woensdag 29 april 2015

Koningsdag en de Republikein (3)

En ja, ik sprak mijnheer A., (de schrijver/historicus) nog een paar dagen voor Koningsdag. Ik wenste hem, een beetje sarcastisch, een prettige "feestdag" en wees hem erop dat we die dag gesloten waren. Ik wist dat hij nogal ambivalente gevoelens bij die dag zou hebben, zeg maar. Mijnheer A. is een heel aardig mens, die met graagte en liefde praat over zijn werk en zijn boeken en over zijn nieuwe, nog te verschijnen werk. Ik mag hier niet uit de school klappen, natuurlijk, maar het wordt een pittig verhaal, begreep ik. Hij lachte cynisch, met die wat scheve en toch wel innemende lach. 'Ik zal me wel vermaken hoor', mompelde de man, die altijd wat verlegen overkomt. 

Terugkomend van een vakantie die alleen maar met een grote grijze vogel te bereiken was, hoorde ik, (nu ja, die ex, moet ik die daarbij noemen? Nee, doe ik niet) van de taxichauffeur dat de man van de koningin in moeilijke papieren zat. Hij zou zijn, nogal grote invloed, aangewend hebben bij het "mysterie" van Defensie om een bepaald merk straaljagers aan te laten kopen. Voor een x vergoeding in US Dollars, geen klein bedrag aan, overigens. Dat had de man overigens wel nodig, want de moeders van het buitenechtelijke kroost begonnen zich te roeren en wilden nu wel eens centen, nu ja, hardere valuta, zien, voor de opvoeding van het kroost, door hem verwekt en door hen op de wereld gezet. De, overigens,  socialistische, regering van Den Uyl, stopte het allemaal zoveel mogelijk in de doofpot. Maar de jonge generatie journalisten en historici, zoals die heer A., deden dat niet, openden zelfs die giertank en ja, wat krijg je als je eenmaal een beerput opendoet?
Nu ja, de geur van die beerput werd zoveel mogelijk door de regeringen van die jaren verdrongen door een deodorant van koningshuis gezinde geluiden, maar, waar rook is, is vuur, waar stank is, is, eh nou ja, zijn uitwerpselen, zeg maar. De schandalen en de stinkende en bruine geuren trokken dikke wolken boven en rond het ooit zo idyllische Soestdijk en bijna, bijna, op een haar na, was de idylle van Koningin en Prins Gemaal voorbij. (In de latere jaren veertig was iets dergelijks ook al gebeurd tijdens de Gre(et) Hofman(s) affaire, Google dat maar eens. 
Hij, de P. van het verhaal wilde zijn vrouw toen uit haar rol als koningin te laten zetten en zelfs op laten sluiten in een inrichting. Dat feestnummer, zo noemde men hem in Engeland,  had iets dergelijks al eens eerder gedaan door aan Hitler een brief te sturen waarin hij aanbood om de "stadhouder" van ons land te worden, na de bezetting in mei '40! Hij ontkende dat hevig, natuurlijk. Stel je voor, die boef steld4e zich na '45 ook nog eens op als bevrijder van ons land? De King Kong affaire is ook nooit opgehelderd! (Google daar of lees de boeken van Thomas Ross!) Hij kwam pas maanden na de echte gevechten aan in Nederland. De man heeft overigens nog nooit van zijn leven geen leugen verteld!' (Dit bovenstaande verhaal, over die brief, is trouwens NOOIT bewezen, ik moet dat er wel bij vertellen, voor de goed orde, maar?? Mijnheer A. heeft er een heel en heel geloofwaardig boek over geschreven)

Maar goed, we leefden weer al weer een paar jaar "lang en gelukkig", er waren er de vier en vijf mei herdenkingen en, als voorbereiding op ons geluk was er elke dertigste april: Koninginnedag!  Daar keek heel NL zo ongeveer naar, de Tv was in die jaren gemeengoed geworden en dus ja: kijken naar het Defilé, op paleis Soestdijk, met bij voorkeur het hele gezin rond de Tv geschaard. Nu ja, ik ga er nu niet verder daarover, Wim Sonneveld heeft dat zo leuk en veel beter verwoord, over de Krentenwegges achter de rododendrons en zon de stalmeesters, weet je nog? 
 Maar, toen kwam er opeens een schok door ons land. De kroonprinses had zich verloofd! Met een Duitser, ene Claus van Amsberg! Een Duitser, mijnheer, hoe durft dat mens het! Ja en die Irene? Die had opeens een Spanjool! GVD, we hebben altijd gevochten tegen die Spanjolen en nu trouwt Beatrix ook nog eens een mof! Zijn die figuren de oorlog vergeten? 
Het Claus-effect trad overigens "met onmiddellijke ingang in werking", zou de KM zeggen. En ja, dat was ook zo. De verarmde Duitse "juncker" had al een behoorlijk leven achter zich, maar op een gans positieve manier. De man was innemend, had, in tegenstelling tot zijn schoon ouwe heer, wel gevoel voor stijl en klasse, sprak bijna perfect Nederlands en was niet arrogant, maar wel charmant en had een mening en: werkervaring.
Ik zie nog de verloofde kroonprinses huppelend op het gras van Soestdijk voor me. Een gelukkige jonge vrouw, die haar man voor het leven had getroffen. En ja, Claus, die "mof" ging het gewoon goed doen in ons land en de heel veel verre landen om ons heen. Goed, der waren en bleven kwesties, altijd, hoge bomen vangen veel wind: Irene scheidde en had wat affaires, onder andere met een janmaat, Marijke, "die niet kon kijke", zongen we, heette nu Christien, "die nog steeds niet kan zien" zongen we ook, hard en wel een beetje gemeen, hoor. Die had een of andere Cubaanse "golddiger". Maar der veranderde wel wat. Er werd nogal veel en vaak aan gezinsuitbreiding gedaan. Niet allen in Drakenstein, maar in het hele huis, dat de naam Oranje droeg, toen. Veel, heel veel, prinsen werden er opeens geboren, misschien wel te veel. Want: ze motte allemaal eten, toch?

=Het Maxima effect volgde het Claus effect op. PB kwam natuurlijk steeds meer in het nauw, hij moest al zijn uniformen en bintangs (die hij overigens nooit verdiend had, zoals mijn clubje mannen van de RenP dat wel hebben gedaan), afdoen, waar hij overigens schijt aan had en ze gewoon bleef dragen en ja, hij was geen veteraan, hoor, echt niet, nu ja, veteraan van vele buitenechtelijke bedden misschien?=


dinsdag 28 april 2015

Koningsdag en een Republikein (2)

Die mijnheer A., die, zoals gezegd geen echte liefhebber is van ons koningshuis, schreef dus behoorlijk kritische boeken over de "Firm", zoals de Engelsen hun koningshuis ook wel noemen. De grap is daarbij: de Butsen, onze term voor Engelsen, zijn of: faliekant tegen of faliekant voor dat koningshuis. Een middenweg, hoor mij nu grappig zijn, schijnt er niet te zijn. Het is "black or white" voor die mensen. Maar, in "times of need", dus bij dreigende oorlogen of weet ik het, staat het hele Engelse publiek dan weer achter die Firma. Nu gaat er, hoor ik via mijn E., weer eens een kind geboren gaan worden en heel veel Limeys staan al weer weken in de rij voor, "Buckhouse", Buckingham Palace, om de boreling welkom te gaan heten. Het mag hoor, ik vind het prima, je doet wat je leuk of goed vind in je leven, toch?
In ons land is het koningshuis wel altijd heel gevierd geweest en overdreven bewierookt geweest. Wat feiten: De eerste Oranje was een Duitse prins, die Willem de Zwijger, inderdaad, die, met veel verlies aan broers, manschappen en geld, uiteindelijk werd vermoord zonder veel bijgedragen te hebben aan de "bevrijding" van ons land door de Spanjaarden. De man had vooral een ongelukkig soldaten-, maar ook een heel triest liefdesleven. Zijn opvolgers, Maurits en Frederik Hendrik waren vooral vechtjassen en deden veel aan het belegeren en innemen van steden, het ontwikkelen van legers en vloot en zo en dat ging wel helemaal goed, maar ze waren ook niet echt van onbesproken gedrag. Denk aan Maurits en Oldenbarnevelt. (Een van diens nakomelingen heeft nog als machinist der eerste klasse gediend bij de KM en ik heb hem zodoende leren kennen en met hem gesproken, maar dat terzijde. De man wist overigens nog veel te vertellen (oral history) over zijn verre, hele verre voorvader) Daarna volgden de stadhouders en de stadhouderloze tijdperken elkaar rap op. Een man sprong er overigens nog even uit, de stadhouder/koning Willem III, die ook nog eens een paar jaar een goede koning van de Butsen werd en helaas kinderloos overleed. Stadhouder Willem nummer vier, kwam van de Friese tak van de familie en was slechts een indirecte afstammeling van die eerste, die de Zwijger wordt genoemd. Hij was geen kwaaie peer, begreep ik. Zijn zoon, ja, ja, je hebt hem door, Willem V, was niet al te sterk. Zijn meissie wel, hoor. Ene Wilhelmina van Pruisen. Een Duitse ja, daar hadden we natuurlijk al eeuwen patent op, toen al. Deze Willemien had de broek aan in het gezin. Ze trad op tegen de opstanden van de zogenaamde Patriotten, wat we nu de Republikeinen zouden noemen en werd op een gegeven moment in Goejanverwellesluis, (ik vind dat een prachtige naam), gevangen genomen en, "gezeten op een stapel kazen", vast gehouden. Ik fiets nog elk jaar wel eens door dat dorpje en zoek dan naar een plaquette of een inscriptie of zo, om die plek te markeren,(mijn generatie moest dat allemaal uit het hoofd leren), van dat minimale feit in de geschiedenis, maar nee, wij "Dutchies", doen daar geloof ik niet zo aan.
De Fransen vielen binnen, 1795, hoor, niet gisteren, en de Willem en zijn gezin deden wat zijn opvolger een kleine 150 jaar later ook deed: In moeilijke tijden laat je, als vorst, je volk gewoon alleen en ga je vluchten, toen ook al naar Engeland. Ons koningshuis zou dat weer doen, dus, in de jaren veertig van de vorige eeuw. Dan zou je denken, als volk: Nou, met die prettige arbeidsvoorwaarden plus het aardige inkomen dat je hebt als vorst en gezin, zou ik, als goed gesubsidieerd dienaar van het volk, wij dus de gewone mensen, me wel eens achter dat volk mogen scharen en ook hun lot gaan dragen, maar nee, ik denk dat ze daarvoor te teder waren, of zo. Het Belgische koningshuis deed dat wat anders, overigens. Ook de Deense koning bleef bij zijn volk. Maar nu ja, ons koningshuis was teveel gehecht aan allerlei ballet- en concertuitvoeringen en genoot nogal van die dingen die ze wilden blijven bewonderen, hetgeen de Duitser hen misschien niet zou willen toestaan om bij te gaan wonen. (Ik verzin nu maar iets, hoor.)
Na de oorlog doken ze opeens weer op, alsof er niets gebeurd was. Sie sind wider da! In '48 stopte Wilhelmina, de enige kerel op een Europese troon, volgens Churchill, met haar vak. Haar dochter Juliana nam de zaak over. Het was, in mijn ogen, een aardige mevrouw, die ook gewoon mevrouw werd genoemd omdat ze dat wilde. Haar enige makke was, dat ze met die vreselijke figuur, die charlatan, die ongelooflijk ingewikkelde en alleen maar op eigen eer en aanzien en poen beluste B. was getrouwd. Een man die sneller kinderen verwekte in allerlei buitenechtelijke relaties dan dat hij van sokken verwisselde. Een man die betrokken raakte bij vele financiële avonturen en vooral malversaties, die ons, belastingbetalers, geen ene cent opleverden maar hem, de prins, wel minstens elke week een aantal minuten in de Pathé bioscoopjournaals te zien gaf.
(Kennen jullie die journaals nog? Vlak voor de nieuwste film van Eddie Constatine of zo, kwam er dan een tune en dan het zwart-wit journaal, met de hoogte punten uit het weeknieuws. De stem van Philip Blommendaal, die weer eens vertelde dat Prins B. van een geslaagde buitenlandse zakenreis terugkeerde, waarbij hij de landelijke economie weer eens een opleving had bezorgd? Nu ja, hij had zijn eigen knip een opleving bezorgd en zijn testosteron gehalte kunnen verlagen.) 

=Nee, ik ben der nog maar nauwelijks.Ik ben der nog maar nauwelijks aan begonnen. Ik hoorde met mijn gelukkig nu-ex in een taxi, terug van een vakantie, over Lockheed, werd toen al kritisch over de oranjes en maakte wel Claus mee. Een man die het heel goed deed, het "Maxima effect" toen al bereikte dat de oranjes zelf niet kunnen bewerkstelligen. Ik ken overigens de vrouwen die getrouwd zijn met diverse mannelijke familieleden van het huis niet, maar een ding weet ik wel, ze zijn behoorlijk arro. Zij dragen niets en ook echt niets bij aan het "doe-maar-gewoon-effect" dat Maxima maar vooral Prins Claus wel wisten te bereiken.="

maandag 27 april 2015

Koningsdag en een Republikein. (1)

Tja, niemand komt er om heen natuurlijk. De enige Nationale feestdag die ons land heeft, Koningsdag, (tot twee jaar geleden, Koninginnedag genoemd). De eerste Koningsdag werd overigens gehouden in onze stad, voor ons huis en voor ons balkon, Amstelveen, Rembrandtweg. In een stukje op FB, "Hup" getiteld heb ik er over geschreven. Ik ben die dag zelfs nog op TV geweest, dus heb ik mijn "fifteen minutes claim to fame" gehad.
Dus was het vandaag weer eens Koningsdag, een dag die door de Koninklijke familie in Dordt werd doorgebracht en ik moet zeggen, van wat ik ervan gezien heb, Dordrecht is een fraaie stad, (dat wist ik al, was er wel eens heen gefietst), en de stad had haar best gedaan. Natuurlijk waren er wel weer de obligate plaatjes en praatjes, maar al met al, leuke beelden "overgoten door een Oranje zonnetje" zoals dat door Dik Passchier (ooit NCRV verslaggever) vroeger zo oubollig genoemd werd, ten tijde van de diverse defilés op Soestdijk. En zo heb ik dat belangrijke bruggetje weer kunnen maken. Het bruggetje naar Oranje, Vorstenliefde en kritiek op al die dingen. Ik ga van af het begin beginnen. Ik ga jullie niet pro of contra willen maken of mijn mening willen opdringen, ik ga gewoon mijn ervaringen met en mijn ideeën over Oranje vertellen.
Om bij het begin te beginnen. Gedurende mij hele werkende leven heb ik voor de "familie" gewerkt. Nee, dat zeg ik fout, ik heb in hun naam gediend. Immers, ik heb bij de Koninklijke Marine gediend, op Hr. Ms. schepen? De KM is het oudste krijgsmachtonderdeel van defensie en heeft een hele erge hang naar het vorstenhuis, door alle eeuwen heen al. De vlaggenparades, het voeren van de zogenaamde "prinsenvlag" (de Geus), het "joelen" dat we deden en doen bij bepaalde gelegenheden en ja, we varen op de schepen van de majesteit, de KM vlagt van top en heeft allerlei procedures omtrent het hijsen en neerhalen van de koninkrijksvlag. Nou ja, je begrijpt, het werd er bij ons met de paplepel ingegoten.
Ook heb ik de toenmalige kroonprins zelf meerdere malen ontmoet, toen hij bij de marine diende. Een aardige, bescheiden jongeman, die graag een biertje dronk en het leven als KM officier wel zag zitten. Een van zijn neven, ik noem geen namen, diende aan boord van hetzelfde schip waarop ik een lange reis naar de Oost maakte. Een wat arrogante knul, vond ik toen, die vaak, te vaak, gebruik maakte van allerlei faciliteiten om onder zijn diensten uit te komen. Zo miste hij een keer, het was tijdens de moessonregens in Maleisië, een traptree en kwam, vervelend, ja, natuurlijk, neer op zijn rug. Een doorsnee "janmaat", dat is een zelf gekozen geuzennaam voor al het lagere KM personeel, zou na een harde en vooral creatieve vloek, en daar hadden (en hopelijk) hebben we er nogal wat van en het patent op, even een Brufen zijn gaan halen in de ziekenboeg, maar onze hulp/reserve prins presteerde het om vier dagen in de ziekenboeg opgenomen te laten worden. (In felle tegenspraak met de chef van die ziekenboeg. Dat was ik, maar op "bevel" van een lijfwacht of lakei of zo iemand, die telefonisch contact had gezocht met de RIVD, werd ik overruled. De zogenaamde prins, een man, die overigens helemaal geen Oranje van zijn achternaam heette, hoewel hij zich daar wel op liet voorstaan en zich zo ook wilde laten noemen, was dan ook nauwelijks geliefd onder zijn collegae officieren, die in de Longroom, het verblijf van de officieren, huisden. (Onze commandant noemde hem overigens alleen maar bij zijn burger achternaam. Zo werd hij ook aan boord genoemd, hoor, door ons, lagere piepeltjes.)
Nu moet ik eerlijk zijn, ik ben niet door de aanraking met die mannen wat kritischer naar de Oranjes gaan kijken, hoor. Dat deed ik al na al die rare dingen die de prins-gemaal, Bernhard, had uitgevroten in al die jaren. Ik had eerder de boeken van Lou de Jong gelezen en, eerlijk is eerlijk, ik smulde wel een beetje in die schandalen rond prins Hendrik, de vader van onze toenmalige koningin Juliana. Maar er was, na Dr. Lou de Jong, een nieuwe en ook veel meer kritische generatie historici opgestaan in ons, nog steeds helemaal oranje gekke land. Een van die historici was de heer A. Ik mag zijn naam niet noemen, natuurlijk niet, ik heb hem, (ik ontmoet en spreek hem overigens geregeld), niet om zijn toestemming gevraagd. Maar, die heer A. was een criticus en dus een "uitzoeker", zal ik maar zeggen. Dat doen historici namelijk, uitzoeken. Sommigen, zoals A., scherp en objectief, sommigen, ene heer L., (een would be karatekampioen) doet dat dan weer aan de leiband van de RIVD of van andere oranje gezinde instanties.
Ik heb de boeken van A. verslonden, toen en doe dat nog. Hij haalde fraaie en schrikwekkende  verhalen op over de oranje familie, maar zeker over een van die figuren, nu ja, zeg maar, de schurk of charlatan van oranje, prins B. Een man die zo ongestoord zijn leven heeft kunnen vieren, gebaseerd op verzinsels, leugens en halve waarheden en zo, dat de sterke en vaak verzonnen verhalen van de doorsnee "janmaat" daar helemaal bij in het niet vallen. Werkelijk! Als wij als marinelui maar de helft van de dingen hadden gedacht, die hij daadwerkelijk had uitgevroten, zouden we tot levenslange opsluiting in Nieuwersluis zijn veroordeeld!
Maar B. werd (wordt soms nog) luid bejubeld door een groot deel van onze natie. De heer A. noemde de avonturen van "Pinkeltje in de wereld" overigens de strapatsografie van een prins. (Wat de man overigens helemaal niet was.)

=Maar daarover later meer. Ik heb een paar koude uren op de fiets doorgebracht en zag dat ons land weer oranje getint was. En nee, het heeft niets met De Keten te maken, natuurlijk. Ik werk nauwelijks, maar daarover ook later weer meer=

vrijdag 24 april 2015

Verdulleme, zonder toestemming van mij!

Zoals jullie al gelezen hebben, waren E. en ik een weekje weg. Dat was, mijnerzijds, broodnodig want ik had al weer zes uur gewerkt die week, dus ja, dan moet je wel twee weken bijtrekken en bijkomen en uitrusten ook nog. Want: werken en bewegen is wel goed, maar rusten moet. Het lactaat gehalte in de spieren moet naar beneden, de verzuring moet bestreden worden en de VO2 Max moet worden bijgesteld, dingen die ik tijdens de vakantie natuurlijk allemaal NIET kon doen, omdat ik op de racefiets zo nodig het Belgische land moest verkennen, met alle euvels en heuvels van dien. 
Dus ja, ik kwam vanmorgen, ruim voor zes uur trouwens, aan op de plek des onheils, eh, nee, ik bedoel bij onze toko. We gingen de winkel openen, snel naar binnen, ik ging me omkleden en via de moderne "vingerscan", waar nog al wat haken en ogen aan kleven, begreep ik, aan het HB* vertellen dat ik er ook was, de vingerscan herkende me en vond het aangenaam dat ik er weer was, geloof ik. Nu ja, ik las: "Welkom, Lucas Graver" en ja, dat hoor je graag toch?
Dus, nu ja, ik ga hier niet lopen kwijlen of zeiken tegen of over collegae die zich ook al de pleuris werken of zo, maar toen begonnen er twee en een half uren puinruimen. Ten eerste de machine die de lege flessen inneemt, het zogenaamde: "Tomra" apparaat. Zo'n ding werkt onder andere met spiegels en zo, zodat ze de vorm en inhoud en BAR code van de ingeleverde flessen kan aflezen. Die moet wekelijks worden schoongemaakt, een van mijn vaste karweitjes op de maandag- of vrijdagochtend. Het ding zag er niet uit, twee weken niet gecleaned, dus ik heb daar een hoop werk aan gehad. Dan de schrobmachine. Toen ik nog 'echt' werkte, maakte ik die elke dag schoon als ik haar gebruikte, maar ja, dat was ook al niet gedaan een week of twee, zie de Tomra. (Na acht uur ben ik weer eens met de bladblazer aan het buitenspelen geweest. Heerlijk. Zonnetje, shaggie en spelen!)
Nu ja, ondertussen was het zeven uur en was het tijd om te laden en te lossen. Al het fust, nee, dat woord ken je, sterker, dat woord staat in je geheugen gegrift, moest naar buiten en toen dat eenmaal weg was, konden we de vers vracht naar binnen rijden.
Mijn KDT maatje, R., was gelukkig weer eens aanwezig en ik was blij hem weer eens te zien en omgekeerd ook, geloof ik, hoewel: R. kan komedie spelen. Tussen neus en lippen door vertelde hij dat er geen vers vracht meer zou komen om tien uur. 'En pourquoi dan pas wel niet?' vroeg ik, een beetje op de Waalse toer nog. (Ja, je hebt gereisd of niet, natuurlijk.) 'Nou eh, nu ja, weet je', begon hij, 'men vond dat er teveel vrachtwagens reden en met vaak te weinig vracht, Dus hebben ze het allemaal omgedraaid.' 
Ik was (even) met stomheid geslagen. 'Dus, R.', zei ik, 'al die keren dat ik in mijn Blogs heb geschreven dat er een enorme verspilling was aan het aantal vrachtwagen bewegingen (ik kan heel formele woorden gebruiken als het moet, dat merk je) is nu uiteindelijk opgemerkt geworden?' (Ja, hele formele eh, nu ja, je weet het.) R. knikte. 'Dat weet ik niet', zei hij, 'maar de vers vracht van tien uur komt nu om twee uur en de KW vracht van twee uur komt nu om tien uur.' 'Wat is dan het verschil?' vroeg ik, waarschijnlijk onterecht kritisch. 'Ik bedoel, hoe veel minder vrachtwagens heb je dan op de weg? Je draait gewoon een vracht om, zeg maar. 'Het filiaal iets verderop heeft zijn eigen vrachtwagen, zie maar, die gaat net voorbij.' R. wist het ook niet zo precies en, nu ja, we maakten het werk af. Tussen neus en lippen door vertelde mijn gabber ook nog eens het nieuws dat bij mij als een donderslag insloeg! 'Oh ja, weet je, de diepvries vracht komt ook pas in de middag. Dus jij hebt geen vracht voor je diepvries om tien uur, dat doen anderen nu, tegen een uur of drie!' Ik was, zoals jullie zullen begrijpen, totaal uit het veld geslagen. 
Wat? Geen diepvries meer vullen? Geen koude handen meer kweken? Geen zeiknatte handschoenen meer? Geen vingers meer die eruit zien als bevroren vissticks? Geen jacht tegen de tijd meer? Geen stress meer om toch nog op tijd het werk af te krijgen? Zo maar, geen drie of vier containers met vracht om weg te wreken? Man, maak me gek!
Maar, wat me gek maakte was dat het HB me helemaal niet had gevraagd of het wel mocht of kon om de vracht te veranderen! Nee, da's flauw, nee, natuurlijk doen ze dat niet. Kijk, weet je, ze stuurden me (ooit) een keurige brief waarin me gesommeerd werd op te komen dagen op het HB, omdat ze over mijn ziekteverzuim wilden hebben. Ik was net een dag thuis gebleven met een griepaanval, dus ja, ik begreep de toon niet echt, ik heb misschien tien ziektedagen in de afgelopen 10 jaar, en de brief was gesteld zonder een eventuele alternatieve datum. Toen ik hen belde dat ik op die dag, waarop men mij had "uitgenodigd", absoluut niet niet kon, was men overigens alleraardigst en werd gezegd dat ze me nog zouden "contacten". (dat dat nog niet gebeurd is, zal dan wel aan mijn vakantie gelegen hebben, denk ik dan maar.)
Maar, ik hoorde van mijn FM, dat ze hem ook niet hadden gecontacteerd, een raar woord overigens, om aan hem te vragen of de verandering van de vrachtaflevering wel goed uitkwam. Dus ja, hieruit concludeer ik dus weer eens dat het HB, of HK*, of HHM*, of de "mensen in pakken*" een heel eigen agenda hebben, zonder dat ze ook maar enig inzicht op het gedoe op de "vloer" kunnen 'claimen'.
En ja, der gaan natuurlijk wel eens dingen mis in de communicatie. Thuis, in je relatie, natuurlijk, dat is zo, tussen gabbers onderling ook, maar die soort zaken praat je uit, of verwerk je samen, maar er is vooral mis communicatie tussen allerlei hoofdkantoren en de praktijk, merk ik weer, voor de zoveelste maal in mijn leven. Nu ja, ik heb wel een hoop diepvries restanten weggewerkt en heb, samen met een paar collegae de vracht van tien uur gelost en heb nog wat pakken melk in een stelling gezet, ik moest toch wat.
Overigens, toen ik nog maar net begon bij De Keten, nu al weer dertien jaar terug of zo, kwam de hoogste baas, mijnheer Keten zelf, die ook nog eens de eigenaar van de toko's was, nog wel eens langs en keek in de winkel rond en maakte op- een aanmerkingen. Sinds die tijd is De Keten een firma geworden, zo'n beursgenoteerd bedrijf geloof ik, net als de voetbalclub uit Mokum, met alleen maar "mensen in pakken" aan het hoofd. Als ik ze al ooit eens zie geven ze alleen maar de indruk totaal niet geïnteresseerd te zijn in de mensen die het werk moeten doen. Da's jammer. Zo verlies je de greep op je winkel, maar vooral op je personeel. En dat personeel, nu ja, die mannen en vrouwen, die doen het, volgens mij.


