafd blijft en het filiaal/schip steeds gereed is om zee te kiezen/spullen te verkopen.
Zijn vervanger is de Eerste Officier/ass FM. Die heeft dus ook de taken van de FM, maar is tevens belast met de personeelszorg, (KM term) en het maken van de diverse (marine) wachtlijsten of dienstroosters.
Daarna komen de afdelingschefs. Dat zijn de officieren die belast zijn met hun diensten. Een hoofd technische dienst, operationele dienst, logistieke dienst, nou noem maar op. Bij ons in De Keten zijn dat de chef, in ons geval cheffin, van de bakkerij, de chef van de AGF afdeling (Aardappelen/Groente/Fruit), de cheffin van de kaas/kip/ en de chef zuivel. De afdeling KW, (kruidenierswaren, zeg maar alle houdbare artikelen die je koopt in een winkel) is tevens de verantwoordelijkheid van de ass FM.
Deze 'officieren', doen de bestellingen, zijn belast met het behoud en onderhoud van hun afdelingen en dienen te zorgen dat hun personeel de afdeling goed bijhoudt en goed verzorgd achterlaat en zo. Die officieren doen, dit in strikte tegenstelling tot de KM officieren, wel vaak het gewone werk zoals vullen en opruimen, hoor. (Ik heb ze zelfs wel eens met een druppel water op het voorhoofd gezien. Even vreesde ik dat het zweet was, maar, phew, gelukkig, niet. Het was een druppel water van een lekkage uit het dak, na een overvloedige regenbui. Waar zou de wereld blijven, anders?)
Nee, dit is niet echt leuk. De afdelingschefs werken echt gewoon hard mee.De meeste dan.
Daaronder komen dan de onderofficieren, zeg maar: de 'full time' medewerkers. Dat zijn de mannen en vrouwen die 's morgens en 's middags de vracht lossen, die de vakken vullen, directe leiding geven aan hun medewerkers, (de matrozen, even vertalend) en hun mening en inbreng over voorraden, bestellingen, over het personeel en dat soort zaken hebben bij hun directe chefs.
En ik? Wat is mijn rol in het filiaal? Tja, ik sukkel daar wat tussen door. Ik ben een beetje een buitenbeentje, eigenlijk. Ik werk, bijna voor 100%, alleen op de DV afdeling en ook alleen. Ik leg verantwoordelijkheid af aan de FM en de ass FM en verder aan niemand. Ik zorg voor mijn afdeling, vind het prettig als die goed er bij 'staat' en loop te gallen als het weer eens een zooitje is, zoals vaak op de maandagmorgen. Ik zorg ook een beetje voor de buitenkant van de toko. Ik veeg shit op, zorg er (een beetje) voor dat de parkeergarage aangeharkt blijft, luister met een open oor naar collegae die een verhaal hebben over ziekte of narigheid. En ben zo terug in het werk dat ik 32 jaar met veel liefde heb gedaan: luisteren naar mensen en, misschien, hun wat hulp kunnen bieden.
Ik heb, op een heel enkel iemand na, bijna alleen maar fijne en prettige collegae, ik maak praatjes met hen en met de klanten en met deze of gene van het personeel die ik nauwelijks ken. Af en toe word ik met naam en toenaam gegroet door een van de jongere personeelsleden die ik niet eens van gezicht ken, trouwens. Ik doe dan maar beleefd terug en hum en hem wat en probeer, helaas vaak tevergeefs, hun namen te herinneren.

Ik ben de oudste medewerker van het filiaal. Men beschouwt mij een beetje als een Dino, heb ik het idee.
Dat geeft niets. Dat mag. Sterker, dat moet. De jeugd moet een ouder iemand hebben om zich tegen af te zetten. Dat had ik ook, vroeger, toen ik nog jong was en dacht dat ik de wereld beheerste en dat die aan mijn voeten lag en dat ik de wijsheid in pacht had. Maar, dat ik nog menig jongere collega het nakijken geef in de snelheid en de netheid waar mee ik mijn afdeling vul en achterlaat, en de activiteit waarmee ik help de vrachtwagens te lossen, doet me nog niet echt in die Dino rol vallen.
Nou ja, nog een goede drie jaar, dan.













vrijdag 3 januari 2014

Over Super mannen en Super vrouwen (1)

