zaterdag 30 december 2017

Over lekker lezen, deel drie

Afbeeldingsresultaat voor Roothaert foto

Dus heb ik het boek 'Munich'  van Robert Harris, de befaamde thriller schrijver die onder andere 'Fatherland' en 'Enigma' schreef, terug gebracht naar de bieb. Een boek dat me aanvankelijk heel erg trok, het ging namelijk over de onderhandelingen in München in 1938, tussen de Engelse premier Chamberlain en en de dictator van Duitsland, Adolf Hitler.
Ik was wel helemaal benieuwd om het boek te lezen, mag ik je wel zeggen, het thema beviel me erg.
Maar, ik begon aan het boek en nee, dat boek was taai en bereikte me niet, ik kwam helemaal niet in het verhaal. Goed, zoiets ligt aan mij, de lezer, waarschijnlijk. Ik heb het zelfde ook een beetje met het laatste boek van Ruiz Zafon, 'Het labyrinth der geesten' het p(l)akt niet. Het maakt geen indruk. Het zijn wel allemaal nieuwe boeken, dat wel, ze zijn net net een maand of wat uit, maar nee, helemaal geen 'klik' met die werken. Terwijl ik, de afgelopen zomer al de boeken van Zafon en Harris heb herlezen?!

Dit, dat niet plakken, dat niet interessant zijn van boeken,dat niet gegrepen worden door die boeken, is in tegenstelling tot bijvoorbeeld: 'Een avondje in de Muscadin', uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, van, lees hier onder, Roothaert.
Ondertussen ben ik wel helemaal, ik schreef het al, in de ban van die Mr. A. Roothaert geraakt, ik schreef al eerder over hem. Maar nu wil ik meteen eens iets opklaren. Die Mr., ja, hij was afgestudeerd jurist, heeft vaak gepleit en zo, nu ja, die Anton Roothaert is in zijn gehele leven in verband gebracht en beschuldigd van, antisemitisme en van vreemdelingenhaat. Da's naar en daar is overigens geen ene moer van waar. Roothaert was een man die geen anti gevoelens had, Roothaert was een gevoelige man, zonder na-ijver en hij had al helemaal geen anti Joodse of anti buitenlander gevoelens. Nu ja, hij had iets tegen de 'fijne' katholieken.
Ik las, jaren geleden, het eerste boek dat de man ooit schreef: 'Spionage in het Veldleger' en, hoewel het boek in de jaren twintig stijl was geschreven, was ik meteen verkocht, zo goed en zo mooi was het. Niet alleen door het verhaal natuurlijk!

(Een zijstap: oké de boeken van A.M. de Jong, over Merijntje Gijzen heb ik ook verslonden, net als zijn "Dagboek van een Landstormman' en 'Frank van Wezels roemruchte jaren'. Fantastische boeken over de mobilisatie van 1914-'18 door Nederlandse ogen bekeken! Die boeken waren ook heel fraai en goed leesbaar, net als de Merijntje boeken!)

Maar soit, ik las, ik schreef het al eens, het boek 'De vlam in de pan' van die Roothaert. In dat boek vertelde hij hoe hij, als reserve kapitein, de meidagen van 1940 was doorgekomen, nadat vele regeringen de vaderlandse defensie tot op het bot hadden uitgekleed. Door zijn eerlijke boek, je kunt het via Internet bestellen en ik raad het je aan om dat te doen, werd hij uiteindelijk voor slechte Nederlander uitgemaakt, hij zou heulen met de bezetter. Hij vertelde namelijk eerlijk dat het NL leger zich geweldig weerde, dat de NL soldaten een enorme motivatie hadden, maar ja, wapens, als ze die al hadden, uit het jaar nul. De Duitsers waren veel beter voorbereid, maar het Nederlandse leger had zich enorm verweerd. Maar, defensie was verraden door de regering en de politici van die jaren. Ja, der speelt in zijn leven en loopbaan meer, natuurlijk, een nare echtscheiding en zijn haat tegen alles wat RK is en zo.
Dus Mr. Roothaert verbleef, na de oorlog, de rest van zijn leven in België, waar hij, niettegenstaande het RK bestaan in dat land, gewoon kon blijven schrijven en uitgeven. Je kunt, hij is natuurlijk al jaren dood, al zijn boeken bestellen via het net, goedkoop en snel geleverd.

Maar ook las en kocht ik boeken van Antoon Coolen, die fraaie (Brabantse) romans schreef. Ik gaf al eens aan dat Dorp aan de Rivier tot een Nederlands pronkstuk moest zou gaan behoren, zuks dan, want het is een geschiedenis over een bestaande arts, ene Wiegersma, waarvan zijn huis nog steeds bestaat en zijn tuinpad ook nog. Hierover schreef ik ook al: Het tuinpad van mijn vader!
Om maar te zeggen dat de 'oudere' NL literatuur veel heeft. Niet alleen die mensen, randfiguren in de NL literatuur zoals de lafbekken Ter Braak en Du Perron, die ik in het vorige Blog nog net niet 'afzeek', maar dat binnenkort wel ga doen, maar vooral de goede schrijvers uit het Interbellum, die jaren tussen de wereldoorlogen, hebben het vaak voor hun kiezen gehad..
=later meer=

donderdag 28 december 2017

Over lezen en zo (2)

Emile Zola.jpg


Nu ja, voortbordurende op het vorige Blog in deze (vrij) nieuwe reeks, vertelde ik al dat ik in Mokum terecht kwam en Innes en Reeman ontdekte, geen hoge literatuur, natuurlijk. Gewoon spannende verhalen van oudere heren die, rond WO1 geboren, de oorlog aan den lijve hadden ondervonden en daar spannende verhalen over vertelden. Daarnaast waren er, in die spannende jaren zeventig, nog heel veel schrijvers die spanning brachten, denk aan Alistair MacLean, Geoffrey Jenkins, Martin Dibner, hoewel die iets later was, maar ook aan mensen als Justin Scott, Fullerton en Basset. 
Nu jullie ogen tuiten, zeg maar, wil ik alleen zeggen dat je niet alles gelezen kunt hebben en ja, ik heb natuurlijk veel schrijvers compleet, maar ook heel veel niet.
Op een gegeven moment trok ik bij een dame in, die nog bij haar moeder woonde, en daar hadden ze bijvoorbeeld Zola en Lampo en meer van die echte literatuurpausen. Ik begon voorzichtig met Zola, (zie foto) hebbende gehoord dat hij een 'deksels moeilijke schrijver' was. Maar man, oh man, wat viel dat mee. Zola was een naturalist en vertelde, goed, wel in de taal van die jaren, maar zo fraai geschreven, over de meest uiteenlopende onderwerpen. Over de mijnwerkers en hun lot, over 'de buik van Parijs' dat waren dan de Hallen, de enorme markt waar alle verse producten voor die stad werden verhandeld. Hij schreef ook over de verloren oorlog van de Fransen in 1870-/1871 tegen de Pruisen, hij vertelde dat allemaal in het kader van een grote familie, de Rouchon Macquart's. Een serie, vuistdikke romans van 21 delen. (Ik heb eerder over Zola geschreven in mijn geschiedenis Blog, zie daar.) Ik heb ze niet allemaal kunnen lezen, overigens, de familie had slechts vier of vijf delen van die serie.
Goed, over Lampo dus, mijn grotere held in die dagen. De man schreef, vanaf de jaren vijftig,  zogenaamde "magisch realistische" romans, waarbij het meest bekende werk wel 'De Komst van Joachim Stiller' was en is. Ik verslond zijn werk(en). Ik heb het, hij is al jaren overleden, helemaal compleet, maar, het is, laat ik het zo zeggen, niet meer helemaal genietbaar. Op zijn oudere dag werd hij wat zeurderig en te romantisch, zoiets. Hij ging een soort suikertaarten proza schrijven, maar ik ben hem nog steeds trouw en herlees, te hooi en te gras, nog wel eens wat van hem, natuurlijk vooral het oudere werk. Momenteel gaat hij van een ereplaats in een van slaapkamers naar de grote zolder van onze woning. 
Daarna moest ik overstappen, vond ik, naar de Nederlandse literatuur, Lampo was een Vlaming, natuurlijk en ja, de Hollandse letteren moesten geëerd, denk ik?
Helaas moest ik al heel snel niets hebben van de Nederlandse literaire wereld. Ik las wat van Reve, in al zijn namen en naamsveranderingen. Die man is onleesbaar en een prut schrijver. Niet volgbaar! Van Mulisch las ik ook wel eens wat, maar ja, de man was zo ingenomen met zichzelf dat dat op elke bladzij van al zijn boeken doorklonk. Wolkers, ging, niet alles maar vooral de pagina's over je-weet-wel, gingen er in als koek. Hermans was heel scherp en ik heb slechts een of twee van zijn boeken echt begrepen.
Zo sukkelde ik de jaren tachtig in. Ik las Tolkien, whoaw, ik las Forester, later Eco, Stockwin en Harris en Kerr en man, man, man, wat een schrijvers! Momenteel heb ik het laatste boek van Robert Harris, Munich, klaar liggen. Ik ben er een paar keer in begonnen, maar kom niet in het verhaal.
Ik heb namelijk een andere schrijver ontdekt, een man die in de jaren twintig tot en met zestig van de vorige eeuw schreef, een schrijver waar ik nu helemaal lyrisch van ben, Mr. A. Roothaert. Vooral bekend van de Vlimmen boeken.

=daar later meer over=

vrijdag 8 december 2017

Over vergeten schrijvers: dat zijn der veel!

En, om maar met de deur in huis te denderen, ga ik er vier van die vergeten schrijvers opnoemen: Roothaert, Coolen, Kortooms en Havank. Er zijn er veel en veel meer, hoor, zoals Du Perron, ene Ter Braak en misschien zelfs een Roelants onder andere. Die drie zijn geheel terecht vergeten, maar ook schrijvers als Beets en Conscience en zo zijn vergeten, maar dat dan geheel onterecht, en zo, maar ik wil geen levenswerk van mijn Blogjes maken, dus ik beperk me even tot deze vier!

Van die vier waren Roothaert, Coolen en Kortooms alle drie Brabanders, allen (bijna) afkomstig uit de Peel, waar veel van hun werken ook spelen. Deze drie hebben allen een enorm oeuvre geschreven, waarvan minstens een van hun boeken verfilmd is. Van Roothaert kennen we: "Dr. Vlimmen", een prachtig verhaal over een niet gelovige dierenarts in een fel katholieke streek, Coolen schreef het prachtige en ook nog eens spannende: "Dorp aan de rivier", ook al over zo een niet gelovige katholiek en Kortooms schreef zijn humoristische werken over mensen in de Peel, ik noem alleen maar even "Beekman en Beekman", maar ook van hem is bijvoorbeeld: "Help de dokter verzuipt" verfilmd.

Havank is overigens nooit verfilmd, maar wat niet is? Havank is overigens een geboortige Fries, uit Leeuwarden, maar niet steil, nee, integendeel. De vier zijn 'generatie' genoten van elkaar. Ze zijn allen geboren tussen 1896 en 1914 en drie van hen stierven tussen 1961 en 1967. Kortooms, die wat jaren jonger was, stierf overigens in 1999.  Het is bekend dat Roothaert en Havank elkaar kenden, maar ik ga der effe vanuit, dat, in de toen nog niet zo grote kring van de hedendaagse Palmentjes en Thomeesetjes en zo, die mannen elkaar allemaal wel eens ontmoet zullen hebben. Alle vier kregen ze soms wel eens een grote en stevige dorst, luidt het verhaal, dus zullen ze elkaar wel eens op het Boekenbal zijn tegen gekomen.

Om even te beginnen bij Havank, dat is een pseudoniem van Hans van der Kallen, die Fries, weet je nog, hij had een groot oeuvre van detective verhalen. Die verhalen gingen over: 'De Schaduw', een merkwaardige, een hoogst merkwaardige, hoofdinspecteur van de Surete Nationale, de Franse Geheime Dienst. In den beginne, waren de verhaaltjes nogal haastig en nogal flauw, maar later werden ze steeds meer spannend. Hij schreef ongeveer dertig van de 'romans' rond zijn hoofdpersoon, de heer C.M.M. Charlier, de Schaduw dus.
Niets ten nadele van detective verhalen, ik herlees zijn boekjes, momenteel zo in de donkere dagen rond kerst, met graagte en plezier, maar ja, het zijn Philip Kerr verhalen, zeg maar. Plezant en amusant, maar niets verder.

Van Roothaert ben ik een dikke fan. Ik heb zijn: 'Spionage in het Veldleger' en zijn 'De vlam in de pan' met veel plezier en met veel spanning gelezen. (Dat als tweede genoemde boek is een felle aanklacht tegen de staat van het NL leger in de meidagen van '40. Hij werd daarop later fel veroordeeld, maar hij had, natuurlijk, helemaal gelijk. Lees dat boek, liefhebbers van de NL historie over onze tweede wereldoorlog geschiedenis en lees over het verraad dat onze soldaten en marine mensen toen is aangedaan.)
Hij, Roothaert, heeft meerdere detectives geschreven, waaronder 'Onbekende dader' en 'Onrust op Raubrakken'. Ik heb nog een aantal van zijn boeken klaar liggen voor een volgende vakantie. Waaronder: 'Villa Cascara' en 'De wenteltrap'.

Kortooms is een beetje een onbekende, voor mij. Ik las Beekman en Beekman als kind en genoot van de humor uit die boeken. Ik las nog wat meer en ja, het was wat gein en zo. Zoals Havank detectives schreef, zo schreef Kortooms leuke en lollige, vooral dat,boeken en verhalen over De Peel. Ik heb zijn dorp en zijn monument gezien in Deurne en ja, het was aangenaam om te zien en de tekst te lezen.

Antoon Coolen is natuurlijk een geweldige schrijver van de meest 'literaire' boeken over het gewone volk van de Peel. Zijn meest bekende boek, verfilmd, zoals ik al schreef, is 'Dorp aan de rivier'. 
Ik zag die film, op de tv, toen ik een jaar of twaalf was en die maakte enorme indruk. Ik zag de scene voor me waarin een mevrouw een bonte handdoek van het hoofd werd gepakt en.. nee, nee, nee, lees het. Het boek maakte, na vijftig jaar, nog steeds indruk, eerlijk is eerlijk.

Over dat laatste boek, dat Dorp en zo, heb ik al eens geschreven, nu ja, als een zij stapje dan. Die Coolen schreef over een bepaalde arts, ene Hendrik Wiegersma. Die arts was een man naar mijn hart. "Alles voor mijn patiënten", luidde zijn devies en hij waagde de meest ingewikkelde daden om zijn patiënten te helpen, te redden. Maar goed, het was een Peelse held. Hij had een sjiek herenhuis in Deurne met een fraaie tuin en een mooie bongerd. Een van zoons, Frigo Wiegersma maakte jaren en jaren later daar een gedicht over: 'Langs het tuinpad van mijn vader.' Zijn partner Wim Sonneveld zong dat lied, kreeg er bijna een Oscar voor.
Ik ken dat tuinpad, ik heb het, met de racefiets in de hand bezocht en ik heb heel, heel hardop dat fraaiste lied van Sonneveld gezongen. 
In die buurt vond niemand het merkwaardig, of hoogst merkwaardig, geloof ik!


=mochten jullie, lieve en trouwe lezers en lezeressen verder willen in een werkgroepje of zo, laat het me weten, ik wil altijd wel over boeken en schrijvers oh'en=


donderdag 7 december 2017

Maar, der zijn ook echte en goede schrijvers, toch?

Ja, er zijn echte en goede vaderlandse schrijvers. Dat heb ik ondertussen ook ontdekt, maar je moet ze wel met een lampje zoeken, hoor, maar zie ook onderstaande lijst! Tommy Wieringa heeft in die lijst 113 punten en is dus topscorer van de vaderlandslievende, nee, Vaderlandse literatuur. Nee, dat zie ik zelf niet zo. Wieringa is natuurlijk een vaardige schrijver, maar meer ook niet. Ga dus maar het lijstje af, bekijk de namen en geef, in je zelf, commentaar! Maar dat commentaar mag ook hier hoor, op deze pagina of op mijn mailadres: Lucedith@gmail.com!
  1. Oek de Jong - 96 punten
  2. A.F.Th van der Heijden - 78 punten
  3. Arnon Grunberg - 67 punten
  4. Jan Brokken - 66 punten
  5. Gerbrand Bakker - 65 punten
  6. Tom Lanoye - 60 punten
  7. Herman Koch - 58 punten
  8. Martin Bossenbroek - 57 punten
  9. Joke van Leeuwen - 56 punten
  10. Geert Mak - 53 punten
  11. Esther Naomi Perquin - 52 punten
  12. Michel van Egmond - 51 punten
  13. Kees van Kooten - 48 punten
  14. Toine Heijmans- 47 punten
  15. Esther Gerritsen - 46 punten
  16. Bert Wagendorp - 44 punten
  17. Marja Pruis - 43 punten
  18. Simone van der Vlugt - 40 punten
  19. Michael Berg - 39 punten
  20. Saskia Noort - 38 punten
  21. Peter Terrin - 37 punten
  22. Dimitri Verhulst - 36 punten
  23. Arjen Lubach - 35 punten
  24. Cees Nootenboom - 34 punten
  25. Esther Verhoef - 33 punten
  26. Anne Vegter - 32 punten
  27. Shira Keller - 31 punten
  28. Nelleke Noordervliet - 30 punten
  29. Isa Hoes - 29 punten
  30. Ramsey Nasr - 28 punten
  31. Christiaan Weijts - 27 punten
  32. Arthur Japin - 26 punten
  33. Erwin Mortier - 25 punten
  34. Carolijn Visser - 24 punten

Deze getallen en cijfers komen natuurlijk van Google!
Van de meesten van hen, bovenstaande schrijvers,heb ik nog nog nooit gehoord, overigens. Lubach, lees ik, is een aardige cabaretier, meer niet. Isa Hoes heeft, heel triest, haar man verloren, heel triest, heeft daar een aardig boekje over geschreven, maar daarom is Isa nog geen schrijfster?! 
Tot mijn grote blijdschap staat warhoofd en warrig haar hoofd Palmen NIET in die lijst, zij kan niet schrijven en kan, volgens Ischa Meijer, die staat er ook al niet in wordt vernoemd, ook nog eens niet n....., zoiets. Van der Heijden staat op drie, veel te laag, gezien zijn oeuvre, natuurlijk. Kees van Kooten staat wel goed, ongeveer en Mak mag meer punten krijgen. Ik ben het niet met zijn wereld beschouwing, die multiculti beschouwing, eens, maar hij is een goed en gedegen historicus en een vlotte schrijver. Ik mis overigens wel Herman Pley, een hele goede schrijver en kenner van de middeleeuwse literatuur, en ja, ik zie ook geen Philip van Oostrom, nog zo een goede middeleeuwen deskundige nergens staan.
Wel zie ik Wagendorp, schrijver van Mont Ventoux. Ik heb zelf overigens een fraaier boek geschreven over fietsende vrienden, maar dit terzijde. Ik mis de, van huis uit Turkse, schrijver Ozcan Akyol op deze lijst, overigens. 
Maar goed, laten we eerlijk zijn, alle van de bovengenoemde "literatoren" hebben over het algemeen hun kunstjes vertoond bij diverse Gooise matras programma's als daar zijn DWDD, Pauw, Jinek et cetera. Dat geldt niet alleen voor de schrijvers, maar ook voor allerlei muzikanten van niets.
Even Kinnesinne: ik kom niet bij die bovenstaande praatprogramma's, hoewel mijn boek "De Berg" spannender en beter is dan dat van Wagendorp. Tja, dan breek je niet door, zeg maar!

=later meer over de literatuur in dit land, waarin ik in ga over de vergeten schrijvers: Roothaert/Havank/Kortooms=

woensdag 6 december 2017

Geen Nederlandse Litaretureluur meer

Goed, Zola en zo al ontdekkend hebbende, kwam de stap nader om de Nederlandse letteren te gaan bestuderen. Ik las dus bijvoorbeeld Busken Huet, man wat erg, ik las Beets, grappig, maar wel belerend, immers een dominee zijnde, ik las Van Deijssel, gruwelijk, hoewel die nu ja, erotische scene van zijn hoofdpersonage er wel mee door kon, ik las Louis Paul Boon, ik las, later Van het Reve, afgrijselijke en naargeestige verhalen, ik nam werken van Mulisch ter hand, niet door te komen, (Reve zij het al: het werk van Mulisch, dat is vullis, het werk van Reve, da's pas leve) en ik las wat van Hermans.
Ik was niet onder de indruk dat ik er veel van zou opsteken, nu ja, laat ik het zo zeggen: het boeide me voor geen meter! Nog steeds was daar Lampo, met zijn half literaire en half spannende boeken en ja, dat kon ik allemaal verdragen. Maar nog meer Innes en nog meer Reeman en ja, ook Monsarrat, je weet wel, las ik. Kortom: ik las veel boelen met spanningsbogen, zeg maar. In de NL literatuur zijn niet veel spanningsbogen te vinden, hoor.
Ja, zo kwam het een van het ander, ik begon meer boeken te kopen voor de spanning, zowel fictie als non fictie, die non natuurlijk zijnde een niet uit de loterij, maar niet een soeur uit een klooster of zo.
Ik las en kocht veel geschiedenis, veel geschiedenis over van alles, vanaf de eerste mens tot aan de laatste wereldoorlog. Maar, ik las absoluut geen Nederlandse auteurs meer, had ik me voorgenomen.
Toen kwamen er mensen op mijn pad die me, nee, geen echte mensen, maar, laat ik het zeggen, nieuwsgierige stemmen in het hoofd, die me vertelden dat ik naar de bron terug moest, naar de oorsprong van het schrijven van Nederlanders.
Ik had, ik schreef het al, Beets en zo, gelezen, Piet Paaltjes, de gedichten van Blom, Nijhoff en zo, maar nee, ik moest naar de basis, begreep ik, gewoon naar het volksverhaal. Dat volksverhaal had ik, ik was amper twaalf, al eens gelezen en goed bevonden en me er kostelijk mee geamuseerd, ik moest dus terug naar de verhalen voor het volk!
Dus herlas ik nog eens Toon Kortooms' "Beekman en Beekman", herlas ik boeken van Roothaert, die op zolder lagen, zoals de 'Vlimmem trilogie', las en herlas de boeken van A.M. de Jong: 'Merijntje Gijzen' en zo, en Frank van Weezel, ik schaftte me de trilogieën van Antoon Coolen aan, waaronder het fantastische: "Dorp aan de rivier."*
En ja, ik was thuis. Nee, ik wilde geen ingewikkelde figuren als A.J.F., of Thomese,  Palmen, een rampenplan, meer te lezen of boeken van warhoofden als Grunberg of Noteboom of welke literatureliere magoggel nu weer in de kranten als hoofdprijs werd afgeschilderd. Ik had mijn eigen boeken, mijn eigen leeswereld ontdekt.
En die heb ik nog. Nog steeds doe ik niets met die "pauzen" die zogenaamde onze schrijf- en taalwereld bevolken, ik heb der niets mee. Ik heb mijn schrijvers: Roothaert, Coolen en meer van die auteurs die normaal schrijven. Ja, ik weet het, vaak uit voorbije jaren, nu ja, zo zij het!
Ik lees natuurlijk veel, nog steeds, en ook veel van hedendaagse schrijvers, maar geen literatuur zwendelaars meer.

*Dorp aan de rivier is ook verfilmd. (Kijk maar op Jouwpijpje) De grap erbij is de arts in dat boek en in die film de vader is van Frigo Wiegersma, de partner van Wim Sonneveld. "Het tuinpad van mijn vader" bestaat echt, ik ben er geweest en heb het nummer daar ter plekke geneuried! Ik schreef er al over, veel eerder.

=over Havank, ooit eens misschien?=

dinsdag 5 december 2017

Dus ja, de Engelse jaren, afgewisseld met Franse jaren

Goed, ik kwam dus in mijn "na-pubertijd" en ik ging lezen, ik ging nu echt lezen. Die (overigens hele aardige en goede ook nog eens vriendelijke) broer van die verkeerde blonde, we zien elkaar nog wel eens af en toe, die broer dan, gaf me titels van boeken aan, namen van schrijvers aan, die ik zou moeten lezen en ja, dat waren echt boeken man! Hubert Lampo dus, Johan Daisne en meer van die makkers van die kant, allemaal wat van die magisch realisten. Maar ook zogenaamde "novelles noir", van onder andere Fredric Dard, een Zwitserse thrillerschrijver, die hele zwarte en donkere 'crimestories' schreef. "Het waren allemaal boeken die een verhaal hadden, die iets vertelden, waar een echt verhaal in zat", zei die zwager, maar, vertelde hij erbij, dat ze ook nog literair waren, en ja, dat je dus mee kon lullen in 't café, zeg maar, over boeken. Nu wilde ik helemaal niet meelullen in cafés over boeken en vage schrijvers als zo en zo, (ik noemde Mulisch en Reve al) maar, ja, ik kon niet wachten met te gaan lezen, hetgeen de valse blonde vaak teleurstelde, zij was meer gesteld op het Mokumse uitgangs-leven. Ik wilde dus lezen, meer en meer boeken tot me nemen.
Maar ik trof in die, hele kleine woning, waar de totaal verkeerde blonde en ik bij de schoonma, vertel me nu geen grappen over schoonmoeders, ik ken ze allemaal en heb ze allemaal meegemaakt, hoor. Over deze schoonma, jaren geleden al ontslapen, was ik half/half tevreden, over mijn, helaas ook al overleden tweede schoonmoeder (en over de schoonvader) denk ik met veel en heel veel liefde nog veel terug, maar dat helemaal terzijde.
In een hele grote overloop kast, van dat overigens vrij kleine huis, ergens in Amsterdam Noord, trof ik een wereld van boeken aan! Daar, in die kast, stonden onder andere boeken van Zola en zo. (Maar ook ingebonden tijdschriften van het blad: 'Het Leven' waarin onder andere advertenties voorkwamen van ene Mevrouw Den Uijl uit Utrecht, moeder van de beruchte of beroemde politicus Den Uijl!)
Ik sleepte al die boeken mee, goh, ik werd gek en ik las, naast Innes en Reeman, ook literatoren. Ik las Busken Huet, ik las Nicolaas Beets en ja, dus ook Emile Zola.
Zijn complete werken stonden er niet, helaas, maar veel van de zogenaamde "Rougon Macquart" serie stonden er wel. Voor de niet kenners:

In de Rougon-Macquart romans beschrijft Zola de levens van verschillende leden van dezelfde familie, over een aantal generaties en een aantal takken verspreid. Op die manier komen in twintig romans alle lagen van de Franse samenleving onder het Tweede Keizerrijk, dat duurde van 1815 tot 1870, aan bod. De serie was bedoeld als verholen kritiek op het keizerlijke regime en de sociale laag waarop die steunde, wat duidelijk blijkt uit de eerste roman van de serie La conquête de Plassans (als vierde verschenen, in 1874). Ook al was het keizerlijke bewind, in 1871, gevallen voor Zola goed en wel tot uitvoering van zijn gigantische project kon komen, hij oordeelde het toch de moeite waard het af te maken.
Alle delen laten zich lezen als een aparte roman. De verschillende delen worden in het laatste deel (Le docteur Pascal) met elkaar in verband gebracht. In dit deel zet Zola de basisprincipes van zijn literaire doctrine uiteen.

(Ja, dat van boven is allemaal gejat, hoor, daar is Wiki voor, toch?)
Maar goed, ik las "Germinal" en ik las "De Nederlaag" en ik was verkocht en verknocht aan Zola. Toen ik, later ook nog eens las dat hij een Dreyfussard was, een voorstander van Dreyfuss, en vooral doordat vlammende protest: J'Acusse', lees eerder geschreven artikel, was ik al helemaal fan van hem.
En nog, de boeken uit dat huis zijn verdwenen, ik kan via Het Gutenberg Project, toets dat eens in, daar kan je boeken downloaden van schrijvers die meer dan 75 jaar dood zijn, wat van hem lezen, maar ja, ik heb liever een boek met bladzijden en een omslag beet.
= later meer, over bijvoorbeeld Havank?=

zaterdag 2 december 2017

Verder dan maar, met geslepen potlood

Maar goed, voordat ik in Mokum arriveerde en met Reeman en Innes kennismaakte, lag er nog een lange en vrije sobere en literatuur arme weg in het Drentse veenkoloniën land voor me. Ik begon nu ondertussen Biggles te kennen, die lagen te koop in een klein boekwinkeltje in Gieten, off all places,  en ik begon die boekjes te kopen. Dat viel niet altijd mee, maar ik had wat zakcenten en kluste bij de ouweheer op de molen bij, in de vakanties. (Ja, mijn ouwe was molenaar, net zoals zijn pa en zijn grootvader en misschien wel meerder generaties Gravers dat waren geweest. Mijn broer heeft die traditie overigens piekfijn voortgezet, maar dit terzijde.)
Biggles, een piloot in WOI, was een creatie van een oud Engelse WOI vliegenier, ene Captain W.E. Johns. Hij schreef bijna honderd (jeugd) boeken over die imaginaire vlieger. Maar man, man, wat waren zijn boeken spannend! Ik verzamelde vooral die boeken/boekjes, die over de eerste wereldoorlog gingen, ik was verzot/gefascineerd op tweedekkers/driedekkers en wat dies meer zij en had ook diverse bouwpakketten, van die plastic dingetjes, die je in elkaar moest lijmen en dan nog ook eens moest verven en zo. (Je moest er ook nog eens de "Decals", de plakplaatjes van de lanen van origine, netjes op zien te krijgen, wat een gedoe!)
Biggles verdween, met tegenzin, Old Shatterhand verscheen en daarmee ook Kara Ben Nemsie, "Der Held aus Die Wuste", zoals Karl May, de schrijver, zijn helden noemde. Na Arendsoog en Witte Veder, had ik weer een aantal superhelden.
Van Biggles heb ik overigens niets meer, lezertjes dezes mogen ze me opsturen, vooral de verhalen over de eerste wereldoorlog, van Arendsoog heb ik ook niets meer en hoef ik ook niets meer, van Kara Ben Nemsi heb ik nog alles, overigens. Ik had dat weggestopt ergens op een boekenplank achter een hele serie maritieme naslagwerken en de boeken kwamen te voorschijn na een verhuizing.

Goed, eenmaal in  Mokum Alef aanbeland, via wat zijstappen, ontmoette ik, helaas naar later bleek, een hele valse blonde en trouwde uiteindelijk heel vals met haar. Het hield gelukkig geen stand. Ik was ondertussen bij de marine in dienst getreden en was een fel liefhebber van maritieme schepen, domme zin, van oorlogsschepen dan, geworden en ik weet nog dat het eerste boekje dat ik over oorlogsschepen aanschafte "Royal Netherlands Navy" was, van ene  H.T. Lenton, uitgegeven door MacDonald in Londen gedateerd in 1967. (Ik kocht het in de Kalverstraat, op een zaterdagmorgen. Er zzit nu een boekenuitdragerij.) Ik heb het nu voor me. Alweer vijftig jaar oud, maar nog in goede staat en ja, ik kijk er nog redelijk vaak in. Later heb ik een vrij aanzienlijke 'maritieme bieb' opgebouwd, overigens. Ik geloof dat ik een dikke tweehonderd boeken over schepen en scheepvaart, meer misschien, in mijn bezit heb. Niet de fictieve romans meetellende.

Die valse blonde had in ieder geval een leuke broer die me wees op het bestaan van schrijvers die wel te haggelen waren en zo kwam ik in de 'warme' armen van onder andere Tolkien en Hubert Lampo terecht.
Dat ook meteen Reeman en Innes, maar ook de Stripkunst op de loer lagen, dat had ik pas door, toen ik al gestrikt was.


=later veel en veel meer=

Now, for something etc

Echte liefhebbers van Monthy Python kennen deze kreet wel. Ik ondertussen ook. Ik ben een beetje, had dat al geschreven, af van het melden van misstanden in de wereld, omdat ik er dus ook niet veel meer aan verbeteren kan. Ik heb even een ander Blog opgezet, dat ik nu maar op deze pagina's publiceer omdat ik anders van de Googlaars een domein naam moest kopen, maar Googel heeft al zo veel poen, heb ik gehoord, dus dan maar publiceren in dit bestaande Blog, zonder naam, nu ja, gekochte naam.
Hopelijk veel leesplezier, scheldt me uit als je het niet met me eens bent, geef me steun als je dat wel bent en ja, sla het over als je het niets vind.
Grtn, Lucas
 
Boeken ja, ik ga schrijven over boeken en over lees avonturen. Ik heb het verhaal/de verhalen over de misstanden in de wereld, waar ik zoveel over schreef, nu wel gehad allemaal, Ik heb dat allemaal veel en netjes en vaak scherp, soms venijnig en beledigend en soms boeiend beschreven in de Blogs: "In de wereld" en "In de super." Ik ga vanaf nu, op deze pagina's, schrijven over boeken die me gelukkig maken, die me interesseren, die me ergeren, die me boeien of die me afgrijzen injagen. En ja, dan krijg je het natuurlijk ook over de schrijvers van die boeken. Nee, ik geloof meteen dat jullie, geëerde Blog lezers, niet zoveel met mijn boeken keuze ophebben, maar ja, dat zij dan maar zo.
Ik trap een enorme deur in om er mee te beginnen te zeggen dat ik een afschuw heb van ene Arnon Grunberg, dat ik Reve een kladschrijver vind, dat ik Mulisch, op een enkel boek na, niet kan velen en ja, ik vind Wolkers wel wat hebben. (Nu ja, soms dan.)
Jullie begrijpen al dat ik niet zo geëxalteerd ben over de zogenaamde literatureluren, ik houdt het liever bij een gewoon boek. Een boek met een verhaal, met een begin een midden en, hopelijk, spannend einde. W.F. Hermans voldoet ook niet helemaal aan die kritieken, maar soms had hij, net als Heere Heersesma, wel eens van dat soort boeken.
Een van de meest opgeklopte teksten, door literaire critici dan, was het boek van Reve: "De Avonden", der is nog een stripboek van gemaakt ook. Niet om door te kommen, net als "Blauwe maandagen" van Grunberg, waar gaat dit over? Mulisch met zijn: "Voer voor psychologen"? Wat een verspillingen van goedbedoelende bomen!

Goed, ik geef een klein uurtje lees "biobliografie". Ik ben ooit, ik was zes of zo, begonnen met het eerste Arendsoog boek ooit. 'Arendsoog' heette dat, van de schrijver Nowee. Daarna volgden "Witte Veder" en meer van dat soort verhalen, duidelijk gejat en gebaseerd op de boeken van Karl May, maar daar kom je natuurlijk pas later achter. Dat was mijn eerste boek dat ik ooit las, na de Jip en Janneke boekjes van Annie M.G., misschien.
Volgens mijn moeder, dit is een historisch verhaal, las ik namelijk al vanaf mijn derde. Ik las namelijk het etiket van de "Chocopasta Berengoed", toen nog van dik karton, pot die op tafel stond. Later leerde ik natuurlijk echt lezen, zie mijn opmerking hierboven en vanaf mijn zesde was der geen houwen meer aan. Als er ergens letters op stonden, las ik het en dat is nog steeds, na zestig jaar, niet veranderd. Ik MOET lezen, ik moet letters/bladen/kranten, maar vooral, boeken onder de hand hebben. Echte boeken, geen E-books, nee, papieren boeken. Dit in tegenstelling tot een van mijn beste maten die alles download en alles wat hij wil lezen op zijn E-reader, heet dat zo, heeft. Nee, ik moet alles op papier hebben. Raar, ja, maar wel waar.
Ik ben pas dan gelukkig als ik een boek in mijn hand heb. Nee, natuurlijk: ik ben ook gelukkig als ik op mijn (race) fiets door de velden ga, als ik mijn vrouw zie, of mijn kids en zeker mijn kleinkinderen, maar you get the picture? Ik heb niets met niet op papier staande boeken.
Ik had dus al snel wat met boeken, met de Arendsoog serie, bijvoorbeeld, maar daar kwamen heel snel ook de Bob Evers reeks boeken bij. Ik was toen een jaar of tien of twaalf of zo, toen ik die boeken las. Mijn, jaren oudere, broer, kocht die. Het was een aantal avonturenromans van een drietal achttienjarige knullen die allemaal vreselijk spannende avonturen, in binnen- en buitenland, beleefden en die de wereld overvlogen of overvoeren, enorme knokpartijen uithaalden en goud schatten opgroeven en boeven het loodje lieten leggen. Ze bestelden her en der flessen London Tonic en broodjes Rosbief en ja, goh, man, dat was avontuurlijk! 
Ik heb, overigens, weer al die boeken met rooie oortjes verslonden (en gek genoeg heb ik ze nu net, als 65 jarige, allemaal herlezen, weer met rooie oortjes, maar dan van de flauwe en melige grappen) Ik vond ze terug op een van die vele boekendozen op zolder, een week of zo geleden.
Na, Arendsoog en Evers kwamen de boeken van K. Norel, een goed gristenmens, die veel boeken over de zee schreef, zoals: "Coasters varen uit", "Engelandvaarders" en "Varen en Vechten." 

Ik las meer en meer en in het begin van de jaren zeventig kwam ik in Mokum terecht met zijn hele vele boekenwinkels en ja, toen begonnen de Engelse jaren, die natuurlijk nog niet afgelopen zijn!
Ik kreeg Douglas Reeman en Hammond Innes in het snotje!

=later verder, veel verder=

dinsdag 7 november 2017

Over de "Weinsteins" van deze wereld.

Ja, ja, ik had jullie al eens gewaarschuwd, ik zou dingen gaan schrijven op dit Blog, onder andere over de "Weinsteins" van deze wereld, daarmee in het totaal bedoelende de kerels, nu ja, die beesten, die hun klauwen niet thuis kunnen/konden houden tegenover de vrouwen in hun onmiddellijke omgeving, de vrouwen/meiden, die dus van hen, die beesten, afhankelijk waren of moesten zijn. (Moet ik Harvey Weinstein/Kevin Spacey nog uitleggen? Het lijkt me niet. Ik had nog nooit van die Spacey gehoord, overigens, ik had geen idee dat 'ie ook een actreutel was.)
Ik ga van acquit: elke man/vrouw die macht heeft over een ander mag zich nooit op seksueel gebied misdragen tegenover de tegenpartij, zijnde m/v.
Ik bedoel hiermee dat geen enkele man of vrouw met macht, noem het maar, een persoon die zich tot haar of hem wendt om aandacht/sympathie/liefde te ontvangen, die persoon mag gebruiken/misbruiken voor zijn/haar eigen doelmerken.
Tja een aantal moeilijke zinnen, maar wat ik eigenlijk wil zeggen: hou je klauwen thuis. Blijf van een ander af, tenzij die aangeeft dat h/z er wel zelf mee eens is om aangeraakt te worden en verder. 

Ik veroordeel al die Weinstein's en die Gosschalk's (de nieuwste misdadiger) en hoe heetten al die te vele van die gasten nog maar weer, om WAT ze vrouwen (maar ook mannen) hebben aangedaan! Ik minacht die daders, ik spuug op ze en, zoals een Yank zou zeggen: 'I would piss on their graves.' Zo hoog zit het bij mij ook. Man, what een ffing losers zijn dat soort figuren!
Goed, nu even advocaat van de duivel spelen: die vrouwen en meiden van Gosschalk in het Amsterdamse en Weinstein in het Hollywoodse, LIETEN zich misbruiken, om te kunnen bereiken wat ze zouden kunnen en willen bereiken,  namelijk "Stardom" of "Starstatus" wat hen door die vreselijker kerels beloofd werd! In Hollywood, of anders, onder andere in Aalsmeer of Hilversum. Maar ook op de verdere Gooische matras, heerst dat soort mentaliteit, heb ik vaak vernomen. Zelfs bij EO/NCRV/KRO/VARA, nu ja, noem maar op, is er die mentaliteit! Dus ja, die meiden zijn zelf schuld en niet de mannen die hen misbruikten? Zoiets dan?
Nee, dus. Het vreemde in deze vaak (tv) discussie is dan weer wel, naar mijn gevoel, dat er heel veel (bekendere) tv vrouwen zijn die die hele serie van aanklachten wat 'downplayen' en het allemaal wat minder erg lijken te maken dan het werkelijk is. Is dat slechts mijn gevoel of moeten deze dames die kerels, die hen ook misbruiken, noem ik het maar, een soort van verdediging geven? Om dus nog steeds in een volgende editie van weet-ik-veel-wat-voor-domme-soap-of-show op te mogen treden?

Ik heb geen idee, eerlijk gezegd. Misschien werkten die vrouwen wel mee, onder de enorme druk van (o.a.) de tv - en filmwereld, ik durf het niet te zeggen. Ik weet wel en durf dat ook te zeggen, dat je met je poten van aan jou ondergeschikte m/v' s afblijft! Dat geldt in alle lagen van de bevolking. Je houd je handen thuis, altijd, tenzij de partner er zelf in toestemt, ZONDER dwang!
Ik kots dus op kerels die vrouwen gebruiken en misbruiken, ik heb het zelf  nooit gedaan, ik zal het ook nooit doen en ik vind, persoonlijk, dat de misbruikers van vrouwen/mannen en vooral kinderen, zie Robbert M., enorme straffen verdienen.
Gelukkig komen al die zaken nu aan de openbaarheid, niet alleen het misbruik in de RK kerken, zoals dat al jaren bekend was, maar ook het machtsmisbruik in de politiek en de showbizz wereld. Het heeft nu een sneeuwbal effect aangenomen en voor veel mensen is dat moeilijk om mee te maken. Dat moge zo zijn, maar ik ben der blij mee. Ik hoop dat al dat misbruik van sterkeren tegenover zwakkeren nu eindelijk de wereld eens uit gaat!

Ben ik er persoonlijk schuldig aan geweest? Ik durf, hand op mijn hart, te zeggen van niet. Ja, ik ben wel eens boos geworden op een 'Rookie", een nieuweling in mijn vak, he diegene ook de waarheid gezegd, maar het bleef bij woorden. Ik heb niet en nooit een persoon die onder mijn leiding was, misbruikt of zo. Hand op mijn hart!

maandag 23 oktober 2017

Open brief aan de MP en zijn 'baksmaten.'

Goed, oké, ik dacht het, ik zei het en schreef het: het zou echt mijn laatste Blog in deze serie zijn, ik zou het rustig aan doen, me niet te veel opfokken, me nog alleen maar bezig houden met wat leuke dingen die ik op zou pikken en aan jullie doorgeven, zoals geschiedenis dingetjes en zo, maar nee, hoor, niks daarvan, de wereld heeft mijn Blogs gewoon nog nodig. (Denk ik en hoop ik.) Natuurlijk ga ik door met mijn, voor mijn persoonlijke amusement, te schrijven geschiedenis Blogs, maar na al het kwaad dat de afgelopen weken geschiedt is, i.e. de Weinsteins van deze wereld, ben ik weer zo woedend geworden dat ik dus de pen maar eens weer in de inkt doop, een vers vel perkament naar me toe trek en weer eens begin aan een verhaal. Dit natuurlijk, zullen mijn vijanden en belagers verschrikkelijk vinden maar misschien zal de enkele bewonderaar die ik heb, het wel prettig vinden, hoop ik dan maar.
Het gaat, in dit Blog, je las het kopje al, over een open brief die ik wil zenden aan de MP en zijn 'cronies' zoals Hank the Yank dat noemt, dus aan de Minister President en aan zijn maatjes, de andere regeringsleiders.

"Ik ben, geachte MP, (nee, of het nu Rutte is of een andere leider, dat maakt geen ruk uit), ik ben dus geboren in augustus 1952. Ik heb vanaf 1970 behoorlijk gewerkt aan een carrière, nadat ik daarvoor allerlei kleinere baantjes had, en nu ben ik vijfenzestig jaar en twee maanden en een week jong. Gedurende mijn hele jeugd werd mij, mijn ouders en mijn overige familieleden, verteld dat MIJN generatie, nu ja, alle generaties erna natuurlijk ook, vanaf hun 65ste levensjaar het 'rustiger aan zouden kunnen doen'. Na een 'opgebouwd pensioen' bij de firma waar je werkte, waar maakt niet uit: V&D, de NS, het bankwezen, de BAM, de Shell, noem het maar op, kreeg je vanaf dat heerlijke jaartal, waarna je nog, met een beetje mazzel, tien of vijftien jaar ongestoord kon genieten, je AOW.

Maar dan: in de jaren na de eeuwwisseling gaat het allemaal helemaal mis. Een generatie van jonge leeuwen en leeuwinnen, allemaal met, voor de mannen dan, nette pakken en van die vreselijke bruine en half hoge laarsjes en voor de dames van die strakke mantelpakjes en meer verstandig schoeisel, gaat zich verrijken op de financiële wereldmarkten, allemaal met een heel tragisch gevolg. (Vermoedelijk hadden zij geen ouders zoals wij hadden, of waren ze niet opgevoed, zoals wij, want ze werkten niet, maar gokten met geld van mensen die eerlijk hebben gewerkt en gespaard.)
De financiële wereld ging naar de gallemiezen, maar dan ook helemaal. Banken gingen failliet, mensen werden, allemaal wereldwijd, der lui huizen uit gelazerd en armoede was weer eens een nieuw/oud begrip in onze 'welvarende' wereld. Maar de Yupsters gingen lachend naar de bank met hun winsten!
Goed, de crisis was daar, er moest ingegrepen worden en ja, daar hadden de dames en heren politici natuurlijk al meteen een antwoord op. 'We verlagen de pensioenen', brulden ze in koor, 'die ouwetjes kunnen toch niet staken, dus ja, dat gaat ons niet boeien.' 'Verlaag dan meteen de uitkeringen', zei een socialistisch mede politieker, 'die werkeloze kloothommels kunnen dan wel staken, maar ja, werkelozen die staken, daar merk-ie niks an.' 'En wat dacht je van die ABP pensioenen?' kwaakte een derde. 'Die gepensioneerde ambtenaren, politie lui, die militairen? Die hebben ook geen reet in te brengen!'
En zo geschiedde en zo gebeurde het. Al die gepensioneerden en gekorten waren van een oudere stempel en wisten dat het land moeite moest doen om het hoofd boven het water te houden, dus ja, ze zuchtten, ze pasten zich aan, ja, ze hadden zich een heel leven de Jantandjes gewerkt, maar ja,, de staat vroeg het.

De moeilijkste jaren gingen voorbij. Maar de melkkoeien van de staat, de ouderen, de gepensioneerden, de werkelozen, bleven getroffen worden. Geen cent extra kregen ze. Een derde liberale kabinet kwam en vertelde, zuinigjes, dat de inkomstenbelasting iets naar beneden ging, maar dat de BTW op gewone zaken, als eerste levensbehoeftes, wel met drie procent werd verhoogd. En ja, dat de pensioenleeftijd NIET werd verlaagd. Ja, het werd allemaal makkelijker voor werkenden en zo, niet veel zwaarder meer en zo. (GVD: Die eerste levensbehoeften, brood/melk/kaas, ik noem maar wat, is wat die "auwe lulle" nodig hebben, geen dikke Bentleys of vakanties in Saint Tropez, zeg maar.)
Ja, brave MP en secondanten: niet voor jullie of jullie, helemaal uit te breiden ambtenarenkorps, er komen geloof ik, zes ministers (dikke salarissen) en zoveel staatssecretarissen (ook dikke jeweetwel) meer zijn en idem zoveel extra ambtenaren, nee, voor jullie veranderd er niet veel. Wat is jullie definitie van zwaar werk? Het openen van een laptop, of het oppakken van een pen, of het eindeloze geoh wat jullie doen in allerlei kamertjes, da's niet zwaar werken.  Maar die stratenmaker dan, die ik vanmorgen bij mij in de straat nieuwe tegels zag leggen? En die vrouw die weer eens in haar eentje vier afdelingen van een verpleegtehuis moet gaan runnen? En die man van dik in de zestig die weer eens een hele vrachtauto met zware containers met bier/fris/melk/koffie/thee, name it, moet gaan lossen? Een ouwe wout, die weer eens een probleemwijk, gevuld met jonge crimineeltjes in moet? Een serveerster m/v die in een drukke horeca zaak werkt?
Wat noemen jullie zwaar werk? Hoe beoordelen jullie, buiten onze maatschappij staande vrijgestelden, net als dominees en pastoors en zuks, wat zwaar is? Hebben jullie ooit wel eens gewerkt? Echt, bedoel ik? Tussen gewone mensen? Mensen die wel eelt op hun, ik zou  moeten zeggen klauwen, maar ik ben netjes, dus zeg ik maar handen hebben?

En waarom zou ik gvddegvdegvd tot mijn 66ste moeten solliciteren? Wie gaat een man van 65 + 2 maanden nog aannemen? U, mijnheer Shell, U, mijnheer Heijn, U, mijnheer Unilever, U, mijnheer Blokker/Hema/C&A?
Dog het nie, dog ik. Dus waarom heren/dames regeringsleiders, verlagen jullie de pensioenleeftijd niet gewoon? Terug naar 65, zoals het in beschaafde landen hoort? Ik heb overigens zoveel jaren gewerkt en af gedragen aan die gasten dat ik waarschijnlijk drie ambtenaren een directeur van het pensioenfonds in stand houd tot de rest van hun leven, financieel dan.

vrijdag 29 september 2017

Rangen en standen

Ja, ik kan het niet helemaal laten. Ik weet dat jullie, vrienden, ook wel geïnteresseerd en opgevoed zijn in de KM en zo en misschien vinden jullie het grappig om iets meer te weten over hoe ons rangen en standen systeem is ontstaan? Zo niet, lees het niet, maar ik vond het wel grappig om uit- en op te zoeken. (Ik heb veel info uit allemaal dikke boeken maar ook van het net gehaald, overigens, maar dat laatste mag, natuurlijk.)
Ons huidige rangensysteem is vooral ontsproten uit zuid Europa. Hoewel de Fransen meer rechtstreeks - in rangen en rangbenamingen - de vaders van het Nederlandse rangsysteem werden, hadden zij op hun beurt van Italianen en Spanjaarden voorbeelden overgenomen en stammen andere rangen in ons leger rechtstreeks uit de tijd van het voormalige Staatse Leger, dar ruwweg tussen 1600 en 1800 bestond en dat sterk door de Spanjaarden was beïnvloed. Logisch, we hadden nogal wat oorlogen met die gasten. Niet alleen de 80 jarige en zo, maar ook al die successie oorlogen. Maar het zijn wel allemaal zaken die terug te vinden zijn in de etymologie achter de rangen.
Het begrip soldaat is in Nederland vermoedelijk geïntroduceerd via de Franse weg, maar vond haar oorsprong wel in het Italiaans. De soldij van de lijfwacht van keizer Constantijn de Grote (die leefde in de 4e eeuw na Christus) werd betaald in solidus en werd solidatus genoemd. Daaruit ontstond het Italiaanse soldato en later het Franse soldat. De eerste Romeinse soldaten kregen hun beloning uitbetaald in zout, in 'Sal', dus vandaar de naam soldij en salaris. Zout, sal, was een duur iets in die tijd. Vergelijk het later, in de VOC tijd, met peper: "peperduur" zeggen wij nog steeds.
Het woord "Infanterie" is net zo'n typerend begrip. Het gewone voetvolk was in de oudheid vaak heel erg jong. Het kernbegrip 'infant' voor onvolwassen, zie het Franse woord "enfant". is daarin terug te vinden. Nog steeds wordt de infanterie gevormd door de jongste militairen en dat waren vaak de dienstplichtigen van 18 of 19 jaar. Dit woord was in Nederland al voor de Franse tijd een begrip geworden, toen het "voetvolk" soms al als 'infanterij(e)' door het leven ging. Na 1815 is het woord infanterie gewoon goed geworden.
In het Diets (Oud Nederlands en Germaans) kwam de 'gefreijtene' voor als de soldaat met een enigszins hogere stand. (De bevrijde, zoiets.) In zowel het Nederlandse als (huidige) Duitse gebied werd de 'gefreijtene' of 'gefreite' als stand onder de manschappen gevoerd. De oorsprong daarvan was dat deze ervaren (of zich onderscheidend hebbende) soldaat zich van de meest laagwaardige diensten gevrijwaard mocht weten.Hij hoefde bijvoorbeeld geen latrines meer schoon te maken of te graven. Maar: vaak wordt die rang vertaald als korporaal, maar hij was, popu gezegd: een "ouwe een", met de 'voordelen van die rang.
Korporaal kwam weer voort uit het Latijns. Het was een benaming vanuit het basisbegrip 'capo' (voor hoofd) in het Italiaans en Frans. Zijn evenknie in het Franse leger heet een caporal. In de Napoleotische legers kwam de caporal zelfs veel voor.
Sergeant kwam onmiskenbaar wederom voort uit de Latijnse taalgebieden. Het is een afgeleid woord van de eerste bediende, in het Latijn de 'serviens' (van servire). De afgeleide termen als seriant en sergant werden tot krijgsbediende en assistenten van ridders. In het oud Fries komt het begrip sergent voor 'bediende' ook al voor. Het Franse leger bracht het vermoedelijk naar het moderne Nederlandse leger. In het Franse leger wordt de sergent ook nog steeds als rang voor dezelfde laagste onderofficiersrang gevoerd.
Waar het begrip onderofficier precies vandaan komt is onduidelijk. In het Nederlands is het net als in het Frans (sous-officier) een verzamelbegrip, maar in het Duits heeft het een geheel andere oorsprong, die wel eens ouder zou kunnen zijn alsmede de aanleiding voor de Franse en Nederlandse benaming van de groep 'niet-officieren maar hoger dan soldaten' als onderofficieren. In het Pruisische leger van Frederik de Grote bestonden namelijk de Unter-Officir en de Ober-Officir. De eerste stond voor de groep die wij thans nog als onderofficieren betitelen, de tweede voor de subalterne officieren. Later verviel bij de subalterne officieren het 'Ober' en zo resteerde vervolgens 'Unteroffizieren und Offizieren'. Daarentegen is de latere rang van 'Unteroffizier' in de plaats gekomen van de vervallen Pruisische rang 'Sergeanten'. In het Oud Pruisische leger had men namelijk de volgende benamingen voor de niet-officier rangen en standen (van hoog naar laag): Feldwebel, Sergeanten, Korporale, Gefreitenkorporale, Gefeitene en Schütze. Van deze rangen was slechts de Feldwebel voorzien van de zogenaamde degenversierselen, de portepee. De oorspronkelijk als binding (aan de pols) bedoelde veiligheidsband (om de degen niet tijdens het gevecht te verliezen) werd uiteindelijk een rangonderscheidingsteken dat in begin 18e eeuw alleen door officieren, later ook door de Feldwebel mocht worden gedragen. Uiteindelijk werd de laagste gradatie onderofficier [Vize-Feldwebel, later Unterfeldwebel] ook de rechten tot dragen van de portepee gegeven. Daarmee kreeg men de status van onderofficier. Alle rangen en standen eronder werden als 'minderen' gezien. Zo onderscheidde het Duitse leger anno 1940 nog in 'Offizieren, Feldwebels, Unteroffizieren und Mannschaften'. Slechts bij hoge uitzondering of als men als cadet reeds de kwalificaties voor (Unter) Feldwebel had behaald, mocht een Unteroffizier zich met een portepee tooien, wat anno 1940 uiteraard slechts nog bij het nette uniform gebeurde. De Unteroffizier als rang in 1940 was dan ook de gelijke aan de korporaal in het Nederlandse leger, zoals overigens uit de taakstelling van de Duitse Unteroffizier ook blijkt. De auteurs van vele geschiedenisboeken die de klassieke fout maken zich door het begrip 'Unteroffizier' te laten misleiden hebben zich in de opvallende ontstaansgeschiedenis van de rang niet verdiept. Overigens net zo min in een vergelijking in taakstelling, wat wellicht nog betrouwbaarder is bij rangvergelijkingen tussen legers. Zoals de korporaal in het Nederlandse leger veel voorkwam als laagste rang, zo ook de Unteroffizier.
De sergeant-majoor komt eveneens uit het Latijnse taalgebied en wel uit Spanje. Het begrip 'majoor' is het Nederlandse equivalent van 'major', in andere taalgebieden ook als 'mayor' of 'majeur' bekend. Het Staatse leger had de rang al ingevoerd, vrijwel zeker van de Spaanse 'major' afgeleid. 'Major' was een afgeleide van 'magnus', ofwel 'groot', waarbij 'major' ook staat voor 'oudste'. In het geval van de sergeant-majoor was het de oudste der sergeanten, ofwel de 'grootsergeant'. Ook wat men in de volksmond de 'grootmajoor' is gaan noemen - een begrip dat dus in feite een tautologie is want letterlijk 'grootgroot' betekenend - komt voort uit dezelfde oorsprong maar duidt - net als de Spaanse oorsprong - op de officier, al langere tijd de laagste der hoofdofficiersrangen.
Adjudant was wederom van latijnse afkomst. Het kwam van de samentrekking van 'ad' [tot] 'iuvare' [helpen]. De adjudant was iemand die 'tot hulp strekte' wat in het oude Rome als als 'adiutantis' werd aangemerkt. In het Frans adjudant, in het Spaans ayudante. In de zin van de adjudant van een hogere officier is daarmee wel de etymologie verklaard, in de zin van de rang als hoogste onderofficier zal de oorsprong hebben gelegen in de ondersteuning die deze rang gaf aan de subalterne officier bij de leiding over een militaire eenheid. Om het onderscheid goed te kunnen maken tussen de rang en de functie van adjudant, werd de Nederlandse adjudant in de laatste eeuw tot 'adjudant onderofficier' [AOO], vaak met toevoeging als 'instructeur' [AOOI].

woensdag 23 augustus 2017

Vijfenzestig (65) En: de laatste!

Mijn laatste, nu ja, wie weet, maar ik weet zeker, wel eigenlijk helemaal mijn aller laatste verhaaltje in deze reeks. Nee, ik ben niet ziek of zo, ik ben niet opgenomen in een levensbeëindigende kliniek, hoewel sommigen van de lezers van deze verhalen, dat wel graag zouden willen, nee, gewoon, de 'swung' is er uit. Mijn pen is nu verstild, mijn tong is helemaal uitgesproken. Ik heb 600 maal een verhaaltje aan jullie geschreven, ik heb daarin vaak mijn ongenoegens geuit, soms heb ik mijn liefde voor dingen of mensen verteld, mijn bewondering voor zaken geuit. Vaak heeft men mij gehaat voor die story's, soms kreeg ik bijval, vaker hoorde ik niets. De bijval was leuk, de tegenstand en haat was heel erg leuk, ik prikkelde dus mensen en ik prikkelde dus zinnen en gewetens en kon daar op reageren.
Maar dat "niets", dat al helemaal niet reageren op zo een stukje, was het moeilijkste te verteren. Gvd de gvd, ik schreef vaak heel kritische stukkies, ik wees heel vaak op toestanden en op misstanden in onze wereld en dat soort zaken. Snappen mensen nu niet meer waar er allemaal fout loopt in deze wereld, of zijn de mensen allemaal wel begaan met dat gedonder? Wat Trump doet? Wat Poetin uitvreet? Wat onze rechtse regerings-club aan het uithalen is met ons pensioen stelsel? (Ik had deze maand al weer zestig eurie minder, zenk you, ABP) Wat en zie zijn het die de ziekenkosten omhoog jassen? Dat er 'treitervloggers' worden uitgenodigd om hun tirannie op tv te mogen voortzetten? Dat er figuren als Katja en Birgit en Geer en Goor en hoe-heet-die-dikke-nog-maar-weer, die patrijsia prei, of die vette Paul de Lion en zo, ook al zo een totale non figuur als ene (policor) en onuitstaanbare Freek en dat zogenaamde linkse en heel veel rechts verdienende warhoofd van een Youp allemaal hun kunstjes mogen brengen in ons tv bestel. Dat afgrijselijke Utopia, dat maar door lu.. en doet? En wij maar met die onzin gevoerd gevoerd worden door die magoggels van onze tv stations!

Tja en nu ben ik, kortgeleden 65 geworden. Tja, dat is, net als hele goede rode wijn, een cognac of whiskey, al behoorlijk op dronk hoor. Een goede rode wijn uit 1952 zou nu al vijf honderd euro doen op die leeftijd. (Ik heb geen idee of dat een goed wijnjaar was, overigens, moet ik toegeven) Nu ja, misschien ben ik niet goed en al helemaal geen rode wijn, maar toch ben ik vijfenzestig! Dus, lekker met AOW? Nou nee, dus, mijn bouwjaar mag doorgaan tot 66, lees zesenzestig. Da's nog jong natuurlijk, mensen die na mij geboren zijn moeten tot bijvoorbeeld 67 jaar en zeven maanden of nog erger zoals vrienden van mij. F. vertelde dat hij tot 66 en zeven maanden most doordoen! Je zal maar bouwvakker of verpleeg zorgende zijn en tot je 68ste je rug mogen moeten belasten, allemaal voor je (gewettigde) pensioen?! Djeez! 
Mijn lief kon, ook zij werkte in de zware pleeg, door een chique regeling al met haar drieënzestigste der mee ophouwen. Ik moet nog even verder, ik moet nog een jaar blijven solliciteren. 
Maar als die figuren van het UWV en het ABP nu eens een mazzeltje konden geven? Ik bedoel, onze economie stijgt tegen de klippen op, het gaat geweldig met ons land, dixit het kabinet Rutte. Maar: wij, bijna gepensionado's, merken er gene ene k.. van! Ik krijg belasting aanslagen thuis waar je geen brood van lust! In de ondertussentijd (kreet gejat van Kees van Kooten) loopt er een zooitje geboetekleede verkleedde figuren uit Syrië en Irak de huizen en lokalen in ons land te bezetten. Die hebben zo een huis, in no time. Onze zoon van 36, moet helaas nog jaren wachten op een eigen woning!

Dus nee, de wereld trekt aan mij/aan ons beiden voorbij. Ik wil en kan me der niet meer over opwinden. Het heeft ook gene ene f... zin meer. Mendoet maar. Niemand luistert nog naar het gezonde verstand, zoiets!

Lieve lezers van ooit en nooit: het ga jullie goed! Na 600 verhaaltjes/Blogs en zo, stop ik dermee, zoals gezegd. Bedankt voor het lezen van die stukkies, bedankt voor het (een enkele keer) reageren op die schrijfseltjes. 
Het ga jullie goed!
Bedankt voor jullie (soms) aandacht
Lucas






maandag 21 augustus 2017

Klein, klein kleutertje wat doe je ...?

Voor ik over het echte onderwerp van dit Blog kom te schrijven wil ik eerst en vooral de POTUS, de aanvankelijk geweldig incompetent gevonden "The Don", complimenteren met een fabelachtige entertainment nummer die hij zijn volk vandaag heeft geboden. Een echte en heuse zonsverduistering, die van noordwest tot zuidoost over het land van zijn volk trok en alleen maar te zien was voor zijn eigen volk. Gelukkig kon, dat had hij zo geregeld, geen enkel ander land meegenieten van het natuurfenomeen! Dus geen vreemdelingen die het, alleen voor de Yanks bedoelde, verschijnsel ook zouden kunnen zien. "He made America great again!" Nee, nee, nee, echt hij had de 'MGM' of de 'Walt Disney' studio's niet eens nodig om dit te showen aan zijn volk. Nee, niets van dat alles. Door zijn korte lijntjes met hierboven, door zijn eigen, bijna goddelijkheid, had hij iets bewerkstelligd dat Obama nooit voor elkaar had gekregen en die 'bitch' Clinton natuurlijk al helemaal niet, die 'effing losers'.
Maar: de 'zonnepresident' had waarschijnlijk niet door dat het wel binnenkort wel eens zijn eigen zonsverduistering of zonsondergang zou kunnen zijn. Er gaan stemmen op, vele stemmen, om hem weg te willen sturen, begreep ik!

Scherts, natuurlijk, waarde lezer en lezeres van dit stukje. Scherts, humor, ironie en wat cynisme, dat is leuk. Maar goed, terug naar de aanhef! Een vriend van me vond en zei, kortgeleden, dat ik er best wel eens met een gestrekt been tegen de islam inging in mijn schrijfseltjes. 'Dat is zo', beaamde ik, 'zolang de islam, nu ja, de belijders van dat geloof, van dat enorme en achterlijke en achterhaalde geloof, zich niet 'en masse' tegen al die aanslagen keren, door dus massaal de straat op te gaan om te brullen, schreeuwen en blèren dat er uit de naam van HUN geloof en van hun god niet meer gemoord en gedood mag worden en er geen onschuldige mensen meer mogen worden vermoord en er geen pogingen tot ontwrichting van onze, redelijk tolerante, westerse maatschappij, meer zullen worden gepleegd. Zolang dat niet geschied zal ik blijven schoppen tegen de islam en haar gelovers.'

