zaterdag 31 mei 2014

Verhoging

Nee, nee, kijk me niet meteen kwaad aan of wordt nu niet jaloers alsjeblieft!  Ik heb nog steeds geen snoetje bij de directie, zodat ze me opeens meer loon gaan uitbetalen. Het zou wel mogen, hoor, maar ja, zo werkt de wereld niet. Want het is natuurlijk nog steeds zo: "ik krijg niet wat ik verdien of: die en die verdient niet wat 'ie krijgt, weet je wel!"  De titel van dit Blog heeft niets met "loons-" te maken, hoor. Was het maar zo. Maar goed, met "Verhoging" bedoel ik ook geen lichamelijke toestand, namelijk de verhoging van de lichaamstemperatuur. Nee, het gaat nu om een hormonale situatie, een toestand die voornamelijk een mannelijke toestand is, namelijk die situatie die ontstaat als er weer eens iets staat te gebeuren voor en tijdens een WK of EK voetbal. Dat zal alles met testosteron te maken hebben? Hoewel? Er zijn ook heel veel mensen van het andere en prettiger geslacht die aan die verhoging lijden. Maar in ieder geval, het is voornamelijk een mannen ding. 
Ik moet heel eerlijk zijn. Het is niet mijn spelletje. Ik ben een sport liefhebber! "Leg uit! We willen het verschil weten!" Ik heb het eerder geschreven: het is de 'wielersport' en het 'voetbalspel' en het 'tennisspel.' Nee, ik heb dit niet zelf bedacht, maar ik denk het wel zelf, maar de uitspraak is van een adellijke Franse mijnheer, de graaf De Grimaldy, die zelf jaren en jaren ploegleider was van diverse en hele succesvolle wielerploegen.
Ik ben geen voetbal minnaar. Niet om het spel zelf, houd me dat ten goede. Het spel geeft amusement aan miljarden mensen op de hele wereld. Het geeft verstrooiing en er zijn legio mensen die het in hun hart hebben gesloten. Maar, en dat is mijn kanttekening: ik vind het allemaal zo overdreven. De spelers krijgen enorme sommen uitbetaald voor amper werk. Wees eerlijk. Een voetballer speelt twee wedstrijden per week, maximaal. Twee keer drie kwartier is anderhalf uur. Dan traint hij nog eens zeg: vier dagen per week a drie uur, is twaalf uur, plus anderhalf uur is totaal dertien en een half uur ! Daar ontvangen die mannen miljoenen voor. Ik werk het dubbele van die mannen per maand en krijg nog geen zevenhonderd eurie's. Die voetjeballers ontvangen, naar boven afgerond 700 euo's per uur. 
Nee, niet dat ik hun leven zou willen, hoor. Ik ben namelijk nooit nooit echt een verwend jongetje geweest. Kijk, er zijn sporters die drie weken achter elkaar zich op een fiets over hele  hoge bergen moeten hijsen en zes of zeven uur over een wedstrijd doen en zich dan rijk mogen rekenen met een euro of zevenhonderd voor al die weken van inspanning!

Maar goed, de supers van de deelnemende landen, in elk geval, onze Super, De Keten, begint langzaam die 'verhoging' te krijgen. FM2 blaast persoonlijk oranje ballonnen op en legt daar dan knopen in. Ik kijk hem aan en zeg, langs mijn neus weg, dat het maar goed is dat hij nu ballonnen op blaast en daar knopen in legt!  Een beetje verbaasd zegt hij: 'Hoe dat dan?'
Een beetje lecherig zeg ik: 'Stel dat je dat een acht maanden of zo geleden had gedaan: een ballon en dichtknopen. Dan had je dus geen derde kleine gehad, binnenkort'. 
Heel flauw, mijnerzijds, maar ja, soms glipt het eruit. FM2 wordt heel binnenkort vader van een derde, zoals geschreven en ik ga niet zeggen wat het wordt. Ik weet niet of hij het al gezegd heeft of het een jongen of een meisje wordt. Nu ja, veel meer keuzes heb je niet, toch? Maar, goed, FM2 is een druk mens en kleurt de hele toko Oranje en niet alleen met z'n ballonnen maar met meer Oranje zooi.
 
Toch is er iets raars aan de hand nu. Waren Appie en Freddie ooit helemaal in de mood voor allerlei W- en EK's met Guppies of Wuppies of maffe kleding of hoedjes en toeters en zo, ik merk er nu nog niets van. Ook De Keten is, behalve op de ballonnen na dan, helemaal niet in de stemming? Ja, het bekende biermerk, de bekende bierelieren uit Brabant, de  Bav., heeft oranje jurkjes in de aanbieding, maar verder niets. Raar. Denken de reclamemakers dat het elftal het niet gaat maken? 
Goed, ik ben geen trouw supporter van de Oranje club, maar dat zei ik al. Nogmaals. Maar, ik ga, voor zover ik kan, die wedstrijden worden geloof ik op heel ongelukkige momenten uitgezonden, begreep ik, wel een beetje supporteren voor onze jongens. Is het jullie opgevallen dat het "onze" jongens zijn, zolang WE winnen en dat het ZIJ zijn, als we verliezen? Ik doe mijn belofte gestand en zal nu naar Ghana-Oranje gaan kijken.
Dat moeten WE kunnen winnen. Zo niet dan verliezen ZE in de volgende maand, ben ik bang voor!

dinsdag 27 mei 2014

Zoals het dus niet moet! De Deen is niets!

Vandaag was ik voor een vervelende zaak in het dorpje L. Dat plaatsje ligt boven de rook van de stad A. en bezijden de rook van stad Z. Een vervelende kwestie, inderdaad, want het betrof een overlijden en een erfenis (al dan niet) en een huis dat, vrij op naam was, maar tevens zo vervuild, van binnen en zo verkrot, van buiten, was, dat mij de angst en de schrik om het lijf sloeg. De mensen die ik daar naar toe bracht om de zaak te schouwen, zeg maar, werden opgevangen door nooit of al heel lang niet geziene familieleden, maar hun ontvangst was die van de verloren zoon en dochter, namelijk hartelijk.
Ik had er geen ene moer mee te maken, eigenlijk. Ik kende de mensen niet, wilde ze ook niet kennen en had ook totaal geen ene moer interesse in de afhandeling van de zaak. Ik voelde me alleen taxi chauffeur. Ik ben een beleefd mens, dus ik schudde handen met de aanwezigen van de overledene en rookte wat. De mensen, die na aan mijn hart liggen, betraden, met de onbekenden de woning. Ik ben geen kenner van huizen, heb ook geen enkele expertise als het over woningen gaat. Tot mijn marine tijd heb ik altijd bij mijn ouders ingewoond. Ze woonden bij de 'zaak' in een klein huisje. Om naar het toilet te gaan 's nacht, moest ik door de slaapkamer van mijn ouders! Dat wil geen kind, maar een puber al helemaal niet, toch! Later woonden we beter, maar vooral duurder en meer op stand, zeg maar, maar dat is al wat jaren her.
Ik zette de familie af, zoals gezegd. Ik kon er niet om heen om door de diverse nooit ontmoette en: "geen-idee-wie-dat-is en wil ik het echt ook niet weten wie het is" gedoe heen, diverse mensen handen te schudden en te condoleren met hun verlies. What ever. 
De mensen gingen de woning in. Ik ging eens in het dorpje L. kijken. Ik was er ooit eens doorgereden, ja, ha, ha, op mijn fiets, natuurlijk, maar dat was al jaren terug. Het dorp ligt niet op doorgaande routes namelijk en is een beetje een duf dorp, want ingeslapen en erg bezadigd en het heeft weinig interessants. Nu ja, behalve dan het pand waar de overledene had gewoond. Dat zou een aardig monument hebben kunnen zijn van de bouwkunst uit de jaren dertig van de negentiende eeuw, maar was het niet, want totaal, maar ook totaal vervallen. Ik bedoel dan ook: vervallen. In de Syrische stad Homs vind je panden die er beter uit zien!
Ik ging een boodschapje doen bij een super. Er is een C en een Deen. Ik kende Deen niet. Ik weet dat er zo een winkel in de nabijheid van mijn 'Keten' is, maar ik was er nog nooit binnengestapt. Deze middag dus wel. De geliefden van me waren in het 'horror' huis, want dat was het, bleek achteraf, bezig met het sorteren van zooi en ik had de helde dag druk gewerkt, had nog niets gegeten en had dus wel trek. De Deen lag op vijfhonderd meter van het huis en ik stapte die winkel in. Nou, niets verbazingwekkend hoor, een niet al te grote winkel met ongeveer ons assortiment. Ik deed wat drinken en een hapje tegen de ontbijttrek kopen, het was nu ongeveer drie uur, en kwam in het "kassa gebied", zei hij winkel technisch!'
Er waren kassa's genoeg en er waren vier open en ik stond nauwelijks te wachten. Geen klachten dus. En de mensen, nu ja dames, achter de kassa's, hadden vreselijk veel plezier in het werk! Maar, niet met de klanten, maar wel met elkaar! Er werd gegiebeld en gegiecheld naar hartenlust, er werd gein gemaakt, moppen getapt en de sfeer was geweldig!
Onderling! De kassa dames waren eigenlijk alleen maar met elkaar bezig. "Bon mots", korte anekdotes en leuke herinneringen aan en over vorige stap- of stierenavond. Maar: wel onderling. Kassa een, riep naar kassa zeven en terug via kassa vijf. Ik stond er bij en ik keek er naar, nu ja luisterde, dan. Het getetter van de dames was zo luid, dat ik, die een vraag aan een van hen wilde stellen, daar geen kans voor kreeg. Het waren overigens allemaal van die dames die ooit boerin waren geweest. Het waren stevige, goed in het vlees zittende, blanke vrouwlui, met een heel sterk Zaans accent. Dat mag, maar er is een verschil tussen het melken van koe beesten of het maken van 'Boer'n kaas' en het goed bedienen aan een kassa.
Mijn pinpas deed het even vervelend, ze was nat geweest, maar ze, een dame op leeftijd, die een geintje maakte over dildo's of zo, met kassa drie, ik heb geen idee wat dat zijn, ik had echt geen idee, maar ze had een lachbui, ze zat met haar blonde en gepermanente hoofd naar achteren gewend.  Mijn aankopen waren ondertussen al naar het einde van de band gegleden. 
Ik loop nu weg, dacht ik, ik betaal niet en doe de dingen in een doos of zo. Er is geen haan die er naar kraait. Maar: tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, zoals dichter Elschot al schreef, dus: ik dacht: ik sla haar dood en steek die winkel in brand! (heel erg vrij naar Elschot) 
Man, wat een vreselijk mens. Een kassière, nu ja, een hele club van die dames die het niet hadden begrepen, allemaal. Ik bedoel klantvriendelijkheid en aandacht voor de klant en zo. Dus zei ik, ze zat weer te geiten met een collega: 'Vind U het goed dat ik betaal?''
We waren het uiteindelijk eens. Dus pinde ik dan maar en ging weg met mijn paar dingetjes. Ik weet we zeker dat onze hoofd kassière dit gedrag niet zou tolereren en terecht!
De nare affaire, ik leg het ooit nog uit,  heeft waarschijnlijk nog een heel vervelende staart. Ik laat het wel/niet weten!



zaterdag 24 mei 2014

IJS, een reactie van mijn Hoka en ruimtelijk inzicht

'Ik mag die man niet', zei mijn Hoka vanmorgen tegen me. Ik was met de buitenboel bezig. Met de bladblazer, heerlijk, hoor, zo'n speelgoedje, ik had de buiten bezem erbij, een stoffer en blik en een zak kattengrind om de asbakken op te vullen. Daarna mocht ik nog de voorkant van de winkel met de machine schrobben en mijn werk dus nog een uur of wat laten staan. Dus was ik al blij! 
Maar na haar opmerking was ik wat verbaasd. 'Oeps', zei ik, 'welke man?' 'Nou', zei ze een beetje bits, zoals alleen zei dat kan (nee, zoals alleen vrouwen dat kunnen) 'die figuur die op jouw Blogs reageert en dat zo negatief doet.' 'Oh?', zei ik, 'en wie is die man dan?' 'Nou', zei ze, 'ik ken hem niet natuurlijk, maar volgens mij is het een nare, dikke en geile en oversekste man! En nog een chagrijn ook'  'En je zei dat je hem niet kende!', antwoordde ik, want haar "psychologische" profiel voldeed helemaal aan het beeld van een verre kennis van me, die af en toe eens reageert op mijn schrijfsels. Ik moest wel even glimlachen, hoor! Maar daar gaat het nu niet over, overigens. 
IJs, dat koude spul, dat in de winter onze waterwegen blokkeert, het verkeer hindert en dat in fraaie zakken te koop is in De Keten. IJs. Dat bevroren spul waar de Fries helemaal nerveus van wordt, zodra de eerste nachtvorst na de eerste augustus, of zo, zich voordoet en waar de doorsnee Randstad bewoner ook zenuwachtig over wordt nadat de eerste keer  het "kwik oploopt" (weer even een fraaie oude gescoord), tot tegen de achttien (of meer) graden.  
De Randstadbewoner, nee, ik moet eerlijk zijn, de Grachtengordeldieren, de zelf benoemde en genaamde elite van Mokum, dus de valse chique, die opgewonden standjes van semi-kunstenaars en semi-intererlektuwelen en zo, die kliek die altijd bij P en W en DWDD aanwezig is, en die zich zelf geweldig en helemaal interessant en goed en leuk vinden en dat ook tegen elkaar blijven zeggen de hele tijd, kortom de Gordons en Geers, maar dan erger, van deze wereld, dragen dat dus uit, de aanstellerigheid van Nederland, die mensen die nog nooit een natte rug hebben gehad van het werken, maar wel alle terrassen kennen en bezet houden in heel Mokum, denkt dan het allemaal niet meer te kunnen redden met fris kraanwater om zich af te koelen of de dorst te kunnen lessen en grijpt dus in grote getale naar IJsblokken om de rosé, de Sauvignon en de  Chenin Blanc of de Droe Steen in grote bakken koud te zetten
Even schuin, want een lange zin, maar wel belangrijk! En, natuurlijk laten die mensen hun Rose bier, ook op die manier koud worden. 




Ja, er was even een regel of zo tussen. Ja, ik begrijp dat je het er even moeilijk mee hebt! Maar, ja, het bestaat! Rose bier! Echt waar! Kijk, in mijn wereld is die wereld heel simpel. Je drinkt bier. Pils. Je komt in België en je gaat een keer vreemd en je drinkt, zeg maar, een Geuze of een Kriek. Je komt in Engeland en je gaat weer vreemd, je hebt de smaak nu toch eenmaal te pakken en je drinkt een Bitter of Pale Ale. Het schip waarop je vaart, brengt je in Noorwegen en nou ja, een Rinling gaat er ook wel in. Toch? Maar, terug in Nederland, drink je in een kroeg, zeg maar de R en P, gewoon PILS. "Onze koning is er groot mee geworden", zei Freddie altijd, of heb ik dat nu gedroomd?
'Je had het over ijs, ouwe!', hoor ik jullie zeggen. Da's ook zo. Goed, het wordt mei, de temperaturen gaan naar positieve dag- en nachtwaarden. Ik heb geen lampjes meer aan op de fiets. Dit zijn dus mooie dagen, het wordt wel, zegge 15, schrijve vijftien, graden en de hele Nederlandse mensheid gaat aan het ijs. Waterijs.Waarom? Geen effing idee. Maar: het schijnt verkoeling te brengen. Ik hou niet zo van ijs, Niet van de chemische bevroren staat, maar ook niet van het culinaire gedoe, overigens. Ons land wel. Van hoog tot laag, alle bewoners, geen enkele bevolkingsgroep uitgezonderd, houdt van ijs(jes).
Dus, werd het afgelopen weekend in hoog tempo alle ijs producten uit de vrieskasten gehaald. Maar: FM's, allebei, het zijn doorknede mannen in het vak en ze wisten dat het hard zou gaan, hadden dus ijs besteld. Helaas! Helaas, want onafhankelijk van elkaar. Dus werd ik, uw arme dienaar, opgescheept met een aantal karren met ijs. Blokken ijs, kilo's waterijs, vreemde soorten schepijs, dure bakken ijs, van die rare Amerikaanse merken, Tom en Jerry en zo, schepijs en meer van al dat soort dingen en natuurlijk, zoals gezegd,  heel veel waterijs. Waar ik wel veel van kon weg vullen, maar ik ben geen Faust, ik ben geen geen duivelstovenaar. Er was zoveel! Zoveel! Mijn vriescel slibde vanaf donderdag dicht. En, vrijdag, bij het verlaten van de markt, had ik bijna geen plek meer over. Ik hoop dat de mannen van het weekend ruimte maken. 
Ik vrees al weer het ergste voor de maandag!
Tja, de FM's denken dat ze maar kunnen bestellen, maar ik moet die bende ook wel kwijt kunnen raken. Dus, nee, ruimtelijk inzicht, dat komt er bij die mannen niet bij te kijken.

donderdag 22 mei 2014

IJS, IJS, in ons bloed!

Ja, dat is een raar kopje. Als je ijs in je bloed hebt ben je dood, natuurlijk. Nee, dat bedoelde ik dus niet, maar ijs, bevroren water, is in het bloed van ons volk. Het KNMI hoeft maar even een nachtvorst te voorspellen of, hup: daar komen in de Friese hoofdstad de zogeheten rayonhoofden' bij elkaar en worden er mensen met prikstokken uitgezonden naar de verste uithoeken van de provincie om de dikte van het ijs te meten in 'far away' plaatsen als Geitenverreveen of Boerenkoolstronkeradeel of zo. Natuurlijk valt er niets te melden, nee, niet na slechts een nachtvorst. Maar: het nieuws haalt wel al de pers en half Nederland begint nerveus te worden. 'Verdikke, waar heb ik mijn schaatsen gelaten? Ze moeten geslepen en al dat soort zaken.' Horen echtgenotes hun mannen panisch roepen. Het Journaal, in de figuur van (ik ben zijn naam kwijt) reist af naar het noorden, neemt zijn intrek in een hotel en woont, opgewonden rapporterend, alle vergaderingen bij, wachtend op het verlossende woord: 'Iet giet oan' of: 'It sel hevve'. De Friestalige lezers van dit Blog mogen mij hun woedende reacties op de manier van schrijven van hun taal toezenden, hoor. Ik werk bij De Keten en kan dus wel wat hebben.
Maar, dat Nederland ijs- en schaatsgek is, is natuurlijk helemaal waar. Het schijnt zo te zijn, dat er geen land ter wereld is waar zoveel uren rondjes draaien op diverse ijsbanen in allerlei landen op de Tv wordt uitgezonden als in ons land. Zelfs de Noren, schaatsland nummer twee, doet er niet al te veel aan. Maar ja, daar is het Langlaufen dan weer een grote sport. (En, geloof het of niet, er worden breimarathons uitgezonden op Tv. Breien, weet je nog? Naalden en wol en zo! Uren lang zenden ze dat uit.)
Maar nu is het voorjaar, sterker, vroeg zomer. Niks te schaatsen: fietsen! (Op de nieuwe fiets van de zaak, inderdaad.) Maar toch. IJs zit in het bloed. Ik had het er al jaren geleden even over dat we 'voorgevroren' ijsblokken verkopen. Nee, dat is een woord dat in mijn geest is ontstaan, maar je begrijpt het? Ik vertelde ook dat de prijs van 1000 liter water rond de euro ligt. 1000 liter! Een kubieke meter, een ton water. Een euro. Hoe vaak kan je je daar mee douchen? Voor die prijs heb je ongeveer 5000 glazen water! Stel je drinkt 10 glazen water per dag. Dat is ongeveer wat een mens zou moeten drinken per dag, een beetje meer dan. Dat is dus zeg maar twee liter. Dan heb je voor die euro ongeveer 500 dagen water te lebberen. Dat is anderhalf jaar!
Maar goed, wij verkopen water dat diepgevroren in leuke vormpjes in fraai bedrukte plastic zakken zit. Die zakken zijn doorzichtig, hebben een fraaie blauwe opdruk en hebben wervende teksten. Het water waar dat ijs van gemaakt is, ja natuurlijk: ambachtelijk en met veel zorg bereid, komt uit de diepe lagen van de Oude Keltische turfstreken van de Engelse Hooglanden en werd speciaal voor U geselecteerd en verpakt in een klimaat neutrale verpakking en ....
'Nou', zei oud chef R. eens tegen mij, 'dat moeten we dus eens proeven.' Er was een zak kapot gescheurd tijdens het vullen, we pakten een grote plastic bak en gooiden de ijsklontjes erin en wachtten af tot ze ontdooid waren. Uren hebben we zitten kijken. Het leek wel alsof je naar een schaatsmarathon wedstrijd keek. Der gebeurde bijna niets. 
Nee, zo dom was R. niet. Hij keek en ik werkte, zeg maar! 
Uiteindelijk hadden we genoeg, gesmolten ijs, water dus, bij elkaar zien smelten om vier koffiebekertjes te vullen. R. deed de smaaktest. Hij pakte nog eens vier bekers en vulde die met kraanwater. Om een eerlijke vergelijking te maken had hij die eerst een behoorlijke tijd in de vriezer gezet, zodat het temperatuurverschil ons niet zou verrassen en verraden. 
Een collega zou dan om en om de verschillende watertjes aan ons geven
Je raadt het al? Niks, nada, niente, nichts, rien, geen ene moer verschil. Water is water. H2O, zuurstof is zuurstof, O2, zout is zout NaChl. Laat je dus niet besodemieteren door al die zogenaamde smaakpapillen ridders. Wees eerlijk en vind lekker wat je zelf lekker vind en ga niet op de meute af!
=De volgende keer even verder over ijs, maar dan in fraaie verpakkingen over FM 1 en 2 en over ruimtelijk inzicht=





zondag 18 mei 2014

Overval Preventie

Dus reisde ik af naar die provincieplaats waar het hoofdkantoor van onze club was gevestigd. Met mij, zouden meerdere collegae er een cursus "Overval preventie" gaan volgen. Waarom nu die cursus? Het vreemde is dat, in den lande, het aantal overvallen op supers afneemt, maar dat die stijgt bij de filialen van ons bedrijf. Waarom? Ik weet het niet, maar, zegt een man die het kan weten en het hoofd beveiliging van ons bedrijf is, het komt vermoedelijk door nonchalance.
Ik ga hier niets zeggen over onze routine of hoe we met kassa's en zo omgaan of dat soort zaken. Kijk, jullie, mijn lezers, zijn brave en oppassende lieden, maar je mot de kat niet op het spek binden, natuurlijk. Omdat ik, en mijn medestrijders, de zaak in de ochtend om zes uur openen, lopen we redelijk wat gevaar. Overvallen gebeuren natuurlijk op tijdstippen waarop er geen of nauwelijks publiek in de winkel aanwezig is. Overvallen zijn een heel traumatische gebeurtenis. Ik heb het niet in de winkel meegemaakt maar ben wel, ik geloof wel vijf keer, opgeschrikt door zogenaamde ramkraken die in de winkels onder onze woning plaatsvonden.
Een ieder van ons loopt dan ook met een alarmknop om, die aan een hel geel fluorescerend koord, zichtbaar gedragen wordt. Dat alleen, al, heeft men onderzocht, schijnt afschrikwekkend te werken voor mensen die niet al te eerbare bedoelingen hebben, zak maar zeggen!
Tijdens de cursus middag was er een vrouwelijke collega uit een ander filiaal die net het slachtoffer was geworden van zo'n randdebiel en die haar met een mes had bedreigd. Ze had dat gedaan wat ze moest doen: poen afgeven en rustig blijven. Maar, het trauma was nog levensgroot bij haar aanwezig.
Jullie hebben natuurlijk allemaal wel eens cursussen gevolgd. Hoewel, dat ik zei het al, je er nooit dommer van wordt, heb je er interessante en minder interessante. Interessant was voor mij de BHV cursus, iets minder was de cursus over bestellen en voorraad beheer, maar ik stak er steeds wat van op. Helemaal niet  interessant was de zogenaamde Road Show, waar ik al eerder over schreef. Maar, het is natuurlijk wel zo dat de cursus net zo interessant is, als de instructeur het maakt. (Dat gaat natuurlijk ook op voor lezingen of presentaties. Er zijn mensen die een verhaal over wilde seks en orgiën zo slap te presenteren dat je er van in slaap valt, in plaats van, eh, eh, nou ja, je voelt hem, ik bedoel, je begrijpt hem. Ook zijn er mensen die een slaapverwekkend verhaal zo smeuïg kunnen brengen dat je aan de lippen van de spreker hangt. Wat misschien een verkeerde woordkeuze is, gezien de vorige zin. Collega en maatje F. heeft lezingen of presentaties over zijn ervaringen als veteraan en doet dat heel erg goed, collega J. geeft spreekbeurten over het maken van wippen, nee, trappen, geloof ik en meerder collegae doen dat soort dingen.)
In ieder geval, deze instructeur was iemand die in een beveiligingscentrale werkte waar alle supers uit een grote regio centraal werden beveiligd. Hij had een sterk verhaal, hij illustreerde dat met diverse filmpjes en ja, het was een goed iets. In die lichtvoorbeelden, zeg maar, zag je de ongehoorde brutaliteit van sommige van de overvallers. Op klaarlichte dag, met een mes in de hand over de balie springen, je zag ze  jonge meiden achter de kassa bedreigen en een plastic tas vol poen meenemen. (Mijn bloed begon wel te koken, overigens. GdeV ga, GdeV, werken voor je poen, achterlijke galbak! Dat doe ik en met mij, miljoenen mensen ook ins ons land. Daar is niks mis mee. Nou ja, je wordt er moe van en je moet vaak vroeg op en dan?)
Het credo van de cursus was trouwens hel simpel, duidelijk en goed: dat je dingen moest accepteren en rustig moest blijven. Hang niet de held uit, vertelde de man. Geef je poen af. Het is maar geld. Je leven is je leven, begrijpen jullie? Dat deden we en ik mag eerlijk zeggen dat dit een van de betere cursussen was, die ik had gekregen. Hij gaf nog meer info en dat was allemaal hout snijdend. De cursus was ter zake, to the point en sloot helemaal aan op/bij onze belevings-wereld. Ik reed terug naar onze kinderen en kleinkinderen in Zaandam om E. op te halen. Ik had het idee dat ik wijzer was geworden. Ik hoop het natuurlijk nooit mee te maken, maar ik hoop dan wel niets van die cursus kwijt te zijn geraakt, mocht het ooit gebeuren.
Maar, nogmaals, ik denk dat ik zo'n k....kop die met een hoop bombarie de toko binnen wil komen, wel probeer een slag voor zijn pleu... kanis te verkopen. Maar ja, dat zal het temperament wel zijn? 

Lay out technisch is dit verhaal een rommeltje, ik weet het, maar ik kom er even niet uit. Sorry.
 

vrijdag 16 mei 2014

Een goede cursus, deze keer

Dat ik veel opleidingen en zo heb moeten doen, maar ja jullie ook.  En dat de ene beter is dan de andere, ga je lezen.
 
'Dus', zei mijn nieuwe baas, 'we spreken af dat je ook af en toe een cursus moet gaan volgen'.
Zoals ik al eerder schreef wordt je nooit dommer van een cursus of zo. Nu heb je diverse soorten cursussen of is het cursi? Nee, gewoon cursussen, dus. Nee, dat is niet waar, wat ik zeg over die cursussen. Je hebt diverse soorten mensen die die dingen geven. Ik heb zelf een paar jaar in het medisch onderricht geven gezeten en heb daar veel collegae instructeurs ontmoet. Zelf gaf ik les in "medisch rekenen", hoe saai kun je het hebben, maar ik ging dan vanaf acquit met Romeinse cijfers en zo, je weet wel hoeveel is L + L, 2 L, nee niet twee L, maar een C. nu ja, dat soort dingen. Ik legde uit over de Arabische cijfers die we momenteel gebruiken, liet zien hoe die veranderden van een rare kronkel tot een echte drie of zo en maakte grappige rekensommetjes met hen. Die ik overigens uit de lagere schoolboekjes van mijn kids haalde. Nu ja, de klassen hebben zich geamuseerd en ik heb het idee dat ze: "een patiënt krijt 5 IE Insuline, je hebt een flacon van 10 CC, hoeveel krijgt patiënt die ... " Ik zou het niet meer weten, nu. Maar ja, het is dan ook al weer zo veel jaren her en dit is maar een voorbeeld.
Maar, ik kende toen ook collegae die van de meest sappige onderwerpen een treurnis verhaal wisten te maken. Wees eerlijk, we gaven les aan 'veredelde' pubers en daar moet je op in spelen. En dan moet je bij mensen van die leeftijd een les "voortplantingsorganen" geven. Man, dat is toch prachtig? Ik had een klas, een hele goeie klas overigens en ik moest eens invallen voor een zieke collega. Ze kregen een anatomie les en ze waren net aan dat onderwerp toe. Ik had helemaal geen tijd gehad om me voor te bereiden,  de collega die de les moest geven had zich echt net ziek gemeld. Dus, met het boek in de hand tekende ik zo wat van dit en dat en  allerlei zaken, maar voordat ik mijn eigenlijke les kon beginnen, hoorde ik de discussies aal tussen die jonge mensen over seksualiteit. Ik liet ze maar. Die had dit beleefd, die was er nog niet aan toe, die had een vraag aan mij, getrouwde en dus in hun ogen oude man van in de veertig en het was een fantastische les.

Dus ging en ga ik ook geregeld naar cursussen of deelopleidingen van De Keten. Ze waren bijna altijd nuttig of nodig, maar de manier waarop ze werden gegeven! Man, man, man. Hele goede vriend en meelezer en (gelukkig) kritisch mens, F., doet lezingen geven over zijn veteranen verleden aan diverse scholen en opleidingen en zo. Ik lees zijn 'verslagjes' op FB wel eens en hij doet die zaken gewoon goed. Humor, voorbeelden en actualiteit plakt hij allemaal in tijdens zijn 'lezingen'. Bravo Zulu, zeiden ze dan vroeger bij de KM.

Ik had ook van die dagen dat ik naar het hoofdkwartier van De Keten moest. Dat is gevestigd in een slaperige provincie stad, waar ze zowaar zelfs een prof voetbal club hebben. Op een saai, naar uitzichtloos en winderig industrieterrein staat dan die geweldige kantoor- annex distributiecentrum kolos. Sfeerloos is de naam die er bij past, maar dat is een eufemisme. De Oosterbegraafplaats in Mokum is er gezellig bij. Die sfeer heerste er ook bij diverse van de deelopleidingen die (ik) daar volgde. Maar, tot twee keer toe heb ik een "leuke" cursus gevolgd. De eerste was toen ik een BHV vervolg opleiding ging volgen en de instructeur totaal het pad kwijt was voor het Eerste Hulp gebeuren. Een gebeuren, ja, een nare en moderne kreet, weet ik, waar ik toen mijn stempel een beetje op kon drukken. Eigen roem stinkt, weet ik, maar er was een directielid aanwezig en die vroeg later of ik die cursus wilde geven. En dat had ik graag willen doen, maar dat zou dan altijd op een woensdag zijn en nee, de woensdagen passen we op. De kleinkinderen zijn te belangrijk voor E. en mij om dat op te geven.
Een paar dagen terug moest ik, menigeen met me, naar een cursus "Overval preventie" 
Waarom? Dat zal ik je nog vertellen. Morgen moet ik vroeg op. Ik moet een nieuwe racefiets ophalen. Nee, zo rijk ben ik niet. Ik werk bij De Keten weet je nog? Maar, het is een Fiets van de Zaak, zeg maar. Ik zal er over verder gaan. Ook over die cursus, natuurlijk.





woensdag 14 mei 2014

Hier hejje dus wat an.

Been there, did the thing, got the T-shirt.

Ja, dat was een gouwe ouwe, een fraaie kreet, uit de jaren die ik sleet bij een organisatie waar winst maken geen echt doelmerk was. Toen ik, qua leeftijd, niet meer welkom was bij die vereniging, die ik tweeëndertig jaar, en meer, als men er tropenjaren er bij op telt, trouw gediend had, verruimde ik mijn blik en trad ik in dienst bij De Keten. Dat zoiets, na al die jaren, een cultuur schok oplevert is waarschijnlijk begrijpelijk. Er heersen andere wetten, andere zeden en wormen en maden en zo. Maar, wat mijn vorige baas, tot aan bijna de dag van mijn dag ontslag ook deed, was mij cursussen en opleidingen en vergaderingen en zo aanbieden. Een gezegde waar ik me altijd aan vast houd en aan vast zal blijven houden is: van leren word je niet lomper. Begrijp je? Elke informatie, elk ding waarvan je kan leren, ieder leermoment, zowel in de praktijk als wel in theorie, kan je helpen om je werk beter te doen of sneller of efficiënter te maken.
Nu moet ik even een korte anekedote vertellen, nee, zo spel je dat niet, dat weet ik, maar in elk geval, mijn baas stuurde me, in de laatste week, nu ja, de laatste maand, van mijn carrière van 32 jaar naar een cursus. Die cursus ging over de dingen die ik net al die lange jaren allemaal heel vaak gedaan had. Ik zou leren om infusen in te brengen, om wonden te gaan leren hechten, ik moest leren om te reanimeren, nou ja, dat soort zaken die voor ons, marine ziekenverplegers, eigenlijk de 'normale' zaken van de dag waren.. 
Been there and did the thing. (No T shirt, het was gewoon je werk, namelijk)
Een ander punt van die cursus was dan het aanbrengen van katheters bij mensen die niet meer konden plassen. (Been there, did the .. ok?) 
Toen kwam er een heikel punt. Het aanbrengen van die rare buisjes bij vrouwelijke patiënten. Wat is het verschil? Er is geen groot verschil, anatomisch gezien dan. In elk geval die mijnheer die de cursus gaf vond het heel belangrijk dat wij, mannen, ook bij de dames een katheter in konden brengen en, vertelde hij, dat we dat moesten doen zonder enige gene en zo. (Dat de marine ziekenboeg ook altijd een vrouwelijke ziekenpa had, had die theoreticus niet meegekregen.)
Nu had ik me al een tijd op lopen vreten. Nee, niet over de handelingen die ik moest verrichten, maar voornamelijk over de kritiek die wij, (wij cursisten waren over het algemeen, nogal doorgewinterde ziekenpa's/ma's), kregen over ons handelen. We waren, volgens die opleiding Harry, te snel met handelen. Zo'n infuus moest met heel veel zorg en aandacht geplaatst worden. Stel dat de patiënt een litteken zou kunnen krijgen? We moesten eerst de patiënt zien, we moesten eerst een zorg plan opstellen en dat dan ook met die patiënt en zo doornemen. Dan moesten we de dienstdoende arts informeren en zorgen dat hij de nodige en bla, bla, bla... Ik keek de mijnheer eens aan. Het was een dertiger of zo, een academisch geschoolde man, een geitenwollen sok, vond ik, en,  vertelde hij, hij gaf zelfs les aan verpleegkundigen in het ULMC, vertelde hij ook nog. 
ULMC! Wat? Nou ja, aan de universiteit in Leiden. 'Ok', zeiden wij, marine mensen uit de praktijk. 'Da's mooi! Maar eh, heeft U wel eens bij, nou laten we zeggen, windkracht zes, we gaan het even gemakkelijk voor U maken, een infuus gezet? Op een slingerend schip en zo? Wij bedoelen een slingerend schip waar je nauwelijks zelf recht op kan staan. Als je dan een infuus moet plaatsen, dan ben je al blij dat je er ergens een naald in hebt. Ook al heeft zij/hij later littekens als deuren. Lekker belangrijk.' (Dat was toen een mode woord bij ons mensen in de blauwe pakken.) 'Weet je, mijnheer', zei een leuke (maar dat waren ze allemaal) vrouwelijke collega, 'ik kan mijn eigen doos af en toe niet herkennen. Stel dat die muts net uitgebreide seks heeft gehad, dan hangt alles ervoor en eruit, hoor, je ziet geen moer meer. En dan moet ik er een buisje in gaan brengen ergens?'

Het was even stil, bij ons, de mannen. Niet bij de andere sekse, daar ging een instemmend gehuil op! De geleerde heer stelde een 'break' voor. Na de break kwam hij niet meer terug, maar wel een van de mensen uit Den Helder, die we al helemaal niet konden pruimen, die man dan, en die vertelde dat we wel serieus moesten zijn. Wij vroegen hem kritisch hoe vaak hij dat soort toestanden in de praktijk was tegengekomen. Hij zweeg en verliet het lokaal beschaamd. Wij, de operationele ziekenverplegers en zo, zoals dat heet, kenden hem al. Hij had nooit met een echt schip een lange reis gemaaakt.

Maar vandaag moest ik dus naar een cursus op het hoofdkantoor van De Keten. Het was een cursus "Overval preventie". Ja, en daar had ik, en mijn collegae wel wat aan. Want er zijn heel veel overvallen op filialen van onze Keten en dat zijn, heel voorzichtig gezegd, hele nare momenten voor de mensen die het hebben meegemaakt.
Ik heb alle respect voor hen die het hebben doorgemaakt. 
=later meer=
 

dinsdag 13 mei 2014

Over de allergoeiste maar dan wel ophouden.

 TWEEHONDERD!
Tjeemig de peemig, dit is alweer mijn tweehonderdste Blog over de Super. Waar blijft de tijd, nietwaar? Ik moet broeder B. weer even op weg helpen. FIFO betekent First In, First Out.Dat wil zeggen dat de spullen die het eerste in het schap gaan, ook als eerste er uit moeten, dus verkocht moeten worden en dat je alle meer verse producten achter de ouwe producten zet. Maar dat doe je natuurlijk zelf ook met de medicijnen in je ziekenboeg?

Maar goed, S. en ik gingen (toen al) heel goed door de bocht, we konden tegelijk door de deuren en hadden het nodige plezier samen. In de eerste jaren werkten we ook nog eens vrij veel samen, toen ik nog die vervloekte avonden moest werken. Ik ben wel niet direct een ochtendmens sec, ik kan ook heel goed in de avonden dingen doen, maar dat is dan meer schrijven en lezen en zo. Nee, geen kroeg- of restaurantbezoek. Dat is ver van mijn bed. Oh ja, ik kom drie keer in het jaar in DE kroeg, de R en P, maar dat is in het kader van een wederkerende reünie met oud maten. Ja, met B. en H. en F. en de rest van dat soort figuren. Ja en daar drink ik eigenlijk alleen maar kopjes thee. (Shit, wat is er met mijn neus aan de hand, word ze nu langer?) Nee het is zo dat je op een leeftijd komt dat avonddiensten gewoon niet meer gaan. Ik had ooit een 'chef' die zei dat een supermarkt een wereld van jonge goden was en, hoewel ik de vijftig toen al lang was gepasseerd geloofde ik hem toen niet. Nu de zes kruisjes achter mijn naam staan zeg ik, in retrospectie, dat hij gewoon gelijk had. 
Maar, toen ging het toen nog. S. en ik hadden aan een woord genoeg tijdens ons werk. Ik leidde haar zo goed mogelijk op, naar mijn maatstaven en dat was niet moeilijk, want, zoals gezegd, het was/is een slimme tante. Het was misschien ook wel een beetje een pa/dochter relatie, ik weet het niet, maar we konden het leuk vinden samen en hadden vaak veel lol en maakten grappen en lachten om dezelfde situaties. 
Allengs nam haar zelfvertrouwen en professionaliteit toe en dus bouwde ik mijn rol wat af, voornamelijk wat de avonddiensten betrof. Ik ging wat eerder naar huis, liet ook wat meer administratieve dingetjes aan haar over en ze werd een steeds belangrijkere factor op de afdeling.We hadden nogal eens een  wisseling van de wacht op de afdeling, qua personeel natuurlijk maar vooral qua chefs. Ik merkte en hoorde dat mijn "trainee" steeds meer de rol van de leidinggevende op zich nam, steeds meer de jongere collegae instrueerde en pushte en 'onderwees' zoals ik het haar had verteld, ooit. Maar ook dat ze de chefs, die vaak van heel ander soort afdelingen kwamen, steeds meer het werk uit handen nam en hen haar, dus ook mijn, wereld liet zien.
Ik ging uiteindelijk naar de ochtend diensten, S. bleef de avonden doen, ja, ze ging nog naar school en deed nog een opleiding en zo en we zagen elkaar minder en minder, maar het goede gevoel van goede collega's onderling, bleef. Nu is er, sinds een week of wat, weer een nieuwe 'chef'. Ook een braaf mens. Ook een aardig mens. Maar, niet naar de normen van S. (en dus van mij.) Dus heeft ze voor hem, de chef, een pittig briefje opgesteld, waarin ze hem er, heel netjes en beleefd, er op wees, hoe het wel moest gaan op HAAR afdeling.
Ik las het kattebelletje en gniffelde wat. Ja, dat was eigenlijk mijn stem, die ik las. Heerlijk, wijsheid gaat nooit verloren.


In het kader van dit verhaal wil ik vragen of jullie de kreet kennen die luidt
"Pay peanuts, get monkies", of omgekeerd: "Get monkies, pay peanuts."
Oh, je hebt hem door? Lage lonen, lage inzet of interesse van je personeel. 
Ik vond en vind het nog steeds een toepasselijke zin.

maandag 12 mei 2014

De goeiste ooit, deel twee.

Nee, sorry, broeder B, je hebt mijn tekst een beetje verkeerd geintrep, eh, verreed grintr, eh geinteverk, eh nou ja, niet helemaal goed begrepen. Dat komt door al die hoge golven op de Noordzee, natuurlijk. Ik was juist helegaar niet jaloers, maar snapte alleen niet waarom ze die bloementuin in haar mik gedouwd kreeg. Na het lezen van dit stukje, is het je duidelijk.


De R, in dit verhaal is overigens een hele andere R, dan gabberaga R.
 
Ergens sloeg ik me voor mijn kop. Ik had het 'moeten' weten. 
Terug in de tijd, naar mei 2009. Mijn toenmalige 'chef', R, ja, inderdaad de man die een seizoenskaart van AZ kocht om in het weekend lekker bij zijn chef aan te kunnen schurken in het stadion, moest die avond eerder weg. Zoals al geschreven 'deed' ik toen nog avonddiensten maar die kwamen me meer en meer de strot uit. Niet omdat het werk zo intensief was of zo, dat viel allemaal wel mee, maar ja, weet je, langzaam aan werden avonddiensten later en later. Aanvankelijk ging de toko om 1800 dicht, toen werd het 1900 en momenteel is het al 2200 uur, dat de zaak dicht gaat. Wat niet betekent dat het personeel op dat tijdstip ook weg gaat. Nee, er is een hoop te vegen en op te bergen en te ruimen en te spiegelen, dus vaak is het pas tegen elven dat de avondploeg de winkel vaarwel zegt. De jongens en meiden van de vulploeg, dat zijn over het algemeen scholieren, wonen dan wel vaak op loopafstand (voor deze jeugd is dat op "brommerafstand") van de winkel, maar ja, die zijn natuurlijk ook pas tegen een uur of twaalf gereed om te gaan slapen en dan de volgende ochtend moeten ze weer vroeg bij de les zijn. (hoop ik.)
Maar ik was dus ook vaak pas na tienen thuis en moest soms de volgende ochtend al weer om zeven uur paraat zijn. Begrijp je?

Ik had dus de bewuste meiavond, na de Bevrijdingsdag, de late dienst. Toenmalig chef R. moest op tijd weg, dingen te doen, en informeerde me in het gaan dat er: 'een nieuwe collega zou komen. Een meissie, S. dus, snor dus even een schort en een naambordje op, oké, zie je morgen oké, doeg, oké?' R was pleitheinen voor ik met het rechteroog, (dat iets sneller is dan het linkeroog qua knippertijd dan,) kon knipperen, dan wel de ogen het bevel kon geven om met de beide ogen te knipperen.
Ik dacht dingen die R. waarschijnlijk, nee zeker, niet had willen horen of, als de gedachten waar waren geworden, hem niet veel verder hadden laten rijden dan de eerste tram die op zijn weg zou komen, maar ja, en nu? En zo? Ik heb natuurlijk in mijn hele leven veel en nog meer mensen opgeleid en ik besloot dus even te kijken wat voor vlees ik in de kuip geworpen zou krijgen. Haar naam (zowel voor en achter) gaf me de indruk dat ik met een Hongaarse bootvluchtelinge te maken zou kunnen hebben. Ik hoopte dat ze wel vloeibaar was in het Nederlands. R. had die info moeten doorgeven natuurlijk, maar die was er gewoon vandoor gegaan. Tijden staan niet stil, dus veel herinneringen aan tijdstippen verglijden, maar ik weet nog dat het tegen een uur of vijf was dat men mij opriep om aan de "servicebalie" te verschijnen. Dat deed ik, vroeg de dame van dienst watdateris en ze wees naar een jonge, blonde, stevige, blauwogige en potig uitziende jonge meid van net vijftien. Die helemaal niets leek op een Hongaarse of Sarajevose, al dan niet (boot) vluchtelinge.
Ze gaf me een hand, een stevige en droge hand. 'Hoi ik ben S. Ik kom hier werken vandaag.'
Ik slikte. Net omdat ze tegenviel, nee, dat niet, maar ik had een schort voor haar geregeld, maar, ja, ik had, laat ik het heel voorzichtig zeggen, de maat iets verkeerd ingeschat. 
Dit is geen negatief punt tegen over haar, hoor, maar gewoon een gebrek aan communicatie tussen de R. en mij. Enfin, S. begon haar eerste dienst dan maar in mijn schort. Ik had er toevallig nog een in mijn kast liggen. (Ja, het zag er niet uit. MIJN schort was VEEL te groot voor haar, ok?) 
Wat heel belangrijk is, maar veel te weinig gedaan wordt, is om nieuw personeel een ronde over de toko te geven. Nee, niet alleen waar de chips of het bier zich verstoppen, dat kan iedereen. Maar: zoals ik in mijn andere leven gewend was, geef je mensen een rondleiding over de vluchtwegen en de brandblusslangen en de poederblussers en zo en allerlei punten van belang. 
Daarna liepen we een goede en pittige ronde over de afdeling en ik vertelde haar wat FIFO was en hoe IK het wilde hebben en zo. Ze was, is het nog wel, ondanks haar vriend, nee, da's flauw, een intilligente meid en nu jonge vrouw. Vanaf dag een gingen we met elkaar om als, zoals men zegt: "A house on fire"

=ga over haar meer schrijven, later=




 

vrijdag 9 mei 2014

Misschien wel de 'goeiste' ooit! (eerste deel)

Vanuit mijn ooghoek zie ik de FM een bos bloemen pakken vanuit onze grote bloemenkiosk, zeg maar. Ik zie het toevallig, mijn blik was daar net op gewend. Maar ik had werk zat, dus ja, FM, bloemen, der ging geen ene lamp branden en waarom zou dat ook? Als hij al iets goed te maken heeft thuis, dan zal de man het me echt niet vertellen, natuurlijk. Maar, ja, als man zijnde gaan er toch wat, zeg maar, prikkelende gedachten door je hoofd. Toch? Mannen zeggen iets met bloemen of maken iets goed met bloemen. Zeggen ze, de vrouwen!
Nou kan ik hem al niet echt zien als de man die echt iets goed te maken heeft bij zijn meisje, maar ja, stille waters en zo. Niet dat ik ook zo een type ben, hallo, dank je, nee, natuurlijk niet, net als FM dat niet is, maar ja, je weet het maar nooit. Ik vond wel het tijdstip van het kopen van flora wat vreemd. Als je een struik onkruid meeneemt naar huis, dan koop je die natuurlijk niet al in de ochtend. Je meissie ziet je aankomen met zo een verlept boeket, die je al 's morgens in je auto hebt gelegd om 's avonds iets al dan niet goed te maken.
Ik volgde zijn spoor overigens niet, ik had nog een hoop werk. Ook dat, maar ik maakte ook even een babbel met een wat oudere mijnheer die geen idee had wat hij met beschuiten moest doen. Opwarmen, in de oven of gewoon zo, met beleg, kaas of ham. Maar ook met hagelslag, ook heerlijk. 
Ook, en dat was wel weer grappig, hoorde ik even weer een al sinds jaren slepende huwelijksoorlog aan tussen een stel mensen die echt al jaren weten dat ze elkaar haten, maar die bij elkaar blijven voor de uitkeringen. (Dit is geen grap. Ik heb het ze echt tegen elkaar horen zeggen in een onbewaakt ogenblik, echt waar.)
De FM dook ineens op op een afdeling waar "mijn"* S. werkt. Hij feliciteerde haar, S. is een vrouwelijke collega, gaf haar de bos bloemen en ik keek als de bekende aap in het alom bekende horloge! S. is een geweldige medewerkster, zonder twijfel. Maar krijg je daarom blommen? Was ze jarig? In mijn niet al te nauwkeurig geheugen, qua data, dook ik op dat dat dat dus niet zo was. Ik weet haar geboortedatum niet, maar het was in elk geval niet op deze dag. En, bovendien, we krijgen geen bloemstukken op onze verjaardagen, Wij, medewerkers. Maar, S. dus wel. Ik kreeg een enorm Chinees vraagteken op mijn voorhoofd. Nu ja, FM was weer weg en S. stond daar met een fraaie struik in haar hand. Ik ben geen nieuwsgierig mens overigens, maar dit was me even te veel. 'Wat heb jij nu weer uitgevreten?' vroeg ik aan haar. 'Ik ben vandaag vijf jaar in dienst. Daarom dus. Wat een leuk gebaar, niet? Maar wat moet ik er nu mee?' Ergens sloeg ik me voor mijn kop. Ik had het 'moeten' weten.
Ik gaf haar een korte les 'bloemenkunde'. 'Zoek een vaas of een beker of zoiets, vul die met water, zet haar in de hoek van het aanrecht zodat ze aan twee kanten steun heeft en je boeket overleeft je morgen wel.'
En, raar genoeg, opeens was het weer vijf jaar terug. Ik werkte op een andere afdeling, toen nog. Ik had, toen ook nog, van die vermaledijde en vervloekte avond diensten. Ik haatte, toen en nog, het werken op de avond. Sterker, ik kan er niet tegen en ik heb ooit eens ontslag bij De Keten willen nemen omdat ik, van de vijf dagen die ik (ooit) werkte, vier keer een avond dienst had en dus steevast laat, heel laat thuis was en dan ook nog eens, de ochtend erop, een emmer met uitwerpselen over me heen kreeg, omdat de zaak er niet zo uitzag als de chef die ik toen had, zich dat had voorgesteld. De man was een megalomaan figuur en verliet nooit of nimmer de hoge ivoren toren waarvan hij dacht de meester te zijn en de baas van te zijn. 

Bon. Later werkte ik nog maar een avond in de week op een ander afdeling, met een chef, ene R., die (toen) nog een hele jonge vent was en echt helemaal naar boven wilde klimmen op de bekende ladder. Hij was echt een behoorlijke "nerd. Zijn carrière gang was door hem al helemaal uitgestippeld. Jullie kennen de types wel. Hij, R, was overigens wel aardig, maar vooral vaag en nerdie, zoals gezegd en een enorme streber. Ik begreep hem eigenlijk niet al te goed. Onze FM toen was een rabiaat AZ fan, (AZ? voetbalclub) en had een seizoenskaart. De kans voor R. Hij schaftte zich ook een seizoenskaart aan en kon zo, bijna elk weekend, naast zijn FM in het stadion zitten. 

* Ze heet "mijn" S, omdat ik haar eerste was. Nee, nee, nee, ik bedoel, haar eerste collega! Ik ga dat morgen uitleggen! Sorry, J.









donderdag 8 mei 2014

Dat verhaal van die klant...

Maar niet alleen zijn verhaal, overigens. Man, man, wat beleven mensen narigheid en wat willen ze er graag over vertellen. Collegae willen dat natuurlijk, maar ook die mijnheer, die vader van Eddie.
(Die jongen is overigens een jaar of 22 nu en heeft een perfecte baan in de IT wereld gevonden vertelde zijn ouwe heer. Maatje R. is verder afgedwaald en dan letterlijk. Zijn lichaam is ooit eens opgedregd ergens in een van de vele en fraaie grachten van onze stad, vertelde men mij. Nu ja, of het waar is? Helemaal onbegrijpelijk zou het niet zijn, want hij verkeerde vaak in hoger sferen, en dan ook nog vaak omgeven door wolken cannabis, maar nogmaals, wat is waar en wat verzint een schrijver of een verhalen verteller?)
Maar goed, de vader van E. stond dus opeens achter me. Ik ken hem, dat lazen jullie al eens, al jaren. Hij is een, ja, hoe noem je zoiets, nou ja, mijn moeder, die nogal wat pretenties had, een "ordinair type" zou noemen. Wij, stadsbewoners zouden hem een typische Mokummer noemen. Hij zal van mijn leeftijd zijn, sterker, hij is van mijn leeftijd, zelfs enige jaren jonger. Hij heeft een stevig postuur, een door het leven getekend gezicht, dat meen ik echt, over de oorzaak lees je later verder, en een bos lang en steil achterover gekamd haar. Grijs haar. Daar is niets op tegen, dat had ik ook ooit. (Haar, dus. Ja en grijs, ik geef het toe, maar dat was ooit!)
Hij is fietsenmaker van zijn beroep, tegenwoordig dan. Hij rijdt in zo'n elektrisch karretje, maar die parkeert hij altijd buiten de winkel. Die ochtend had hij dat ook gedaan en hij stond dus opeens achter me. 
'Dat doen jij nau geloof ik wel al elke dag niet, auwe?' Zoals reeds bericht schrok ik me de tinkenvering. Ik bedoel, je staat helemaal in je uppie je gedachten wat rond te laten malen en zo. En, ik kan je verzekeren, het waren hooggestemde gedachten, natuurlijk, zoals je van mij kunt verwachten. Diep filosofische gedachten: "Waarom bestaat er lucht", "waarom is een bal rond" en "goh, kijk die meid eens met die korte rok op de fiets, als het mijn dochter was dan..." en zo. We groetten, zeiden wat over zijn Ajax en opeens, hij was blijven staan, kwam zijn verhaal eruit. 
'Ik ben wat vroeg vandaag, want ik mot naar m'n moeder, die is jarig vandaag.' 'Oh gefeliciteerd man, hoe oud is ze?' 'Ze wordt vijfentachtig, vandaag.' 'Oh, nou ja, een respectabele leeftijd. En, is ze verder nog goed?' 'Ja man een ijzeren tante die. Maar met me eige wijf, dat gaat helegaar niet meer.' (??, mijnerzijds) 
'Ze heb MS in een heel ver stadium, weet je niet, ja 't loopt een beetje tegen het end. Ze mot vanmiddag naar de spesjalist in het Onze Lieve, maar dat gaat ze niet kunnen, vandaag. Dus gaon ik maar om te zeggen hoever dat ze is.' (??, wederom mijnerzijds) 
'Nou jongen, vanmorgen, ja, ik mot er al een jaar of wat helpen, weet je niet, verzorgen, en wassen en zo en ook van de wc halen, maar vanmorgen ging dat niet meer. Ze is, ja logisch, wat dikker geworden. Ze ken niet meer bewegen, weet je en ja, ze is wat zwaarder geworden in de ondertussentijd, toch? Dus vandaag was ze op de wc en ik moest haar, nou ja, je begrijpt het, maar dat ging nauwelijks meer. Ja, dit ken zo niet meer. Ik heb de thuiszorg motten bellen, al heel vroeg vanmorgen, maar ja, druk druk, druk die gasten en dat duurde en ja, dus heb ik me werk maar afgebeld.'
Ik draaide een shaggie, stak er de brand in en liet hem maar even uitpraten. Hij keek afprijzend naar de sigaret. 'Daar gaan je dood aam auwe.' "'a, aan ademhalen ook, op den duur', probeerde ik een grap te maken.
Ik keek tersluiks naar zijn gegroefd en gelijnd gezicht en ja, go.... (en meer puntjes), ik kon alleen maar medelijden met hem krijgen. Een dikke traan rolde over zijn linker wang naar beneden in zijn onverzorgde snor. 'Weet je, man, ik ben al dik veertig jaar met 'er. Ik ben al veertig jaar vader ook, weet je niet. Die gasten van het OLVG, want daar loopt ze, zeiden dat ze maar naar een huis most of zo. Maar dat verdom ik, weet je wel. Ik verrot het om haar ergens neer te leggen of op te bergen of zo. We benne der aan begonnen een veertig of zo jaar terug en ik wil der samen met haar ook mee stoppen. Ik gaan der niet opbergen, weet je?'
Ik begreep het. Ik begreep het helemaal, hoopte ik. Ik dacht aan mijn schoonmoeder, die nu ook 'opgeborgen' zit in een huis, omdat ze, echt, met de beste wil van de wereld, niet meer zelfstandig kan zijn. Na elk bezoek aan haar zijn E. en ik op de terugweg vanuit het Haagje redelijk zwijgzaam. We zijn dan met onze gedachten bij die sterke vrouw die acht kinderen heeft gebaard en opgevoed en die, tot een jaar of wat geleden, nog alle kranten las en alle politieke discussies op Tv volgde en alle namen van alle kinderen en klein- en achterkleinkinderen wist, maar die nu haar eigen kamernummer niet meer weet, geen Tv meer kijkt, geen boek of krant meer leest omdat ze het niet meer bevat.
Ik denk aan een lieve vriendin en collega van me, die ook MS heeft en net een jaar of wat alleen maar narigheid achter de rug heeft. Maar die nu, gewoon alleen samen met haar zoon, wel doorgaat. 'Het leven doet dat ook', zegt ze dan, optimist die ze is, maar met een traan in haar ogen. Die traan verbergt ze, maar ik ken haar en ik zie die traan. 
En dan denk ik, ja, wat loop jij nou te zei..., eh, te zeuren over je rug, man. Da's helemaal niks, toch. Maar, denk ik dan, waar is die verzorgingsstaat gebleven, waar wij, Nederlanders ooit zo trots op waren? Die ons van wieg tot graf hielp en steunde en waar je natuurlijk grif aan mee betaalde, hoewel ingehouden van je salaris? Moeten we nu onze eigen gelieven tot het graf helpen? Want dat wil de huidige regering wel het liefst, dat je je eigen ma en pa opneemt in je gezin en hen dan verzorgt tot de nu ja je weet wel.

Nee, nee, nee, nogmaals geen politieke standpunten in mijn Blog. Maar ja, zoals ouwe mensen van mijn generatie zeggen: "Vroeger was het beter."

woensdag 7 mei 2014

Die cliffhanger, weet je nog?

Dank voor alle goede en beterschap wensen en het gaat redelijk goed weer met mij en mijn rug, hoor. Ik denk dat ik morgen weer aan het werk ben, zoals het nu met de rug gaat.

In elk geval: ik stond te blazen en het geblaas bereikte langzaam het einde, namelijk de ingang van de toko, gewoon,

I was blowing down the street,
concentrating of blowing wright
I heard a hoarse voice beside me say
And I looked round in a state of fright
I saw a face, 't was old
a man I knew for a long time
He looked me up and down some time
and said:

Dat doen jij nau geloof ik wel al elke dag niet, auwe?


Kennen jullie, "old-timers", dat nummer nog? Dreadlock Holiday van 10CC?In de jaren zeventig een band die enorme hits scoorde met, naast het eerder genoemde nummer, als: Wall street shuffle, One night in Paris en I'm not in Love.
De tekst hierboven is natuurlijk een beetje aangepast aan de omstandigheid, maar ik moest er wel aan denken toen ik, die dag, die stem opeens achter me hoorde. Die stem behoorde toe aan een van de veteranen van onze winkel, nee, geen collega hoor, maar een van de vaste klanten van onze winkel. Ik ken zijn naam niet, maar hij is de vader van Eddie. Tja, Eddie, die ken ik dan wel bij naam. Die, een jongen van net vijftien, heeft een jaar of zes geleden een blauwe maandag bij ons gewerkt. Met zijn maatje Ritchie. Het was geen succes, overigens. Ik werkte in die tijd nog op, wat in het jargon heet, de KW afdeling, zeg maar alles wat houdbare zaken zijn, en ik werkte ook nog eens avonden. Eddie en Ritchie behoorden tot de vulploeg die dus de avonden moesten werken. De vulploeg begon om vier of vijf uur in de middag en zij moesten dat dus ook.
Wat ze overigens niet of nauwelijks deden. Als ze al kwamen, dan was het vaak uren en uren te laat. Serieus. De mannen zagen kans om zicht 'te verslapen' als ze om vier uur, in de middag, om 1600 hr dus, moesten beginnen met werken.Toen dat, tijdens mijn dienst, een paar keer was gebeurd en ik, sociaal wrak dat ik ben, de mannen er nog eens op gewezen had, dat mijn wereld zo niet in elkaar zat en dat dus hun wereld al helemaal niet zo in elkaar stak, heb ik ze, in overleg met de FM, maar een zetje in de goede richting gegeven, die van de heerlijke en rustige werkeloosheid.
De pa van Eddie kwam de dag daarop naar onze winkel. Hij vroeg mij/de chef te spreken, maar ik was er toevallig wel. Ik legde de vader uit waarom de zoon niet meer welkom was. Hij luisterde, echt, schreeuwde of gilde niet, maar was verbaasd. Ze hadden hun zoon opgevoed met alle normen en waarden van een goed gezin. Werken en zo, op tijd komen en geen gedoe. 'Maar', vroeg hij, 'die gozert waardat die altijd mee werkt, ene Ritsie of zo, is die nog wel aan het werk den?' Ik zei dat de Richie in kwestie al een week of wat niet gesignaleerd was en dat de FM hem had geschrapt van de lijst van medewerkers. 'Want weet je, die gauzer is de pleuris voor die jonge van mijn. As ik mijn knul nou eens ken overhalen om zich te beteren?' Ik zei dat ik dat niet uit maakte, om Eddie weer in dienst te nemen, maar dat ik wel een goed woordje wilde doen. Eddie was namelijk geen vervelend jong, in tegenstelling tot zijn maatje. Hij werkte goed en snel als hij wel eens alleen aan het werk was.
FM ging akkoord, Eddy ging weer aan het werk en het ging een groot aantal weken goed. Zijn gabbertje had ik toen al weken niet meer gezien. Totdat Ritchie: vrij kwam/bijkwam/terugkwam en zijn muil in De Keten liet zien. Toen was het einde oefening met Eddie. Helemaal onder de invloed van zijn maatje, was het weer over en sluiten. Hij kwam weer niet opdagen en indien wel, weer niet en zo, nou ja, dat gedoe.
De twee maakten het zo sterk dat hij op een gegeven moment met een boodschappen wagentje bier en chips en pizza's in ging laden. Ik was er toen niet, maar Ton, de collega die die avond het bevel had, zeg maar, vroeg: 'Joh, je moest toch werken vanaf een uur of twee geleden?' De bekende vinger werd zijn antwoord.

