woensdag 26 februari 2014

Concurrentie (3)

=Korte inhoud van het voorafgaande: er zit een LIDL voor onze deur een behoorlijke behoefte te doen=

En, die behoeft van de LIDL rook sterk hoor, zoals ik al schreef. Een fors bedrag minder in onze omzet. Maar begrijpelijk is het wel. Was de "Duitser" vroeger echt een rotzooi zaakje, een discounter, met pallet displays of alleen maar dozen en troep en zo in de winkel, tegenwoordig is de zaak veel en veel meer gestructureerd. Ze hebben nu een heuse en echte versafdeling die het heel goed doet en die zelfs prijzen in de wacht heeft gesleept, nou kom der maar eens om in winkelland. Verder hebben ze geweldige 'stuks' aanbiedingen, van die (niet verse) dingen die een jaar of zo oud zijn en dus de magazijnen van de toeleveranciers vol zetten. Ik heb bij die toko een fantastisch horloge gekocht met allemaal "PIEP" functies en dingetjes als thermometer, niet rectaal, en een kompas en zo. Ik doe met dat soort functies geen ene moer, maar ja, ik heb ze wel! Prijs, vijf euroknaken, dus geen geld. Ook heb ik er een hartslag meter gekocht, inclusief klokje, en ook voor dezelfde prijs. Het ding heeft het twee jaar goed gedaan en nog, alleen de batterij is nu leeg. Die laat ik dus voor twee piek vervangen op de markt.
Maar, waar de sportschrijver Joris van den Berg zei: "Wat goed is komt snel", schreef de door mij bewonderde, oudere en niet vaak meer gelezen filosoof Paco Saul: "Verkijk je niet op de eerste schreden, maar bezie het verloop van de reis." En zo is dat ook. Paco Saul zei in zijn fraaie taal dat: "Hardlopers, doodlopers bennen", zoals de Zaankanters dat zeggen. En dat bleek wel weer waar. Want, waar we een maand of wat geleden een concurrent kregen van een andere super in onze straat, de Dirk, en een concurrent die erg gevreesd werd, viel dat allemaal nogal mee. Ik zag heel veel (ouwe) klanten terugkomen van die Dirk en zag ook nieuwe klanten van die winkel toch ook hun heil zoeken bij ons. Ik ben geen Privé of Story lezer, hoor, het leven van de zelfbenoemde BN'ers interesseert me geen h.., maar ik ben wel benieuwd waarom mensen weer naar onze winkel (terug) komen. Vaste antwoorden waren daarbij: "Betere kwaliteit, alles is bij jullie te krijgen" en, dat trof me wel, "het is zo gezellig bij jullie". Nu ben ik vooral wel blij met dat laatste en ik geloof, weet zeker, dat we een leuke toko hebben en dat we leuk en ongekunsteld met de mensen omgaan, zie overigens vorige werken van mijn hand, (zei de wannabee Mulisch.)
Weet je, mensen zijn over het algemeen heel merktrouw. Voor wat betreft de consumptie artikelen in ieder geval. Mensen roken Javaanse Jongens of Marlboro, drinken Ome Freddy of Grolsch, snacken Lay's of Duyvis, frituren Kwekkeboom of Mora en kopen bij De Keten of bij Appie. (Met duurzame goederen is dat heel anders, daar spelen emotie en prijs een grotere rol in. Zo heb ik zelf ooit mijn echte  allereerste racefiets gekocht, een Giant, met van die fluo kleuren zoals je die had in de jaren tachtig. Daarna had ik twee Concordes op stal staan maar heb nu weer twee Giants in de schuur. (Eerlijk gezegd, in de woning, de schuur is bezet met de twee oude Concordes en nog eens twee Giant fietsen van de jongste zoon. Ook de jongste dochter heeft een fraaie Giant racer, overigens) Een Giant is voor mij toch een emotie merk, geloof ik.)

'Een nieuwe klant? Hoe herken je die dan?', vraag je je nu thuis, tijdens een nachtdienst (of op een booreiland, ik noem maar wat)  af, diep en ik zie je intensief gebogen over dit schrijven op je PC zitten en om dan vervolgens bewonderend over je schouder op te merken: 'Goh, die gozer ken het wel hoor', tegen de huisgenote/partner/huisgenoot, nu ja who ever. (Hoopt de wannabe Mulisch). Dat is niet zo moeilijk, dat is net als het herkennen van een voetbal club fan aan zijn/haar sjaaltje/shirt. Als er mensen zijn die aan het einde van de winkel, bij de DV dus, vragen waar de koffie/thee/suiker staat, waar we het toiletpapier/keukenrollen hebben opgeborgen of vragen waar de melk staat, Bingo!, dat zijn mensen die nog niet eerder in je toko zijn geweest. Alle voorgenoemde artikelen zijn de dingen die mensen het meeste aanschaffen, dus: als je een keer in die winkel bent geweest, weet je die zooi (ongeveer) te staan. Ergo, conclusio, de dato, watto? nou ja, dat zijn dus nieuwe klanten. Ja, stukje sociologische research van mijn zijde, wat? Eh, oh, nou ja, klanten zeggen het ook gewoon natuurlijk: 'Ik ben voor het eerst in De Keten en kunt U me even naar de .. "zie boven" verwijzen?'


Dus ja, de LIDL is en was wel even in beeld, nog, maar dat zal teruglopen. Wees eerlijk, die zaak heeft een redelijk beperkt aanbod artikelen, in ieder geval veel minder dan de 10.000'en spullen die wij in onze winkel hebben. (FM1/FM2, correct me if I'm wrong) Maar, wat veel ergerlijker is en wat mij, en niet alleen mij, ik ben slechts een nobody uit de rangen en tel niet mee, veel meer zorgen baart, is het feit dat De Keten heeft besloten om een nieuw filiaal te openen. Dat doet de directie om de strijd met het blauw in de straat aan te binden. Dat feit is op zich niet slecht, maar dat die toko ongeveer vierhonderd meter van de onze verwijderd is, is dat dus wel. Want dat zuigt klanten uit ons bestand. Mensen die ten noorden van onze toko wonen en die graag bij De Keten gaan shoppen en die nu een filiaal van ons voor de deur hebben, zullen niet meer afzakken naar onze winkel. (En dat heb ik al meerdere keren opgevangen, hoor.) Dus: minder omzet voor ons! Minder omzet is minder inzet (qua personeel) dus zullen er mensen moeten verdwijnen. Helaas gaat collega S., die van het Ajax sjaaltje, al naar de nieuwe vestiging en nog een handjevol collegae. Komt daar wat voor terug? Geen idee. Maar ik zal die collegae missen. Ga ik zelf weg? Ik denk het niet, maar misschien dat ik m'n laatste jaar voor het ultieme zwarte gat dat pensioen heet, kan afmaken in het De Keten filiaal in Amstelveen?

Ik lach me nu de koelera? Ultieme zwarte gat? Man, ik heb straks uren te kort in mijn leven! Nee, ik werk graag, vind het over het algemeen heel leuk, maar ik zal de dag prijzen dat ik na 47! jaar werk er eens mee mag stoppen. Niet voor de collegae, begrijp me goed, maar dat ik kan stoppen met de dwang van het heilige moeten!


dinsdag 25 februari 2014

Concurrentie (2)

En, jullie kennen me, ik ouwe neel er nog wel even over door. Maar, over de Lidl gaat het pas later. Even over concurrentie in het algemeen. Zoals ik al  schreef houdt concurrentie, we weten allemaal wat we met dat woord bedoelen, maar in strak Nederlands is het 'mededinging', je scherp. Dat hebben we de afgelopen weken op de diverse schaatsnummers tijdens de OS gezien en afgelopen zondag was het weer raak op de voetbalvelden. Een zogenaamde "vorentscheidung", wat weer een heerlijk Duits woord, kon bereikt worden. Niet dat ik een echte super volger van het spel ben hoor, sinds het miljoenen, misschien wel miljarden, omzettende spel is verworden van een spel van de gewone 'man', naar een speeltje van oligarchen, is mijn belangstelling afgenomen.
Maar enfin, zondag jl deed ik met zoon Serge en kleinzoon Loek een 'Rondje IJsselmeer. Vertel, vertel, we willen het, nee, nu wordt ik flauw.
Maar goed, ik wilde weer eens bij mijn broer en schoonzus op bezoek, die in Westerbork, in het hele fraaie Drenthe wonen. Daar was ook een stuk eigenbelang bij, hoor. Oudere broer had door omstandigheden een fietsdrager over die hij gratis ter beschikking stelde. Nu wilden zoon en ik wat vaker samen gaan fietsen en ook eens naar Limburg of naar de Ardennen of de heuvels van Overijssel en zo. Sinds de aanschaf van onze Renault Scenic hebben we namelijk een voertuig waar een trekhaak aan is bevestigd, en waar dus een fietsdrager op past en zo en dus vandaar dus.
Loekeman, zoals wij onze kleinzoon altijd liefkozend en met veel liefde noemen, wilde dolgraag mee. (Al het vrouwvolk was druk met werk of met oppassen of met het verhuizen van (mijn schoon) moeder dus het was een "All guys day." Het mannetje is nu op een leeftijd dat hij veel info kan krijgen en veel dingen kan opslaan op de 'harde schijf' in zijn mooie en fraaie blonde koppetje. Hij was overigens nog nooit op of over de Afsluitdijk geweest. Ik herinner me nog dat ik, op zijn leeftijd ongeveer, voor het eerst met mijn familie een 'rondje Nederland' heb gedaan. We reden toen via die Dijk naar de bollenvelden en bezochten ook het 'Panorama van Mesdag' in Den Haag. Ik was zo onder de indruk! Man wat was dat fraai! We reden terug via Amersfoort en zo en ik herinner me nu nog steeds een hit uit die tijd. Stom eigenlijk, toch? Tom Philibi, heette dat. Mijn ouweheer had toen al een autoradio laten installeren, allemaal heel chique.
Dus leek het ons leuk om ook Loek het land eens te laten zien. Dat was dus ook zo. Hij genoot van ons ritje, maar meer nog van de stop, over de Afsluitdijk en bij het restaurantje daar, zag de zee, de basaltblokken, waaide haast weg in zijn jasje door de halve storm die er stond en lachte met zijn mooie bekkie en genoot zichtbaar. In Westerbork maakten we met mijn broer een lange wandeling over de hei en Loek vond het geweldig, raapte stokken en takken en zo, rende over heide plaggen en over heuveltjes en het was zijn dag. Hij moest af en toe lachen om het Gronings dat ik met mijn broer en schoonzus sprak, maar het mannetje was helemaal tevreden.
Op de weg terug was Ajax nog aan het spelen tegen AZ. Omdat S. een rabiate fan is van onze eigenste topploeg, ging de sportzender Langs de Lijn natuurlijk aan in de auto. Toen hoorde ik weer hoe leuk en hoe spannend radio kan zijn. (Ook weer zo een ding van vroeger, toen ik op zondagen voor het 24/24 Tv geweld vaak naar de radio luisterde. Waarom nu niet meer? Tja.) Ajax won met 4-0 van de mannen uit de kaasstad en dat was, volgens S. belangrijk, want dan waren ze zo goed als zeker kampioen. Het lag er aan wat de concurrentie zou doen en die concurrentie voor het kampioenschap kwam uit 010 en uit Enschede, de tukkers, dus. Zouden de Rotjeknorders de Tukkers verslaan, dan was de concurrentie voorbij en was Ajax kampioen. Maar was het andersom, nu ja, dan was het andersom of zo in elk geval, Twente moest verliezen, want anders!
We hielden in de buurt van Nunspeet halt bij een wegrestaurant. We hadden namelijk Loek beloofd om onder weg iets te eten en ik herinnerde me, dat ik toen, als het kind dat ik toen was, dat ook had meegemaakt en het een geweldige beleving had gevonden. Zo maar warm eten, op een bord krijgen zonder dat mijn moeder dat had gekookt! Dat was wat! Ik heb van die maaltijd geen idee meer, van toen dus. Loek genoot, at frietjes en kipnuggets en een paar doppers en worteltjes. Rond 1830 zette ik hen thuis af. Twente tegen F, was uiteindelijk 2-2 geworden na een hele dubieuze goal van de Tukkers, minuten in blessure tijd. Hoop op het uiteindelijke kampioenschap was overigens wel geschapen.

Wat een omweg om terecht te komen bij de LIDL, maar dat moest want ik moet M., onze FM2 nog introduceren, hoewel die niets met de Duitse superknaller te maken heeft.  M. is een jonge vent, maar, zoals gezegd, in mijn ogen is iedereen tegenwoordig jong en M. is een gedreven mens. Aanvankelijk botsten we even, omdat we elkaar moesten leren kennen en dat soort zaken meer. Maar allengs ging en gaat het beter en nu hebben we een goede verstandhouding en appreciëren we elkaar wederzijds. M. is, net als Serge, een enorme voetbalfan en als ik zeg voetbal, nou ja, dan kan der maar een club zijn, natuurlijk en ook M. is die club (die vroeger ooit aan de Middenweg speelde en daar helaas vertrok om te veranderen in een beursgenoteerde firma,) toegedaan. Een vast gesprekje op de maandagmorgen is over hoe het clubje het heeft gedaan. Dat heb ik ook nog een gesprekje met S., een vrouwelijke collega, die vaak met het bekende rood/witte sjaaltje rondloopt. Soit.
Gesprek met S., gesprek met M., en, bijna standaard elke morgen, en zeker op de maandagochtend, een gesprekje met C, onze FM1. (wat weer een omweg, man, word je per woord betaald of zo, maar ja, Blogs moeten vol) Beide FM's is, en ik word hier niet voor betaald, zijn heel veel aanwezig op de vloer. Ze zijn dus heel benaderbaar en geven antwoorden op vragen. Met FM1 heb ik ook een "financiële" relatie. Ik wil graag weten hoeveel omzet we nu draaien elke week. Normaal is dat boven de drie ton/week, dus een aardig bedrag. Maar, het vervelende feit heeft zich dus voorgedaan, ja man, wat een omweg zoals gezegd, het lijkt afgelopen zondag wel, dat er, iets verderop in de wijk, een LIDL is gevestigd. Een zware concurrent dus. FM1 voegde me en passant toe dat de omzet de afgelopen week knudde was geweest. We hadden een behoorlijk stuk minder verdiend, zeg maar.
Ik zal geen bedragen noemen, maar laat ik het zo zeggen, je kunt er een aardige middenklasser van rijden.
Ik hou je, al dan niet gewild, op de hoogte.
=over LIDL, over concurrentie en over een nieuwe vestiging van De Keten, nauwelijks 300 meter verderop in de straat=

zaterdag 22 februari 2014

Concurrentie (1)

Der zijn dus gewoonweg dingen in je leven die je niet wilt hebben, kan velen of die je niet wilt beleven. Dat is bij ons mensen natuurlijk voornamelijk in de relatie sfeer, je wilt echt geen andere gegadigde voor je lief(ie) zien binnen of tegen komen. Een medeminnaar, dat is een vervelend mens die tussen jou en je (misschien nog prille) partner, of je lief van, in mijn geval, meer dan dertig jaar in komt te staan en waar diegene die jij dan bemint ook nog eens lief tegen gaat doen of genegenheid aan of voor, ik weet het juiste woord niet zo, gaat tonen. (Laat staan dat ze nog eens intiem gaan worden ook!) Er gaan golven van jaloezie en afgunst en afgrijzen door je heen! Hoe kan die ander die zo en zo, die vreselijke kerel of dat gruwelijke wijf nu beter/leuker/liever vinden dan dat jij bent? En jij gaf hem/haar alle liefde/vriendschap dan wel genegenheid die je maar kon geven! Is die nu helemaal van de fok.... pot gepleurd? Heb ik alles gegeven aan hem/haar in deze jaren?
(Nee, een relatie van minder dan twee jaar telt niet, dat is gewoon een aaneenschakeling van snelle wi.... en die hebben niets met een relatie te maken, hoor. Maar het zijn wel prettige en 'sportieve' jaren, natuurlijk.)
Maar, als je dan, na die relatie van meer dan die door mij voorgeschreven twee jaar ook nog eens merkt dat je geliefde/partner/vriend/vriendin naar een ander loopt, ondanks al het werk dat je aan je relatie gegeven hebt, ondanks alle tijd die je geïnvesteerd hebt, dan, ja, dan ben je besodemietert en mag je je ook besodemietert voelen, vind ik. (In ons geval gaat dat verhaal niet op, hoor, maar het is even een inleiding naar het eigenlijke onderwerp.)
In het menselijke verkeer noemen we het "vreemd gaan", maar in de echte wereld van het zaken doen en van de boodschappen halen, heet het gewoon "concurrentie". Wees eerlijk, waar ga je naar toe voor de beste en goedkoopste boodschappen? Naar De Keten, ja, hoor, ik hoor het je zeggen, maar da's flauwekul, natuurlijk. Nee, wij, mensen, gaan naar die toko waar we ons goed voelen, daar waar ze een mooi assortiment hebben, (en een assortiment dat ook nog eens te betalen is) maar het allerprettigst winkel je in een toko waar je als mens/vriend/bekende/klant is koning behandeld wordt. Dus niet bij de mannen/vrouwen in het blauw. Ik schreef daar eerder over. Ik doe, al een tijdje, mee aan de on-line tevredenheids-onderzoeken van die super. Ik heb, (ik 'moet' daar noodgedwongen wel shoppen, het is de meest nabije super) ooit toegestemd om, helemaal vrijblijvend mee te doen aan enquêtes, en ik krijg nu maandelijks een digitale vragenlijst thuis gestuurd. Tot de laatste maal was ik altijd heel eerlijk en secuur in mijn antwoorden en in mijn op- en aanmerkingen. Ik had wat, vage, kritiek op het gebruik van het 'sealen', (laat maar even zitten voor de niet supermedewerker), van karren, had wat minder vage opmerkingen over de toegankelijkheid van het personeel, namelijk bijna niet, had  nogal wat op te merken over de 'zichtbaarheid op de werkvloer van leidinggevenden' en zo. Ik had wel contact met twee of drie mannen die er werkten en ik mocht en kon hun namen dan ook vermelden, maar ik heb, heel voorzichtig, ooit eens aan die mannen gevraagd of ze wel eens feedback kregen over diverse enquêtes, maar ik zag alleen gezichten die dachten dat ze het hoorden onweren in een grote stad in Duitsland, beginnend met een K.
Nee, dus. Geen communicatie naar het personeel toe, zoals dat zo fraai in dat soort termen heet. Maar, dit terzijde, wilde ik aanvankelijk zeggen, tot ik afgelopen vrijdag, heel terloops aan een man werd voorgesteld. Deze nog jonge kerel, in mijn ogen is iedereen jong tegenwoordig, maar dat komt met het stijgen der jaren, maar deze man was verbonden aan een 'onderzoeksinstituut' dat dus onderzoek ging doen, naar, volgens zeggen, de werksfeer op de vloer. Even dacht ik dat het weer zo een vage was, zo'n sociologische Harry, die met allerlei sociologische prietpraat aan kwam rennen, maar dat viel, in het korte gesprek, erg mee. Hij legde heel kort uit wie en wat en ik probeerde een balletje op te gooien door het over 'te behalen targets' en zo te hebben. 'Ja', lachte hij, 'ik weet wat je denkt. Controlling areas en work audits en dat soort gedoe en zo, toch? Nee, hoor, ik wil gewoon weten wat jullie, de 'mensen op de vloer', nu ging het bijna mis, maar ik bedacht opeens dat ik die woorden ook geregeld gebruik, 'wat jullie van de praktijk dus nu echt over je werk en je werkomgeving denken. Maar ik ga wel alle afdelingen van De Keten langs. Dus ook de managers, de directie, de mensen in het DC en zo.' Het gesprek babbelde nog even door, terwijl ik mijn wielersokken en -schoenen aan zat te trekken. Iets later zat ik op de fiets en reed heerlijk op het gemak, handjes op het stuur, zoals wij dat noemen, naar huis.

Op het moment van schrijven, een heerlijke zaterdagavond laat, met weinig  of geen gedoe, de spelen in Rusland zijn bijna afgelopen, (liever gezegd, het Nederlandse schaatsgeweld) en ons fraaie en volgens zeggen o zo 'kleine k.. landje' staat er goed voor, met 24 medailles of zo, waarvan, geloof ik 22 in het schaatsen. In de US of A, vinden ze dat allemaal maar heel raar. Er zijn serieuze verslaggevers en commentatoren geweest die riepen dat wij Nederlanders zo goed waren omdat we allemaal op de schaats naar het werk gingen of per glijijzer familieleden bezochten en dat het hele jaar door! Dit vermengd met de legende van Hans Brinker, dat mannetje met de vinger in de dijk, waarvan er een mooi standbeeld, hoewel wat klein, in Spaarndam staat en waar Hank de Yank heilig in geloofd, maakt het beeld van tulpen, molens en klompen, Cloggies, compleet voor de zonen en dochters van George Washington en zijn opvolgers.
Maar, hoe dan ook, het feit ligt er, dat die Cloggies, zoals de Buts ons noemt, waar Buts is een Mariniers scheldwoord voor Engelsen, met een heleboel medailles en prijzen naar huis gaat.
Hoe dat komt? Door gebrek aan concurrentie. Concurrentie houdt je scherp. De concurrentie uit de omringende schaatslanden is gering. Een jaar of zo geleden waren de Noren, de Duitsers en een heel klein beetje, de Zweden en een enkele Rus of Italiaan, nog bedreigingen voor de titels van de Nederlanders.
Maar het is nu voor die landen net zoals met die vogel die jouw meisje wil afpakken. Dat houdt je ook scherp en je gaat nog even een stap verder dan die boerenhork die zich tussen jou en je grietje wilt dringen. Maar je moet wel willen concurreren. En dat concurreren en die concurrentie, daar ga ik verder over schrijven, maar niet nu, er is een programma over The Beatles dat ik even wil horen. Het zal wel weer alleen maar ge OH zijn van semi interessante figuren en heel weinig muziek, maar ja, die mannen uit Liverpool waren wel een heel groot deel van mijn jeugd.
Een tip van de sluier wil ik even oplichten: afgelopen week is er een LIDL geopend, in onze wijk, de wijk waar ik werk. Concurrentie dus.


dinsdag 18 februari 2014

(Tell me why) I don't like mondays

Deze titel is een echt goede omschrijving  voor het werk dat begint op de hele vroege maandagmorgen en pas eindigt als je, later op de dag, helemaal stuk zit. De titel komt trouwens van een lied van de Boomtown Rats, waarvan ene (nu) Sir Bob Geldof, die nu trouwens een 'zelf benoemde heilige', (net zoals ene 'Bono' dat van zich zelf vindt maar die dan van een heel andere band is) de oprichter  was. Het nummer was overigens oer- en oer slecht, een hele domme en saaie dreun. Het werd in 1979 uitgebracht naar aanleiding van een meisje dat een aantal mensen neerschoot omdat ze niet van maandagen hield. Ze schoot twee kinderen dood en verwonde er meerdere. Maar goed, die Geldof zag er geld in, no pun intended, zoals hij overal geld in ziet, als zijn naam maar genoemd wordt. (Net als Jack van Gelder, die in de voetbalwereld Cheque van Geld wordt genoemd.)
Maar: "zeg me wie van maandagen houdt en ik zeg wat voor mens je bent", zei de filosoof Paco Saul ooit, ergens in de zoveelste eeuw en ja, daar komt geen speld meer tussen natuurlijk. Er zijn mensen die van maandagen houden, daar is namelijk statistisch onderzoek naar gedaan*, het zijn o.h.a. gemeen, (47 %) belasting inspecteurs en (29 %) deurwaarders. De resterende 23% waren mensen die aan dat onderzoek deelnamen maar, die A: niet meer actief waren op de arbeidsmarkt, B: nooit actief waren geweest op de arbeidsmarkt en C: de vraag niet hadden begrepen omdat ze de taal niet spraken.
(Er zat, dat gaf het onderzoekcentrum toe, een fout in de percentages omdat men op een maandagochtend een paar interviewers per ongeluk naar de incheck balie van de Korean Airlines had gestuurd, in plaats van neer de Koninklijke Academie. Maar de afkorting KA was daar debet aan, natuurlijk.)

Zelf ben ik wel een heel groot liefhebber van de maandagen, hoor. Daarmee behoor ik tot die 0,00001 % van die Nederlandse werknemers. Ik vind het heerlijk om op maandagmorgen om tien voor vijf op te staan. Ik ben gewoon gelukkig. Sterker, ik word overvallen door een gevoel van ultiem geluk, zelfs. Heerlijk. Zalig zelfs. Gelukkig, ik mag weer aan het werk. Ik mag weer op de fiets de donkere en koude en vaak regenachtige en sombere nacht in om weer op tijd op het werk aan te komen. In het lange weekend van de vrijdagmiddag tot en met de zondagavond val ik toch wel in een zwart gat, zo zonder mijn werk. De druk en de stress vallen dan opeens, helemaal ongewild, van me af. Ik heb geen race meer tegen de tijd om het vele werk af te krijgen, ik heb dan opeens geen zorgen meer om ook de vracht, die gelukkig weer eens te laat is, af te krijgen. Geen gedoe om de te groot uitgevallen bestellingen, die gedaan zijn, niet weg te kunnen werken.
No stress dus en ja, daar kan ik dus niet tegen. Ik wil die druk, vijf van zeven! Nu kan ik op het gemak mijn kranten lezen, ik kan naar de bieb gaan, ik kan met vrouw en kinderen dingen doen of praten en uitrusten en zelfs een stiekem tukkie doen. Ik kan, als men mij dwingt, zelfs actief naar de Tv kijken of de voetbaluitslagen lezen of dat soort nutteloze dingen! En fietsen. Veel op een van mijn racefietsen door het land crossen, mooie plekken zien, leuke mensen ontmoeten, fraaie vergezichten zien en zo. Maar dat wil je toch niet? Vrije tijd, who needs it?
Gelukkig, het is weer maandag. Nu mag ik, zo gauw ik binnen ben, weer de zooi en de shit van de collegae opruimen die de mannen en vrouwen, op mijn expliciet verzoek, voor mij hebben achtergelaten. Nu mag ik weer het werk doen dat zij de afgelopen dagen verzuimd hebben te doen. Gelukkig mag ik hun 'omissies' opruimen. Ik mag me weer wentelen in de bende van de afgelopen dagen en ja, zo is het goed, zo hoort het, zo gaat het altijd! En zo hoort het te gaan. En dan het aanhoren van het gemopper van de collegae over de zooi die zij aantreffen en, iets later, het commentaar van de boze chauffeur van de vrachtwagen die allemaal rotzooi containers aantreft die hij eigenlijk niet mag meenemen omdat zijn wagen geen vuilniswagen is! Fantastisch, het is nu zondagavond, maar over een paar uurtjes is het maandag morgen. Ik leef nu al helemaal op. En nog een volle week te gaan. Ik wrijf nu al in mijn handen. Hee....

NOOT: Ik ben psychiater Geestmans en ik werk bij het psychische interventie team: 'Niets te mal'. Ik ben door het gezin van de schrijver van dit Blog opgeroepen omdat het niet goed ging met mijnheer. Volgens zijn echtgenote liep haar man de afgelopen zondagavond handenwringend door de woning, uitroepend: 'I like mondays, I love mondays, I want mondays.' Patiënt had overigens geen intoxicaties. We hebben met mijnheer en zijn echtgenote een gesprek gehad. Hij bleek tot de 0,0001 procent van de gemiddelde Nederlandse werknemer te horen die wel van maandagen hield. Na een lang telefonisch gesprek met de leiding van het filiaal van De Keten, waar mijnheer werkt, hebben we besloten om hem enige dagen alleen maar maandag werk aan te bieden. Dat betekent dat mijnheer elke morgen in een zelfde setting komt als hij op de maandagen gewend is. Zo kan mijnheer weer resocialiseren en dus wennen aan andere dagen. Volgens de leiding van het filiaal was het niet zo moeilijk om iedere dag een 'maandag beleving', zoals men dat noemde, te creëren voor de patiënt. Dat zou een 'beetje vanzelf wel gaan, zonder inmenging van ons,' verzekerde men mij. 'Momenteel', vertelde de leidinggevende, 'is het door de druk die de directie van De Keten aan hun winkels oplegt om te bezuinigen op personeel en daardoor een hoop niet afgemaakt werk te creëren, een 'makkie' om elke dag een 'maandag gevoel te scheppen'.
Na evaluatie met patiënt was die zielsgelukkig om, volgens zijn zeggen: 'nog iedere dag in de shit en de zooi te zitten. Iedere dag nog de druk te kunnen voelen. 'Helaas moet ik nog maar slechts 700 dagen tot mijn pensioen', verzuchtte hij daarbij. Dan moet ik hele dagen thuis zitten. Of fietsen of lezen of dingen doen die men 'vrije tijd' noemt en me dus maar amuseren. (Wij leefden met hem mee.)
Patiënt bedankte me hartelijk dat ik hem op elke werkdag van zijn week hele maandagen kon aanbieden. Maar daar zijn we voor, natuurlijk. We vervolgen het onderzoek.

* Statistieken van: 'Het Onderzoekscentrum naar Werk. Kortweg "Onwe", genoemd.'

zaterdag 15 februari 2014

Meer met minder, houd de dief en het complot

 =waarin het verhaal doorgaat=

De vorige avond had E. namelijk een volle vuilniszak, zoals gezegd, even op het portaaltje of de overloop van onze deur, zoals je wilt, neergezet, met de bedoeling dat ik die de volgende ochtend weg zou gooien. Maar, toen ik de deur uitging, stond er geen vuilniszak en dus werd ik niet 'getriggerd', lelijk, maar hedendaags Nederlands, om het befaamde pasje te pakken enzovoort. In mijn totale onschuld stond ik dus de (toegeeflijke) ambtenaar te woord en waste mijn handen in onschuld, maar: hij had ons adres en telefoonnummer.
Zoals verteld reden we naar het huis van de jongste van ons stel kinderen (zij ging mee helpen oppassen) en we maakten ons onderweg natuurlijk behoorlijk druk. Maar, zoals ik al aan de opsporingsbeambte had verteld, had ik een idee van het begin van een complot. Hoe meer ik er over nadacht, hoe duidelijker het werd.
De 'boze buurvrouw', die van de vervuiling van boven ons, komt iedere avond laat, zelfs heel laat thuis. Ik vermoed, maar ik weet het niet zeker, dat ze, naast haar uitkering en weduwen pensioen, ook nog eens een zwart bijbaantje heeft. Weduwepensioen? Inderdaad, die of dat heeft ze. Haar ex-man, een Griek naar we hebben gehoord, was een dealer en een crimineel. (Is dat niet het zelfde?) Nou ja, die man is ooit getroffen door (een salvo uit een machine geweer wilde ik zeggen, maar dat is niet zo, hoor, dat is weer te romantisch) een dodelijke longziekte en daaraan gestorven en zo heeft de buuf dus ook nog eens een pensioentje. Maar, de buuf was nog steeds woest op ons (lees de vorige Blog) en zag die avond haar kans schoon om ons een geweldig oor aan te naaien.
Onze constructie van het gebeuren is dus zo: Buuf komt thuis, ziet onze vuilniszak op het, noem het overloopje, van de trap, geleund tegen het muurtje naast onze voordeur en weet dat de gemeente Amstelveen nu heel scherp is op dat soort zaken. Want: het wordt Koningsdag en de koning en gade en het enorme gevolg in hun kielzog komt precies, maar dan ook exact, voor onze deur langs. De weg waar wij wonen is de 'Koninklijke weg', The Royal Road, Le Chemin du Roi, zeg maar. Men is al weken bezig om die route op te knappen. Zo is het vrijliggende fietspad op de schop geweest. Niet dat dat nodig was, want het was een perfect fietspad, zeg ik, ik die wel wat weet over fietspaden. Maar ook het stadshart, het centrale plein in ons fraaie dorp, gaat op de schop, natuurlijk. En er worden allerlei activitei.. Nee, ja, nee, oké, ik aborteer weer.
Dus: denkt buuf voornoemd: ik zal die gasten eens een oor aan naaien. Dus gaat buuf rond een of 0100, dan wel 0130, bij thuiskomst, nog even snel de vuilniszak van ons bij de bak beneden zetten in de hoop en de stellige overtuiging dat de dienst "Stadsbeheer", die zak zal zien staan, haar openmaken en dus uitvinden wie de dader is. Dat kunnen ze altijd. Ik ben er achter gekomen dat je niet anoniem genoeg kan zijn. Je laat altijd wel een spoor achter dat je verraadt.(Pinpas, mobiele phone, internet, faceboek, e-mail, alles is te tracen)
Maar, een berichtje van de bieb, in ons geval, een versnipperde bankafrekening, kattenbak korrels of juist een lege zak hondenbrokken of wat dan ook, maar ze vinden je, echt. In ieder geval zegt de ambtenaar, die ons wilde bekeuren, dat hij ons nog zal bellen om mijn versie van het verhaal te horen. Ik leg, tijdens het rijden, de hypothese uit aan E. en die gaat er grif in mee. Ja, zeggen we tegen elkaar, zo moet het gebeurd zijn. Die oppasmiddag bel ik met de gemeente A'veen en krijg een leuke en optimistische en 'lachebekkende' mevrouw aan de lijn die me vertelt dat ze van het verhaal gehoord had en dat ze er melding van zou maken en dat de ambtenaar in kwestie zo en zo en die en die was. Ik stond te roken en te bellen, het waaide hard en de naam van de mijnheer waaide met mijn sigarettenrook weg naar verre einders. Maar, ik vertrouwde de zaak en de man wel en tot op heden hebben we er niets meer van terug gehoord.


Maar goed, we moeten dus steeds meer werk met minder 'volk' doen en dat gaat zich natuurlijk wreken. Dat wreekt zich omdat er dus werk van jezelf blijft liggen, dat wreekt zich omdat er dingen die je wilt bijhouden of schoonmaken blijven liggen en dat komt dus alleen maar door het feit dat er twee 'formatie' plaatsen zijn verdwenen en omdat we twee vrij langdurig zieke collegae hebben. (Hierbij beterschap en hopelijk tot gauw, L. en M.) En: de vermoeidheid en het gebrek aan motivatie omdat je werk enzovoort niet afkomt, wreekt zich op je eigen stemming! Maar niet alleen door het werk van die absente collegae hebben we het drukker, maar ook met de dingen er om heen. Bijvoorbeeld de winkeldieven.
Afgelopen vrijdag was het weer eens zover. (Het is bijna elke dag zover, overigens, hoor.) Om vijf over acht, de winkel was net open en de eerste kassière had net haar toko geopend werd er al weer omgeroepen: 'Code ..., Code ..! A. en Lucas ingang alsjeblieft.' Die (hier niet genoemde) code is een afgesproken signaal voor ons dat er een diefstal (aan de gang) is. A. repte zich, ik stond net mijn handen te wassen, lees: ik stond te plassen, en even later was de dief, dievegge in dit geval, in de kraag gevat en naar het kantoor meegenomen. De HOKA, hoofd kassière, zo leren jullie ook nog eens wat, belde al gelijk met de politie van het bureau bij ons in de buurt.
De dader (V) had een sixpack flesjes Amstel Gold gestolen, dat spul van 7%. De dievegge was een mevrouw van onbestemde leeftijd en dito afkomst. Zeg: ze was vijftig, dat kan, dertig? Kan ook, zeventig, ik ga ervoor. Het leven dat ze leed, of leidde, had haar getekend. Haar afkomst? Roma? Roemeens? Pools? Je ne sais pas. Ze had in ieder geval een accent dat wat Slavisch aandeed.
Wachtend op de 'wouten', die altijd vrij snel ter plekke zijn en de zaak heel serieus en netjes afhandelen, dronk de dame in kwestie, in snel tempo het bewijsmateriaal op.
Maatje A. timede het. Tussen tijd van aanhouding, laten we zeggen: 0810 en de tijd dat de politie agentes, twee dames, allebei hoofdagentes, arriveerden, dat was rond 0825, had ze vier flesjes bier leeg getrokken. 'Stop alstublieft met drinken, ietwat vervelende, nare en lastige mevrouw!' zeiden we.
Niet! Maar De Keten is een nette winkel met nette mensen en dus gebruik ik die woorden, zeg maar. Natuurlijk hadden we getracht haar C2H5OH* intake te beperken, maar vaak gaan dat soort mensen dan helemaal uit hun dak, door het lint, uit hun vel en A. en ik stonden niet te wachten op een mat partij op een vroege vrijdagmorgen, eerlijk gezegd. Dus dronk de dame haar bier, wachtten wij op de politie en droegen we haar dan over aan de Hermandad, die korte metten maakte en haar meenam naar het 'bero'.

Duurt zulks nou lang? Nee, dat valt wel mee, een half uur of zo. Maar het is wel een half uur van je werktijd, die je dus had kunnen besteden aan de taken die steeds maar blijven liggen. (Door het gebrek aan collegae, dat begrijpen jullie toch?) Zoals het stofzuigen van mijn vakken, het schoonmaken van de deuren en luiken van mijn DV afdeling. Dat, en meerdere taken had de nieuwe FM2 me opgedragen en dat en meerder taken kwamen er dus niet van. Want ja, er is altijd wel wat, nietwaar?
FM 2 vertelde me dat hij had gehoord dat ik Blogs schreef over De Keten en hij wilde ze wel eens lezen.
Misschien heeft hij dat ondertussen gedaan en kunnen we er eens een boom over opzetten over dat meer en meer met  minder? Het is een jonge, enthousiaste en slimme vent, dus wie weet?


Detail: de dievegge wilde graag het bonnetje van het statiegeld van de leeg gezopen flesjes hebben, boerde ze een beetje, niet al te fris uit de mond ruikend. Want die liet ze toch immers achter? En anders zou ze die vier dubbeltjes nooit krijgen!
A. en ik moesten lachen. Junken humor heeft ook wel wat!


*C2H5OH = fraaie chemische naam voor alcohol.


woensdag 12 februari 2014

En nog meer met nog minder (2)

= Over dat soort zaken wil ik het wel hebben, maar eerst over hoe E. en ik (bijna) een oor zijn aangenaaid=
Ik heb, in een niet al te ver verleden, wel eens een narrig Blogje geschreven over de nare bovenbuurvrouw, die haar hele huis volzette met meuk. En niet alleen haar woning, maar ook haar schuurtje, ook wel 'boxen' genoemd die achter de woningen gelegen zijn. Nou ja, dat je je woning volstort met troep, of je je schuurtje als vuilnisbelt gebruikt, dat moet je zelf weten, een mens zijn zin is een mens zijn leven, maar dat je de rest van het trappenhuis en de hal en de overlopen, ook de ruimte van de andere inwoners, gebruikt voor het beginnen van een privé stort, dat ging ons te ver. Niets slechts over de andere bewoners van ons portiek, hoor. Maar dat zijn Indische mannen, ja uit India, die op de zuidas werken bij allerlei IT bedrijven om na een half jaar weer te wisselen van land en dus ook geen NL spreken, of daar moeite voor willen doen en een Chinese acupunctuur arts en zijn echtgenote die ook al helemaal geen NL spreken.
Dus zullen die mensen niet gauw Nederlands-talige brieven gaan schrijven naar Nederlands-talige instituten als woningbouw verenigingen of naar de brandweer of zulke instanties.
(zie mijn Blog van 070213: Over verzamelwoede). Dus heeft de buurvrouw in kwestie, een (nog steeds niet ex) -junk die een dochter van ongeveer 15 in huis heeft, allerlei bezoeken gehad van allerlei hulpinstanties die alleen maar wilden praten en zo, maar niets lukte. De troep bleef zich opstapelen. (Ook de agressieve manier waarop zij met haar dochter omging werd overigens niet opgelost door allerlei instanties, hoewel eerdere NL bewoners van ons trappenhuis soms zelfs de politie belden omdat ze haar dochter gewoonweg mishandelde, in ieder geval verbaal en dat op een hele grove manier.) Nou ja, lees dat verslag/Blog nog maar eens. (Uiteindelijk kwam de vuilnisdienst er aan te pas, die het in vier van die grote vuilbakken opruimde en haar met een bedrag van 300 euri's opzadelde) Ik en E. waren natuurlijk de oorzaak van het kwaad. Het ging ons niet eens over een opgeruimd huis, maar veel meer ver de brandveiligheid en over het mogelijk kunnen voorkomen van rare beesten als kakkerlakken, muizen, ratten en dat soort dingen.  In het kort komt het erop neer dat zij natuurlijk op wraak uit was en (nog) is.
Die kans kreeg ze dus gisteravond. Sinds we hier wonen zijn  er van die in de grond ingegraven afvalbakken. Daar kun je je zooi in kwijt. Maar, we wonen in een winkelstraat en de winkeliers vonden het ook wel oké om hun zooi in de afvalbakken/-containers te gooien. Resultaat: afvalbakken continue verstopt of vol door hun bende, het papier, de afval, het plastic- en karton verpakkingsmateriaal, van de winkels om ons heen. Die winkeliers hebben natuurlijk hun eigen vuilcontainers achte de panden staan. Maar, als die geleegd moeten worden, als ze vol zijn, kost dat geld en de afvalbakken voor de woningen zijn gemeente dingen en kosten natuurlijk alleen de gewone reinigings-rechten, die zij niet betalen omdat ze geen gezin zijn, maar waarvoor wij wel betalen, snap je het nog? In elk geval heeft ieder gezin in onze straat nu, sinds een maand of zo, een pasje waarmee de vuilbak automatisch, na het scannen van het pasje, opengaat en je je zooi kan dumpen. Wij zijn er blij mee.
Afijn, gisteravond laat verschoonde E. nog even de vuilnisbak, zette die zwarte plastic zak op ons matje bij de voordeur op het overloopje, waar niemand er last van heeft en ik wilde haar, de zak, niet E., beetje opletten, lezer, aanvankelijk nog weg gooien, maar man, het regende en het regende.
Vanochtend deed ik even alleen de boodschappen, alleen, E. had nog wat dingen te doen. Ik was die hele vuilniszak van voor de deur vergeten, eerlijk gezegd. Iets later in de morgen, we gingen net de deur uit om naar de kleinkinderen te gaan om op te passen, zoals altijd op de woensdagen, belde er een beambte van de dienst stadstoezicht bij de beneden bel. E. nam het telefoontje aan, ik stond al op de overloop en had de huissleutels en wat tassen al in de hand.  'Jullie hebben een vuilniszak buiten de container geplaatst, mijnheer en mevrouw. Ik heb de zak opengemaakt en vond een bonnetje van de bieb, met Uw naam en telefoonnummer erop. Daarnaast weet ik dat U een of meerdere katten heeft, want ik vond kattenbakkorrels in Uw vuilniszak!' Vluchten kan niet meer, zou niet weten hoe', zongen Jenny Arean en Frans Halsema ooit, maar dat vluchten wilden we ook niet. We gingen er aankomen.
Ik legde de mijnheer, hij stond beneden bij de deur, dat ik, wij, die zak daar niet hadden geplaatst. Dat ik altijd mijn pasje gebruik. Dat ik, als de bak toch vol zit, de vuilniszak even op het balkon parkeer, tot we wel bij de bak etc. Hij was een aangename ambtenaar, ze bestaan echt. Hij had echter een uitleen bon van de bieb, waarop naam en toenaam en zelfs ons telefoonnummer stonden, in zijn hand en ja, het was dus onze vuilniszak. Op mijn vraag om het nu heel even door de vingers te zien, omdat ik, heel vaag, maar wel een goed doortimmerd idee had hoe het echt zat, maar dat ik er even over na moest denken of het wel zo was, reageerde hij positief.
E., die heel duidelijk en zakelijk was, informeerde over de hoogte van de boete. 'Negentig euro, mevrouw', vertelde de dienaar van de gemeente gedienstig en daar werden we, hij ook overigens, alle drie even stil van. 'Wel een hoop poen eigenlijk', zei de man. 'Maar ja, U bent natuurlijk wel fout.' 'Als ik fout ben, dan ben ik dat, maar ik ben dat nu dus niet en niet geweest', zei ik wat cryptisch en, zoals gezegd, een gedachte, een 'complot theorie' vormde zich in mijn hoofd. Ik beloofde dat we zouden bellen, vergat zijn telefoonnummer of zijn mailadres, althans die van zijn dienst, te vragen. We gaven handen en we gingen ons weegs, zo als dat zo fraai heet.
We foeterden nog wat op weg naar de fraaie Renault Scenic, ik knipte op het slotje en 'plok' zei de auto, ontstak haar lampjes en we zetten/legden jassen en tassen in de wagen. Ik reed vandaag. Onderweg naar de andere E. in ons gezin, de jongste dochter, schoot me het verhaal opeens te binnen.
We waren (bijna) een oor aangenaaid voor negentig euro, zo ongeveer tweehonderd oude en harde guldens.
Maar, verdomme, nu wist ik het.
= ja, dat was even geen super verhaal, hoewel dit verhaal nog niet afgelopen is en nog over de super moet gaan, maar dat komt dus wel.=


dinsdag 11 februari 2014

Meer en meer en met met minder. (1)

Dat het niet goed gaat in Superland, heb ik vaker verteld. Dat heeft allemaal te maken met de slechtere economische situatie in de maatschappij, daardoor de toenemende financiële onrust en zo de terugnemende koopkracht en daardoor dus de 'prijzenoorlogen' die, niet alleen de supermarkten hoor, zich zelf (moeten) aandoen. Dus moet er meer en meer op de 'kleintjes' gelet worden, (een kreet die de blauwe mensen al jaren geleden propageerden, maar die nu niet op de producten slaan, maat op het 'lagere' personeel.) Want, en dat heb ik ook al vaker verteld, alles komt uit de lengte of de breedte. Je kan lagere prijzen bedingen bij de grote inkoop organisaties (want daar zijn de kleinere supermarktketens allemaal deelnemer van of aan en/of bij de fabrikanten en bij allemaal andere toeleveranciers), maar die gaan natuurlijk ook niet voor verlies aan jou, hoewel je een keten bent, ben je toch ook een klant, leveren. (Die lagere prijzen, je kent ze wel vanuit de eigen supers waar jullie shoppen, hebben kreten als: ACTIE/ACTIE, VIER VOOR DE PRIJS VAN DRIE, ALLEEN NU, DEZE WEEK, en meer van dat soort dingen, worden vaak al een jaar van te voren afgesproken tussen fabrikanten en inkoop organisaties. Tussen de inkooporganisaties en bijvoorbeeld Coca Cola, Calve, Unilever, Melkunie en noem maar op, is het een steeds doorgaande ronde dans. "Wij willen dit product voor dat geld en: wij leveren dat voor zo geld en verder".)
Maar, geld is geld, winst is winst, omzet is omzet en daar wil de directie jou, als FM van een filiaal, goedlopend of niet, natuurlijk aan houden. Dus moet je als FM gaan (laten) knibbelen en knabbelen aan de inzetbare uren van je mensen en dus vaak minder mensen inzetten en dus minder salaris kosten genereren.
Ik geloof, uit de grond van mijn hart, dat geen enkele FM daar op zit te wachten, maar hij/zij zal wel moeten, want ook hem/haar worden uren afrekeningen, loonkosten, omzetstijgingen of juist verlagingen daarvan en steeds hogere CPU's*, door de strot gewrongen. Dus ga je, als directie van onder andere De Keten, een oekaze opleggen aan je FM's om te bezuinigen op het personeel, want je moet, als directie, immers bezuinigen op de grootste kostenpost die er is, en ja, dat is het personeel, maar dat heb ik ook al eens vermeld. Conclusie: mensen gaan weg en worden niet vervangen, je moet uren afpakken van mensen  en dus: het bestaande personeel krijgt steeds meer werk voor hun kiezen, maar wel in de zelfde toegemeten tijd die ze daar voor mogen doen. Nou ja, da's niet helemaal waar eigenlijk, want het werk, van de weggevallen mensen of hun uren die weg bezuinigd zijn, moet natuurlijk ook worden gedaan.
(Even een tussen shot: hij/zij die  dit Blog lezen en in de gezondheidszorg of de verpleging of verzorging werken of werkten, en ik denk even aan E., hebben al meer dan een tiental jaren met dit fenomeen te maken gehad, overigens.)
Maar, zo gaat het, het is nu eenmaal niet anders. Dus doet de bezetting van ons filiaal, gedwongen, mee. Zij en wij moeten wel, we hebben namelijk een job, die we wel willen houden. De meeste van mijn collegae zijn over het algemeen jongere mensen, hoewel je dat soms, zoals in het geval van collega/vriend/gabber R. niet zou zeggen. Dat jongere dan, hé?  (Sorry, R. Geintje!) Maar, die jongere mensen hebben al dan niet een koophuis, hebben vaak wel al een kind of (geplande) kinderen en hebben, ik ben ook jong geweest dus ik weet hoe dat zit, hoge lasten.
(Nee, A. en R. ik kan jullie geintje zelf maken over dat jong geweest zijn.)
Maar niet alleen mijn directe collega/gabbers hebben dergelijke problemen, natuurlijk. Wees eerlijk naar je zelf en wees blij dat je een baan hebt in deze toch wel moeilijke tijden. En dan is een baan in een super nog niet eens een van de slechtste, hoor. We hebben de afwisseling van het publiek en zo. De afgelopen weken.., oh ja, dat MOET ik even vertellen. Geen tijd? Hoezo geen tijd, 'tuurlijk' wel, natuurlijk heb je even tijd, kom, ga even lekker zitten. Nou ja, je weet dat we een Koning hebben. Die man en zijn vrouw en kinderen staan zo enthousiast te zijn op die Olympische Spelen, dat het je niet kan ontgaan.
Ik, kijken naar de spelen? Nee, dat heb ik al eens uitgelegd. Door die homofobie van die Russen en omdat ik me achter de HOLEBI's schaar, wat ik eigenlijk al mijn hele leven gedaan heb, kijk ik, in principe, niet naar de spelen en dat meen ik echt. Maar ja, ik kijk wel naar het Journaal of de opinie uitzending en ja, dan kan je niet miskijken, natuurlijk. Maar, ik zie The Royals juichen. (Ik vind: blijf nou thuis, geef nou een statement af. We hebben die Gay Pride/Parade in Mokum, hoeft voor mij niet zo, maar het is er en ga dan niet met je koningsbekkie doen alsof je het eens bent met die vreselijke Poetin, maar dat geldt natuurlijk ook voor onze MP, hoor. Ja, dan doe je dik: 'Ik heb met Poetin gesproken en zo, maar dat zal alleen over de gasprijzen of zo geweest zijn, ben ik bang voor).
Maar goed, ik zie, op het journaal, dus beelden van Kowi en Prima en ik denk, wat doet die vogel nu?
Ik keek de herhaling van het staats journaal nog eens en ik zag dat de man, de koning, de gebaren van de schaats coach imiteerde. Zo van: vlakkere slag, hoger ritme, strakke tijden, zuks dus.
Ik heb er niet zoveel verstand van, maar sinds de mispeer van Sven op de Tien, zal ik maar zeggen, weet elke Nederlander hoe hij een schaatser moet coachen, geloof ik.

=later meer, maar dat was je al gewend, ik klets te veel. Waarover? Ik heb zelf geen idee, maar komt goed=

*CPU: Colli per uur, het aantal verpakkingen dat een medewerker per uur moet vullen. Dat aantal is afhankelijk van de afdeling waar iemand werkt. Je 'trapt' er ongeveer 180 kratten bier per uur in, maar bijvoorbeeld maar veertig verpakkingen cosmetica. Tandpasta en poederdoosjes, weet je wel?

donderdag 6 februari 2014

Broodje 'haar', of 'aap?'

Soms stel ik me zo voor dat de allereerste mensen die konden praten met elkaar, ook de eerste verhalen aan elkaar vertelden. 's Avonds rond de kampvuren dan. De jacht was geslaagd, de buffel, het wilde zwijn of het hert of de haas lag te braden of braden aan de gril boven een knappend vuur. (De eerste BBQ's, eeuwen voor dat de Yanks er mee begonnen!) De vrouwen hadden het bier, dat ze gebrouwen hadden, in dikke nappen geschonken en het was gewoon weer eens feest. Heerlijk: de wereld zoals ze hoort. Mannen jagen, vrouwen brouwen en schenken bier in.
(Terzijde en dit is geen broodje aap: er loopt ooit eens een mevrouw van in de dertig in mijn winkel en die torst op haar kar vijf kratten bier! Ik zie dat aan in bewondering en vraag haar, heel tactloos, maar het was grappig bedoeld, welke cursus haar man gevolgd had. Zij, snibbig: 'Hoe zo?' Ik, vrolijk: 'Ik krijg mijn vrouw niet zo gek dat ze mijn bier haalt.' Zij, boos: 'Man schiet op, flauwerd.')

Dat waren dan de Neanderthalers, zoals we die voorlopers van de Homo Sapiens of de Homo Ludens of de Homo Erectus, nu noemen. (nee, over die laatste opmerkingen geen flauwekul nu, ik ben bloedserieus. Zoals jullie mij kennen, toch?) Ik weet niet meer in welke volgorde die aapachtige figuren zich ontwikkeld hebben tot de huidige stam: de mens, maar ik weet wel dat er nog vele mensachtigen zijn, die heel dicht tegen de oermens aanstaan.Dat wordt elke week weer op Tv uitgezonden tijdens de voetbalwedstrijden.
Maar, in ieder geval, het vertellen van verhalen is een heel ding geworden. Zowel in woord als geschrift. De mensheid leerde tekenen, maakte prachtige afbeeldingen in de grotten waar ze verbleven, maakten, later, prachtige illustraties in de Bijbel boeken die ze verluchtigden, vaak met bladgoud en de mensen begonnen ook hun mondelinge taal en verhalen, de zogenaamde overleveringen, op te schrijven. Later werden die figuren 'schrijvers' genoemd en vaak werden ze wereld beroemd en soms zelfs kapitaal krachtig. Omdat ze wisten dat mensen verhalen leuk vonden, bleven die schrijvers niet bij de dingen die ze die dag beleefd hadden of meegemaakt hadden tijdens de jacht, of het vullen van de diepvriesvakken, maar ze begonnen zowaar dingen te verzinnen, waarvan ze dachten dat de mensen, die hun boeken konden betalen en wilden lezen, er ook nog geld voor wilden uitgeven. Dat werd natuurlijk gemakkelijk gemaakt na het uitvinden van de boekdrukkunst. Wij, Nederlanders zeggen door Laurens Janszoon Coster, de Duitsers zeggen door Gutenberg en de Chinezen zeggen dat ze al drieduizend jaar of zo de boek druk kunst beheersten.
Hoe dan ook. Verhalen vertellen is een enorm genoegen. Zowel op papier, ik doe dat wel eens een enkele keer, maar zeker ook om ze mondeling te vertellen. Vaak vertellen mensen een verhaal dat waar is, waar ze zelf bij hebben gestaan of waar ze bij waren toen het zich afspeelde. Maar, fraaier wordt het verhaal als het meerdere malen (vaak door maanden en jaren en ook door eeuwen heen) is verteld en aangedikt. Het overkwam mij zelf wel eens, dat ik mijn eigen persoon terug zag in een verhaal waarvan ik wist dat het absoluut niet zo was. Dat soort verhalen worden dan "broodje aap" verhalen genoemd, naar aanleiding van een boek van een schrijfster, Ethel Portnoy, die die titel en die kreet bedacht.
Jullie haken nu allemaal tegelijk af. Logisch, ik ben weer heel theoretisch bezig. Ik geef even snel wat voorbeelden.
In 1988 was ik met mijn schip, als Marineman, ter ere van net 200 jaar bestaan van Australië, in Sydney, de fraaie havenstad van dat fantastische land/werelddeel, dat als werelddeel natuurlijk al zo oud als de wereld zelf was. De bewoners van het land hadden een enorme band met ons, Cloggies, klompen dragers. De vrouwen van de stad waren vaak: "blond, weak and willing" en er werden meerdere, niet alleen kortdurende, amoureuze verhoudingen aan gegaan. Na zo'n kort verband en zonder rubberen voorbehoedsmiddelen werd een matroos op een morgen wakker in de kamer van het hotel die hij en zijn tijdelijke vriendin hadden gehuurd. Op de spiegel stond met vette lippenstick letters geschreven: "WELCOME TO THE WORLD OF AIDS." Niemand heeft ooit geweten wie die man was en volgens mij heeft 'ie nooit bestaan.
Of de vrouw die zwanger was geworden nadat ze een bad had genomen waarin net een man had gelegen  die de hand aan zich zelf had geslagen, als je me begrijpt.
Een volgend verhaal ging over een massa voedsel vergiftiging die zich, eind jaren tachtig, op een Leidse school had voorgedaan. Vooral, nu ja,eigenlijk alleen maar, jonge en vrouwelijke pupillen, waren ziek geworden, ze hadden, volgens zeggen, gebraakt en, veel erger, hadden 'vroegtijdige' maar ook 'helemaal uitblijvende maandstonden' gekregen. Ouders en leerkrachten waren, ergens begrijpelijk natuurlijk, in paniek! Er zou wel eens wat naars of gevaarlijks in de voeding die van schoolwijze werd verstrekt hebben kunnen zitten en en men gelastte dan ook, en terecht, een enorm onderzoek naar alle mogelijke oorzaken. Het beeld van een jonge gymnastiek leraar die op grote schaal de jonge dames zou hebben bezwangerd stak ook nog eens de kop op.
Na een grondig onderzoek, bleek dat de jongedame in kwestie een niet beantwoorde en dus afgewezen verliefdheid had op de gym leraar had. Het verhaal dat ze "over tijd was", was zo snel onder haar vriendinnen verspreid en haar mede scholieren deden daar graag aan mee.
De man, de gymleraar,  werd uit zijn functie ontheven en werd overgeplaatst naar het Groningse of zoiets triest.
Momenteel circuleert er weer een bericht. In ons brood zou haar van dieren aangetroffen zijn. Sterker nog: haar zou een van de belangrijkste bestanddelen van brood geworden zijn.  Maar, denk ik, we hebben een "keuringsdienst van waren" en allerlei bakkerij controle instituten en zo. Een paar weken geleden werd er zogenaamd asbest in ons brood aangetroffen, maar dat was absoluut onschadelijk. Ik ben geen hygiënist, daarvoor moet ik mijn jarige maat, gabber en criticus H. voor aanspreken, maar, het verhaal kwam vreemd over. En dan zou het ook nog alleen aangetroffen zijn in Appie brood. Maf. Want elke super betrekt zijn brood uit een paar grote landelijke bakkerijen. Dat wordt dan als 'half product' aangeleverd en vervolgens afgebakken in de winkel zelf.
Niet waar, wel vreselijk leuk. Google maar eens op: Urban Legends. Er is overigens een slimme mijnheer op gepromoveerd. Op een proefschrift over broodje aap verhalen.
Verhalen vertellen, het is heerlijk om te doen. Maar om ze te lezen ook, dat kan ik je verzekeren.
Tot de volgende dus.




dinsdag 4 februari 2014

Huisbezoek part 3

= Over de dierenarts en over Tab en een heleboel andere zaken =

Dus ging Tabby een weekje in de kliniek. Ze werd daar prima verzorgd en wij deden een leuke en niet, door een paniekerig beest, verstoorde week vakantie. Ik fietste dagelijks, deed mijn kilometers, E. deed haar eigen sportieve ding, samen deden we ook nog aan sport, zak maar zegge, we pakten terrasjes mee en waren even helemaal niet met de poes bezig. (Skippy werd trouwens verzorgd door een van de kinderen, die in de buurt woonde.)
Na een week waren we terug, uitgerust en voldaan en ik was klaar om weer een jaar in de super te staan. (Goh, ik ben eigenlijk een dichter, merk ik nu.) Dezelfde middag waren we natuurlijk bij M. en zijn team om ons beestje op te halen. M. was er even niet, maar een van de assistentes had een heel verhaal. (Om te beginnen was T. helemaal opnieuw door de 'molen' geweest en was haar bloedsuikerwaarde helemaal bekeken en kregen we nu allerlei informatie mee, maar het ging allemaal goed.)
'Maar', vertelde ze, 'het is wel een apart beest hoor.' (Dat wisten we na al die jaren natuurlijk al, maar: "vertel, vertel!") 'Nou', zei de assistente, 'wat wij nog nooit hebben meegemaakt is dat een kat zijn hok, noem het maar een kooi, kan openmaken. Dat zit met een apart schuifje en grendeltje aan de buitenkant dicht en dat deurtje kan alleen maar van buiten af geopend worden. Maar, wat zagen we een dag of drie geleden toen we binnenkwamen? Tabby! Die had zich toch de vrijheid kunnen verschaffen en zat of lag prinsheerlijk geïnstalleerd op de zithoek die we in onze personeelsruimte hebben. Waarschijnlijk had ze nog honger ook, want ze heeft ook een zak met monsters van kattenvoer opengekrabd en daar lekker van zitten snacken!' Wij: 'Eh, Oh, Ach', nou ja je begrijpt wel hoe we reageerden. 'Maar', vervolgde zij, 'da's niet het enige, hoor. Diezelfde nacht dat zij ontsnapt moet zijn, is er een ramkraak uitgevoerd op onze praktijk.' Ze wees naar een zwaar beschadigd en geïmproviseerd dicht getimmerd raam aan de andere kant van de praktijk. 'Tab had er gewoon van tussen kunnen gaan, weet je, maar ze is gewoon lekker blijven ronddolen in de praktijk en is niet gevlucht. Misschien zijn de boeven wel voor haar gevlucht want ze hebben niets meegenomen.'(Tabby als Derrick? We keken vol bewondering naar haar. Ze stak ons haar staart toe.) Dat onze fraaie en dappere en slimme 'rooie' al een heleboel ramkraken had meegemaakt in de chique winkels beneden onze etage, vertelden we maar niet. (Ik ga daar nog wel eens op in.)
Waar het uiteindelijk op neer kwam was dat het poezenbeest nu helemaal onder controle was, helemaal opnieuw ingesteld en dat we af en toe nog eens terug moesten komen voor een check up.

Dat deden we geregeld. Jaren lang en nog steeds, trouwens. De ene keer troffen we M. als behandelend arts, de andere keer een nieuwe DA, soms een stagiaire, maar onze band met de praktijk bleef stevig en dus nog. Meestal gingen E. en ik samen, soms ging een van ons tweeën. Tab bleef het goed doen, ondanks de diabetes en haar voortschrijdende leeftijd. Er kwam een dag dat ik solo naar de praktijk ging. Daar zijn vaste tijdstippen voor, rond 1300 uur, want dan is haar bloedsuikerspiegel het beste te meten. De mensen in de praktijk hebben dan net hun lunchpauze maar onderbreken die graag voor ons beest. (Wat weer bewijst dat het een enorm goed gemotiveerde club mensen is.) Ik kom die dag de praktijk binnen en schud de miezer regen van mijn jas. Ook Tab is niet blij van al die vochtigheid en, hoewel ze een binnenkat is en dus niet gewend aan honden, wordt ze al helemaal niet blij als ze ziet dat de enige mededinger naar de gunsten van de DA een hond is. En, maar, want, niet zo maar een hond, no effing way. Het is een fraai en jong en enthousiast en een weledelgeleerd beest, want het is een KMAR hond, een hond van de Marechaussee. Een speurhond die dienst doet op Schiphol. Een drugs-, of wapen snuffelaar en ik bekijk het beest met veel respect en ook de begeleiders, twee jonge wachtmeesters van dat mooie wapen, een M en een V. Zoals dat gaat, praat je wat en zij vertellen dat, Toby, zoals het mooie beest heet, een ongeval gehad heeft, niets ernstigs, maar ja, die honden kosten klauwen vol geld en ze willen het zekere voor het onzekere hebben en nemen. M. komt de ruimte in, zoals altijd, helemaal M. Joviaal, bon vivant en overbruisend van liefde voor zijn werk en zijn patiënten. Hij nodigt me mee, maar ik wijs op Toby en zeg dat die eerder was en gewond en ook wel aan de beurt is. M. zegt dat daar aan gewerkt gaat worden en dat Tab even snel tussen door kan. De M/V KMAR gaan akkoord. Lang verhaal kort, Tab is ok, we moeten blijven spuiten, maar ze is niet overdreven ziek of zo.

Hoe komen mannen op gesprekken, die ergens over gaan? (mannen, let wel, vrouwen zijn anders)
Geen idee. Ik weet het echt niet. Maar op een gegeven moment hebben we het over katten/honden/speurhonden/KMAR/leger/dienstplicht en dan verteld M. dat hij een geweldig diensttijd heeft gehad. Mijn oren zijn gespitst. (Oud militair immers?) Ok, oh ja, hoe en waar? Het blijkt dat wij, tegelijkertijd in de zelfde kazerne hebben gediend. De Johan van Oudheusden kazerne, vroeger het MOKH, het Marine Opkomst Kamp Hilversum en veel later het opleidingscentrum voor de geneeskundige diensten van alle krijgsmachtdelen! (OCMGD, Opleiding centrum Militair Geneeskundige Diensten) Hij als dienstplichtig officier van de KL, ik als beroeps onderofficier van de KM, hetgeen mij natuurlijk boven hem verheft. Km en KL hebben een duidelijke hiërarchie. Km wint natuurlijk, we, hoor mij nu, maar de Km is het oudste en meest trotse onderdeel.
Dan, geloof het of niet, blijkt in het gesprek, dat we samen een hobby delen! Die eerste wereldoorlog heeft ons beider belangstelling. Terwijl Tabby soezerig in haar reismand ligt, praten wij met veel vuur over "De slag aan de Marne" "Passchendale", "Yperen", het "IJzerfront" en dat soort zaken meer. We kijken naar de klok en schrikken, shit, Toby zit daar nog ziek en zielig te zijn. We nemen afscheid. M. gaat nog even de KMAR mensen uitleggen dat er twee "oude stompen" hebben zitten kletsen en de KMAR M/V vinden een rustige middag allang goed, denk ik.
Ik breng, later, wat boeken over die oorlog bij hem aan de praktijk, die hij niet kende, vertelde hij.
En week of wat later gaat de bel. Ik ben net niet thuis. E. doet open en M. staat voor haar neus. E. schrikt een beetje. Goh, is dit een huisbezoek van de DA, om te zien hoe het met Tab is? Nee, M. brengt de geleende boeken terug. Hij was er blij mee en geeft, als dank, een fraaie en lekkere fles Merlot.

Ik zal haar open maken op de dag dat de Duitsers honderd jaar geleden België binnen vielen en zo twee wereldoorlogen ontketenden, waar tientallen miljoenen mensen de dood in vonden.
Geschiedenis? Die staat nog steeds op elke straathoek, hoor, op elk moment van je leven!

zaterdag 1 februari 2014

Huisbezoek 2

= Over de katten, de dierenarts en nog meer zaken =

Ok. Toch nog even een snelle anekdote over de super. Ik zie vandaag E. met een fles met zo'n vierkante en draaibare spuitmond met blauwe inhoud, plus een doekje druk bezig om allerlei glazen deurtjes en een Tv scherm te poetsen/stofvrij/antistatisch te maken. Een mooi streven en een goed doel in een huis waarin gerookt wordt. (Ja, ja, wij zijn de enige twee Nederlanders die nog roken, thuis) In elk geval zie ik dat ze dat met die blauwe fles van het merk GLASSEX doet. Geef toe, dat is een wat vreemde naam, maar het is wel goed spul en de gepoetste delen knappen er van op. Maar, meteen krijg ik een "Flash-back" naar een tijd geleden.
S. een jonge, (toen en nu nog) vrouwelijke collega werkt op de zuivelafdeling, die toen nog, net aan de andere kant van de winkel was dan waar ik werkte. Ze komt op me af, met een mijnheer in haar kielzog. Ik sta wat spullen in de DV afdeling te stoppen en ben een beetje met mijn gedachten elders. Mijn ouwe vriend, en toenmalige collega Mo, staat naast me en vertelt een verhaal waar ik mijn gedachten hard bij nodig heb, want het is een moeilijk verhaal over het leven van zijn moeder, die half blind is, suikerziekte heeft en dat soort dingen, en dan ook nog eens in haperend Nederlands verteld.
S., met de mijnheer nog steeds achter haar, stoppen bij ons en we kijken haar vragend aan. 'Glassex?' vraagt ze. 'Goh, schat, dat vind ik denk ik wel leuk. Maar je bent te jong voor me, ik had je pa kunnen zijn, ik ben gelukkig getrouwd en wat is glas sex eigenlijk?', vraag ik. S. kleurt diep, maar dan ook diep rood. Mo barst in schaterlachen uit. Ondanks zijn gebrekkige beheersing van onze taal, begrijpt hij die zin helemaal. De mijnheer achter S. lacht bulderend.
S. wordt, indien mogelijk, nog roder en vlucht. Ik wijs de mijnheer op de voorkeur van zijn seksuele aberratie en, een beetje na lachend, ga ik verder met mijn werk. Later zoek ik S. op en doe mijn excuses aanbieden, maar ze kan er nu zelf ook wel om lachen. Mo heeft nog weken pret om die opmerking.

Dus kwamen E., ik en Tab geregeld terug bij de dierenartsen praktijk. De kat werd dan geprikt, nagekeken en wij kregen een 'prik en slik' schema mee. Vaak was het M. die ons hielp, maar andere dierenartsen waren minstens zo bekwaam en aardig. De assistentes namen ook alle tijd voor ons, gaven ons tips en maakten het dat we ons vertrouwd voelden bij de praktijk. Die was gevestigd in, wat men bij ons noemde, het "ouwe dorp". Een leuk stukje oud A.
De consequentie van het geheel was, dat we het dier natuurlijk nooit meer alleen konden laten, maar dat we haar ook mee moesten nemen op de (korte) vakanties, die we twee maal, een hooguit enkele keer, drie maal per jaar hielden. (Voor de crisis overigens) Dan gingen bagage, kat in mand en racefiets allemaal mee en zo vertrokken we naar ons vakantie adres. Voor de poes was dat steeds een schrikbeeld. Katten houden dus niet van veranderingen en al helemaal niet van reizen. Katten/poezen hebben een vaste woon- en verblijfplaats en, vooral 'binnen' katten hebben totaal geen interesse om zeg maar, het Gelderse landschap, of het coulissen land van Overijssel of de fraaie Limburgse heuvels eens te gaan bekijken. No way.
Maar ja, E. en ik wilden er wel eens uit, natuurlijk, dus moest Tab mee. Want ze moest verzorgd. S. werd dan door een van de andere kinderen bevoorraad, maar dat prikken van de kat wilden we zelf blijven doen. Maar, omdat katten niet van reizen houden en er dus geen tochtjes langer dan een dik uur in de auto meer inzaten, bleven we rond de, zeg maar, honderd kilometer van onze woning op vakantie gaan.Tab gaf dan haar ongenoegen te kennen door 's nachts luidkeels te laten merken dat ze helemaal niet blij was, dat ze boos was of dat ze heimwee had of zo. En dat hele nachten door.

Nu ja, zo sukkelde dat een paar jaar lang door, tot het opeens mis ging. Met Tab ging het opeens helemaal fout, ze begon weer te zuipen en vrat niet meer en, een beetje in paniek, melden we ons bij M. Hij stelde voor om Tab een weekje op te nemen en de bloedwaardes elke dag twee of drie keer te nemen. Wij zouden de dag daarop vertrekken voor een weekje welverdiende rust, ergens in het Gelderse.
M. was, zoals altijd, eerlijk en recht door zee. 'Van het geld dat de testen kosten, en de opname, kunnen jullie gerust nog een weekje weg, hoor', glimlachte hij. Maar ja, we gingen toch en hebben een rustige week gehad. Geen zorgen, geen droef gemiauw en geen gedoe over Insuline.

= Waarin Tabby zelf haar hok open maakt en getuige is van een ramkraak=