zondag 20 januari 2013

Doe ff normaal, man (2)

Jullie hebben, in mijn vorige Blog,  gelezen over de diverse klanten die er in mijn VOMAR komen. Dat maakt m'n werk ook zo gevarieerd. Nu moet je niet denken dat ik iedere dag tientallen mensen in de winkel krijg met allerlei, niet aan de norm van onze maatschappij gestelde eisen, zoals: 'slank als mijn dochter, mooi, gewiekst, rijk en in snel pak of outfit', beantwoordende mensen tegen kom, hoor. De doorsnee mens in mijn winkel is de doorsnee mens die jullie ook elke dag tegenkomen. M/V, kinderen M/V, stevige mensen, minder stevige mensen, dunne mensen, leuke of niet leuke, rijke of arme, trieste of vrolijke mensen, nu ja, het leven is het leven en mensen zijn mensen, toch? Maar die mensen die er op een of andere manier wat 'uitspringen', zoals ik ze in mijn vorige Blog al heb beschreven, zijn vaak mensen die tussen wal en schip vallen of gevallen zijn. Herinneren jullie je nog die 'Damschreeuwer?' Je weet wel, die man die, die op 4 mei, een jaar of wat terug, tijdens de twee minuten stilte voor zo'n paniek zorgde? Nou, die komt ook regelmatig bij ons. Ik heb hem leren kennen. Niet mijn vriend, hoor, dat zal 'ie ook nooit worden, een drukteschopper van belang en in wezen eeen vreselijk narcistisch ventje, maar wel een man met een verhaal. Dat verhaal, nou ja, die verhalen, gaat hij natuurlijk uitgebreid aan mij (en m'n collegae) vertellen als je er net nou ff geen tijd voor hebt. Ze zijn wel allemaal om te gillen (niet op de Dam), maar ze hebben wel allemaal een dubbel trieste ondertoon.
Maar waar dit Blog(s) (en het vorige) nu eigenlijk over  gaat (of over gaan) is, dat er in ons land een leegte heerst. Nee, niet op de snelwegen en zeker niet nu ik, 'uit het raam mijner bibliotheek annex studeerkamer ziende, de sneeuw neer zie vallen op mijne omgeving'. (Wat een taal, maar ik herlees op het moment de boeken van Havank, geschreven en spelend in de jaren dertig) Ik heb, vind ik zelf een bibliotheek en een studeerkamer, maar E. noemt het hardnekkig de woonkamer. Weten vrouwen veel.
Nee, ik bedoel de leegte die er leeft in ons land over de mensen die, ik durf het haast niet te zeggen, die 'afwijkend', God, ik hoor de stroom van kritiek al, maar die, laat ik het zo zeggen, niet aan de norm voldoen. Voor de goede orde: een mijnheer of mevrouw die al jaren in ons land verblijft en die zich in al die jaren zich geen enkele moeite heeft getroost om onze taal te gaan leren spreken of zich helemaal niet verdiept heeft in, wat we dan maar gemakshalve, onze cultuur noemen, maar hardnekkig zijn/haar taal blijft spreken en naar zijn/haar tv- en radiouitzendingen blijft luisteren en daarna bij bepaalde politieke partijen of sociale instellingen gaat klagen dat hij/zij wordt uitgestoten door onze samenleving, over dit soort mensen schrijf ik niet in dit Blog. Nee, het zijn de mensen die ik eerder noemde. Mensen met een rugtas, zo vol problemen, dat  de bepakking van een Marinier op oefening in Noorwegen er slechts een licht tasje bij blijkt.
Probeer je nu eens in te denken waarom zo'n mijnheer met smetvrees het zo geweldig moeilijk heeft om te functioneren! Man, ik mot er niet aan denken om mijn glas bier aan te raken zonder meteen 1000 maal mijn klauwen te moeten gaan wassen of zo. Of die mijnheer met Gilles. Vreselijk, toch! Ja, niet dat de man de ziekte heeft, maar het fucking onbegrip dat er in onze, momenteel knetterharde maatschappij bestaat. Ik ga nu iets schrijven over een mijnheer die geregeld in onze VOMAR kwam, een mijnheer die 'licht' spastisch was. Hij bereed zo'n speciale fiets, een driewieler en hij parkeerde dat ding steevast altijd waar wij, medewerkers, dat nu niet zo prettig vonden, omdat dat ding dan altijd in de weg stond als wij moesten lossen, maar dit terzijde. Hij was, zoals gezegd, licht spastisch, kletste wat vreemd en had van die bewegingen die 'mensen met die uitdaging', erg hè, helemaal op zijn Yankees, nee mensen met die ziekte nu eenmaal hebben. Hij was bijdehand zat hoor, wist prijzen en dingen te vergelijken. Ja, logisch, daarom kocht hij bij ons en niet bij Appie of DEKA, natuurlijk. Er was een stel, ik noem het gewoon hoor, ik ga niet de politiek correcte linkserik uithangen, een stel Marokkaanse knullen, die het helemaal op hem voorzien hadden. Aanvankelijk, ik maakte het vaak mee, die man kwam zoals gezegd vaak als we stonden te lossen  of te laden dus zag ik hem bijna dagelijks, was het licht spottend, je kent het wel, het nadoen en na-apen van zo iemand, maar dat deden wij als klein kind misschien ook wel, maar al gauw werd het vervelender en vervelender. Op een bepaald ogenblik dacht het gajes, want dat was het en niet omdat ze van M. afkomst waren, dat ze zijn fiets wel even naar de klo... konden helpen. Toevallig stond ik even buiten, toen de mijnheer zijn fiets stalde. Hij had het vehikel nog niet neergezet en zijn hielen gelicht, of de boeven dachten zich van het voertuigje meester te kunnen maken. Waarschijnlijk aangemoedigd door de gedachte dat een doorsnee Nederlander zich nergens meer mee durfde te bemoeien, als knullen van hun afkomst de wereld gingen laten zien hoe zij daar over dachten. Ik zag het wel. Ik werd extreem link en een goede collega, die toevallig net naar buiten kwam, zag het samen  met mij. We pakten de ergste raddraaier in zijn lurven (waar zitten die eigenlijk, anatomisch gezien? En hurken? Geen idee!) en trokken hem een afgesloten ruimte binnen, het zogenaamde (jargon) 'fusthok.' Enige kletsen voor zijn kop, nee ook weer niet te hard, en even later bekende hij dat het 'Gein was, we hadden gewoon wat gein', zei de jongen met een dik Mokums accent, waar zijn Marokaanse G wel in doordrong. We vertelden hem dat die mijnheer dan wel niet aan het schoonheidideaal van de media voldeed, maar dat die mijnheer gewoon zijn brood verdiende en belasting betaalde om het soort klootzakjes die hij en zijn vrienden waren, naar school te kunnen laten gaan en hij leek omgeturnd.
Twee weken later, ik was even vrij geweest, werken moet een hobby blijven en niet ontaarden in bezigheden, kwam ik de mijnheer weer eens tegen. Hij had zijn fiets weer eens geparkeerd waar dat zware kreng helemaal in de weg stond. Ik vroeg hem of 'ie nog last had gehad van die 'klootzakkies.' Grijnzend stak hij zijn duim op! 'Nee man', was zijn, wat haperende en onbeholpen, antwoord, 'ze helpen me met boodschappen doen en maken mijn fiets schoon en pompen de banden op.'
Ik geloofde opeens weer in 'A brave new World'










1 opmerking: