woensdag 23 januari 2013

Winterdip

Iemand heeft me ooit geleerd dat je geen enkele brief of geen enkel verhaal met Ik mag beginnen. Of het nu de leraar Nederlands was op de middelbare school of de onderwijzer uit de derde klas van het lager onderwijs, dat weet ik niet meer. (God, wat ben ik weer pretentieus bezig: ik heb geen middelbaar onderwijs gevolgd, man, ik heb alleen de MULO school afgemaakt en dat ook nog eens in zes jaar. Ik geloof dat ik de enige Nederlander ben die drie jaar over de eerste klas van die MULO deed. Dat kwam natuurlijk omdat ik zo'n geliefde leerling was. Daarna ben ik bij de Marine gegaan en het is allemaal nog goed gekomen, zeg ik dan maar zelf.)
Maar goed, ik mag geen verhaal met Ik beginnen, maar dat doe Ik wel.

Ik ben het helemaal zat met die winter. Ik ben het helemaal zat met dat gebrek aan zon, met die somberheid, met die laaghangende wolken. Ik ben het helemaal zat met dat schuifelen en glibberen en glijden naar de tram. Als die tram dan eindelijk komt, want vaak vallen er een paar uit, dan zijn ze vaak on verwarmd en zit je te rillen als een maf ventje. Ik ben het helemaal zat dat ik op een fietstochtje naar mijn werk, drie keer op mijn plaat ga, omdat er onverwachte sneeuwrillen en gladde stukken weg liggen. Ik ben helemaal klaar met de files die er staan, 's morgens om half zes al. Ik heb genoeg van dat krabben van voor-, zij- en achterruiten. Ik heb het helemaal zat met die kloven in mijn vingers, mijn schrale lippen, die ik vol smeer met Blistex, of andere voorhandend zijnde vetstoffen. Ik ben helemaal klaar met het sneeuw ruimen voor mijn VOMAR en het strooien van vijftien, ik herhaal, 15, kilo zout, bijna elke dag. Ik ben die f..... winter gewoon helemaal zat. Ik zit in de winterdip! Zon, wil ik, zon en warmte en groene struiken en bomen en blauwe luchten en heldere horizonten. Zon en vitamine D die door mijn lijf gaan stromen en die me die afschuwelijke winter doet vergeten en die me voorbereid op een zomer van: Pretzels and Beer, een of ander zomerhitje uit mijn jeugd. Mijn jeugd. Toen de elfsteden tocht van '63 gereden werd. Een winter, die, volgens onze weermannen en - vrouwen bijna zo streng was (in aantal vorstdagen, dan) dan deze winter. Ik heb het gehad, klaar!
Dan zijn er die collegae die de mond vol hebben van die heerlijke schaatstocht die ze gaan maken, of die hebben gemaakt. Nee, ik schaats niet. Ik heb het nooit gekund en wil het ook nooit meer willen kunnen of willen kunnen leren. (Da's hetzelfde als met vergaderingen of meetingen. Ik heb die ergerlijke bijeenkomsten een dikke twintig, of meer, jaren moeten bijwonen en de ergerlijke en er vaak-niet-toe-doende resultaten van beluisterd en ik heb er misschien wel een nog grotere hekel aan dan/als aan de winter. Vandaar dat ik nog steeds de status heb van man die vakken vult. Heerlijk, lekker anoniem, gewoon mijn ding doen.)
Nee, laat die winter nu lekker aan mij voorbijgaan. 'Ja, dan mot je maar gaan overwinteren in Spanje', hoor ik jullie nu zeggen vanuit je lekkere warme woning, gezeten voor je PC. (Waarom zitten mensen altijd achter een computer in het spraakgebruik? Dat doe ik nooit. Aan de achterkant zie je toch geen moer? Ja, draden en plugs maar geen daadwerkelijke info of zo. Je zit toch ook voor je TV? Ja, ok, je zit achter je stuur, maar op je zadel, of ben ik nu maf?)  Maar goed, overwinteren in Spanje, ja, da's een ding. da's een ding als je oud of seniel bent (Mijn woorden, mijn woorden, niet boos worden lieve of oudere en overwinterende lezer) maar dat doe je toch niet! Althans niet als je nog werkt en/of actief bent in onze maatschappij.
Oh, ik gun het de senioren hoor, van harte. Maar, E. en ik zullen dat nooit gaan doen.
Bien, morgen is het droog. Ik heb vandaag gezien dat fietspaden er redelijk droog bijlagen dus niets staat mijn fietstocht naar mijn VOMAR in de weg. Ja, de kou, misschien. Maar, ik kleed me in lagen, zoals ik dat geleerd heb tijdens mijn periode die ik met het Korps in Norge doorbracht. Ja, in Noorwegen, inderdaad.
Oh ja, dat mot ik nog even kwijt. Ik was in Hammerfest of Tromso, of hoe die steden ook mogen heten, die ver voorbij de poolcirkel liggen en die niet groter zijn dan een plaats als Assen of Delfzijl en waar in minder gebeurt dan in Gieterboerveenschemond tijdens een drukke kermis. (Ja, maffe Noren, misschien, maar het is een goed volk. De Noren profiteren echt van de rijkdommen van hun olie en gas. Energie kost bijna niks en ook de gezondheidkosten zijn een schijntje van die, die wij Nederlanders betalen. Ik zal er nog wel eens over Bloggen, over Noorwegen.)
We keken naar, saaie, Noren zijn vrij saai en traag, maar dat is door de kruipolie die ze bij het ontbijt drinken, ter voorkoming van het vastroesten in hun winters, we keken dus naar saaie Noorse TV. Er was een reportage, van een Yank televisie verslaggever nota bene, en de man ging naar buiten, vanuit zijn hotel. Hij had een mok stomende koffie in zijn hand en gooide die de lucht in: and: I shit you not! De koffie kwam als ijspegels op het dek terecht!
Ik geloofde der geen ene f... van! Hein, een collega en ik, wilden de proef op de som nemen. We stapten ons verblijf uit De temperatuur in dat verblijf was zo dat we bananen konden laten groeien, maar ja, energie kost geen moer in Noorwegen, zo als gezegd. Dat deden we zonder overkleding, alleen in T-shirt. We hadden een stomende mok koffie bij ons. Hein deed de proef! Hij gooide de mok met stomende KM koffie in de lucht. Hein was een goede marinier en kon goed handgraanaten gooien, dus die mok koffie was een ABC-tje voor hem. Brokjes ijskoffie dwarrelden neer. Tjee, it was true! De Yank had niet gelogen. We deden een stap terug, de warmte van ons verblijf in en glimlachten dom. 'Hein", zei ik, 'hoe warm is het buiten?' Hein deed een stap naar buiten, keek op een van de alomtegenwoordige thermometers en zei: 'Min 54, stip!'
We hadden min vierenvijftig graden overleefd, in T-shirt!
Gek hé, die kerels.

Een paar jaar eerder was ik met de marine op trip richting Australie en Nieuw Zeeland. We zouden Indonesie en India onder andere nog aandoen. We voeren door de Rode Zee, die rare strook water tussen Egypte en Saudie Arabie. Aan dek was het, in het 'zonnetje', plus 54 graden C.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten