zaterdag 16 februari 2013

Zonder net 2

-- Verder dus--
De ochtend daarop, vrijdagmorgen j.l., dus, was ik, as usual, weer om vijf uur (in de ochtend) op en deed  de dingen die je dan doet. Ik ging op tijd weg, het weer was niet om over naar huis te schrijven en dat deed ik dus ook niet, want ik zou E. die middag nog wel spreken.
God, wat is dit flauw, een Havank, ik zei het al, ik herlees zijn boeken nu weer, dus een flauw Havank geintje, maar in ieder geval, het was gaan ijzelen de avond daarvoor en de wegen waren spek-, maar dan ook spek glad. Ik glibberde tram in en uit en naar de Middenweg en begon de dingen van de dag. En ik deed heel veel dingen van deze dag, maar ik wil jullie daar niet mee vervelen, hoor.
Maar, ergens in de krochten en windingen van mijn brein, was er een vage onzekerheid, een 'on' gevoel een, ja, ik weet niet helemaal wat voor gevoel, maar zoiets als mensen wel eens kunnen hebben als er 'onheil', of een blauwe brief of een boze partner, zwangere kat of een bezoekende schoonmoeder op je liggen, zitten of staan te wachten bij je thuiskomst.
Een ieder van ons herkent het toch? Dat begint met een vaak wat huiverig gevoel. Bij mij begint dat met een jeukerig iets tussen mijn schouderbladen, althans in die regio en ik kan het niet echt goed benoemen, maar het voelde vervelend. Dan weet ik, zeker, dat er iets onaangenaams op me staat te wachten, zie boven.  Ik werkte mijn dag af, had, desondanks, (je was gewaarschuwd, ouwe woorden) lol met klanten en collegae, moest zwaar aan de bak want ik kreeg veel vracht en moest een hoop wijnflessen op hun plek zetten en dat heb ik allemaal al verteld, dus sla maar over.
Ondertussen was ik bezig met het bedenken wat we in het weekend nu weer eens zouden eten en dat ik mijn ene fiets naar de fietsenboer moest brengen en ik negeerde daardoor de kriebel een beetje. Ik pakte om 1200 uur de lijn 9 naar Waterlooplein, stapte daar over in de 51, en las mijn 'heb-altijd-bij-boek' uit. Dat was, in dit geval een van de boeken uit de serie Verboden boeken, die de Volkskrant momenteel uitgeeft. Het boek heette Schaaknovelle en was geschreven door Stephan Zweig. Het boekje is maar zestig pagina's dun en ik was het vanmorgen beginnen te lezen en hoopte het op de terugweg uit te krijgen. (God, wat een boekje! Ik wilde dat ik zo'n verfhaal had kunnen schrijven!)
Bij het vertrek vanuit mijn werk belde ik E. nog even. Alles kits, thuis, ze had nog even gebeld met een van de kinderen en dat ging ook goed en in het weekend zou ze.. Ik onderbrak haar. 'Heb je nog op het NET gekeken?', vroeg ik haar impulsief, want die kriebels bij mijn schouderbladen waren er niets voor niets.
E. zuchtte en zei: 'Goh, ik hoopte al dat je het niet zou vragen, want dan wind je jezelf weer op, maar 't is zo, ik probeerde op het net te komen, maar nee, alles lag eruit!'

