woensdag 28 november 2012

'The mysterie guest'

Op een gegeven moment houdt het natuurlijk allemaal op, is het niet? Je kunt ver gaan, je kunt alles aan, maar er komt een dag dat het op is, over is en sluiten en dat je ermee moet stoppen. Zo is het leven, zo gaat dat. Relaties eindigen, huwelijken stranden, vriendschappen worden opgezegd, al dan niet eenzijdig. Er komt aan alles een einde en dat is de wet van het leven zelf, niets is eeuwig. Nu ja, Piramides misschien, in ieder geval belastingen betalen en steeds hogere benzine prijzen, dat/die zal/zullen nooit veranderen, maar, ook zonnen (sterren) doven uit en laten dan een zwart gat achter in het heelal of een dwergster, of, nou ja, zoiets.
Dus komt er ook eens een keer een end aan al die prijsverlagingen in de supers van deze wereld. Appie gaat dan nog even door: 'Zoveel producten voor nenengenenngen, eh?, nu ja, 99 cent, maar dan is de Vomar weer de Vomar als ze die producten, sommige dan, voor 97 cent verkoopt. Maar dat zijn achterhoedegevechten (juicht mijn, nog steeds militaire, hart) Maar ook de Vomar en Deen en Deka en al die spelers hebben het einde een keer bereikt. Je kunt als super niet ongestraft blijven verlagen om je klanten te trekken, no f.. (ik wilde net wat naars schrijven) way. Je gaat dan gewoon in het rood werken. Dus gooi je het over een andere boeg.
Je gaat iets eisen van je personeel dat helemaal ongepast is. Je wilt dat ze een stap harder lopen voor de klant en die klant een betere service/behandeling geven.
(Hallo, we zijn geen Appie, we gaan geen service geven, muppet!)
Je wilt, als directie, dat het personeel meeloopt met een klant. je wilt dat de klant een gratis kop koffie of thee kan krijgen, dat de klant vers sinaasappelsap kan kopen, dat hij/zij dan zelf perst, je zegt dat je elke dag vers brood bakt en dat je verse waar in huis hebt. Je wilt, kortom, als directie, dat je de klant meer persoonlijk benaderd.
Wat een gelul! Want zo doen we het al sinds jaren. We lopen met de klant mee, we wijzen op de aanbiedingen die we hebben, de acties, zogezegd, en hoe voordelig die dan wel zijn, de klanten weten dat we vers geperst sinaasappelsap hebben, ze kopen dat in grote getale en ze zien aan onze groenteafdeling dat het allemaal vers is. (Ik sta Goddomme elke werkdag tot twee of drie keer toe hopen containers met verse groente te lossen) De zuivelafdeling haalt twee dagen voor de THT datum al dat soort producten uit het schap, alle  actie schappen staan vol en de gewone (verkoop) vakken ook! Er is meerdere keren per dag overleg over het bestellen en de FM en zijn tweede man gaan meerdere malen per dag langs alle schappen en stellingen. Het is business as usual, toch? De klanten tevreden stellen en goede spullen verkopen tegen een goede prijs is onze 'core business' toch? Daar zijn we toch allemaal, vanaf FM tot veertienjarige vakkenvuller voor ingehuurd?
Maar nee, zegt het Alkmaarse 'Politburo', ja ik ben nu echt pissig in dit Blog, maar dan ook echt pissig, we gaan jullie verassen, want we willen zien of je dat allemaal echt wel doet! We gaan 'mysterie gasten' en 'mystery telefoons' inzetten om te zien dat je wel echt voor je klanten doet wat wij, het Politburo, je opdragen om te doen!
Die mysterie gast gaat dus allerlei dingen vragen en de antwoorden van de acties noteren waarom je iets wel gedaan hebt en zo nee, waarom wel, en zo!
R.. op, daar zitten we niet op te wachten. We werken knetterhard, met een geheel aangepast personeel programma. Ik verklaar dat dan maar even: toen ik nog fulltime werkte, in ieder geval meer dan nu, ik mag, als oudere en dure werknemer niet zo veel uren meer maken, was er op de vrijdag middag op de zuivelafdeling werk voor vijf personen, drie 'jonkies' en twee 'fulltimers'. Nu, na heel veel bezuinigingen in de personeel sector is het werk er nog steeds, maar zelfs meer dan toen. Nu werken er op de zuivelafdeling op de vrijdagmiddag een fulltimer en een jonkie, maar het werk is zo goed als verdubbeld. Logischerwijze vind die mysterie guest wel eens iets niet op de zuivel. Het schap is misschien helemaal of half leeg. Maar dus wel in opdracht van het 'Hauptambt', dat wil dat we minder mensen inzetten, maar dan wel verwachten dat je dezelfde (vul) productie haalt als toendertijd!
Maar goed, vanaf afgelopen maandag vind ik dus dat elke vraag die aan me gesteld word, misschien wel eens een vraag kan zijn van zo'n zogenaamde 'mysterieuze' klant.
Waar ik normaal sch... heb aan klanten en gewoon mijn ding doe, niet eens naar klanten luister en ik zelfs helemaal geen vragen van klanten beantwoord (hoogstens met een opgehaalde schouder en een semi Pools accent: "iek njet begriep"), en zo de klant tegemoet treed, doe ik het vanaf nu helemaal anders: ik zal gaan luisteren naar de klant, ik zal diens vraag herhalen en ik zal zelfs mee lopen, ik zal aanwijzen waar iets staat, ik zal adviezen aangeven over bereiding of samenstelling van het product, ik zal ook kijken  naar de versdatum en, als die klant, die dat soort behandeling natuurlijk helemaal niet gewend is, ondertussen natuurlijk helemaal chagrijnig is van al die aandacht en dus boos en verveeld onze winkel verlaat dan zal ik denken:
"Oh je, een mysterie guest, had ik nu maar beter mijn best gedaan!"

Ik hoop dat jullie cynisme en sarcasme herkennen als lezer?





maandag 26 november 2012

Een ontruiming 3

Korte inhoud van het voorafgaande: Ok, jullie blijven bij de les`begrijp ik, dit keer geen maagden en blonde vrouwen en sensuele uitspattingen. Nee, het ging over die ontruiming nadat op een vrijdagmiddag alle 'prik' was uitgevallen. Maar wat te doen als alles is uitgevallen? Ja, ontruimen en de hulpdiensten bellen. Maar eerst alle mensen die niet daadwerkelijk noodzakelijk zijn in de winkel het pand uit zetten. Dat zijn natuurlijk ten eerste de klanten. Die kun je op zo'n moment echt missen als kiespijn. Dat klinkt heel onbeschoft, maar zo is het natuurlijk niet bedoeld. Nee, het gaat ten eerste om de veiligheid van die klant dat je die wilt lozen en ASAP. Want, stel dat er wat gebeurd, dat er, naast die stroomuitval ook nog eens brand uitbreekt, of er vallen flessen wijn war mensen zich aan open halen of dat mensen in het donker in lichte paniek raken. (Lichte paniek? Is dat niet hetzelfde als een 'beetje' zwanger?) Dan krijg je een horde mensen die zich allemaal verdringen voor die ene ingang, die ook uitgang is en dat met alle vreselijke beelden die we ooit wel eens zagen van een voetbalveld in Brussel en zo. Nee, de klanten moeten er als eerste uit. Dat heet: ontruimen. (Nu, lieve lezer is de spannende titel van deze Blogs eindelijk verklaard.' Maar, hoe doe je dat: ontruimen. Daar is een plan voor. Alle mensen (lees klanten en niet BHV personeel) moeten de winkel verlaten en daarna wordt voor het aanwezige personeel een 'body count' (deze kreet doet m'n oude militaire hart goed)gehouden op een bepaald, van te voren afgesproken punt. (In dit geval het aanpalende café: Elsa's.) Anekdote die vooral de mannelijke lezer zal interesseren: Elza was een kroegbazin met een, hoe zeg ik dat kies, een behoorlijke, en als ik zeg behoorlijke, dan bedoel ik echt hele grote, voorgevel. Haar slogan, op de ruiten van het café geschreven, was dan ook: Elza's, the hostest with the mostest! Let even niet op het kromme Engels, nu. )Maar, daar houdt het ontruiminsplan dan ook op. Maar, voor alle dingen in het leven waar je goed in wilt zijn: schrijven, de Alpe d' Huez beklimmen, de marathon lopen of de liefde bedrijven, moet je oefenen. Zei ik liefde bedrijven? Ik bedoel natuurlijk: vakken vullen. Maar: hoe beoefen je een ontruiming? Nu ja, in de vorige Blog heb ik je verteld waarom dit geen plan is. De FM had, na de totale stroomuitval, ondertussen de hulpdiensten gebeld, ik zelf had de energiemaatschappij aan de lijn gehad )alles op privé mobiele telefoons, de rest deed het niet, om te vragen hoe lang men dacht dat het zou duren? (Weten we niet, we doen ons best, maar de hele wijk legt deruit, mijnheertje!) Dus gingen wij, BHV'ers aan de slag met een ontruimingplan. Alle nooddeuren werden geopend. Deze nooddeuren gaan alleen van binnen naar buiten open en worden aangegeven door middel van het bekende bordje van een poppetje dat vlucht. De bordjes zijn groen verlicht en blijven uren lang branden. De wat vage plannen die Hans en ik hadden gemaakt, ooit eens, met een bakkie en een sigaretje, moesten nu worden uitgevoerd. Bij elke nooduitgang, toen nog vier of zo, stonden de niet BHV'ers geposteerd, om de deuren open te houden en de mensen naar buiten te helpen en van zoveel mogelijke info te voorzien. Niet dat zij of wij veel meer wisten dan dat ik al geschreven heb, maar in ieder geval werkt een uniform (ook een Vomar schort werkt dan als iets officieels) altijd geruststellend. Maar dat was vaak buiten de waard gerekend. Heel veel mensen begrepen absoluut niet waarom ze het pand moesten verlaten. "Maar ik doe mijn boodschappen nu. Morgen komen: m'n dochter*/m'n zoon*/m'n kleinkinderen*/m'n schoonoudelui*/Sinterklaas* )*Doorhalen waarvan je denkt dat het niet van toepassing is) en men vertikte het vaak om de winkel uit te gaan. "Maar mijnheer/mevrouw, U kunt niet afrekenen, want niets doet het meer, u kunt ook niet pinnen" "Nou, maar ik betaal altijd met geld, hoor, dus ik pin niet." "Maar mevrouw/mijnheer, de kassa's werken ook niet meer, dus ze kunnen niet scannen en dus geen prijs berekenen." "Maar ze kunnen de prijzen toch optellen?" "Maar mijnheer/mevrouw, dat gaat niet, want ook de lades van de kassa's werken niet, dus we hebben geen wisselgeld, en bovendien, het is veel te gevaarlijk om in het donker te zitten, het mag gewoon niet van de instanties." "Ach instanties, instanties, luister jonge man, (bedankt, ik loop tegen de zestig) ik ben bij de Provo geweest en we hadden sch... aan de instanties. Ik ga gewoon betalen en ik ga gewoon met mijn boodschappen naar huis, begrijp je wel! Instanties, huh, lik me r..." Toch hadden we het filiaal redelijk vlot leeg. Dat kwam natuurlijk ook omdat de (toenmalige) FM beloofde om gratis koffie met wat erbij te serveren, als de mensen hun boodschappen kwamen afrekenen, later. "Huh gratis koffie, gratis koffie, die is toch altijd gratis bij jullie? En wat erbij? Het zal wel een lange vinger zijn!" mopperde de ex/Provo. Na een uur was de zaak geklaard. Er hadden gelukkig ook geen mensen in liften vastgezeten en waren we er allemaal achter gekomen hoe afhankelijk je bent van alles wat elektriciteit is. Wat lacherig, maar ook wat geschrokken en soms met wat knikkende knieën hernamen we ons werk, vol verhalen en anekdotes. De "ex langharige en werkschuwe' kwam me bedanken: "Lekker bakkie gehad en een heerlijke plak cake. Kennen jullie niet iedere week zoiets oefenen?"

zondag 25 november 2012

Een ontruiming 2

Korte inhoud van het voorafgaande: De held van het verhaal redt de levensloos geworden jonge maagd met haar blonde lange haren en haar voluptueuze lichaam die willoos maar wel gewillig in zijn armen ligt en hij wil net allemaal vuile en seksuele trucjes met haar uithalen en toen werd 'ie wakker. Ja, niet natuurlijk, maar zijn jullie er nu wel bij? Korte inhoud van het voorafgaande: Een totale stroomuitval in ons filiaal! Blijven opletten hoor! Ok, het aggregaat start, of werd opgestart dus de diepvries, waar ik toen zijdelings bij betrokken was, was voorlopig gered en ook de diepvriescel hoefde niet direct te worden ontruimd. Maar alles was donker, zoals ik al zei in het vorige bericht: Zwart licht, en duisternis heerste over de afgronden, zoals mijn dominee van de catechisatie het noemde toen ik als jochie van vijf op de zondagschool zat. Nee, ik ga me nu niet daar tegen afzetten, maar die zinsnede, uit Genesis, is me mijn hele leven bij gebleven. Nu zijn er in elk bedrijf de nodige BHV'ers. Bedrijfs Hulp Verleners, zijn dat. Die mensen hebben een korte en krachtige twee daagse cursus gehad in het BHV'en en kunnen de eerste nood helpende handelingen doen. EHBO, een beginnende brand blussen, zorgen voor het alarmeren van de echte hulpinstanties, politie, brandweer en dat soort zaken en dienen een ontruimings plan voor hun pand te kunnen uitvoeren. Ze krijgen daarvoor ook geregeld herhalingslessen en cursussen, waarover ik later nog wel eens iets zal zeggen, maar dat terzijde. BHV'ers dienen dus ook, zoals gezegd, een ontruimings plan te kunnen uitvoeren. Dat kan natuurlijk nooit geoefend worden, in ieder geval niet in de praktijk. Hans, een aardige en vlotte collega (en BHV'er) met een hele grote dosis humor, en ik stelden ooit eens aan een FM voor om zoiets eens te oefenen. Op een vrijdagmiddag rond twee uur. Gewoon: alle mensen de winkel uitsturen, hun boodschappen moesten ze dan laten staan en na een kwartier of zo, mochten de mensen dan weer naar binnen. (Het was niet helemaal een geintje van ons hoor, we hadden er met een kop koffie en een shaggie al eens over gesproken dat: stel dat..) Gelukkig konden Hans en ik allebei reanimeren want de FM liep eerst rood, toen wit en toen paars aan en slikte moeilijk en rolde met zijn ogen, greep vervolgens naar de borst. We dachten aanvankelijk dat 'ie naar z'n hart greep, maar het was naar zijn portefeuille, bleek. "Geen gevoel voor humor, die man", zei Hans wat kortaf en zakelijk. Goed de FM hoefde uiteindelijk niet te worden beademd en zo, maar hij vond het idee 'niet zo goed', zal ik maar eufemistisch zeggen. Toch bleef het idee, nee, laten we zeggen de echte uitvoering van het idee, tijden door ons hoofd zweven en een enkele keer spraken we er nog wel even over. Sterker, we maakten ook plannen voor als het ooit eens om het 'echie' ging. Deze vrijdagmiddag ging het dus eens echt om het 'echie'. Die middag, rond twee uur, viel alles, maar dan ook alles uit. Niets deed het meer en als ik zeg niets dan.. Inderdaad. Geen kassa, geen telefoon, geen PC, geen koeling, geen lift, geen moer deed het meer, niets, nada, njente! -later meer-

