donderdag 7 februari 2013

Over verzamelwoede en zo (1)

Ik vind eerlijk gezegd, dat je in Blogs of Tweets, of op (of is het in?) sociale media niemand mag beledigen of belachelijk mag maken. Althans, niemand persoonlijk, met naam of toenaam dus. Je mag instanties afkraken, zoals de belastingdienst, het openbaar vervoer, diverse ministeries en (al dan niet liefdadige) instellingen, maar personen zelf, nee, dat kan niet vind ik. Hoewel je ook moet uitkijken met het kritisch zijn tegenover die sociale media, hoor! Ik schreef ooit eens een boos bericht OVER Facebook, althans het moeilijke gebruik van spelling of zulks op dat Facebook en ik had een keur aan 'hatemails.'  Nee, zo erg was het ook niet, ik doe me nu belangrijker voor dan ik ben, maar in mijn onschuld had ik, ik was net onbezoldigd lid van die vereniging geworden en had het idee dat het een forum of platform was, waar je je ideeën of meningen kwijt kon in een groep gelijkgestemden, een dergelijk item geplaatst, maar MEN wees me er (vaak niet al te)  fijntjes op dat dat niet zo was. Wel heb ik, op een forum met gelijkgestemde zielen, mijn kritiek geuit op mensen uit mijn 'vorige leven' en dat naar aanleiding van de, ook hele kritische, berichten die ik van mijn gelijkgestemde zielen las over die mensen uit dat vorige leven. En dan alleen nog naar aanleiding van hun toenmalige gebrek aan, of totaal ontbreken van hun beleid, nu ja, dit is wat ingewikkeld.
Maar, terug komend op mijn beginzin, ik wil en zal dus niet iemand met naam en toenaam beledigen op deze media. Maar, toch moet er iets van mijn hart. Het gaat over mensen met verzamelwoede, nu ja geen mensen, meervoud, maar een specifiek mens. Namelijk een buurvrouw. Ze schijnt ooit verslaafd te zijn geweest, hebben we van vorige bewoonsters gehoord, ze is ooit getrouwd geweest met een mijnheer uit een land aan de boorden van de Middellandse zee, een land dat door onze Nederlandsche Bank, en dus door ons, zwaar wordt gesteund in de financiële perikelen en die mijnheer is ondertussen wel al overleden, nadat ze al een jaar of wat van hem gescheiden was. Ik kan wel vertellen dat die mijnheer door, zoals ik ook hoorde in het roddelcircuit, allerlei vreemde en niet natuurlijke oorzaken is overleden, maar dat zou wel speculatie mijnerzijds zijn.
Nu heeft deze buurvrouw, laat ik haar X. noemen, ook een verleden met oppeppende middelen, die, zover ik het gehoord en begrepen heb, bestaan uit het, via neus, mond of tandvlees, toedienen van een fijn wit poeder. Verder is ze nogal hyper. En dan bedoel ik niet haar ventilatie, hoor. (Men vertelde me, nee ik las het ergens, geloof ik, dat men dat poeder ook via de geslachtsdelen tot zich zou kunnen nemen, hetgeen dan zou resulteren in een, eh, in een, eh, nou ja, ik hou het kies, opwekkend en intens gevoel tijdens de daad, maar ik heb het nooit geprobeerd, eerlijk gezegd.)
Maar goed. E. en ik kwamen hier nu al weer zo'n tien jaar geleden wonen. Amstelveen, een geweldige woonplaats. Nog steeds overigens. We waren 'gevlucht', da's niet helemaal waar, we waren onder de druk van junks en criminelen, zo zeg ik het goed, verdreven uit een hele fijne en goed leefbare wijk in Amsterdam, Zuid Oost. Uit Holendrecht. We hadden daar twintig jaar met heel veel plezier gewoond, onze kinderen waren daar opgegroeid, naar school gegaan, we hadden vrienden/kennissen/buren en we hadden het leuk. Later had ik daar een tijdje mijn werk en dat was ook goed. Tot er een besluit kwam dat die saaie en nare Bijlmer hoogbouw moest verdwijnen. Nu ja, ik heb het allemaal al eerder verteld, in mijn Blogs en in mijn boeken. (Koop ze! Lees ze!) Die bewoners van die hoogbouw werden onder andere verkast naar onze wijk van HN'ers. (Hardwerkende Nederlanders, zegt Rutte, of is het Wilders?) Het resultaat was dat de criminaliteit toe sloeg. Voornamelijk door mensen die geboren waren op eilanden die iets ten noorden van het Zuid-Amerikaanse continent liggen, of mensen met een Nederlands paspoort die uit een voormalige kolonie in het noorden van dat continent stammen. Nou, is dit nu niet netjes gezegd?