Ik zei al, ik ben een controle freak. Met het bericht van Echtgenote was ik dus niet blij en ik zei dan ook tegen haar dat ik de rest van de middag wel wist wat ik zou gaan doen, namelijk uren met de provider, Ziggo, aan de lijn hangen en nu eens aan die mijnheren vertellen hoe ik de (IT) wereld zag. Thuisgekomen, gedoucht en opgefrist en even met E. de dag doorgenomen hebbende en vervolgens dan dus maar de telefoon gepakt en, de laptop daar waar ze hoort, namelijk op schoot. Allemaal kabels in en uit diverse poorten gestopt, in afwachting van het gesprek. Dan dus het gratis nummer, overdag, van Ziggo gebeld. Ik kreeg, na diverse keuzemenu's, vijf in getal, elk met zes keuzes of zo, weer een aardige mijnheer aan de lijn die me wel helpen wilde. Hij had het dossier van de afgelopen dagen voor zich (op zijn scherm, nam ik aan) en hij, die mijnheer, zei dat het handiger zou zijn, als ik eerst even een kabeltje zou aanschaffen voor gebruik tussen modem en router. Maar die had ik al. 'Nee', zei aardige mijnheer, 'nog een extra kabeltje.' Ik vertelde dat die dingen een joet de meter kosten en dat ik al de nodige joeten had uitgegeven en dat ik hoopte, vroeg en een beetje (hevig) verlangde dat de mijnheer mij zou kunnen helpen, want dat ik betaalde voor, nou ja, vul maar in.
Mijnheer in kwestie zuchtte: 'Dan kan dit wel eens een gesprek van drie kwartier worden!' Dat interesseerde me op dat moment geen f..., want ik belde gratis via het service nummer. Ik zei dan ook tegen 'mijnheer', dat ik alle tijd had, hoor. Ik had die dag ook al de nodige uren gewerkt en klachten en vragen van klanten beantwoord, terwijl ik helemaal niet te boek stond als gratis service nummer. Mijnheer wimpelde me af, zei dat hij een kabel van wel 15 meter op zou sturen en dan een Email zou zenden hoe het wel allemaal goed kwam. Dat duurde dan wel een week of wat, maar dan had ik ook wat, zei mijnheer.
Nee, nee, nee, nu en hier. Jullie horen service te verlenen voor een product waar ik voor betaal, nu dan.
(Is dit nu heel brutaal van me? Ik voel me een beetje als iemand die het spreekuur van de huisarts overhoop gooit voor een neus verkoudheid, dus voelde ik me goddomme nog een beetje schuldig ook, achteraf.)
Iets in mijn toon of in mijn bewoordingen, drongen tot hem door. Er klonken diepe en diepere zuchten uit de telefoon. 'Maar dan kan dit gesprek nog wel eens drie kwartier duren', zuchtte mijnheer weer. 'Ja', zuchtte ik diep mee, 'ik ben wel eens een half jaar of meer voor mijn werk naar het buitenland uitgezonden geweest,ook vreselijk.' Mijnheer had, of gevoel voor humor, hoewel het geen sterk geintje was, of familie bij Defensie, in ieder geval veranderde zijn toon. Hij begon nu met een aantal handelingen en over het intikken van menu's waar, ik heb het eerder vermeld, ik het bestaan niet van wist. Uiteindelijk hebben we de vredespijp kunnen roken. Dat kwam na zijn vraag of ik meerdere aansluitingen voor computers had of dat ik meerdere gebruikers had op mijn netwerk, of in de buurt van dat netwerk. 'Want', zei de overigens hele correcte mijnheer, 'draadloos, is draadloos, net als radiogolven. U vangt ze op, maar Uw buren ook.' Een soort allegorie, maar dat is geloof ik een verkeerd woord.
Er daagde licht in mijn  bestaan! Nee, wij, E. en ik, waren de enige 'users', wij zijn met z'n tweeën. Maar, naast ons, wonen, sinds een week of wat, in ieder geval nadat de IT klachten waren aangevangen, twee, drie, vier heren uit India, die allemaal computers nerds zijn en die alle vier op de Zuidas, bij al die grote banken en computer bedrijven, werken en die waarschijnlijk ook alle vier draadloos internetten.
Het einde van een veel te lang verhaal was, is, dat we nu ingelogd zijn op een vast kanaal,draadloos, dat wel, maar dan via een kanaal dat niet automatisch al zijn zenders zoekt, of zoiets!
Begrijpen jullie het nog? Ik niet helemaal meer!








Geen opmerkingen:

Een reactie posten