zaterdag 24 november 2012

Een ontruiming 1

Er zijn vreselijke dingen die er kunnen gebeuren in je leven. Da's niks nieuws, dat weten we allemaal. Op de eerste plaats komen (volgens de statistieken, maar dat kun je zelf ook verzinnen) natuurlijk ziektes (van jezelf of van familie/vrienden/collegae) en sterfgevallen, gevolgd door scheidingen, verbroken relaties of, maf genoeg, een verhuizing. Dat schijnt in het rijtje van 'traumatische ervaringen' ook heel hoog te staan. Ik, en de meesten, wat oudere lezers van dit Blog natuurlijk ook, hebben dat allemaal wel eens, of vaak of te vaak meegemaakt. (dat, zie het vorige rijtje) Erg, treurig en het schiet pijlen af op onze geest en slaat wonden in ons masker van mens zijn. Maar, het gekke van de menselijke geest is dat mensen dat allemaal weer 'plaats kunnen geven', God, ik haat deze Libelle/Viva/Margriet taal, maar het is wel zo. De vrij recente dood van mijn ouwe gabber Jan heb ik ook 'plaats kunnen geven'. Mijn derde boek De Berg kwam net uit en ik heb zijn naam gelukkig voor de verschijningsdatum nog in de 'opdracht' kunnen zetten. Goh, man wat ben je weer eens sombermans, zeggen jullie nu. Wat doe je weer vreselijk negatief. Nee, helemaal niet, hoor. Ik ben niet aan het chagrijnen, maar ik moest even een intro doen voor het verhaal dat ik jullie even wil voorschotelen. Want: op je werk zit je natuurlijk ook met erge dingen. Voorbeelden te over, kijk maar even in je herinneringen: Blotenchef, but collegae, bankerweer, but vracht, blerezooi in de winkel et cetera. lees voor B een K) Goed, dit gezegd hebbende kom ik uit op een voor mij en mijn (toenmalige collegae) nogal traumatiserende, in elk geval heel vervelende ervaring. We moesten, op een vrijdagmiddag rond twee uur, het drukste moment van de week voor een super ongeveer, de hele zaak ontruimen! (Ik begrijp heel goed dat een overval of diefstal met geweld veel traumatiserender is voor de betrokkenen. Het rare daarbij is dat zoiets heel 'lokaal' gebeurt, aan de kassa of zo en dat de collegae die achter in de winkel werken het pas door krijgen als de politie, zeg maar in het kort, in het pand verschijnt.) Er was geen brand of zo die keer, maar er was een 'total electric failure', zoals mijn Marine taal dat zo fraai, in duidelijk Nederlands, altijd verwoorde. Daar wordt je niet blij van, trap ik even een deur in. Als die toestand ontstaat vallen alle, maar dan ook alle, elektrische systemen uit. Daar heb je er niet zoveel van in een winkel, maar dan heel anders. Kijk, der valt wel eens een zekering uit, bij je koel- of vries groep. Vervelend zat, da's eeen hoop extra werk, spullen uit dat vak of schap maar met een paar winkelwagentjes of een enkele container vol met spulletjes die je dan in de vriescel of in een van de koelcellen zet, daarvan hebben we er drie, trek je je aardig uit de slag. Maar, als alle systemen uit vallen, dan is je probleem extreem groot. Want, met je bederfelijke spullen, kan je geen enkele kant op. Niets doet het meer, geen vriezer, geen koeler, helemaal niets. Scherp rekenende collegae en afdelingschefs zien het lijk al drijven en de bui al hangen: "God wat gaat me dit kosten als derving? Ik moet er niet aan denken! En waar en hoe moet ik al die spullen en bullen af (laten) voeren? Man, dit gaat niks worden!" 'Lichte' paniek breekt uit bij sommige medewerkers en wordt meteen onderdrukt door de wat 'ouderen'. "Rustig blijven, niet in de sores schieten, we gaan alles oplossen", en zo deden wij, de wat ouderen, ons best om de kalmte te bewaren. (Nu is er natuurlijk wel een noodagregaat dat de zaken als diepvries ruimtes en zo overneemt, maar de lichtbronnen blijven duister, of in Marine taal weer: 'zwart licht'.) En dat kalmte bewaren was nodig ook. Maar dat is heel moeilijk en wij, de senioren zeg maar, vonden het ook allemaal niet gemakkelijk om te doen, want: je moet het hele pand ontruimen! Het is, E. en mij, een paar maanden geleden ook eens overkomen dat er een complete stroomuitval was in onze wijk. Alles was uit, niets deed het meer. De tv, de PC, de telefoon, het licht, de koelkast en de wasmachine, nu ja, alles. Ik belde, mobiel, met de helpdesk of het servicepunt of zoiets en kreeg als antwoord op mijn vraag: "Och mijnheer, kijk maar even op onze service site hoe lang de storing gaat duren." Ik vertelde aan de mevrouw dat ik dus geen 'prik' had en dus niet op de site kon kijken. Ze scheen dat raar te vinden, geloof ik. Wij hadden geleerd van vorige incidenten uit de vroegere wijk waar we woonden en hadden kaarsen en zaklantaarns in huis. Maar, ook de centrale verwarming, die op een elektrische pomp werkt: no way. Het werd dus behoorlijk fris in huis. Ik stelde dus aan E. voor om maar eens lekker vroeg naar bed te gaan, 'wink, wink', en dat deden we dus dan maar, van de nood een vreugd makend. Ik zie dat ik mensen heb die dit Blog volgen/lezen. Dank daarvoor! Maar: geef me alsjeblieft ook kritiek. Geef aan wat je But (geintje) vind of wat ik keter (ook een geintje) kan doen. Ik wil dat heel graag horen! Mail me: Lucedith@gmail.com -Later meer-

