vrijdag 21 september 2012

Het leven gaat door.

In een eerdere Blog deed ik wat negatief over een vervelend stel mensen in onze super, maar dat stel was ook wel echt: 'over the top'. Over het algemeen zijn de klanten juist (vaak) erg leuk en heb ik goed contact met hen. De meeste mensen willen graag lekker rustig winkelen en af en toe goede informatie krijgen over de producten die ze kopen. Soms willen ze ook graag een praatje aanknopen. Zo hoor je, als je dat wilt in ieder geval, de meest verrassende, verbazende en soms trieste verhalen van mensen.  Ik geef een voorbeeld: er is een mijnheer, een tachtiger al, vermoed ik, die al jaren in ons filiaal komt. Hij is altijd goed voor een (korte) babbel en een leuke opmerking en ik mag hem graag. Nu was het me al opgevallen dat ik hem altijd alleen zag lopen, zonder vrouw of partner of kinderen/kleinkinderen. Daar ga je verder niet naar vragen, natuurlijk, dat doe je nu eenmaal niet.
Maar, mijnheer was altijd goed en netjes gekleed en zag er verzorgd uit, dus, als man zijnde, vermoed je dat er wel een mevrouw is. (Ik ben eerlijk, ik ben zelf niet zo op kleding en zou misschien wel een week hetzelfde dragen, als E. niets anders zou 'klaarleggen'. Ik vervuil niet hoor, maar ik ben nu eenmaal niet ijdel. (Nu ja, in de keuze van mijn wieleroutfit wel, maar dit terzijde.) In ieder geval, met mijnheer maak ik geregeld een babbel, kort, want het werk staat niet stil. Op een goede dag, een maandje of twee geleden, liep hij weer met z'n mandje in de winkel, met een of twee artikelen erin en groette me beleefd. De logische reactie is dan: "Alles goed?" en het antwoord was verbijsterend en sloeg me wat stil. "Nee, ik heb gisteren mijn vrouw begraven, na zestig jaar huwelijk!" Hij zei dat op een gelaten manier, zonder dramatiek, zonder tranen en ik ging, dat kun je wel een beetje begrijpen, haast door de grond. Ik liep op hem af, aaide zijn arm een beetje en zei: "Sorry, dat wist ik niet, neem me niet kwalijk." Dat deed hij ook niet, vertelde hij, ik kon dat ook niet weten. "Maar, wat wil je", zei mijnheer, "ze was al tien jaar ernstig ziek, had ooit een zwaar herseninfarct gehad en ik heb haar al die jaren verpleegd. Dat waren geen gemakkelijke jaren, dat wil ik je wel bekennen. Mensen met een herseninfarct veranderen vaak van karakter, dat vertelde de neuroloog me in ieder geval. Bij haar was dat ook wel zo en ze werd er niet vrolijker op, maar ja, je bent getrouwd om bij elkaar te zijn en niet om elkaar in de steek te laten, althans zo zie ik dat.
Tja en nu is het voorbij. Oh, het was een goede vrouw, hoor, anders houd je het niet zo lang vol. Maar het is wel heel erg zwaar geweest, dat kan ik je verzekeren. Maar goed, ik moet nu verder. Het leven staat niet stil. Het mijne niet en zo aan je karren te zien ook het jouwe niet! Zeg, werk ze nog, hoor en bedankt dat ik even met je kon praten."
Ik bleef stil en wat triest achter. Wat een kracht moet zo'n mijnheer toch hebben, bedacht ik, om zo in het leven te kunnen staan, met al zijn verdriet.
Ondertussen gebeurde er meer in het leven van sommige collegae. Een van hen werd zelf ernstig ziek, nu ja, niet levensbedreigend, maar genoeg om voor tijden uit de roulatie te zijn, de man van een andere collega  kreeg die gevreesde ziekte, die we allemaal benoemen als CA en dat overkwam ook een van mijn oudste en dierbaarste vrienden. Ik heb nu, een dag of wat geleden, afscheid van hem genomen en dat "kost natuurlijk kolen" zou die vriend, op zijn Rotterdams, gezegd hebben.
Maar, niet alles is droevenis, natuurlijk. Twee van mijn collegae worden vader binnenkort en zijn trots als apen en helemaal blij en vrolijk en terecht. Zelf worden E. en ik straks voor de tweede keer grootouders, van een kleindochter dit keer en ook wij zijn helemaal blij.
Vanmorgen zag ik de mijnheer weer eens winkelen. Ik was er zelf een weekje uitgeweest, zoals oplettende lezertjes hebben kunnen opmerken en  had het eigenlijk druk zat. Er was een hoop werk voor me en ik wilde het toch wel afhebben voor ik naar huis ging. Maar toen ik hem zag lopen schoot ik hem toch even aan.
"Hoe gaat het nu?" wilde ik weten. "Ach jongen", (met mijn net zestig lentes ben ik in zijn ogen natuurlijk nog eeen jochie) "het leven gaaat door. Ik moet verder. Maar ik mis haar wel heel erg. Zeker in de kleine dingen merk ik dat. Weet je, als de televisie aanstond, had zij altijd de afstandbediening. Ik ben niet zo'n kijker, weet je, maar zij keek naar van alles, ondanks, of misschien wel door haar, herseninfarct. En nu moet ik zelf dat ding aanzetten en zenders kiezen en dat is ook weer zoiets. Dat deed zij altijd. Ik koekeloer nu maar een beetje en lees ondertussen de krant. Maar dat huis is wel leeg hoor! Nou ja, ik ga maar even betalen, want jij wilt ook je loon krijgen aan het einde van de maand. En bedankt hoor en geniet van je weekend."
Ik ben er ondertussen wel van overtuigd geraakt dat mensen sterker zijn dan ze zelf wel eens denken!











































Geen opmerkingen:

Een reactie posten