Nee, dit, deze titel van dit Blogje, "Klein klein kleutertje", is geen oproep tot pedofilie of zo, nee, hoor, gatver, nee, integendeel. Nee, het gaat over de nieuwste uitwas van die islam. De geliefde en ik zelf kijken vaak naar de Belgische televisie en kijken soms wel twee keer naar hun journaal, dat van 1300 en 1700 uur. De lief en ik zijn beiden een beetje Belgen verslaafd, namelijk, in ieder geval aan EEN tv, zoals die zender heet. Maar en daar gaat het dus om: we hoorden in die journaals van vanmiddag (maar ook dat van vanavond) dat er in Ronse, een klein stadje in het zuidwesten van België, in Oost Vlaanderen, opschudding was.
Islamistische kleuters, van de mannelijke soort, de kroonprinsjes van het moslim DOM, weigerden namelijk om nog met niet moslim, lees normale, kinderen te spelen en vooral niet meer met meisjes. Die kleuters, hoe oud zijn die, vijf/zes, uitten bedreigingen aan hun mede kleuterschool bezoekertjes in de vorm van: 'Je bent een varken en ik ga je je keel afsnijden', dat zukse woorden dan!
De schoolleiding raakte daardoor helemaal gestrest, legde een en ander voor aan de regering en die besloot om groot in te grijpen. Ze riepen diverse comités en werkgroepen in het leven die dat allemaal moesten reguleren en in goede banen gaan leiden, waar natuurlijk vooral kreten als "Begrip voor de minderheden en hun leefwijze/geloof" hoogtij moesten vieren. 
Kosten van al die werkgroepen en begrip commissies? Nee, die werden niet genoemd, maar het zal wel weer tonnen aan geld kosten, stel ik me voor. Er werd verder allemaal gekwaakt van de dit en me dat en moeilijke integratie processen en zo! F... it! En ja, er werd gesproken over van allerlei problematiek die bij die kleuters op de loer lag, en die niet verantwoordelijk waren en dat soort ge oh meer! Stik, achterlijke schoolbestuurders.
De no nonsense oplossing is natuurlijk om die ouders op je school te roepen, om hen in klip en klare antwoorden duidelijk te maken dat jij, als schoolhoofd, dat soort Makroonse en magoggel gedoe NIET wenst en dat, als je kroonprinsje er mee verder gaat, je hem, dus jullie, als ouders ook, een proces gaat aandoen vanwege discriminatie en dat je, door jullie idiote gedrag, je totaal verklootte en verwende kroonprinsje van lik-me-toges van de school af sodemietert en dat je dan een tweede proces begint om die idiote Makroonse discriminatie fratsen aan te pakken en of ze nu lekker op willen tiegfen naar hun eigen idiote land!
Ondertussen mobiliseer je, als gekwetste en gewone ouder, de vaders van die gekwetste kinderen en geeft hen het adres van die Makronen door. Dan ga je daar in de buurt een beetje rondhangen met wat stevige vrunden erbij en je zal zien: het laffe islam volk kiest eieren, gelieve die dan vol te proppen met Fipronil svp, voor hun geld.
Ja, boos, ja, ik ben boos. Onze kleindochter is vijf en ze zit, dat kan niet anders meer en is natuurlijk ook helemaal niet erg, op een gemengde school, zo zal ik het maar noemen. WTF zou ik denken als zij met een verhaal thuis kwam dat Abdullah of Mohammed of hoe heten die gasten, haar zouden discrimineren? Mijn zoon en schoondochter zijn niet achterlijk. Ze zouden een gesprek en een discussie aangaan met het schoolbestuur, zoon en schoondochter zijn natuurlijk Nederlanders en natuurlijk ook polderaars, zoals het hoort, maar: mocht het niet helpen, dan zou ik graag wat bij dat moslim gezin in de buurt gaan rondhangen. Een honkbal knuppel kan je bij de Perry Sport kopen, meen ik!
Nobody f.... met mijn (klein)kinderen, nobody!

zondag 20 augustus 2017

Imposant en ontroerend


Afbeeldingsresultaat voor lakenhal ieper





Nee, nee, nee, ik heb het nu niet over de laatste redevoering van "Il sick you" of "Dagoggel Trump" of zo. Nee, ik heb het nu over het "In Flanders Fields Museum" zoals het museum dat in de voormalige Lakenhallen van Ieper zetelt heet. Populair gezegd: het museum dat handelt over de diverse (drie minstens) veldslagen die in de oorlog van '14-'18 rond dit, toen volledig vernielde stadje, werden gehouden. Hoe komjederbij, bij dit bericht, fronsen jullie nu allemaal wenkbrauwen?
Al sinds enige tijd hadden mijn goede vriend F. en ik, het idee opgevat om eens naar dat museum te gaan, nu ja, naar het diepe van de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog te gaan om te zien hoe het nu allemaal echt zo waar was. Daar moet je voor in dat museum zijn geweest, natuurlijk, om ook maar enig idee te krijgen van het hoe en waarom. Vriend, nee, dus goede vriend, F. en ik hadden het er, ook in het vorige leven van ons beiden, vaak over gehad over die afgrijselijke, vaak, nu ja, altijd, totaal, zinloze veldslagen.
(Ok, even ter verduidelijking: nee, wij zijn geen in reïncarnatie gelovige zwevers of zo, hoor, maar beiden hebben we een druk KM leven achter de rug, we zijn nu beiden met een ander, heel ander, soort (werk) leven bezig, maar de KM periode ligt nog steeds dicht bij en in ons beider harten.)
Dus maakten we, ooit, een vage afspraak om eens naar Ieper/Ieperen/Ypers/Whypers te gaan om dat, aan al die veldslagen gewijde, museum te gaan bezoeken. (Voor vandaag, lieve lezer: zijnde de twintigste van de achtste maand A.D. 2017, werd dan die dag.) Er wilden meer mensen mee, maar nee, hield F. vol, het is een jij en ik dag, gewoon, twee maten die elkaar al meer dan dertig jaar kennen en die ervaring samen gaan beleven.
Ik pikte hem, bijna op tijd, maar net iets later dan de bij de marine gebruikelijke vijftien minuten voor de afgesproken tijd, (shame on you stip), op en we denderden naar zuid west Vlaanderen. We namen een bakkie onderweg en kwamen op de geplande tijd, rond 10.00 H aan in het hele fraaie stadje Ieper. Het parkeren was gratis op zondag vertelden een paar Vlaamse dames me, op navraag. 'Wat wil een 'Ollander nog meer?' maakte ik de grap af. Mensen, mensen, wat is Ieper een fraai, totaal gereconstrueerd stadje! In WO1 is het totaal in de puinpoeier geschoten, maar met liefde en oude stenen is het helemaal weer in (bijna) oude glorie hersteld, zie fotootje boven. Lakenhal en dus dat museum!
En wat een magistraal museum was het! Interactief, natuurlijk zou ik haast zeggen, een fijne toegangsprijs, 9 eurietjes, de helft van o.a. het Rijksmuseum in Mokum, en wat een fantastische collectie was er, en hoe interactief kan een museum zijn? Fraaie, verfilmde en gesproken, dagboeken van artsen en verpleegsters uit die tijd, (door acteurs natuurlijk uitgebeeld) waarin ze hun twijfel aan het falen en feilen van de medemens en hun eigen zorgen en angsten uitspraken. Het dagboek van een priester, nu weet ik waarom die geestelijken 'zwartrokken' werden genoemd, die zijn dagboeken 'voorlas' en een dagboek, van een 'gewone arbeids mensch', zoals dat heette. 
De monologen van die medische mensen maakten meer dan indruk op ons. Wij waren zelf medische mensen en worstelden misschien ook wel met allemaal medische en ethische zaken in ons (toenmalige) leven, maar gelukkig niet zo erg als die medische mensen het toen meemaakten.

We reden, bewust, terug via kleine dorpjes, zagen dus om elke hoek of in elk veld kleine en grote begraafplaatsen uit die afgrijselijke oorlog. In Poelkappelle stopten we en zetten ons voertuig aan de kant en liepen een Britse begraafplaats op. F. maakte wat foto's, ik keek naar de enorme rij graven en pas nu drong het tot me door, hoeveel jonge kerels er, aan beide kanten, wel niet gesneuveld waren. Ik kreeg kippenvel en mijn maatje was ook onder de indruk. Ik las wat namen op graven, zag leeftijden, las "Soldier, only known to God", en dacht: vreselijk, het zal je zoon maar zijn die naar een slagveld wordt gestuurd en je zal hem nooit meer terug zien, sterker, zijn lichaam zal nooit meer herkend worden of een echte begrafenis krijgen! Ik moest slikken, had een brok in mijn keel, ik schaam me er niet voor om te zeggen dat er een traan vloeide en ook F. zag ik zijn ogen wissen. 
Ja, ja, de onzinnigheid waar nog steeds politici hun onderdanen de dood in sturen voor abso BS en zo, oké, ik ga der nog wel eens op in. Nu even niet, ik ben nog steeds te veel onder de indruk van de opofferingsgezindheid van die mannen!

Even een lichtere en vrolijkere noot: we zetten koers naar Lichtervelde, dat in net verlengde van de straat naar Poelkapelle ligt. Waarom? Omdat Henri ‘Ritten’ Van Lerberghe, de 'Doodrijder van Lichtervelde' hier is geboren. Over hem heb ik het later nog in mijn andere Blog.

We deden overigens eerst een 'bakkie' op de meer dan fraaie Grote Markt van Ieper, op zondag gratis parkeren dus, met warm appelgebak met slag. We lunchten in Lichtervelde met "Friet met Stoverij", het nationale gerecht van de Vlaming en ja, dat was ook al heerlijk. Mijn Kcal/Kjoul teller staat even op het bovengemiddelde. Morgen maar eens stevig de pedalen ranselen en alleen maar wat groenvoer consumeren en zo, denk ik dan maar.