dinsdag 26 februari 2013

De verbouwing en zo, (2)

Maar goed, ijspegels, 'stalaccen dit of dat' terzijde nu. We gaan dus verbouwen in onze VOMAR. Nu is dat natuurlijk niet zulk groot nieuws. Winkels, supers, horeca zaken verbouwen om de zoveel jaar. Je moet up to date blijven, je ruimtes aanpassen, een nieuwe 'styling' aanmeten en meer van dat soort zaken. Het is overigens mijn tweede verbouwing van hetzelfde pand. (Middenweg, inderdaad.) De eerste keer dat ik het meemaakte is nu een jaar of zes geleden denk ik, overigens was dat in het najaar. Ik weet nog dat we die zaterdagmiddag op tijd sloten, om vier uur,  en dat de leiding van de super natuurlijk alle medewerkers had opgetrommeld, maar ook van andere filialen waren mensen toegezegd,  om alle spullen die nog aanwezig waren, in kratten te verpakken, die kratten op containers te plaatsen en die containers vervolgens in de af en aan rijdende vrachtwagens te zetten. Men had gedacht rond tien uur in de avond klaar te zijn, maar, zoals ik als zei, het werd uiteindelijk nachtwerk en ik was dus pas na half drie thuis, moe en niet voldaan. De winkel bleef toen tien dagen dicht en de eerste dagen, de maandag en dinsdag, waren we verplicht vrij. Daarna was er een beperkte groep medewerkers die weer te werk werden gesteld bij het schoonmaken van de 'stellingen' de planken, roosters eigenlijk, waar de spullen op worden geplaatst en van de, verstelbare, houders, van die planken. Je kunt wel begrijpen dat er, ondanks het zorgvuldige schoonmaken van die roosters/planken, (Yeah, right) het toch kan gebeuren dat er spullen en stoffen overheen lekken en dus een residu achterlaten. Vaak zijn dat allemaal kleverige stoffen, van frisdrank of broodbeleg of, what have you.  Die roosters enzovoort, werden opgeslagen in pallets. Samen met een, inmiddels veel te vroeg overleden collega, spoten we de roosters grof schoon met brandspuiten en daarna werden die volle pallets naar de 'schoonmaak hoek' gedirigeerd. Die schoonmaak hoek was een getimmerde en daardoor afgescheiden hoek van de parkeergarage. In die parkeergarage was geen verwarming, dus het was er knap fris en helemaal omdat we alle planken/roosters/steunen ook nog eens handmatig moesten schoonkrabben en moesten na spoelen van de restanten die we met het water uit de brandspuiten er niet af hadden kunnen krijgen. Een rot klus, maar we zaten er met een man of zes aan. We kregen eten en drinken van het bedrijf, konden roken en praten en lol maken, dus, ach, de tijd vloog.
Ondertussen waren mannen met overalls bezig om de winkel te strippen en te herbouwen en af en toe namen we een kijkje. Omdat we toen, en nog, slechts een ingang hadden, waardoor zowel de vracht als het publiek naar binnen moest, waren die deuren continu open, want ook de mannen in overalls, liepen in en uit met buizen en staven en tangen en boren en al dat soort dingen meer. Het was tijdens zo'n kijkje in de winkel dat we opeens de mijnheer zagen lopen. Geen mijnheer in overall en ook geen mijnheer die leiding gaf aan die mijnheren, maar gewoon een klant. Een tachtiger, schatten wij hem in. Stel je voor: je komt op een bouwplek. Daar worden op dat moment nieuwe woningen of zaken gebouwd. Het enige wat er is, is een kaal casco. Er staan vier muren en een dak, meer niet. Niets in je hoofd zou je laten vragen aan een van de bouwvakkers, of je even naar het toilet kunt, toch? Dat was die ochtend in de winkel ook het geval. Een vloer, vol troep en stof, vier kale muren, waar alles van gestript was, en een dak, zo zag onze winkel eruit. En een heibel man! Gezaag, geboor, gehamer, geklop, horen en zien verging je.
De oudere mijnheer was, de deuren waren open immers, naar binnen gelopen en was kennelijk  het pad helemaal kwijt, hij had in ieder geval totaal niet door waar hij in beland was. Mijn gabbertje Mohammed, die met mij een kijkje stond te nemen, rende achter de mijnheer aan. "Mijnheer, mijnheer, wat komt U doen?' Het onsterfelijke antwoord van de mijnheer was: 'Goed dat ik U zie, mijnheer. Kunt U me vertellen waar ik de aardappelen kan vinden?' (Dat is, nog steeds, af en toe een grap tussen Mo en mij. Als we heel melig zijn, dan)
De dag daarvoor was mij iets dergelijks overkomen, toe ook een oudere mevrouw de entree was binnengewandeld, zoekend om zich heen had gekeken en mij vroeg waar de winkelwagens gebleven waren.
Maar goed, het is bijna weer zover. Het 'gonst' in de winkel. FM1 en FM2 zijn druk met voorbereidingen en logistieke afspraken en we denken allemaal zoveel mogelijk mee. (Schijnbaar leest FM1 mijn Blogs. Ik groette hem vanmorgen bij binnenkomst en met een grijns antwoordde hij: 'Ja, hier FM1.' Toch leuk.)
Het gonst in de winkel en er komen vreemden binnen. Ja, die komen er elke dag wel, gelukkig, nieuwe klanten, altijd welkom, maar nu komen er vreemden in mooie pakken, met aantekenblokken en met laser meetapparaten om hoogten en breedten en lengtes te meten. 'Piep', doet de lazer, goedkeurend knikt de man in het mooie pak en noteert iets. Of klakt met zijn tong en schrapt iets. Het zijn aardige mannen in die mooie pakken. Maar, het zijn bèta mannen, ja alleen maar mannen, tot nu toe, sorry dames, en bèta M/V zijn van de feiten en de cijfers en zo. Veel humor hebben ze niet, nu ja, die verbergen ze, denk ik. Misschien dat ze in hun kringen vreselijk kunnen lachen om een som als: 'Z3 - z2 = de wortel uit 71!'
Maar, toen een paar mijnheren in pakken met een grote tekening op mijn afdeling stonden en ik, lachend zei, dat k er wel tien meter diepvrieskasten bij wilde hebben, geintje!, keken ze serieus op de papieren en schudden het hoofd! 'Goh nee, dat zal niet gaan, zijn we bang voor, ik zie niets staan, hier.' Nou ja, er gaat wel eens een grap de mist in.
Maar ook de mannen in overalls zijn niet de grootste lachebekken hoor. Zo was er zo'n uitgedoste man bezig met een grote bouwtekening en een blauwe stift, en zat dingen te doen op die tekening. Momenteel is er een kleurplaten wedstrijd gaande in onze winkel, voor de Paashaas of zo, in ieder geval merk ik op tegen de man: 'Goh joh, wat een grote kleurplaat heb je, en maar een kleurstift!'
'He?' zei hij, 'nee, dit is een bouwtekening hoor, geen kleurplaat, En ik mag alleen maar met een blauwe stift tekenen.'




1 opmerking:

  1. Sommige mens en letten niet op. Mannen in pakken die er te glad uitzien, werken van hun bureau. En opzichters zijn meestal niet het vrolijkst, veel druk.

    groeten Huub

    BeantwoordenVerwijderen