HB*:Hoofbureau
HK*: Hoofdkwartier
HHM*: Het Hogere Management.
Mensen in pakken*: zij die de drie voorgaande instellingen bevolken, zonder overigens enig idee te hebben waarom en waarvoor.

maandag 20 april 2015

In de Belgische supers/ winkels kijken

Mijn lief en ik hadden een weekje in België gepland, na al de drukke dagen die ik (natuurlijk helemaal niet) had gehad. Om twee weken vrij te krijgen hoef ik, door het fraaie nieuwe rooster, slechts drie dagen vrij te nemen. Lekker hoor. Voor het eerst in tijden gingen we eens weer verder weg. Ik heb jullie vaker verteld over onze poes Tabby, die helaas nu overleden is, maar die de laatste jaren altijd mee moest op vakantie, vanwege haar suikerziekte. Ze had een bepaald dieet, we moesten haar twee maal daags insuline injecties geven en zo. Nu ja, katten en reizen, katten en andere omgeving, nee, da's geen echt succes. Maar goed, zij heeft zich verder vaak in dat lot geschikt, het was een formidabel lief beest, maar voor ons kwamen er nogal wat beperkingen bij. Zo moesten wij ons erg aan de klok houden voor het voeren en de prikken. En ja, we missen haar nog elke dag.
Deze keer was het voor het eerst in jaren zonder onze lieve rooie. (Met spijt, we hadden het  graag anders gewild, weet je niet?) Maar goed, je komt aan in dat fraaie park, gaat uitpakken doen en je een beetje installeren en dan, ja, dan moet je toch boodschappen doen. Er moet gegeten en gedronken worden. Dus togen we op naar Genk. Wij hadden namelijk een park uitgekozen in Zutendaal, een plaatsje dat "vaag" tussen Maastricht en Genk in ligt. Genk is overigens een van de grotere steden in België. Ze hebben een heuse Eerste divisie club, wat wij noemen eredivisie. De TomTom, heerlijk instrument voor een vermoeide reiziger, ging ons precies vertellen hoe we moesten rijden en de winkel van de mannen in het blauw konden vinden. Die winkel, ook hier overigens bevolkt door een blauwe brigade, lag heel onaangenaam en vooral ongezellig op een soort industrie terrein. Tussen de Gamma, de Kwantum en de Brico en zo in, zeg maar. Nu ja, AH is AH en dus deden we onze boodschappen daar. (niet uit xenofobie, maar er zijn bepaalde dingen die je altijd koopt bij die toko, dus voor de eerste keer wilden we even die dingen hebben. Koffie, een bepaalde kaas, een flesje sherry, dat soort zaken. Dus togen we de fraaie en vrij grote toko in en dachten in een Belgische winkel te komen. Maar: of de duvel der mee speelt, dat aanwezige personeel was net zo arro als het personeel in de Nederlandse AH winkels. Ik bedoel: we zijn met zijn beiden en hoeven echt geen heel brood, dus vraag je, beleefd of het gehalveerd kan worden. Het antwoord was nog erger dan bij ons, je heb je al door. Een bot: 'Nee, dat kan niet.' Een stukje, pondje of zo, Goudse kaas en Milner gerijpt, wat we wilden hebben, afsnijden, was een echt probleem. Nou ja, we waren der dus al heel snel zat mee. (Zat van of klaar mee?)
Ik heb de vrager vaker gesteld. Is er ergens een geheime AH academie waar je geleerd wordt hoe hufterig je kunt zijn? Hoe onbeleefd je kunt zijn? Hoe ongeïnteresseerd je in je klanten kunt wezen? En wie zijn dan de hoogleraren daar? De directeur van de AHOLD die de vakkenvuller, (die hem vertelde dat hij, vakkenvuller man, 299 jaar, full time moest werken om een jaarsalaris van de directeur waar te maken), zo afzeek? Mijn weerstand en mijn hekel aan de blauw bessen werd met de seconde groter. Hoewel het meisje bij de kassa ons helemaal gratis een Belgische bonus kaart verstrekte en die meteen in werking stelde.
 
Dus gingen we de dagen erop maar eens neuzen bij een paar Belgische Supers. In ons buurland hebben ze, naast de Ap, nog drie hele grote zaken: Carrefour, Delhaize en Colruyt. (Nu ja LIDL en ALDI, dat zijn net chinese restaurants, die heb je overal, maar die zijn wel in de minderheid.) Veel hadden we over het algemeen niet nodig, nu ja, wat fris, een paar biertjes, een flesje wijn en zo en wat voor het eten, begrijp je? We gingen bij de Colruyt binnen in Bilzen, vergeet die namen maar. Bilzen is ter grootte van, nu ja, Volendam, zoiets. Maar man: wat een winkel: wat een keuze, wat een producten, wat een hoeveelheid aan vers en zo. 
Vis, vlees, groente, allemaal heerlijk en groot uitgestald, het vis op ijs, het vlees in aangename verpakkingen, proefbordjes erbij en zo, man, je wilde alleen maar kopen en pakken. Tja, dus ik zocht even naar een paar biertjes. Ken je dat? Dat je als kind in een speelgoed- of snoepwinkel komt? Dat je niet weet wat je als eerste moet pakken of bekijken? Der was geloof ik meer bier dan in onze hele De Keten aan gewone producten. Dromerig stond ik te genieten van die meters en meters bier. Ik zag merken met fantastische namen. Vendetta, allemaal Trapisten en een Mort Subite! E. plukte me weg. 'Jij zou hier wel willen wonen, hé?' vroeg ze, iets sarcastisch. Ik knikte enthousiast. 'Ja, huur je een bed voor me?' 
Ik stelde een vraag over waar we iets konden vinden aan een van de medewerkers, een wat oudere man. Die ging helemaal uit zijn dak van enthousiasme, liep met ons mee naar dat wat we zochten, vertelde vol vuur over zijn winkel en alle producten, wees ons op allerhande "promoties", de aanbiedingen en was, nu ja, gewoon een enthousiaste man.
We rekenden af, de prijzen in de winkels zijn ongeveer net als bij ons, overigens. Daarna gingen we even tanken.Ik rekende vijftig euro af, had een volle tank. 1,35 de liter meneertje/mevrouwtje. 

Later die week kwamen we in andere Belgische supers. Allemaal groot en allemaal fraai. Wat een armoei en saaiheid troef kan het bij ons zijn.

donderdag 9 april 2015

Balen, dat rooster

Cynisme of sarcasme. Die begrippen liggen vrij dicht bij elkaar. Beiden hebben ze te maken met spot en humor en zo. Ik bedien me van die beide begrippen. Vaak, te vaak misschien. Maar cynisme en sarcasme werken beter dan scheld- en roeppartijen, hoor.

'Of je nog wel eens een berichtje schrijft over De Keten, in je Blog "In de Super"', mailde een van de trouwe lezers me, gisteren. 'Of werk je nu helemaal niet meer?' Tja, daar moest ik natuurlijk wel op antwoorden, dus dat doe ik hierbij. Ja, ik werk nog steeds bij De Keten, maar, oplettende lezertjes hebben natuurlijk meegekregen dat mijn fysieke en psychische inspanningen voor het doen stijgen van de winsten, dan wel de omzet van onze De Keten, zich slechts beperken tot een schamele zestien uur in de week. Niet veel, nee, maar ook daar heb ik uitgelegd, er al op geantwoord en gereageerd. Nu is het zo dat ik slechts de maandagen en de vrijdagen mijn kunsten vertoon. En ja, dan zijn de paasmaandag en de pinkstermaandag natuurlijk gewoon vrije dagen voor mij. Dus heb ik afgelopen vrijdag, nu bijna een week geleden, met tranen en tot in de grond geroerd, afscheid genomen van R., mijn gouden maat van het KDT, van goede en sympathieke FM en idem FM2 en van ons aller Brain, wetende dat ik hen zeven etmalen zou moeten missen. Erg hé?
Nu ja, de rest van de week moet ik me dus bezig houden en dingen verzinnen om me bezig te houden en man, dat valt absoluut niet mee, hoor! Zo lees ik dan wel graag en veel en stel nu dat het nattig weer is? Man, dan zou ik een boek kunnen pakken, of een krant of een tijdschrift en me daar zo maar een paar prettige uren in kunnen verdiepen. Computeren? Ja, ook wel, maar dat is meer in de avonden, hoor. Hoewel ik, nu ik ietsiepietsie meer vrije tijd heb, in de ochtenden, ontspannen, met een zware en een zwarte, (nee, geen discriminatie: een zware is van shag en een zwarte is over koffie, begrijp je?) wel de tijd heb om even mijn mailbox te bekijken. (Even eentje tussendoor: de warme bakker, waar ik nu alle tijd heb om in de ochtend heen te gaan, draagt vaak een T-shirt: FF mijn meel checken. Oh die had ik al verteld?)
Maar, stel dat het goed weer is, dan pak ik de fiets met het kromme stuur en ga op pad. Vaak langs allemaal bekende paden en weggetjes, natuurlijk, maar: ze zijn altijd weer anders, gek genoeg.
Zo ook vandaag. De lente breekt uit! Het is donderdag, hoewel ik, nu met al die vrije dagen wel eens in de war ben met de echte dag van de week, moet ik zeggen. Het weer is goed, meer dan goed. Ik stap op, klik in mijn pedalen en rijd richting Weesp. De wind is nu wat noordoost en dan heb ik die op de weg terug mee, zoals geroutineerde fietsers doen.
Ik voel mijn ketting amper, zulke "goede" benen heb ik. Ik kijk naar de landerijen, naar de bongerds, de perelaars en de pruimelaars, de Japanse dan, zie moeder en vader ganzen met kuikens, zie moeder schapen met hun lammetjes en iets verderop kom ik langs het systeem van snelwegen dat de hoofdstad omcirkelt. Ik zie gehaaste mensen die, in tegenstelling tot mij, wel naar hun werk mogen en heb medelijden. Met mezelf, natuurlijk. Waarom mogen zij wel werken en ik niet? Balen man.
Ik ga langs een van de vele kleine stroompjes die rond de hoofdstad van ons land slingeren en zie, gek genoeg, steeds de stad der steden, Mokum Alef, liggen. Vaak achter geboomte, soms achter struikgewas, soms achter fraaie rietpluimen die de moeras stroompjes omzomen, maar steeds zie ik de fraaiste stad van ons land. Nu ja, ik zie ook het heilige der heiligen natuurlijk, die fraaie en strak gebouwde tempel waar de Godenzonen, die zo vaak landskampioen in het voetbal waren, hun successen vieren. Die is natuurlijk helder zichtbaar in het haast goddelijke licht dat er over schijnt.
Genieten? Nou hoe zwak kun je iets uitdrukken? Ik rijd in mijn korte broek, in een shirt met korte mouwen en man, ik kick.
Als ik aan het einde van mijn rit Amsterdam oost weer binnen fiets, op weg naar Amstelveen, dan overvalt me weer het trieste gevoel dat ik uitgesloten of uitgestoten ben. Uitgesloten van de mensen die, onder andere in mijn winkel, hun best doen om, onder andere mijn, vracht weg te werken en (hopelijk) ook mijn restanten. Uitgesloten van die wereld van stress en druk zijn, niet mogen meedoen aan het proces van bezig zijn en allerlei dingen tegelijk te moeten doen. Dat in de tijd die je niet hebt, maar waarvan de directie wel verwacht dat je die maakt!  Ik krijg tranen in mijn ogen. 
Maar, dat is dan alleen maar van de toch wel sterke wind die ik nu een stukje tegen heb. Rond een uur ben ik thuis. Op tijd om een tv middagje te plannen samen met mijn lief.  We kijken 's middags veel naar de Vlaamse televisie, met leuke programma's. Na het douchen installeer ik me.
Balen man, dat rooster.

Gelukkig mag ik morgen weer aan het werk. Maar ja, om van alle vermoeienissen te bekomen ben ik daarna twee weken met vakantie. Helaas in een internet vrije omgeving. Die bestaan nog, hoor. Ga maar eens naar Vlaanderen. Dus ja, het zal misschien nog een tijd duren voor ik weer op het net ben?

woensdag 1 april 2015

Knuffelboef, 2.

Dus woonden we nog maar net in het fraaie A'veen, toen daar, maar ook in het naastgelegen Buitenveldert, een enorme liquidatiegolf aanbrak. Wij, gezin van toen, gingen met enorme spoed weg uit het Amsterdam ZO van die tijd, juist omdat de criminaliteit daar naar een hoogtepunt steeg. We woonden in Holendrecht. Toen ik daar, begin jaren tachtig, introk bij mijn geliefde en onze kinderen, was die wijk nog een nette buurt voor nette mensen, die werkten, mekaar hielpen naar vermogen, mensen die hun leven op orde hadden, geld verdienden met werk en hun gezinnen normaal op wilden voeden en zo. Geen overlast geven, elkaar de ruimte toekennen die je nodig had, jullie kennen dat wel. 
Maar, opeens gingen die gehate woonblokken, die men vroeger zo bewonderde, namelijk de Bijlmer, tegen de vlakte. De mensen die daar woonden, moesten verkassen en kwamen in net en blank, ik zeg dat laatste woord even specifiek, Holendrecht terecht. Die mensen, die niet blank waren maar uit een zooi van allerlei staten en eilanden kwamen die (ooit en soms) bij ons Koninkrijk hoorden, hadden totaal geen besef van sociale omstandigheden, netheid en hygiëne en die deden maar wat. Huisvuilzakken vanaf drie hoog naar beneden lazeren, drugs verkopen, tot diep in de nacht met harde muziek buiten lopen, hun kinderen verbieden voor twaalf uur in de nacht te gaan slapen en zo, auto inbraken doen, hun behoeftes doen in portieken, nu ja, zo deden ze dat waarschijnlijk ook in de thuislanden.
Nadat ik, samen met de jongste zoon, een lopende veldslag had uitgevochten tegen een zootje van die, zo goed als altijd, donkere, drugs magoggels uit Sranang en de Antillen, was het hek van de dam. 'Nu verhuizen!', zeiden we. Maar ja, waar naar toe? Met een boel mazzel kwamen we dus, vrij snel, in Amstelveen terecht en kregen we de woning die we graag wilden. Tijdens de rondleiding vroeg ik, de sh.. zooi in ZO in gedachten hebbend, hoe het stond met de criminaliteit, aan de rondleidster. Ze glimlachte wat. 'Nu, mijnheer, mevrouw, als jullie niet tot de intimi behoren van ene Holleeder, dan is het hier behoorlijk rustig hoor.' 
We hadden wel een vaag idee wie die Holleeder was. De man die achter de ontvoering van Heineken had gestaan en zo. Maar, op onze vraag wat dat met Amstelveen te maken had, zei de dame van de woningbouw dat onder andere zijn zwager, ene Van Hout, hier ook neergeschoten was, met nogal wat ander criminele kopstukken. Of dat ons niet afschrikte? Holendrecht schrok ons veel en veel meer af. Dus namen we de woning en, eerlijk is eerlijk, ik wil hier nooit meer weg, maar goed dat is een andere paragraaf.
En ja, het ging er niet allemaal heel vredig aan toe. De kleinere boefjes hadden door dat in de binnenstad van Mokum alles te veel beveiligd was en verlegden hun werkgebied naar ons dorp, steker, naar onze straat. Er werden tientallen ramkraken gepleegd en vaak op de vrij exclusieve winkel beneden onze woning. 's Nachts tegen drie uur of zo, dreunde het pand dan alsof er een bom ontplofte. Tegen de tijd dat ik benden was om te kijken wat er aan de hand was, was de kraak al gepleegd en de boeven pleiten, een ingeslagen raam, een ravage aan glassplinters en een hoop narigheid achterlatend.
Toch heb ik tot twee maal toe een dergelijke ramkraak weten op te voorkomen. De eerste keer deed ik net een plas en hoorde het kabaal. Ik rende ons balkon op en brulde: 'Halt politie!' en zag de boeven verdwijnen. Die andere keer werd ik wakker, schoot een trainingsbroek en een shirt aan en greep mijn sabel, die ik als marine adjudant had verstrekt gekregen en rende als een "Zorro", gillend de trap af en het tuig tegemoet. De boeven, die al in de winkel stonden, verdwenen, met achterlating van buit maar, ik spreek geen Marokkaans, mij wel naar de duivel wensend. (De politie arriveerde, op ons bellen, een minuut of wat later. Ik werd, bijna, gearresteerd voor verboden wapenbezit.)

Maar toen kwamen dus al die heerlijke, cynisch, berichten in De Telegraaf van die fijne, cynisch, verslaggever Peter R. Tja, wat moet je over die hielenlikker van criminelen en in de derrière van dat tuig kruipende slijmbal zeggen? Niet veel. Nu ja, braakgeluiden, misschien. Maar goed, die P. is natuurlijk al helemaal geen fijn figuur. Hij was dik met die "neus", zoals de bijnaam was van die zoon van een "nette" Amsterdamse coureur. Hij verdiende goud geld aan boeken over de Heineken ontvoering en schurkte met liefde aan tegen zijn vriend Willem H. Maar, nu blijkt dat die "troetelboef", die "gentleman" inbreker, die Nederlandse Godfather  uit zijn verhalen, helemaal geen troetelboef was, maar zich zelfs niet ontzag om zelfs de kinderen van zijn eigen zusters te bedreigen met een wapen en ze, zijn zussen, met de dood te bedriegen, nu ja, nu is HP, staat voor Hufter Peter, er weer eens als de kippen bij om zijn verontwaardiging en zijn afkeuring over de man te laten blijken.
Ik vraag me wel eens af, wie is de grootste hufter van die twee?