Ik had het beloofd, ik zou nog eens een stuk schrijven over mijn collegae. Nee, klik dit nou niet meteen in de Bin of in waar je het ook wilt klikken, want over het algemeen is dit een heel superlief en positief stuk. (Dit in tegenstelling met mijn karakter, hoor ik jullie zeggen, thnx!) Ik ga in dit en de volgende stukken geen namen noemen en geen bijzonderheden vertellen, maar gewoon even wat op- en aanmerkingen over hoe het werkt in een groep als een super.
Moet je nu een bepaald slag mens zijn om in een super, zelfs in een top super als De Keten, te werken? Ik zou haast zeggen: helaas niet. Ik bedoel, er zijn geen selectieprocedures of criteria vastgelegd om aangenomen te worden. Niet in die mate als of je hersenchirurg of straaljager piloot wilt worden of bij Defensie of de politie wilt dienen. (Maar om politicus of minister te worden hoef je ook niet geselecteerd te worden, immers?)
Het aannemen van personeel in onze keten gebeurt op 'micro' niveau. Dat klinkt niet helemaal goed. Ik bedoel, de sectorchefs.., nee nu moet ik even over de structuur van een "super" uitweiden. Voor mij, als oud marineman, was (en is) die structuur heel duidelijk en heel erg vergelijkbaar met de structuur van (in mijn geval) de KM organisatie.
Helemaal bovenaan, helemaal ver weg, staat de directie. (De admiraliteit, bij de KM) En ik bedoel dus: helemaal ver weg. Jullie, werkenden (al dan niet in een super) herkennen dit. In een stad of plaats, zoals gezegd, vaak ver weg, je bent er misschien, ooit of nooit, geweest of je hebt er foto's van gezien, staat een chique kantoorpand, vaak met een distributiecentrum (DC) van ongekende afmetingen er aan gekoppeld.
En: daar begint het vaak al. Het kantoorpand, met mannen in pakken met stropdassen en vrouwen in kekke, maar beschaafde kledij, heeft een gezamenlijke kantine. Daar zouden de mensen van het DC en het 'opperwezen' elkaar kunnen ontmoeten en van gedachten kunnen wisselen of naar elkaars op- en aanmerkingen kunnen luisteren. Niets is minder waar. Kantoorpersoneel en DC personeel eten niet samen, nu ja, soms en individueel, maar niet structureel. Ze willen dat zelf niet, of de ene groep voelt zich beter of meer verheven dan de andere groep, nu ja, in elk geval, het gebeurt niet. Dus komt, zoals zou moeten gebeuren, er geen contact tot stand, geen communicatie, tussen eerste (kantoor) echelon en tweede, (DC) echelon en daar gaat dus informatie al verloren.
Na de top, de directie, die al niet helemaal 'in touch ' is met de werkvloer, volgen de, zoals in de tijd van Karel de Grote, nu 1300 jaar her al,"zendgraven", echelon 3. In ons jargon heten ze de Regio Managers. (RM) Dit zijn dan weer mannen (in pakken, ja, met stropdassen, ook, en er is zelfs een vrouw bij, in net mantelpak) die tussen directie en werkvloer heen en weer reizen. De RM is een geducht en gedoogd personage. Hij is niet gewaardeerd om zijn (of haar) kunnen of weten of sympathieke aanwezigheid ter plekke of om de ondersteuning die ze geven. Nee, vaak komen ze niet eens van uit een 'winkel' omgeving, (van de vloer om het maar weer zo te noemen) maar zijn het 'jobhoppers, die het nergens lang kunnen uithouden en dus geen moer verstand hebben van het reilen en zeilen in een grote winkel. Ik heb er een gekend die ooit als bankmanager had gewerkt, nou ja, dan weet je het wel. (Hij had enorme handen van het graaien, zal ik maar zeggen)
Nee, ze zijn niet geliefd, maar gevreesd. De RM is over het algemeen behept met en lijdt aan, het zogenaamde "Kokmeeuw Syndroom". Ik geloof dat ik het ooit wel eens verteld heb. Voor de willige lezertjes leg ik het nog eens uit. In tegenstelling tot de meeste syndromen die mensen kunnen hebben, waarbij het syndroom de 'besmette' of zieke mens zelf aantast of er aan doet lijden, (Ganser of  Korsakow*)  is het Kokmeeuw Syndroom alleen vervelend voor de mensen die het over zich heen krijgen, die dus direct contact hebben met de lijders aan dit syndroom. De mens met die ziekte/dat syndroom, is namelijk net als de befaamde witte zeevogel. Ze komen ongewild binnen, schreeuwen, krijsen, vreten de zaak op en laten, ten afscheid, een forse hoop onwelriekende uitwerpselen achter. Hebben jullie ooit wel eens een positieve en aardige kokmeeuw gezien?  Nee? Ik ook niet en dat geldt dan dus ook voor een type als de RM. Een collega van me heeft ze wel eens vergeleken met hyena's of gieren, allebei aaseters. Nou dat is niet netjes, natuurlijk want hyena's en gieren hebben namelijk wel hun nut.
In de vergelijkbare marine situatie waren dat overigens de diverse 'Hoofden' zoals dat genoemd werd. Hoofden van Dienst, om het helemaal te zeggen. Het rare van die mensen was, dat ze, zoals elke marineman/-vrouw wel eens op de werkvloer zouden hebben moeten zijn, bij de marine heet dat 'operationeel', maar dat die soort Kokmeeuwen allemaal wel eens een beschermer had gevonden die het voor hen mogelijk maakte om soms tot vijftien jaar lang op een functie te zijn en dan nog te worden bevorderd ook. Wij, de simpele  mannen en vrouwen, verwisselden elke twee tot drie jaar van werkplek.Variërend van Curaçao naar Den Helder of van een schip naar een compagnie van de mariniers. Maar vaak, heel vaak lang weg van huis, maar zo niet onze zendgraven, dus.
Kijk en na de RM valt een enorm gat. Dan krijgen we namelijk de FM, de filiaalmanager, maar daar over en over de rest van de toko morgen weer.
* Google maar.