zaterdag 31 augustus 2013

Over die pakken, maar meer over Prlwytzkofsky.

Ja, ik moest het verhaal over de mensen in pakken nog afmaken, besefte ik opeens. Ik had het eerste verhaal af en zat toen wat na te denken. (Ja, dat overkomt me een enkele keer. Ja, ja, vrij ongebruikelijk, ik weet het. Maar het verruimt af en toe je geest, zonder dat het pijnlijk is, moet ik zeggen.) En terwijl ik dat zo zat te doen, ik had wat steun van de firma Cabernet/Sauvignon, begreep ik opeens dat ik, in mijn vorige leven, zie aldaar, ook wel eens iets dergelijks had meegemaakt. En misschien nog wel veer erger eigenlijk en ik begreep 'in a flash' dat het mijn, toenmalige, carrière, en dat van veel van mijn toenmalige collegae, wel eens gekost zou kunnen hebben. Niet het verhaal  over het enorme verschil tussen de 'vloer' en de 'mannen in pakken', natuurlijk, da's van nu, maar, zoals gezegd, ik had in mijn 'verleden' namelijk zo goed als hetzelfde meegemaakt en wist nu waarom ik zo 'aansloeg' over die 'mannen in pakken', die alles van de theorie, maar niets van de werkvloer weten/wisten. Bij de marine had die mentaliteit van een dergelijke groep mensen, nee, mannen, hoor, (vrouwen zijn anders, wel valser, maar anders) een zooitje mannen dus die alleen voor eigen gewin optraden, voor heel veel collegae het einde van een veelbelovende carrière gekost. Doordat heel veel van die collegae "hun bek open trokken", zoals dat heet en tegen dat clubje inging om betere , ik noem het zo, werkomstandigheden' af te dwingen. Waaronder ik dan ook was en, ergo, op een gegeven dag te horen kreeg van zo'n uitgestreken staf medewerker dat ik "geschikt" was voor bevordering, maar niet "erg geschikt". Ik had, volgens die uitgestreken man, te vaak en te veel kritiek gehad op de leiding. Ik schreef dat verhaal dus dan maar zo een beetje op en ik kreeg een enorm aantal positieve berichten op Fb.

Maar dat tot zover. Ik wil mijn frustraties nu ook weer niet al te erg voor het voetlicht brengen, hoor. Ik werd op een goed moment gestoord in mijn mijmeringen, mijmeren, dat is iets dat ik tijdens het werk, als ik tijd heb, wel eens doe, dat mijmeren. Ik had het vrij rustig die ochtend dus soms tijd om te mijmeren, met soms fraaie mijmeringen tot ik door mijn eigen 'Professor Prlwytzkofsky' werd opgeschrikt uit die mijmeringen. (Je wordt opgeschrikt uit mijmeringen. Noot verjaagd of verschrikt of verheugd, nee, je wordt altijd opgeschrikt, schijnt.)  Hebben jullie ooit van die naam/figuur, Professor Prlwytzkofsky' gehoord? Misschien en vermoedelijk  niet. Ik heb het idee, ergens ver weg, dat ik hem ooit eens heb opgevoerd in een van mijn Blogs. Maar goed. Die mijnheer, wat zeg ik, die professor Prlwytzkosky, is een figuur uit de stripverhalen van Marten Toonder, die legendarische en vaak hilarische, maar altijd maatschappij kritische reeks  verhalen over de 'Heer van stand', Ollie B. Bommel en zijn side kick, hoewel dat eigenlijk niet helemaal zo is, Tom Poes.
De maatschappij kritiek die Toonder beschrijft is geheel neutraal en treft zowel de linkse, als de rechtse en 'neutrale' politiek maar ook het sociale leven en de kerkgang, het militarisme, het kapitalisme en socialisme, nou ja, noem maar op. Professor P. is een exponent van de 'doorgedraaide' wetenschapper en het wetenschappelijk onderzoek dat in de jaren zeventig en tachtig werd gevoerd en op de zoveelste maatschappij 'kritiese' studierichting die in die jaren weer werd geopend. De prof stamt ergens ver uit het oosten van Europa. Hij is van onbestemde lengte, misschien 1 meter 60, misschien 1 meter 70. Hij is gekleed, let op, de strips zijn in zwart/wit, of, als je wilt, in donker- en licht grijs, in een lange gabardine jas, draagt een overdreven hoge hoed en heeft een grijze of witte baard tot voorbij de knieën. Het is een echte geleerde en een 'universeel geleerde', waarmee Toonder bedoelt dat hij de Leonardo da Vinci van zijn 'striptijd' is. De hooggeleerde weet alles van alles, of in ieder geval heel veel, van alles of juist heel weinig van de menselijke omgang onderling. Hij onderzoekt en doet.. , God, wat zit ik weer te wauwelen, ik stop. Goed die prof heeft het taalgebruik van zijn land meegenomen.
 De man, mijn eigen professor P, het is inderdaad een mijnheer, ken ik nu al een jaar of vier. Het is niet dat hij elke dag in de winkel komt, nu ja, ik zie hem niet elke dag, maar ja, ik werk alleen in de ochtenden en dan ook nog maar vier van die ochtenden in de week, natuurlijk.Hij heeft een buitenlands uiterlijk, als ik dat mag zeggen. Ik bedoel daarmee dat je hem niet meteen in de groep van Amstelveense vakkenvullers, de Almerense booreilandmedewerkers of een in Assen wonende oud HCCP controle chefs hoeft te plaatsen, zonder overigens iets tegen die mensen te hebben hoor. Maar mijnheer heeft iets buitenlands.Aanvankelijk dacht ik dat hij Joods was en uit Israël terug was gekomen. Maar dat leek me toch ook weer niet het hele verhaal.
--later over mijn prof--




Geen opmerkingen:

Een reactie posten