vrijdag 27 maart 2015

Welke stroomstoring?

De vroege vrijdagochtend ging gewoon, net als andere vroege vrijdagen. Allemaal routine. Ik deed de flesseninlevermachine (da's nou eens een heerlijk puzzelwoord), schoonmaken, ik maakte de schrobmachine schoon, ruimde allemaal zooi op, ging om zeven uur laden en lossen met wat collegae en ging daarna aan het werk, gewoon een routine morgen dus, geen "strets" en geen vage dingen en zo. FM gaf ergens in het filiaal les over het nieuwe bestelsysteem aan een aantal collegae van andere filialen en het is altijd weer leuk om, voor mij, nieuwe collegae even de hand te schudden. De ochtend gleed voorbij, ik maakte mijn werk redelijk snel af, hielp een collega en tegen half tien begon het opeens druk te worden met klanten. Drukker dan anders, zeg maar. Opvallend drukker dan anders, zelfs. Met veel onbekende klanten, mensen die ik nooit eerder had gezien. Dat merk je omdat die mensen veel naar de bekende weg vragen: "Waar staat de koffie, waar is de melk en dat soort dingen". Veel van onze mensen "van de vloer" werden ingezet om de kassa dames te assisteren en dan weet je al, dat het druk is. Onze tweede "versvracht" kwam rond half tien. Het goot weer eens, het was een echte herfstachtige dag vandaag. Gelukkig stond ik in mijn uppie te lossen, dan loop je elkaar niet in de weg. Als het, ooit, een graad of vijftien en meer, met een zonnetje is, dan staan er zeventien mannen te lossen, maar nee, vandaag dus niet. Een van onze af en toe vaste klanten stapte van zijn fiets. Hij kwam vanuit Diemen, een voorstad van Mokum. Door zijn vrij aardige omvang was het voor hem wat moeilijk afstappen, dus ik ving hem wat op. Hij was nog steeds pissig op me, bleek.
Dat lag wel aan mij. Ik had hem al een paar weken niet gezien en ik vroeg hem, tussen neus en lippen, hoe dat nou kwam. 'Hejje vastgezeten? Ben je net vrij?' vroeg ik. Een geintje mijnheer, een gebbetjes, ik was goedgemutst, u weet hoe dat gaat, zo Sonneveld zeggen. Wie, Sonneveld, van de musical: "Moeder ik wil bij de revue!" Nee, niet meegekregen, nou ja, die Wim Sonneveld was een van de "grote drie". De grote drie cabaretiers, dan. Hij, Wim Kan en Toon Hermans maakten ons land aan het lachen. Met zijn drieën? Ja, met zijn drieën. Je had wel meer van die potsenmakers, maar ja, die waren niet echt goed. Zo had je de (onlangs overleden) Seth Gaaikema. Die mijnheer was opgevoed in een streng dominees gezin en verhuisde later naar De Stad en ging zijn heil zoeken in het grappen maken. Dat was dermate flauw dat men een flauwe bocht in een weg een "Seth Gaaikema" bocht ging noemen. 
Nee, nee, nee, ik ga niet verder over cabaretiers door, hoor, ik heb er niet veel mee. Nu ja, met Bert Visser, die kan ik pruimen, maar een zuurpruim en betweter en wereld verbeteraar als die Freek de J, nou nee, wat een chagrijnige en egocentrische en linkse mafkees is dat zeg. Over Joep alleen maar slechts. "Dansen in Parijs" en "huppeltrutjes" en zo, nou dat ken ik al allemaal. Wertheim? Nee, niks, Teeuwen en die andere, die van de PSV bekers en zo,  die het met die ene actrice doet? Laat maar. Finkers, koning van de woordspelingen? Was wel leuk. Maar die, eh..
'Nee', zei hij pissig: 'Ik kom nooit in de lik tercht, daar ben ik veel te slim voor!' (Misschien ga ik nog een een special wijden aan deze beroeps werkeloze en tevens slimmerik.)