Maar goed, pa Eddie stond opeens achter me. Ik ken hem, na al die jaren natuurlijk vrij goed. De man is een rabiate Ajax fan en, als je even geen tijd hebt, begin dan niet over die club op maandagmorgen, want dan heb je voor de rest van de dag geen tijd meer. Hij weet alle ins and outs, van de club.

Misschien moet ik hem eens aan M. koppelen op zo een ochtend?









dinsdag 6 mei 2014

Ziek Thuis

In een vorig Blog meldde ik al dat ik een "gierende pijn" in mijn rug had. En eigenlijk is dat in de afgelopen tien dagen niet veel beter geworden. Nu ja, integendeel zelfs. Om me die dagen door te laten komen ontbeet ik dan met Brufen tabletten en zwarte koffie. Na een half uur ging de pijn dan iets weg en kon ik op de fiets stappen en naar het werk rijden. Het kleine verzet waarop ik dan fietste, verwarmde die rugspieren die de pijn veroorzaakten en zo en dan, met de pijnstillers erbij, kwam ik de dag wel redelijk door. 'Met pijn en moeite', dat wel, zoals het gezegde luidt. Later op de dag, en ook in het weekend, was ik weer aardig "het mannetje", zeg maar. 
Maar, afgelopen maandag morgen, na een weekend waarin ik niet al te veel pijn had gehad,  ging het dus weer helemaal mis. Er was weer eens zo een grote, zware en lompe kar met melk en zuivelproducten, die niet normaal van de klep wilde en die ik dus met een beweging van mijn rug moest loswrikken. Aanvankelijk merkte ik niets dat ik pijn had in mijn rug. Ik had mijn werk, mijn spieren waren opgewarmd door het fietsen en het werken. Dat kwam pas toen ik een uurtje of zo thuis was en na het douchen en zo, even ging zitten.
Ik kan je verklaren dat zitten op bankstellen of in fauteuils niet het meest slimme is wat je kan doen, bij rugpijn. Ik zat zwaar, maar dan ook heel zwaar af te zien. Ik nam maar weer eens een Brufen of wat en spoelde dat door en ja, het ging niet over. De nacht bracht wat opluchting en ik sliep zowaar wel. Het "klokje van gehoorzaamheid" stond op kwart voor vijf. In de ochtend, natuurlijk. Ze ging, ik drukte haar uit en trachtte mijn benen over de rand van het tweepersoonsbed te zwaaien. 
No such luck! Met een, onderdrukte, mijn lief sliep nog natuurlijk, ik moest het wel onderdrukken, kreet van pijn, ging ik terug naar de uitgangsstelling, zoals dat bij de soldaten en mariniers heet. Ik wachtte tot de acute pijnscheuten wat over waren en probeerde het met een, ooit eens door een fysiotherapeut aangeraden, trucje. Ok, dat ging. Niet spontaan, maar ik zat recht. Nu nog van zittend naar staand zien te komen. Minuten later stond ik, half doorzakkend door het bakboord been. (linker been, voor niet nautisch onderlegden, bedoel ik.)
We wonen niet in een paleis of zo, gewoon in een heerlijke flat die in de jaren zestig is gebouwd en met wel veel ruimte, maar ook weer niet al te groot. Toch leek de afstand tussen slaapkamer en toilet, het zijn drie stappen, nu een onoverkomelijke reis. Maar ja, het is van moeten, niet waar? 
Wastafels zijn altijd vrij laag aangebracht, dat merk je pas als je niet kunt, of durft te bukken. Maar, ja, ook van moeten en willen. Ik waste me, poetste tanden en schoor me met heet water en echt, knikkende knieën. Ik had wel de koffie aangezet, de Brufen moest worden doorgespoeld, toch? Na het maken van toilet keek ik in de spiegel en ik zag nu een oud hoofd met grimassen van pijn, waarvan ik wist dat het de mijne was, maar eigenlijk niet kon zijn, zo oud en afgetobd ben ik niet, hoopte ik en schuifelde, ja echt hoor, ik schuifelde de woonkamer in. De mok zwarte koffie en het asbakje waren haast niet te tillen, zo zwaar. Maar, ik wil altijd even Teletekst zien, even kijken wat de wereld heeft gedaan, tijdens mijn afwezigheid. Gaan zitten en de Tv aanzetten, met de drukknop, was een pijnscheut waard, maar ja, je bent een vent, hè?
Nu nog aankleden, dacht ik, maar, man even wachten tot de tabletten hun werk doen. Dat deden ze, in mijn ogen niet. DE pijn heerste. Nog even zappen, het nieuws lezen en wel go....... en zo, dat ding valt uit mijn hand. De mannenvriend bij uitstek, misschien op de hond na, lag een halve meter van mijn voeten verwijderd. Ik bukte dus om het ding te gaan pakken!
Dom, dom, dom. Nooit bukken, als je pijn hebt in je rug. Ik kwam nauwelijks meer overeind. dat duurde en duurde en duurde. Ja, belachelijk, maar het is zo. Geen beweging mogelijk en ondertussen was het al met al tegen zessen. Dus liet ik me, zijdelings van de bank afrollen en pakte 'het ding' uiteindelijk op.
Alles gaat voorbij! (Behalve de belastingdienst en de dood, natuurlijk.) Ook die stremming in de rug gaat ooit voorbij, net als ooit de marteltochten tegen de bergen en de heuvels die ik  opreed op de fiets. (Toen ik nog een rug had, dacht ik somber) 
Maar, toen was het ondertussen wel al na zessen. Ver na zessen, het uur dat ik dien te beginnen. Ik belde naar de winkel en kreeg meteen M. aan de lijn. Hij had alle begrip. Ik maakte nog een dom geintje over 'de ouderdom' en zo en dook daarna mijn nest maar weer in. Ik sliep tot zeker elf uur! Dat is me al in geen dertig jaar overkomen. Kennelijk had het lijf rust nodig.
Maar, je kan wel Bloggen, hoor ik? Ja, dat kan ik nu wel. Ik zit namelijk op een echte bureau stoel, achter een bijna echt bureau en ja, dat gaat lekker. Ik heb veel minder pij nu.

Goh, ik weet het wel, dit is niet in verhouding tot vrienden of vriendinnen of collegae of familieleden die ECHT iets naars hebben meegemaakt of echt een erge ziekte hebben. (Of wiens familieleden of partners er aan ..., nu ja, je hebt je punt gemaakt) 
Maar geloof me, als je zelf ziek bent of wat hebt, dan tellen die mensen niet helemaal meer mee in jouw beleving van de wereld.


maandag 5 mei 2014

Klanten en verhalen en verhalen over klanten

Eerst wilde ik dit stukje 'Onbegonnen werk' noemen. Dat kwam dus zo. Jullie weten dat ik geregeld even de buitenboel van onze toko aanhark. Met een bezem en een bladblazer en zo. Dat lukt, over het algemeen prima, hoor. Die bladblazer is er zo een met een oplaadbare accu. Ze ligt lekker in de hand, is niet al te zwaar en ze doet wat ze moet doen, namelijk blazen. Tot een week of twee geleden blies ik voornamelijk vullis, lege blikken, zakjes, en plastic doosjes, van die zogenaamde 'bladders' er mee. (Bladders  zijn van die plastic doosjes waarin ze die saucijzen broodjes of warme zooi verkopen. Waarom plastic? Omdat die de warmte vasthouden en geen vet opnemen zoals papier en dus niet al na drie tellen uit elkaar vallen. Zoals je dat dus hebt als je 'Fish and Chips' in Engeland koopt. Daar staan de voetbal uitslagen op je friet met azijn afgedrukt en heb jij ondertussen zeven maal je klauwen verbrand aan die rot hete krent met je eten erin.
Nu is het Nederlandse publiek, naar mijn mening, lui, erg lui. Als je dus zo'n bladder, geen blazer, mee neemt naar buiten de winkel en je de inhoud naar binnen hebt gekeild, kun je het afval in een van de heel veel prullenbakken die de stad rijk is, gooien. Sterker, buiten het filiaal van onze Keten staan twee grote vuil bakken, helgeel gekeurd, die kun je niet missen. Er staat ook nog eens een zogenaamde 'plastic verzamelaar', een hele grote plastic zak in een houder, waar je die meuk ook in kwijt kunt. Maar ja, dan mot je wel twee meter lopen. Da's veul, natuurlijk. Ik bedoel, die mensen lopen wel vijftien meter de winkel in om die broodjes bij de bakkerij van onze winkel te halen en dan ook nog eens naar de kassa, maar ze verrotten het om die troep in een vuilnis bak te tyfen, die slechts vier stappen verderop staat. 
Dat die bladders overigens vaak vergezeld gaan van lege blikjes met van die energy drankjes met vreselijke namen als "Bastard" of "Monster", doet bij mij de verdenking gestalte geven (ja, hoor, hij begint weer met zijn ouderwetse gedoe) dat het om jeugd gaat. (ja hoor, hij begint weer met zijn ouderwetse gedoe).
Nee, serieus. Mijn generatie, die is bijna uitgestorven, thank you, drinkt geen van die eng riekende drankjes. Mijn generatie, zie boven, heeft geleerd van hullie van thuis, de ouders,  dat je vuilnis netjes weggooit. De generatie na de mijne, mijn en dus hun kinderen, hebben dat ook nog meegekregen. Dus het is aan de:  nu ja, reken maar uit, toch?

Maar goed, dat tot zover. Ons filiaal is, tot vervelends toe verteld, gelegen aan een grote invalsweg naar de hoofdstad van ons land. Tegenover ons filiaal is natuur. Nu ja, een park. Frankendael heet dat park. In dat park staat het laatste, landhuis zeg maar, dat in de stad gelegen is. In dat park, rond dat fraaie landhuis, staan bomen en struiken. (En een heel chique restaurant, De Kas, maar daar ga ik het nu niet meer over hebben)
Wat me, in dat buiten spelen ook onbegonnen werk leek te zijn, nu ja, niet leek, gewoon is, is dat er momenteel een boom- of struiksoort is die haar bladeren of zaden, waarmee desbetreffende boom of struik kenbaar vol hangt, laat waaien. Ik heb geen idee van welk groeiend wezen het is. Ik ben geen boomoloog en ook mijn struikenkunde is behoorlijk achtergebleven en grijs gebied. Het zijn van die flinterdunne, haast hartvormige ietwat zilverkleurige dingetjes. Ja, ik Google, natuurlijk en ik dacht aanvankelijk aan Esp, of As, maar no such luck. Maar wat ik wel weet is dat die bende een enorme zooi oplevert. Dus verwijder ik die zooi. Met de blazer. Op zich leuk werk, maar ja, ik heb een blad blazer en de natuur, en ben je nu religieus getint, dan heeft Onze Lieve Heer, of Allah, of Boeddha of Wodan, de wind. Bladblazer versus wind, Ajax versus PEC, het volk tegen de belastingdienst, 010 versus 020, kortom, de eerste verliest altijd. 
Ik dus ook. Mijn blazertje blies, bladders en blikjes bleven bedrijvig behoorlijk bewegen en de wind stak op. Uit het zuiden, de kant die ik op most. Moest, maar most, mag ook. Dus: die hele zooi blad waaide weer de kant op, waar ik het nou net niet wilde hebben. 
Ik deed natuurlijk heel beleefd en zo. Ik bleef kalm en zo en ja, jullie die me kennen, kennen me dus, ik blijf altijd de rust zelve. Nee, hoor, even echt, ik was gewoon in mijn sas. Dat kwam omdat mijn afdeling eens een keer geen zooi was. M, de FM2, had de mannen van het weekend behoorlijk ingepeperd dat de DV ook bij de winkel hoorde en dat ze ook netjes moest worden achtergelaten. Het had goed geholpen.
Maar, doordat het werk niet te gestresseerd was, had ik dus iets meer tijd om de buitenboel te doen. Dus, begon ik maar weer van voor af aan. Langzaam vorderde ik naar daar waar ik wezen moest. Toen hoorde ik een stam achter me die zei:

Einde van deze Cliffhanger!

Ik ga het van vrienden nog wel horen wat voor blad het is. Ik heb J., een oude gabber, die zijn hele tuin heeft ingezaaid van de week. Hij weet alles van tuinieren af, zegt ''íe.

zondag 4 mei 2014

Over dat 'culi' gedoe (en een lekker recept)


Ik geef het direct toe. Elk vak, elke hobby, elke liefhebberij heeft zijn/haar eigen bewonderaars en de eventuele, maar veel te vaak, dwepers die erbij (willen) horen. Of je nu van voetbal (denk aan Sjek van Geld) houdt, of van hockey, (Denk aan Sjek van Geld) of motorrijden, (denk aan Sjek van Geld), of tuinieren, dat maakt niet uit. We spreken allemaal met plezier over onze hobby of liefhebberij. Dat daar dan jargon en dat soort zaken bij komt, ja, zo is dat nu eenmaal. In mijn (fiets) geval kan dat zijn: 'Goh man, ik trok hem op het buitenblad en ik trok ze meteen allemaal op de kant.' In de opera wereld kan je dan verlekkerd over 'libretto's' kwekken, in de voetballerij is het dan 'dat die back zijn midhalf een pass had moeten geven om zijn midvoor te kunnen bereiken', (nu is dit taal die in de wereld van de jaren vijftig werd gesproken, maar het geeft even aan wat ik bedoel) of zo en, in de hockeystad bij uitstek, mijn Amstelveen, kun je dus horen: 'Heel goed, Floris-Jan, (of Pieter Hein of Sjek van Geld) druk dat punt, joh!'. De man die een (volks) tuin van enige omvang bijhoudt zal het hebben over 'zijn opkomend zaad' en zo. (Oeps, ik denk dat ik een raar foutje maak) De motards onder ons hebben het dan weer over: 'volle petrol of even de motor uittesten', nu ja, een ieder heeft zijn ding en spreekt over zijn ding. En da's communicatie in die groepen onderling. Die hoef ik en moet ik niet (willen) begrijpen. Ik behoor niet bij de tuinmannen, niet bij de motorrijders of bij de voetbalmannen. Dus spreekt een ieder van die groep dat taaltje met zijn groepsleden of met de mensen die geïnteresseerd en ingevoerd zijn in dat gebeuren. Maar: in de kranten en dagbladen zal de verslaggever van die sport bijeenkomsten wel altijd iets gaan uitleggen over de 'spelsituatie', of wat met een punt drukken bedoeld wordt of wat 'volle bak', dan wel 'volle petrol' is.
Maar: niets is minder waar als het gaat over de 'eten' schrijverij. Daar is jargon verheven tot evangelie. Ik schreef het al eerder, ik lees de bijlages over de stand van de horeca wel eens. Man, wat een BS je daarin in aantreft. BS is geen gerecht als Bieten Speciaal hoor, het is een Amerikaans/Engelse uitdrukking die "onzin" betekent, maar dat was al bekend, neem ik aan.
In ieder geval is men het in de "eten schrijverij" het allemaal met elkaar eens. Stel, er wordt een nieuw restaurant geopend. Een tent met veel pretenties en een fraaie naam en een chef die al eerder een zaak gehad heeft. Al dan niet al te succesvol, maar dat maakt in de context van mijn Blog niet veel uit. Die 'chef', zo noem ik het dan maar even, wil natuurlijk zij nieuwe tent wel tot een succes maken, hij/zij wil in elk geval wel zoveel mogelijk in de publiciteit brengen. (dat is logisch, ja, dat vind ik ook) Hij nodigt dus, via zijn PR man, pas op hoor, kook mannen zijn erger dan Tv- of filmsterren. Ze zijn nog veel meer publiciteitsge.., dan de zogenaamde BN'ers als de Katja's, Patricia's, en de Alberts en Goor en Geer van onze Hilversumse en Aalsmeerse media.. 
Die recensenten komen ter plekke, worden herkend en dus tot in de puntjes verzorgd, krijgen een lekker happie, en dus niet al te groot, maar net genoeg om trek te krijgen en een goed glas wijn. Er is een oud gezegde in die wereld: 'Ze vreten je arm, maar ze zuipen je rijk.' Je las het al eerder.
Dus de mannen en vrouwen van de recensie pagina, van die laatste zijn er niet te veel, komen binnen, eten en drinken en laten zich inpalmen en schrijven een lovende recensie. Dus, het 'chique' publiek leest dat en besluit te reserveren. Dat kan: 'Over drie maanden.' Ja, er is gelukkig pas over drie maanden plaats, dus dat moet een top zaak zijn. Dus. Maar de recensent is dus al weer op zoek en op jacht naar een andere, net geopende en ook al chique zaak en geeft dat, na weer een hoop gratis eten en drinken, ook weer een voldoende en ja, weer moet 'Tout in de betere horeca etend Nederland' daar weer reserveren. 

Een zijstap. Met een aantal collegae aten we, ongeveer een maal per maand in een originele 'Suri' tent. Die heette, ik geloof Don Fernado, zat in een zijstraatje van een zijstraatje van de Peperstraat, wat dan weer een zijstraat was van de Prins Hendrikkade, in 020. Geweldig goed en veel eten, niet te duur en een leuke sfeer. Ik gaf het ooit eens, in een brief, E-mail bestond nauwelijks, door aan de grote Johannes, maar die deed het af als zijnde een lokaal eethuisje. Ja, misschien, maar het was voortreffelijk eten .

En zo ontstaat de enorme stoelendans van al dan niet bekende figuren, die vooral willen worden 'gezien' in de nieuwe Hotspots van de Nederlandse steden. (Ik praat nu alleen even over het Mokumse BN'er publiek. Onder mijn vrienden zijn er die in 010 en omgeving en zo wonen, hun ervaringen zijn waarschijnlijk hetzelfde in de rubrieken van hun krant(en).
Ik las, ik zou het daar dus over hebben, een stukje over een nieuwe eettent in Mokum, in het Waldorf Astoria hotel. (Op de Herengracht, dus ja, wel een sjeune oemgebung) Het stel dat het restaurant gaat uitbaten is in de leer geweest bij Jonny en Therese Boer. Op de e's van Therese moeten allemaal verschillende kanten op wijzende streepjes nog komen, maar dat vind ik een gezoek! In ieder geval, dat jonge stel, nou ja, dikke dertigers, maar alles jonger dan vijftig is voor mij.., begrijp je.
Ze maken een geweldige kaart, hoor. Zeggen ze. Iets met mosselen en ganzenlever. Ja, ganzenlever. Al jaren verboden bij de wet, ja, zelfs bij die van Frankrijk, maar ze doen het. Gewaagd, niet waar! Dan hebben ze ook nog een stukje vis dat is "gegaard in groene theeolie, met dashi." Ja, groene thee olie. Ik heb geen idee waar ze het over hebben. Maar het zal wel goed zijn. Ze hebben het in elk geval niet over "bedjes van" of 'torentjes met" of zo. Wat is dashi? Ik moest het opzoeken en Google deed er lang over, maar het is iets van visbouillon. Uit Japan. Ja, ik weet het wel, stil maar, wij hebben hele goede visbouillons of fonds in onze supers en zo, ik kan je ze ook zo aanwijzen in de stelling van De Keten, maar ja, dit, wat zij in hun exclusieve restaurant gebruiken, is wel helemaal uit Japan, niet? (Zeggen ze, maar ze doen hun inkopen gewoon bij de Makro of de Hanes of zo) Ja, ok, ik weet het, de collega die de 'wereldstraat', zoals wij het noemen, onze top collega J, geeft het je meteen aan als je er om vraagt, want ze weet meteen waar het staat, maar ja, die dashi van hen komt natuurlijk exclusief per potje of zakje apart met een vliegtuig uit Japan. (Pinokkio) (Ja die kreeg een lange neus van het liegen.
Maar, gelukkig, ze hebben er een dessert ook nog. Ze verkopen: Gedeconstrueerde appeltaart.



Ik moest mijn PC afremmen, afkoelen en opnieuw Rebooten, heet dat zo, want er kwam stoom uit het apparaat en allerlei rare en vreemde geluiden en blauwe beelden toen ik het moeilijke woord intikte. 
ARE YOU SURE THAT YOU WILL WANT TO USE THIS WORD? sprak ze, we zijn al vrienden van jaren her, mijn PC en ik, me streng toe.
Ja, toch? Ik wilde het wel weten. Want, wat is dat dan? Een gedeconstrueerde appeltaart? Hopelijk weet een van jullie, lezers, het me te vertellen. Is dat iets met een handgranaat erin? Of, (sorry fijne collegae die in allerlei nare gebieden hebben gediend, ik wil jullie verder geen nare herinneringen aan brengen), is het iets met een bermbom erin? Of is het iets dat niets met appeltaart te maken heeft? Tja, culinaire spraak, dat is altijd moeilijk.

Die Jonny, Boer is zijn achternaam, geloof ik, is wel een slimme zakenman, trouwens. Hij heeft zijn naam verbonden aan een aantal 'tafelzuren', zeg maar. Ingemaakte rondjes van rode biet met rozemarijn en tijm of mini-augurkjes met dille en kamille of zo. Die kosten dan 3,99 euro per potje van een inhoud van helemaal niks. Ik heb vroeger ook wel eens dingetjes ingeweckt. (Nee, dat wecken, dat is de goede spelling) Twee of drie liter potten met bietjes en augurkjes met tijm en rozemarijn en zo. Een pot zuur met kruiden en al dat soort gedoe, koste met toen nog geen vijftig cent, in oude guldens dan. Maar ja, ik ben geen Jonnie. Ons gezin at hetr gewoon op.

Och ja, dat recept. Nou morgen of zo dan maar?



zaterdag 3 mei 2014

Over 'recepten' en de marine kok.

Wie A schrijft heeft het alfabet geleerd en zal dus ook de letter B kunnen schrijven en zo. Dus ga ik van acquit om mijn vaste lezers B en H te danken voor hun leuke en prettige en informatieve antwoorden. Helaas, B. heb ik geen groentetuin , maar ik begrijp wat je bedoelt en ja, H. mijn 'grootmoe' had ook van dat soort ware woorden. F., nee, er bestaan geen, nou ja vast wel, kookboeken voor twee personen, maar daar is moeilijk aan te komen en waarschijnlijk zijn ze peperduur? En om alles dus maar door twee te delen is een te simpele oplossing. 4 piepers hebben minder kooktijd nodig dan acht of twaalf of zo. Meen ik me te herinneren toen wij niet aan het VNS gingen doen, nu alweer een aantal jaren her. (Maar: denk eens welk een tijd je bespaart door minder piepers te moeten jassen, minder uien te moeten pellen of sperziebonen af te halen? Genoeg tijd om een keteltje te doen.) Maar kijk eens op: "koken voor twee?"

Even over recepten. Ik heb ooit eens gediend aan boord van een van (toen nog) Hr. Ms. schip. We hadden toen een chef-kok aan boord die Wim heette, maar die natuurlijk heel anders heette. Die man was een kookwonder. Hij had, jarenlang, gekookt voor het Koninklijk huis, met zijn marine bekkie. Zogenaamd als souschef dan, maar in principe als het echte en enige keukenbaasje. Nu loop ik te vloeken in de kerk, geloof ik. Want als er ergens rangen en standen zijn en haantjes gedrag en veel te hoge testosteron spiegels overheersen, dan is dat wel in dat heel erg overtrokken culinaire onzin wereldje.
(Ik heb ooit eens een Blog geschreven over de wijnwereld in restaurants. Zie: Wijn en ongein.)
Dus stond Wim in die tijd ergens onderaan de ladder van die eten kokers. Want ja, die mensen koken eten, meer niet. Dat is een fraai en nuttig beroep, maar dat zijn de beroepen van vuilnisophalers, schoonmakers, verpleegkundigen en artsen ook. (En vakkenvullers en mensen die op booreilanden werken of bij het Rode Kruis of in de psychiatrie en zo) Niks mis mee. Dat er op Wim neergekeken werd door de kook haantjes aan het hof was, in hun ogen, heel begrijpelijk. Hij had namelijk niet bij allerlei dure Michelin sterren zijn opleiding gehad, maar had gewoon leren koken bij de marine. In zijn eentje, op een klein schip, zette hij dan wel eens, bij windkracht elf of zo, een rijsttafel van vijftien gerechten op tafel, voor veertig personen dan. Maar, dat dan ook nog eens op een vierpits fornuis, op een slingerend schip, waarvan de bemanning ook nog eens in drie of vier groepen kwam 'schaften' en hij er dus voor moest zorgen dat alles allemaal warm en vers bleef! Maar ja, dat lag heel ver weg van het eten dat de 'Keunigin" voorgezet werd, dachten ze. Dat Wim geregeld kookte aan boord van de Piet Hein, toen nog een koninklijk jacht of op de Groene Draak, het schip van de toenmalige koningin ontging de Gordon Ramsay's en de Herman Blijkers van het hof van toen ten ene male. Wim had overigens een basiskookboek, "Het complete kookboek", genaamd, in zijn kastje staan. Gewoon, met recepten die we allemaal kennen. Ik heb, op zijn aanraden, dat boek ook aangeschaft, toentertijd en kook er wel eens uit, zoals dat heet.

(Wim was niet de enige marine kok hoor, die ontzettend goed kan en kon koken. Vraag er een kennis van je naar, die ooit bij de marine heeft gediend. Het eerste wat hij/zij zal zeggen is: Rijsttafel of Nasi hap. Daar is de marine kok beroemd mee geworden.)

Ik had het gisteren al over de keuken 'Queens' die je minimale maaltijden voor maximale prijzen durven voor te zetten die een vullings-graad van nul, komma, niks hebben. Maar, ze zijn dan wel kunstig gerangschikt of zo. Op bedjes van of met een torentje van, weet je wel?
Volgen jullie overigens de restaurant recensies in de dagbladen? Nee, nou, ik, af en toe wel. In ieder geval in de zaterdagse kranten en de bijlages. Niet omdat ik daar in die tenten ooit zal eten of zo, hoor. De prijzen zijn belachelijk, maar juist omdat ik het allemaal belachelijk vind, lees ik die stukken, nu ja stukjes. Er is, nog niet zo lang geleden, een kook schrijver, restaurant recensent bedoel ik natuurlijk,  geweest, die me wel wat deed. Ene Johannes van Dam. Een man met een heel getroebleerd leven. Hij was van Joodse afstamming en een van de weinigen van zijn familie die de oorlog had overleefd. Hij schreef vlijmscherpe dingen over restaurants en schaamde zich niet om er zelfs een drie of een vier uit te delen. Helaas, maar verwachtbaar, is hij al weer even geleden de keuken uitgegaan. Bij Het Parool, (Lees die krant, zoals hun slogan luidde) heeft men nu een jongedame aangesteld om hem te vervangen. Oh, ze doet dat goed. Dus. Einde. Geen Johannes dus. Nee, no way.

The sun is gone, the day is done. Ik zat vanavond, lekker een rustige zaterdagavond, met mijn poten op de bank rusten. Glaasje erbij, de kranten en bijlages om me heen lezen te doen en zo dus ook te lezen in dat Parool, weet je wel, althans de 020'ers kennen die krant. Tikkie links, maar meedraaiend met de politieke situatie in de stad, als die zich zo voordoet. (Ja, het zijn Mokummers, inderdaad.) In de bijlage lees ik dat: Magoggel culi NL nog steeds overtrokken aanwezig in de hoofdstad. (In mijn woorden, dan hoor) Op pagina vier stond er een heel stuk over een stel horekaffers die een nieuw restaurant zouden beginnen onder supervisie van ene Jonnie Boer en diens echtgenote. Wie? Nou, die en daar zal ik het in het volgende Blog over hebben. Man, man, man, wat een hoop overdreven gedoe over een hap eten! En: slecht eten ook nog.
Stay tuned, folks!

We hebben vandaag Broccoli stoemp  gegeten, met een karbo. Lekker! Ik had het recept van de Belg. Ik had het nog nooit gegeten. Geef het recept morgen wel.

donderdag 1 mei 2014

Eten weggooien? Een doodzonde!

Mensen, wat een mooi plaatje, niet? Om van te watertanden. Ik herken hier bloemkool, sperzie- en snijbonen, tomaat, wortelen, bleekselderie stengels, broccoli en  nog veel meer van die gezond makers. Vol vezels, vol vitaminen en andere nuttige stoffen. Ik ben een groenten liefhebber. Ik lus wel een stukje vlees, hoor, maar ik vind groente heel lekker en heel belangrijk in mijn/ons menu. Helaas, helaas, eten we het te weinig. Nu ja, niet in gekookte vorm dan. Door de week eten we vaak een frisse salade, al dan niet met een gebakken of gekookt piepertje. Maar de echte groenten waar ik echt van houd, zijn vaak zo peperduur! Mijn voorjaar begint pas, heel echt, als er asperges zijn. Nederlandse, dus Limburgse asperges. En nee, niet met zo'n sausje uit een pakje, maar met gesmolten boter, opgerold in een (of twee) plakken goede ham en met stukjes/partjes/schijfjes hardgekookt ei! Een goede aardappel erbij, man, man, een koningsmaal. (Ik tip er altijd wat nootmuskaat over, lekker!)
Maar, asperges, die echte lekkere dus die uit Glimbabwe komen, zijn nog niet te betalen. Momeenteel zijn ze 4,99 euro het pond! Da's een joet aan oude guldens per persoon, ja doei! Asperges doen een pondje per mondje zoals de oude marktmensen altijd zeggen en om nu tweeëntwintig oude pieken, zonder lekkere ham dan ook nog, voor een maaltijd te betalen, nou nee. Dat riekt heel sterk naar van die restaurants met van die Michelin sterren, waar je voor zeventig euro p.p. net zo veel eten naar binnen werkt, dat je blij bent dat de Mac om de hoek nog open is, om daar dan je maag te kunnen gaan vullen.
Tot zover de kookrubriek.
Maar wees eens eerlijk. Ik schrijf dit Blog vanuit mijn kijk op de supers van deze wereld, dat is mijn interessesfeer, nu. Mijn De Keten, verschilt natuurlijk wezenlijk met winkels als Appie, Deka, Deen en Jumbo, maar ook weer helemaal geen ene moer. Vat je hem? Nee, oké, hele kleine cursus. Appie is de grootste en dat laten ze je voelen. Arrogantie. Wij zijn er echt niet voor de klant hoor, die zijn er voor ons. Deka, Deen en Jumbo, zijn scherp geprijsde toko's die allemaal ook nog eens familiebedrijven zijn en waar de families dikke vingers in de pap hebben. De Keten is ook een een dergelijk bedrijf, maar de familie heeft haar afgestaan aan 'de directie' en ja, ik schreef er al over, die zitten in een hoge en vooral ivoren toren ergens ver weg van de werkvloeren en dat is nu ook niet echt bevorderlijk voor de werk sfeer.
Maar, wat alle supers dus samen wel hebben, is dat er een overvloed aan producten moet zijn. De klant moet, zodra hij de winkel binnen stapt, worden overvallen door: 'AANTALLEN', door 'STAPELS'. Het adagio is dat "hopen doet verkopen", en hopen betekent dan dat er heel veel van alles aanwezig is. Momenteel breken wij, van de vloer, onze nekken over de actie aanbiedingen van deze week. Dat zijn kratten bier van het merk "PIEP", uitstallingen zoutjes en nootjes "die zo lekker kraken als ze smaken", wasmiddel poeders en vloeibaar, "die nog veel witter dan wit" wassen en zo en pizza's.
Nou ja, je verkoopt minder pizza's of bier of chips dan je verwacht. No problem, die meuk gaat nog maanden mee. De pizza's stapel ik dan wel in mijn diepvries cel en ja, binnen twee maanden zijn die ook verkocht. De THT data liggen van al die producten ergens in het volgende jaar, als we de Koningsdag in Amstelveen allang weer vergeten zijn. (met een knipoog, voor de insiders) En bier en zo, dat komt allemaal op.
Gevoeliger wordt het met de groente en vleeswarenproducten. Ik laat de vleeswaren even voor wat ze zijn. Groente, en voornamelijk de vaste groente, zoals bloemkool en broccoli en sperziebonen, kun je vrij lang bewaren, nu ja, een kleine week, toch wel. Maar, licht en lucht en temperatuur doen hun 'kwalijke' invloed wel gelden, natuurlijk. (Ja, ja, vrienden, ja, ook bij mij, ik weet het, ik zie er af en toe ook uit als een verlep... vul maar in.)
Dus, je wilt groot uitpakken met je actie aanbiedingen en, als je een grote groente afdeling hebt, als winkelier, wil je die ook groot vol hebben en vullen en dus bestel je kratten en kratten en containers vol van de groentes die in de actie zijn. En, dat elke dag weer! Vijf of zes dagen per lopende actie week. (Nee, dat begrip begrijpen jullie wel, natuurlijk)
Maar: je verkoopt niet alles wat je binnen krijgt, producten die drie keer per dag geleverd worden. Ja, da's raar, ik weet het niet, maar mensen komen niet massaal af op jouw witlof of je bloemkool actie of zo. Dus heb je vaak te veel ingekocht en op afdeling uitgestald. Oh ja, op een fraaie en aantrekkelijke manier hoor, maar ja, het 'loopt' niet, zeg maar.
Dus, worden de groentes minder fraai om te zien. Aan witlof komen bruine plekjes, bij bloemkool wordt het allemaal wat grijs en geel en sperziebonen krijgen zogenaamde roestplekjes. En ja, dat kopen mensen niet. En ja, wat dan? Afprijzen? Nou dat gebeurt wel, maar ja, de huidige mens is er zo van overtuigd geraakt dat groente die ook maar enigzins verkleurd is, ook niet meer te eten is en dan dus meteen bedorven is.
Dus blijft de groente afdeling vaak met kilo's en ik bedoel echt, kilo's, groenten zitten die weg gedonderd worden. Dus: gooi je eten weg. Dus bega je, in mijn ogen een doodzonde. Had je namelijk een mindere volle, in ieder geval optische, winkel willen hebben, had je waarschijnlijk net zoveel verkocht. Maar: je had wel minder weggesodemiete...
Dan hadden er dus ook minder vrachtwagens hoeven te rijden, niet alleen naar jouw winkel, maar ook naar de telers om die groentes, die jij net weggooit te halen, maar, en dat is nog erger, er hadden waarschijnlijk ook minder vliegtuigen  hoeven te vliegen van en naar allerlei landen in tropische gebieden waar groentes worden gekweekt die wij echt als zomer groente zien, en ja, dan was er minder gas verbruikt in allerlei kassen, en dan was er, kortom, minder energie verspild in de wereld. Energie die we, nu ja de generaties na ons, gaan missen.
Maar: dan had ik ook zelf minder energie verspild in het lossen en laden van al die vrachtwagens!
Nee, ik ben niet Groen Links of SP of zo, ik ga het niet hebben over politieke standpunten. Maar: milieu is milieu. Mijn kinderen en kleinkinderen en ook de hunne wil ik een wereld gunnen.
Maar, op deze manier gaat dat niet lukken, ben ik bang voor.

En, oh ja, Gabcollega R. geeft een goed voorbeeld. Hij eet vacuüm pannenkoeken die over datum zijn. Want, en daar heeft hij dus gelijk in: 'Eten weggooien? een doodzonde!'