dinsdag 20 november 2012

Wat heel vervelend is

Hoi allemaal, het is al weer een tijdje terug dat ik geblogd heb, maar er is ook het nodige gebeurd. Zo is, ik meldde dat al geloof ik, maar ben daar niet helemaal zeker van, het tweede kleinkind van E. en mij geboren. De mooiste baby ter wereld, natuurlijk. Dat zeggen alle grootouders, maar met dit verschil, bij onze kleindochter is het echt zo! Wat er allemaal met je gebeurt als je zo'n heerlijk klein, lief en onschuldige hummel voor het eerst in je armen houd! (Het was me bij mijn kinderen en het eerste kleinkind, ook overkomen natuurlijk.) Man, hormonen en bloedbanden en al dat soort zaken meer, gieren door je hoofd en je bloedbaan en opeens wist ik het weer: totally in love, helemaal, compleet en onvoorwaardelijk ga je dan voor zo'n (klein)kind. Ik begon die dag dan ook fluitend en zingend aan mijn werk. Gelukkig was het voor achten, dus de klanten hoorden mijn Freddy Mercury/Abba/Pink Floyd imitaties niet, maar Chris, onze FM, kwam 'bezorgd' vragen of ik ergens pijn had. Ik kon er tegen, ik was in love. Fluitend deed ik mijn werk, liet me niet uit het veld slaan door wijnen die veel te breed of te smal stonden of die er allemaal niet waren of er juist wel weer waren, goh, nee, alles zat mee die dag, ook als het tegenviel. Ik was in love. Na drie uur echt doorbuffelen, stond de rode wijn er ook weer helemaal kek en als een zonnetje bij. Ik moest alleen nog die verdraaide kaartjes plaatsen die van wijnen nummers een, twee of drie maken en daarmee: vlot en soepel, mooi rond of stevig en robuust, aangeven. Tja, daar had ik even geen tijd voor nu, want (ja ik was ook in love) de nieuwe vracht stond voor de deur en mijn diepvries karren dus ook. (Nee, niet voor de deur, maar in de vrachtwagen die voor de deur.., oh ja dat had je door, oké!) Fluitend en neuriënd loste ik, met een collega, de vracht want (ik was in love ook) maar ik had maar twee karretjes diepvries en kon het dus lekker afwerken en de afdeling nog spiegelen ook. Die ochtend was ik zo intensief met de wijnen bezig geweest, de afdeling dan, niet de inhoud van de flessen, begrijp me goed, dat ik even geen aandacht had besteed aan mijn echte kind, ha, ha, niet leuk, je hebt gelijk, niks aan, dit grapje. Ik begin, zoals mijn routine is, altijd het vullen bij het ijs. Ik vind in de orde van grote het vullen van diverse soorten diepvries artikelen, het ijs het meest vervelend. Waarom? Geen idee, het is werk en verpakkingen openmaken en zo, maar, gevoelsmatig vind ik het niet zo leuk. Ach we hebben allemaal zo onze dingetjes toch? Ik heb het ook bij het aankleden voordat ik ga fietsen, ik trek eerst mijn rechter sok,dan de linker, vervolgens de rechter schoen enz.aan. Ja, natuurlijk, eerst de bovenkleding, nee, ik ben geen exhi.. exhibro.., nou ja iemand die alles laat zien, toch? (Ok exhibitionist, maar ik wil het wat luchtig houden) Ik ga dus de kast openen waar mijn eerste verpakking van de dag in moet, het fameuze Vomar Duo chocolade ijs. Dat ijs loopt als een trein en ik moet elke dag een doos bijvullen. Op de plek waar mijn ijs hoort te staan ligt, heel triest, een zak met vier, hardbevroren en dus niet meer eetbare, croissants. Ik gooi die in een krat om later te kunnen wegdoen en mopper wat over die 'achterlijke lui' die het fatsoen niet kunnen opbrengen om die broodjes even terug te leggen bij de bakkerij. Als ik, wat later, de frikadellen, (Mora deze keer, geen Vomar) ga vullen, ligt daar een pak sucadelappen. Ook al zo hard als een steen. Ik breng ze bij mijn collegae van de slagerij en Sascha zegt dat ze daar ook niet veel meer mee kan. Nu ja weggooien dan. Zo gebeuren dat soort zaken nog een keer of vier of vijf. Versartikelen, maar ook toastjes of jam of zelfs een pak waspoeder, vind ik terug in mijn vriesvakken. Dit is vandaag natuurlijk niet de eerste maal dat zulks geschied. Maar, denk ik, wie doet dat dan? En welke hufter gaat elke avond door mijn pizza bakken en gooit die helemaal door de war? Ik ben vaak een half uur per dag kwijt om de zooi op te ruimen die klanten achterlaten. En dat is nog maar een klein gedeelte van de winkel. Maar ik zie, als ik eeen rondje loop over de wijnafdeling of welke afdeling dan ook, dat er overal producten worden neer geflikkerd, die daar niet horen. Ik ga natuurlijk niet liggen zeuren als men een potje augurken tussen de zure uitjes zet, maar waarom gooi je als klant, vlees of vleeswaren of kaas, in ieder geval bederfelijke waar, tussen de frisdranken? Doe je dat thuis ook? Leg je daar ook je kaas tussen je koffiekoppen of in je boekenkast? (Nu ga ik ervan uit dat de mensen die zo doen volkomen analfabeet zijn, overigens en dus helemaal geen boeken dan wel dito kast bezitten!)Maar dat doe je toch niet? Ik word daar gek van, ik fok me ook echt op over dat maar klakkeloos weggooien van eetbare/niet eetbare producten, die wij dan weer moeten 'afschrijven. Dat is puur verlies dat je maakt. Daardoor gaan de prijzen weer omhoog, want de directie betaald dat natuurlijk niet uit eigen zak en zo zijn de klanten, ook de goedwillende, dus gewoon weer duurder uit door dat soort hufters! Het vervelende is dat je die klanten er nooit op betrapt. De mensen die het doen zorgen er wel voor dat er geen bediende of medewerker in de buurt is als ze de zaak weggooien. Ik vind dat stik ven stik vervelend. Ik had een keer het 'geluk' om zo'n dader te 'betrappen'. Een keurige mevrouw, een veertiger, schat ik, die een kilo "Kipflet knallers", of zoiets, achteloos tussen de pakken waspoeder gooide, ja gooide, gewoon, vanuit de losse pols, tussen de Robijn. Ik sprak haar aan en vroeg of ze het niet lekker vond of dat ik het terug zou leggen. Hautain bekeek ze me. "Daar zijn jullie toch voor, om de bende op te ruimen?" zei ze. "U heeft gelijk mevrouw, de klant heeft altijd gelijk. Maar thuis heeft U Uw boeken ook in de koelkast staan en Uw etenswaren in de boekenkast? Goh, ik wil wel eens komen schoonmaken bij U hoor! Dat lijkt me een enorme uitdaging. Misschien iets voor een tv programma?" Met een hoofd zo rood als een van mijn mooie Merlot wijnen droop ze af.

dinsdag 13 november 2012

Het schappenplan, 2

Foto: Pascal Vyncke, seeniorennet.be Ik had dus, zoals ik in mijn vorige Blog al schreef, een heleboel nieuwe soorten wijn binnengekregen waarvan ik niet helemaal zeker was waar ik ze moest indelen, hetzij bij droog of zoet, of stevig of vlot drinkbaar en dat soort dingen. Omdat de Vomar een echte 'wijntoko' is, ga ik dus niet de nieuwe soorten zo maar 'helter-skelter' ergens in de schappen zetten, zo werkt het niet, want je klanten rekenen je daar, terecht, op af. Zoals gezegd, vroeg ik dus om een nieuw schappenplan. Dan hoef ik, dacht ik, daar alleen maar die nieuwe wijnen even in op te zoeken en die, met wat passen en meten en wat wrikken en doen, op hun juiste plaats te zetten en, zoals de Russen zeggen: 'Bob's your uncle.' Bert, eeen van de twee filiaalmanagers, het ligt anders maar om dat uit te leggen moet ik een Blog van 80.000 woorden schrijven, draaide dat plan vlot voor me uit en de ochtend na mijn vraag, hing ze keurig op het personeel prikbord, met briefje: "Voor Lucas." Rond negen uur was de eerste ochtend drukte wat geluwd. Ik heb er wel eens over geschreven en zal me niet herhalen, dus, met het nieuwe plan, een stapel formulieren van ongeveer negen pagina's, (slik) toog ik naar mijn stiefkind en zou de zaak "wel even snel fiksen." (Famous last words, natuurlijk.) Ik draaide pagina een voor, zette de leesbril op, zette die nog even recht, haalde een doekje tevoorschijn om haar even op te poetsen, want ik dacht dat ik in een ander sterrenstelsel was beland. Mijn wijnafdeling, ik begon voorzichtigheidshalve op de 'witte wijnen', leek in het geheel niet meer op de afdeling waar ik gisteren nog zo braaf en vrolijk, mijn kleindochter was namelijk net geboren, aan het werk was geweest. Waar de Elzasser Rieslings en de Pinot's Gris en Blanc en de Gewurztraminers moesten staan, zeiden de papieren dat daar de Chablis' en de Bourgogne's en de Pouillie Fume's moesten komen en op de plaats van al die strakke wijnen stonden nu opeens Australische, Nieuw Zeelandse en Duitse soorten flessen en merken en smaken. Zuchtend bedacht ik dat ik er niet mee zou komen, met ff een paar soorten in te voegen, maar dat ik dus het hele 'spel', mooi Vlaams woord vind ik altijd, opnieuw moest indelen. Nu heb ik 'gelukkig' maar drie meter witte wijn. Dit is natuurlijk een beetje 'kromspraak'. Drie meter in de lengterichting, ja dat wel, maar wel zes planken hoog. Elke plank bevat ongeveer tussen de zestig en tachtig flessen en drie keer zes is achttien maal, zeg zeventig flessen per plank, is dus tegen de twaalfhonderd flessen, die ik allemaal naar beneden moest halen, even op de grond zetten, stofdoekje over die flessen, de planken even afnemen en dan dat hele 'spel' opnieuw indelen. Enthousiast ging ik aan de slag en, ik moet zeggen, het ging allemaal prima. Tot ik op de pagina kwam waar bepaalde soorten niet meer waren ingedeeld. De Lambrusco's, zowel de grote als de kleine, stonden niet meer op de papieren, net zo min als der Liebfraumilch (pakken) en de Alte Geniesser, ook in pakken. F..., en wat nu? Gelukkig had ik wel wat ruimte kunnen creëren door bepaalde flessen iets smaller te zetten dan aangegeven, maar ja, ik was ondertussen wel een hele meter soorten wijn kwijt, omdat ik die op papier niet in kon delen. Langzaam begonnen mijn oksels te klotsen. Want, waar ik dacht af en toe even een serie flessen op de grond voor het schap neer te zetten, verzamelden zich ondertussen een halve compagnie (een compagnie bestaat uit ongeveer negentig man)voor, tussen en soms onder mijn voeten. 'Godsamme, waar ben ik aan begonnen?' is dan een vraag die zich opdringt. Twijfel aan eigen zelfoverschatting begint zich op te dringen en da's nu niet echt geweldig als je een project als dit begint. Bert, de tweede man, kwam langs, keek toe, zei niets en keek dus alleen maar toe. In zijn ogen las ik: 'Fikst 'ie dat?' maar ook wat berusting. Ik ben dan wel geen jonge hond meer die alles wel even aanpakt, ik heb dat geleerd in en uit het leven, maar dat ik hier met een heel duidelijk geval van zelfoverschatting bezig was, dat werd hem ook wel duidelijk. Ik zag zijn blik, ik hoorde zijn gemompeld commentaar: 'Oh ja, stukken beter zo' en dacht er het mijne van, maar nu moest het dus gaan, ook al zou er bloed bij zitten! Gelukkig voor mij kwam ik er achter dat men in het verleden zes of zeven verschillende soorten wijn op een zogenaamd 'cascade' meubel (jargon/vaktaal) had neergezet. Nu werd de Ethiopische legpuzzel een stuk makkelijker. Met een blij gevoel verhuisde ik die flessen naar hun plek op dat meubel en hield dus zeven plekken ruimte over, die ik kon indelen. Niet helemaal naar hartelust, maar die Oostenrijkse Veltliner kon ik nu wel plaatsen. Om tien uur was ik klaar, het schap zag er perfect uit en ik stond met de nodige trots te kijken naar mijn nieuwe 'schappenplan'. Ik had zelfs geen zooi meer op de grond staan en alle planken waren schoon en gevuld en strak ingedeeld. Toen herinnerde ik me dat ik al geen enkel shaggie meer gerookt had vanaf zes uur die ochtend en dat mijn 'nicotine tolerantie relais' ver tot in het rode vlak was gedaald. Maar ja, toen kwam de tweede ochtendvracht, met drie karren diepvries. Ik rookte mijn sigaretje toch maar even, had geen 'bakkie' gedaan, dus het moest er even af kunnen. Toen de diepvries was weggewerkt, ben ik nog even teruggelopen en heb even, genietend, mijn handen langs de flessen gehaald. Mijn stiefkindje stond er weer aardig bij. (Nu de rode wijnen nog, God, waar begin ik aan, maar dat gaat ook wel weer lukken)

zondag 11 november 2012

Het schappenplan, 1

Foto: Pascal Vyncke, seniorennet.be Zoals alle winkels, wil ook onze supermarkt natuurlijk zoveel mogelijk verkopen/omzet maken/daardoor winst maken en zo steeds groter te groeien. Niet dat wij, eenvoudig 'vulvolk' dat nu meteeen elke maand merken in onze knip, maar het is wel zo dat aan het einde van het jaar er een 'eindejaarsgrati' wordt uitbetaald. Niet dat ik daar een nieuwe auto van kan betalen, maar het is een bonus en het is meegenomen, natuurlijk. Om veel omzet te maken, moet je veel verkopen, ja, logisch, natuurlijk. Daarvoor moet je dus veel producten in je assortiment hebben, want de mens wil steeds meer kunnen kiezen. (Is dat zo? Of wil de producent dat we steeds meer 'moeten' kunnen kiezen?) Een voorbeeld: een tijdje terug staat er een mevrouw van mijn generatie wat hoofdschuddend voor het zuivelschap. Ik vroeg of ik haar kon helpen, of ze iets niet kon vinden en zo, maar nee, niets van dat alles. Met een zucht vertelde ze: "Goh, mijnheer, we zijn ongeveer even oud, toch?" Charmeur die ik ben, zei ik dat ik haar ergens in de veertig schatte, dat doet het altijd goed, zo'n opmerking, maar ze prikte er doorheen. "Nee, lief van je, maar we zijn allebei rond de zestig, ik iets minder ver dan jij, maar toch." Vrouwen! "Nee", hernam ze, "ik wil gewoon een pak vla, gewoon, die gele vanillevla, zoals we dat vroeger als kind kregen, op zondag. Een traktatie, was dat. Maar kijk nou eens! Ik zie wel zeven verschillende merken vanillevla en wel zeventien andere smaken vla. Moet dat nu? Hoe kan de consument nu nog gewoon kiezen? Vroeger toen kwam de melkman langs de deur. Melk, yoghurt en vla en karnemelk, dat was het. Oh ja, in de winter had 'ie ook chocolademelk, herinner ik me nog, maar tegenwoordig, wat een keuzes, te gek." Ze had gelijk, natuurlijk. Ik begon heel voorzichtig over het aanbod van kindertoetjes, daar wordt je ook gestoord van, zoveel zijn dat er, en we zetten een aardige boom op. Maar goed, handel is handel en de mensen willen nu eenmaal keuzes, de fabrikanten willen hun produkten verkopen en, belangrijk, winkels spelen ook in op de smaak en de verlangens van hun klanten. (Zie ook mijn Blog over de 'Wereldstraat', in 'Werken in de super'. Zo krijg ik geregeld allemaal nieuwe producten binnen die ik dan maar moet zien in te delen in mijn diepvrieskasten en -kisten. Echter, er gaan nauwelijks 'ouwe' producten uit, dus veel speelruimte heb ik niet meer. Want die nieuwe producten moet ik wel allemaal in gaan delen natuurlijk, waarbij je logischerwijze de ijsproducten bij de ijsproducten moet zetten, de hartige happen bij hun soortgenoten en de vis bij de vis, om maar eens wat te zeggen. Improviseren en knutselen, dus. ("Maar", mopper ik vaak tegen mijn leidinggevenden, "ze leveren er geen extra diepvries kasten bij, verdorie!")Iets dergelijks overkomt me ook geregeld op mijn 'stief- en zorgenkindje', de wijnafdeling. Vomar is een 'wijnwinkel'; we verkopen in verhouding meer wijnen dan Appie of overige concullega want we hebben een hele grote en verscheidene afdeling. De wijnen zijn natuurlijk, klinkt logisch en dat is ook zo, ingedeeld in: wit, roze, rood, aperitieven en van die vreselijke mixdrankjes in blikjes. Niet dat ik die drankjes vreselijk vind, nee, maar die k.. blikjes zijn haast niet te stapelen en lazeren steeds om, dus! Zoals jullie uit mijn Blog 'Wijn en ongein' hebben gelezen, ben ik een liefhebber van een goed glas droge witte, maar ik ben geen kenner van wijn. Toen ik dus op een dag acht verschillende, ja acht, 'I f... you not', verschillende nieuwe soorten wijn binnenkreeg, moest ik dus even happen naar lucht. Ja, rood bij rood, wit bij wit, dat hoor ik jullie zeggen, kom ik ben niet helemaal achterlijk, dat begreep ik ook. Maar waar komt de 'Ferngreen Sauvignon blanc' uit Nieuw Zeeland? Droog/halfdroog/zoet? En waar moet ik de 'Poeme Marsanne Viognier' neerzetten? En die rode Spanjaard, die 'Sant Miguel', die met dat onhandige netje, waar je steeds je vingers aan open haalt? Dan zijn er twee oplossingen: je doet of je ze nooit hebt binnen gekregen en zet ze terug op een container en verstopt ze in het magazijn of, en dat is de meest moeilijke oplossing: je vraagt aan de chef om een nieuw overzicht van de wijn indeling, een 'schappenplan' in ons jargon. Dat deed ik dus en man, wat werd ik daar blij van! Maar dan heel anders. Later meer.

dinsdag 6 november 2012

Terug van weggeweest

Mensen, mensen, mensen, wat ben ik druk geweest de afgelopen dagen. Zoals ik in mijn Blog van de tweede november al aangaf voornamelijk met het bewerken van mijn boek De Berg, maar ook was ik zo druk als een klein baasje met het wachten op de bevalling van onze schoondochter.
'Hé? Druk met wachten? Wa's dat nu voor gel..?' hoor ik jullie zeggen, nou ja, denken.
Het zit zo. Onze schoondochter N., (en onze zoon/schoonzoon S.) zijn in hele blijde verwachting van ons tweede kleinkind, dat tevens hun tweede kind is. Ja, de andere drie kinderen gaan allemaal niet zo snel, hebben wij al door.
Nu was N. al bijna veertien dagen geleden "uitgerekend" maar de kleine meid, wat het wordt een jonge dame, wil maar niet tevoorschijn komen. Ze heeft daar binnen natuurlijk een warme en goed beveiligde woning, de kost voor het kauwen en ze hoeft er niet al veel voor te doen, dus de jonge dame vindt het allemaal wel goed zo. 'Nou', zeggen jullie, 'dan hebben jullie toch niks om nerveus over te worden?' Nee, eigenlijk hebben jullie groot gelijk, maar we doen het wel, dat wachten en zenuwachtig worden en we zijn allebei behoorlijk gespannen, E. en ik. (E. staat voor echtgenote, hoor, ze heet geen E. maar ze wil gewoon anoniem blijven.) Enfin, het is dus zo dat we een hele goede band hebben met N. en S., zoon/schoonzoon van ons en vader van de kleine meid. We zien elkaar wekelijks, bellen geregeld en passen een dag in de week op hun eerste, de "erfprins" zeg maar, onze grote, kleine Loek, die we "Loekeman" noemen. Dat doen we eigenlijk al vanaf zijn eerste verjaardag, want het is ook zo'n lekker mannetje. Blond, blauwe ogen, mooi lijfje, goed gebekt en behoorlijk slim en bij de tijd. Maar ja, wat wil je met zo'n opa? ("""")
Die """ staan voor het commentaar van E. die net even langs komt en over mijn schouder mee leest. Ok, ook met zo'n oma! Maar goed, het is en blijft spannend, natuurlijk. Ja, maar wat is nu de link met de Super? Nou nee, die is er eigenlijk niet, of het moet zijn dat ik, toch wel wat gespannen, op elke oproep aansla die ik via het omroepsysteem hoor. Nu ben ik dovig, ik schreef dat al eens, geloof ik? In ieder geval is het zo dat de meiden die de servicebalie beheren de "buiten telefoontjes" binnen krijgen. Ze roepen dan degene op die aan de telefoon moet komen. Maar natuurlijk zijn het niet alleen de binnenkomende oproepen, want er wordt van alles omgeroepen. Je kent die dingen wel: "kassa bij", "vracht is gearriveerd", "collega bij fustband", "groentcollega bij kassa zeven", en dat soort dingen. Zoals gezegd, mijn gehoor is niet meer zo best, niet door ouderdom, natuurlijk, maar gewoon, omdat ik, nou ja, chronisch verkouden ben, denk ik.
Maar iedere keer dat ik een oproep hoor, schiet ik momenteel in de stress stand, want E. zou me, "du moment" ze wat hoorde, op het werk bellen. 'Maar', zeggen jullie nu, 'je hebt toch zeker wel een mobiel? Dat heeft de hele wereld nu en zelfs ouwe knarren als jij.' (bedankt hoor, ik ben nog maar net zestig en dus geen ouwe knar, begrepen!) Sterker nog, ik heb zelfs drie mobiels. Maar: ik houd niet van mobiels op het werk. Ik heb er ooit eens een gassie uitgetrapt omdat hij, als vulploegmedewerker, de hele avond stond/zat/hing te bellen of te sms-en en ik maak het nu nog elke minuut van de werkdag mee dat collegae, ook de "vaste of oudere ploeg", hele dagen met zo'n ding bezig zijn. Het zou mij alleen maar vreselijk afleiden en ik zou me gewoon schuldig voelen. Nee, ik heb geen mobiel op zak, tijdens het werk.
Nu is het ook zo dat dames een iets hogere stemfrequentie hebben dan de mannen, een  biologisch verschil en een idem feit. Dat, gecombineerd met de continue achtergrond ruis van elektromotoren voor de koel- en vrieskasten en het "rabarberrabarberraberber" van de klanten en het gepiep van rollende containers enzovoort, maakt dat ik, iedere keer dat ik een vage oproep hoor, vragend naar de servicebalie ren en net zo vaak onverrichter zake terugkom. Goed het blijft spannend en afwachten dus. We hadden N. een dag of zo geleden nog gebeld. Ze voelde zich prima, was opgewekt en aan het stofzuigen en opruimen. Haar "kerels" waren gelukkig even de deur uit, vertelde ze, want ze werd een beetje zenuwachtig van de mannen, momenteel.
Wij begrijpen dat en zijn zenuwachtig met haar.

Oh ja, mijn boek ligt nu bij de uitgever. Het gaat over een club mannen, ik en een zooi vrienden, die de Alpe d' Huez hebben beklommen, de afgelopen zomer. Het is, al zeg ik het zelf, eeen heel mooi boek geworden met fraaie fotos. Ik zal jullie laten weten wanneer het uitkomt en hoe het te bestellen is. Ik zal jullie ook laten weten wanneer de kleindochter uitkomt, gad, wat vulgair, maar ik bedoel het goed.

WSFLASH/NEWSFLASH/NEWSFLASH/NEWSFLASH/NEWSFLASH/NEWSFLASH/NEWSFL

Vanmiddag, om twee uur, is onze kleindochter dan eindelijk ter wereld gekomen. Mia Rosie, heet ze. De juiste maten en gewichten: 3630 gr, en 50 cm. Goh, wat waren E. en ik blij, opgelucht en nieuwsgierig naar de kleine meid. We geven het jonge ouderstel even rust en gaan vrijdag op bezoek. Ik laat het allemaal weten en hopelijk kan ik een foto bijsluiten!
Ja, bedankt voor de gelukwensen!










vrijdag 2 november 2012

Even uit de lucht

Hoi mensen, lezers,
Het zal even gaan duren voor ik weer in de Blogwereld stap.
Nee, hoor, niet door ziekte of een nare blessure, gelukkig niet.
Nee, ik ben druk bezig met het bewerken van mijn (ondertussen al weer) derde boek, dat
op het punt van uitkomen staat.
Het gaat 'De Berg' heten en gaat over de avonturen van mij en een paar vrienden.
We wilden met alle geweld afgelopen zomer de Alpe d' Huez op fietsen, maar dat is
geen 'dingetje', dat begrijpen jullie wel.
Ik heb twee jaar aan het boek gewerkt en nu ben ik in het stadium dat ik alles moet corrigeren
en foto's plaatsen en "all that jazz".
Ik ga jullie laten weten hoe het allemaal gaat en wanneer het boek uitkomt, oké?