Nou ja, het was dus tegen tienen dat de dikke, niet bajes klant van zijn fiets viel met de mededeling dat er helemaal geen stroom meer was in de stad. 'Jullie zijn ook dicht, zeker?' was zijn vraag. Ik wees hem op het licht in de winkel, in de luidkeels piepende pin kassa's en vroeg: 'Hoezo dan?' 'Nauw, ik kom net uit Dieme, maor alles leg plat, man. Der is geen ene moer meer open, man. Alle winkels benne dicht.' Een passant beaamde zijn woorden; 'Ik woon hier om de hoek, maar ik heb helemaal geen stroom. Ik hoorde dat heel de regio Amsterdam plat ligt.' Steun en toeverlaat en mede KDT lid R., keek op zijn, soms te vaak in zijn handen aanwezige, pod/pad, hoe heet die zooi nog maar en las voor: 'Door een enorme stroomstroring zijn heel Noord Holland, grote delen van Utrecht en Flevoland verstoken van elektriciteit.' 
Ik keek naar binnen, in de winkel. De lampen deden het, de kassa's en de bedienden daarvan werkten bijna overuren en de koel- en vriescellen waren gewoon aan het doen wat ze moesten doen, namelijk koelen of vriezen. 
M., de lieve en lieftallige vrouw van een collega, kwam opgewonden binnen: 'Joh, bij ons ligt alle stroom er af, zijn jullie open?' Nou dat bleek, want ze stond midden in de winkel. Ik vertelde haar dat dat aan collega R. lag, die zat namelijk in de kelder op een enorme grote hometrainer met een maximale dynamo de prik op te wekken voor onze toko. (R. op een fiets? Ik heb het nog nooit gezien. Geloof het dus maar niet, hoor!) Maar, het werd drukker en drukker in de winkel. Er kwamen steeds meer mensen vragen of wij wel open waren. "Nu ja, de deuren zijn open, er is licht, u kunt betalen, wat fijn is voor ons, dus ja, wij zijn gewoon open, hoor", waren een beetje onze standaard antwoorden.Steeds meer collegae moesten bij de kassa gaan helpen.
En ja, we bleven gewoon open. Als enige super in Groot Mokum, geloof ik. Nee, we hadden geen hulp stroomvoorzieningen, geen noodaggregaat, nee, helemaal niet. Maar, onze toko werd helemaal gespaard van al dat gedoe. Maf? Nu ja, heel maf! Maar wel een opkontje voor onze omzet en ik zag onze FM dromerig en glimlachend door de winkel dwalen, nieuwe klanten wijzend naar de paden waar ze de dingen die ze zochten konden vinden en nee, ik mag dat niet zeggen, maar met "euro tekens" in zijn ogen, maar nee, dat heb ik niet gezegd.
Rond twaalf uur ging ik naar huis, weer een weekend voor de boeg, met op de achtermiddag een fraaie wielerkoers op Tv. Nu ja, dat zou wel weer niet te zien zijn, door die stroomstoring, namelijk. Ik zet de autoradio aan, het was absoluut geen fietsweer, en het nieuws werd beheerst door de maffe piloot die zelfmoord pleegde door zich met een heel toestel naar beneden te laten storten met nog een een goede 150 onschuldige mensen en het tweede item was de "stroomstoring". Een expert vertelde dat Schiphol, Utrecht en Amsterdam helemaal "plat lagen." 
In Amstelveen bleken alle winkels volop te werken, was er overal licht te zien in de huizen die ik passeerde en thuis vertelde mijn E. dat ze bepaalde knoppen had ingedrukt, soms wel en soms geen stroom had en ja, of ik even in de meterkast wilde kijken. Ik deed knoppen aan en keek even later naar de Tv, zag een heerlijke wielerwedstrijd. Tegen een uur of vier hadden Haarlem en Overveen zowaar weer prik. Maar, ik heb er geen moer  van gemerkt, van de stroomstoring. Gek, toch?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten