zaterdag 2 december 2017

Verder dan maar, met geslepen potlood

Maar goed, voordat ik in Mokum arriveerde en met Reeman en Innes kennismaakte, lag er nog een lange en vrije sobere en literatuur arme weg in het Drentse veenkoloniĆ«n land voor me. Ik begon nu ondertussen Biggles te kennen, die lagen te koop in een klein boekwinkeltje in Gieten, off all places,  en ik begon die boekjes te kopen. Dat viel niet altijd mee, maar ik had wat zakcenten en kluste bij de ouweheer op de molen bij, in de vakanties. (Ja, mijn ouwe was molenaar, net zoals zijn pa en zijn grootvader en misschien wel meerder generaties Gravers dat waren geweest. Mijn broer heeft die traditie overigens piekfijn voortgezet, maar dit terzijde.)
Biggles, een piloot in WOI, was een creatie van een oud Engelse WOI vliegenier, ene Captain W.E. Johns. Hij schreef bijna honderd (jeugd) boeken over die imaginaire vlieger. Maar man, man, wat waren zijn boeken spannend! Ik verzamelde vooral die boeken/boekjes, die over de eerste wereldoorlog gingen, ik was verzot/gefascineerd op tweedekkers/driedekkers en wat dies meer zij en had ook diverse bouwpakketten, van die plastic dingetjes, die je in elkaar moest lijmen en dan nog ook eens moest verven en zo. (Je moest er ook nog eens de "Decals", de plakplaatjes van de lanen van origine, netjes op zien te krijgen, wat een gedoe!)
Biggles verdween, met tegenzin, Old Shatterhand verscheen en daarmee ook Kara Ben Nemsie, "Der Held aus Die Wuste", zoals Karl May, de schrijver, zijn helden noemde. Na Arendsoog en Witte Veder, had ik weer een aantal superhelden.
Van Biggles heb ik overigens niets meer, lezertjes dezes mogen ze me opsturen, vooral de verhalen over de eerste wereldoorlog, van Arendsoog heb ik ook niets meer en hoef ik ook niets meer, van Kara Ben Nemsi heb ik nog alles, overigens. Ik had dat weggestopt ergens op een boekenplank achter een hele serie maritieme naslagwerken en de boeken kwamen te voorschijn na een verhuizing.

Goed, eenmaal in  Mokum Alef aanbeland, via wat zijstappen, ontmoette ik, helaas naar later bleek, een hele valse blonde en trouwde uiteindelijk heel vals met haar. Het hield gelukkig geen stand. Ik was ondertussen bij de marine in dienst getreden en was een fel liefhebber van maritieme schepen, domme zin, van oorlogsschepen dan, geworden en ik weet nog dat het eerste boekje dat ik over oorlogsschepen aanschafte "Royal Netherlands Navy" was, van ene  H.T. Lenton, uitgegeven door MacDonald in Londen gedateerd in 1967. (Ik kocht het in de Kalverstraat, op een zaterdagmorgen. Er zzit nu een boekenuitdragerij.) Ik heb het nu voor me. Alweer vijftig jaar oud, maar nog in goede staat en ja, ik kijk er nog redelijk vaak in. Later heb ik een vrij aanzienlijke 'maritieme bieb' opgebouwd, overigens. Ik geloof dat ik een dikke tweehonderd boeken over schepen en scheepvaart, meer misschien, in mijn bezit heb. Niet de fictieve romans meetellende.

Die valse blonde had in ieder geval een leuke broer die me wees op het bestaan van schrijvers die wel te haggelen waren en zo kwam ik in de 'warme' armen van onder andere Tolkien en Hubert Lampo terecht.
Dat ook meteen Reeman en Innes, maar ook de Stripkunst op de loer lagen, dat had ik pas door, toen ik al gestrikt was.


=later veel en veel meer=

Geen opmerkingen:

Een reactie posten