woensdag 11 augustus 2021

Museum bezoek met Muizenissen 2

 Enfin, twee weken na het mislukte bezoek gingen we het weer opnieuw proberen. Ditmaal geen besmettingen en geen Corona virus dat op de loer lag. De grap was dat ik door mijn Tomtom dezelfde kant was opgestuurd als de vorige keer. En de veel grotere grap was dat ik Frans' zijn voertuig op dezelfde plek zag als die vorige keer, bijna, op misschien 100 meter na, op exact dezelfde plek, net onder Utrecht.

Hij zag mij ook in zijn spiegel, ik reed verder dus maar achter hem aan en we bereikten op hetzelfde moment de afslag naar het Militair museum. Die laatste, wat is het, 500 meter, misschien een kilometer, is een plat en stuk gereden betonbaantje, vermoedelijk door al dat zware verkeer dat daar tanks en vliegtuigen naar toe bracht. Ik raakte een hobbel en man, man, man, wat gebeurt er? Mijn hele achteruitkijkspiegel lazert in een keer naar beneden. F... it, K.., Kl..., wat is dit? Eenmaal ingeparkeerd tracht ik die averij te verhelpen, maar dat gaat niet, natuurlijk niet, zoals later zal blijken. Frans doet nog even de bekende duit in het zakje, maar ja, goede maat dat ie is, hij is ook geen techneut.

Ik besluit dus maar om de garage te bellen, waar ik al jaren kom en een aardige dames zegt dat ik rond 1500 uur helemaal welkom ben. Hoe je het ook keert en wendt, toch ga je met een domperachtig gevoel zo'n prachtig gelegen gebouw binnen, toch?

 Veel musea hebben oude façades en zo. Dat leek me aanvankelijk ook denkbeeldig voor dit museum, maar: integendeel. Het Nationaal Militair museum is geweldig en ik wil jullie, lieve lezers, aanraden het te gaan bezoeken. Het is een geweldig nieuw gebouw, heel modern, helemaal apart voor die museum functie ingericht en opgezet en het heeft een prachtig uitzicht over de buiten expositie, als ik het zo mag noemen.

We dwaalden eerst door de militaire historie. Oude harnassen, helmen, kurassen, speren, diverse wapens, noem maar op. Later kwam het geschut aan de beurt, vanaf rare achterladers tot de meest moderne anti lucht wapens. We stonde elkaar een beetje verbaasd aan te kijken, "Er moet toch iemand eens geweest zijn, ooit, heel vroeger, die zei: van al die wapens en kurassen en zo, bewaar ik er een? Voor over 400 jaar in een museum?" Nu ja, veel van die oudere zooi is natuurlijk, aan de hand van schilderijen en tekeningen  gereconstrueerd, dachten en meenden we en dat is waarschijnlijk helemaal terecht. 

We dwaalden door de enorme collectie en keken onze ogen uit. Geschut, wapens, uitrustingen, uniformen, voertuigen en vliegtuigen te over en we en discussieerden van harte over Spitfires, Fokkers, Hawkers, Starfighters en F 16's die we allemaal zagen en we zagen ook de voertuigen waar wij diverse herinneringen aan hadden. Frans aan de Finse Patria, een doodkist op wielen, geloofde ik dat hij zei, waarin hij diverse patrouilles in Afghanistan had gemaakt en daar niet al te blij over was, over het voertuig dan en ik zag diverse Mariniers Landrovers, waar ik zelf op en mee gereden had en waar ik me daar helemaal thuis in voelde. (Als ik de centen en het bravoure had om een LARO, zoals die in Defensie termen wordt genoemd, te kopen had ik dat al jaren geleden gedaan, wat een heerlijke en betrouwbare voertuigen.)

Frans had dus zijn memories over de Patria, ik had het over een Duitse Mercedes. Op een morgen in Albanië kregen we te horen dat een Duitse Merc in een rivierbedding was gestort. Meteen een medisch team er op af, de mensen werden gered maar de chauffeur was dood. Triest. Die chauffeur, een Gefreite, een korporaal zeg maar, zei tegen zijn chef dat die brug niet betrouwbaar was. Zijn majoor, wel een overlever, had hem een opdracht gegeven: 'Befehl ist befehl', had hij gezegd en de Duitse Gefreite was dus dat onbetrouwbare bruggetje opgereden en ze waren vijf meter naar beneden gestort. De Gefreite had het niet overleefd. Dat vertelde een andere overlevende, een Oostenrijkse Luitenant. Ja, triest allemaal.

(Dat gedoe in Albanië had overigens meer weg van een internationaal circus. Als 'chef der equipage' zoals mijn functie in die vredesmacht toen was, had ik natuurlijk Mariniers, maar ook Belgen, mannen en vrouwen, Nederlands Landmacht personeel, mannen en vrouwen, Luchtmacht, natuurlijk ook mannen en vrouwen, Vloot personeel, mannen en vrouwen, onder 'mijn' beheer, maar ook Litouwers en Tsjechen en ja, die Oostenrijkers. Ik vond een Italiaanse collega terug, die ik in Noorwegen had ontmoet en ja, het was spannend, maar gezellig spannend.)

Enfin, we kwam het museum uit, aten nog iets en ik belde de WW. Die kwamen na anderhalf uur. Ik zei tegen mijn gabber diverse malen dat 'ie gewoon weg kon gaan, maar ja, de KM kreet is: Samen uit, samen thuis. De ANWB kwam, kon het niet oplossen, want geen secondelijm bij zich, zoiets simpels vertelde hij. Hij plakte de zaak vakkundig stevig af en even later reed ik, veilig voelend, terug naar huis. Bij de garage kwam een monteur de zaak bekijken, haalde de tape eraf, nam een bus secondelijm in de hand, spoot wat, drukte het stevig aan en vroeg er niets voor. 

Drie minuten later reed ik weer terug, nu echt naar huis, met een stevig geplakte achteruitkijk spiegel.

Tja, toch laten die dingen muizenissen in je hoofd na, tijdens zo een bezoek. Jammer, maar ik ga er met zoon en kleinzoon nog wel eens naar toe, maar dan zal ik ze waarschuwen voor de gaten in het beton.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten