maandag 2 september 2013

Over Prlwytzkofsky, dus

Goed, de man met de moeilijke naam, probeer prilwitskovskie, dan kom je, volgens mij fonetisch aardig in de buurt van hoe Marten Toonder dat zo bedoelde, bezoekt niet elke dag onze toko. Of misschien wel, maar ik ben er natuurlijk geen 24/7, zoals al vermeld. De man is een zeventiger, of misschien wel een tachtiger, zo  ongeveer. Hij is een meter tachtig of daaromtrent, hij is grijs en ziet er wat slordig en onverzorgd uit. Zijn gebit is niet tot nauwelijks existerend, zeg maar, op een enkele tand na. Hij draagt oude en ouderwetse kleding, maar die is wel schoon, hoor. Vaak een manchester broek, die door bretels opgehouden wordt, over een grijs geruit shirt of overhemd. 's Winters, of als het in herfst en voorjaar kouder is, draagt hij dan een verschoten bruine jas. Hij loopt gebogen en heeft een flinke grijze kuif. Hij heeft een wat vaag Joods uiterlijk. Mocht je dat stigmatiserend vinden, dan is dat niet zo bedoeld. Maar ik kan ook zeggen: een Semitisch uiterlijk, waarmee ik dan alle mensen die een vergelijkbare taal als het Hebreeuws spreken bedoel. Semieten zijn mensen die in het midden Oosten en Ethiopië en die streken geboren zijn. De Mohammedanen, een Semitische stam, bracht het taalgebied van Perzië tot aan Marokko en van Spanje tot aan diep in Afrika. Een Marokkaanse jongen, die we een tijd geleden op Tv hoorden beweren dat hij 'antisemiet' was, is dan dus ook een tegenstander van zijn eigen volk of ras. Althans volgens mijn interpretatie. Zoals gezegd, een jaar of vier geleden zag ik de man voor het eerst in de winkel. Zoals dat gaat bij nieuwe klanten heb je niet direct een diepgaand contact met hen, behalve een snelle groet en het wijzen op de producten die ze niet kunnen vinden. Na verloop van een (niet al te lange) tijd, sprak hij me eens aan. Ik weet niet meer waarover, hoor, iets gewoons. Maar ik hoorde toen al duidelijk een 'Prlwtzkofsky' accent in zijn stem.
Ik leg uit. De beroemde professor P. is dus een hooggeleerde. Zoals gezegd weet hij alles van alles en onderzoekt alles over alles. Eerlijk gezegd is het geen hoofdpersoon in de verhalen van Toonder. Maar hij is wel een hele sfeerbepalend type. Waar P. verschijnt is er iets gebeurd en datgene wat er gebeurt is, heeft vaak verstrekkende gevolgen voor het verhaal. De prof doet over het algemeen lopend verslag van zijn ervaringen en onderzoek resultaten en dat gaat dan in het door Toonder letterlijk uit het Duits vertaalde spraakje:
"De Hemeldonderweder. Mag ik U bidden? Een reagens in ogenschouw nemen. Gans ongehoord.Hoe kan men nu zo arbeiden?'
En meer van die soort zinnen. Ik geef het toe, heel erg middelbaar onderwijs humor, maar wel vreselijk om te lachen, toch? Afijn, dat deed ik toen en nu nog en velen met mij ook. Maar mijn mijnheer P. deed daar soms nog een schepje bovenop en was tevens nogal een filosoof. Toen het ijs eenmaal een beetje gebroken was en ik hem een keer begroette met: 'Gaat het goed, mijnheer?', bleef hij staan, keek, met een wat loense blik over zijn bril heen en zei: 'Ach mijn heer, wat durf U zeggen? Ja, het gaat momenteel goed, maar wat als ik straks Uw winkel verlaat en door een Last kracht wagen van Uw firma wordt overreden?' Ja, daar zat wat in. Ik besloot het hem dan ook maar niet meer te vragen en groette hem alleen. Tot hij zei: 'Jonger man, want in mijne ogen bent U ene jonger man, U mag nog steeds beleefd blijven hoor, ook al ben ik niet de richtige klankbord voor Ihnen.' Ik kreeg pret in de omgang en de 'korte' gesprekjes die ik met hem had en op een dag vroeg ik hem op de man af waar hij nu eigenlijk vandaan kwam. 'Ach so, de jonge heer is werklijk geïnteresseerd in mijner afstamming. Na ja, ik kan U doch wel seggen, dat ik uit Wroclaw stam. Maar dat zegt U gans vermoedelijk gaar niets.' Ik dacht pijlsnel na. Ja, Wroclaw, dat lag in het vroegere Duitsland, nu weer in Polen en heette, ja, ja, ok, Breslau. Ik vertelde mijnheer dat Wroclaw dus ook Breslau geheten had. Hij was stomverbaasd. 'Dat U dat weet. U moet van Uwe koningin ene orde opgespeld krijgen, mens nog maal, dat weet ja gener Nederlander.' Ik liet het er even bij. Ik had het druk, nam met een lach afscheid en ging over tot de orde van de dag.
Het weekend daarop, of dat zo moet zijn, of dat het voorbestemd is, ik weet het niet, bracht mijn krant, ik lees de wat zure en wat linkse Volkskrant, althans op de zaterdag, een bijlage in het katern Reizen. Bijna dat gehele katern ging over: je raad het al: Amstelveen, nee, over Wroclaw/Breslau, natuurlijk. Ik nam het mee naar mijn werk en kwam hem een dag of drie later tegen. Ik spuide wat wetenswaardigheden over de stad en hij was: "gans overweldigd." Ik grijnsde wat, vertelde hem even te wachten en haalde de katern uit mijn kluisje. Toen hij het las, kreeg hij zowaar een traan in zijn ogen. Hij vertelde dat hij 'witwer' was en dat zijn enige dochter met een Amsterdammer was getrouwd en dat hij haar dus maar gevolgd was. Maar dat ik ooit Wroclaw eens moest bezoeken. In de vroeling, want dan was de stad op heer mooist.


Ik heb nog steeds geen idee hoe hij heet, wat hij zo al gedaan heeft in het leven en wil dat misschien ook allemaal niet weten, maar voor mij is hij mijnheeer P. iemand die me elke dag wel een lach, in ieder geval een vrolijk moment,  bezorgd.


1 opmerking:

  1. Moi Lucas

    Tja zo weet je wat er tegenover je staat en zo niet. Het is weer een mooi stukje. Maar hier blijkt dat onze opleidingen op onze scholen toch wel wat opgeleverd heeft qua geografie/aardrijkskunde. Ook onze voormalige baas heeft daar toch iets aan bij gedragen. Wij (onze generatie) hebben toch beter geleerd dan de jeugd van tegenwoordig (iets ongenuanceerd). Maar het is waar. Jou blog doet mij vaak grijnzen, vooral jou observatie's van de mens in jou umgebung. Keep up the good work.

    Groet'n uut Ass'n Huub

    BeantwoordenVerwijderen