Maar goed, eenmaal in Amstelveen woonden we prettig, gezellig en blij maar werden toen wel al, af en toe, geconfronteerd met de verzamelwoede van X. Aanvankelijk beperkte die zich tot haar woning, waarvan de deur vaak openstond en waarop E. en ik vaak een blik konden werpen als we, in de tijd van of na onze verhuizing, vaak even naar de zolderruimte boven de woningen moesten om spullen te halen dan wel te brengen. Later breidde die verzamelwoede zich uit, waarover later dus meer.
We wonen nog in zo'n portiekwoning die in de jaren vijftig werden gebouwd. Niet als reactie op de enorme woningnood, toen ze die vreselijke blokkendozen uit het eind van de jaren zestig en begin van de jaren zeventig zijn gaan bouwen, maar nog een degelijke woning van baksteen en met spouwmuren en zo. Vrij groot ook, ons huis, want in die tijd had je nog grote (ook Nederlandse) gezinnen. Zoals gezegd is het een portiekwoning, met een centrale hal en een traphuis naar boven. Aanvankelijk waren er zes woningen in het portiek gevestigd, maar de twee laagst gelegen woningen zijn, na een enorme bouwslag, veranderd in (ik mag wel zeggen) vrij exclusieve winkels, die er het hunne toe bijdragen om A'veen een beetje haar (onterechte) naam van 'chique' te bezorgen. Maar! Niets is minder waar! Amstelveen is niet 'chique' in de zin van 'kak', maar chique in de zin van: de menselijke maat is nog de norm. Moeilijke zin, die ik zal vertalen. E. en ik komen, rond de aanvaarding en bezichtiging van het huis met de tram terug en reizen richting Mokum. De tram is vol, de scholen zijn net uit en het is naar weer, dus veel scholieren bezetten alle stoeltjes. Dan stapt op een halte een ouder, echt ouder, echtpaar in, tachtigers, zo ongeveer. Zonder enige vorm van aansporing dan ook, staan er een diverse jongeren op, die, en dit is echt zo, spontaan hun zitplaats aan het senioren paar aanbieden. Wij, ondertussen al een beetje gehard door de veranderende normen en waarden van Holendrecht, zien dit stomverbaasd aan. De jeugd in Holendrecht steekt eerder een mes tussen je ribben en berooft je vervolgens, dan dat zij, luide muziek afspelend of wild gillend en overlast bezorgend, ook maar enige zitplaats af staan. Nee, ze hebben twee zitplaatsen per persoon nodig, een om te zitten en eentje om hun voeten op neer te leggen.
Voorbeeld twee, maar ik kan vijf Blogs vullen hoor, ik kom van het werk op de fiets. Ik fiets de stad in, op een fietspad, bevolkt met Amstelveense jeugd dat naar huis gaat. Jeugd fietst vijf breed op het fietspad, het zo moeilijk, haast onmogelijk makend, om te passeren. Ik minder vaart, roep: 'Pardon!' en jeugd gaat onmiddellijk plaats maken voor me, onder het uitroepen van: 'Sorry mijnheer, we zagen U niet aankomen, sorry!' Een laatste voorbeeld, ik stop echt, anders willen jullie met z'n allen naar Amstelveen komen: in winkels, op roltrappen, bij draaideuren, laat men hier elkaar voorgaan, houdt deuren even open of zegt: 'sorry', als zo'n deur toch dichtvalt of zulke zaken.
Al met al is het gewoon heerlijk wonen, hier. Maar: er is toch een smet op het bestaan! De verzamelende buurvrouw, dus. En wat die allemaal niet verzameld, dat, zegt men tegenwoordig, 'wil je niet weten'.
-later meer-





Geen opmerkingen:

Een reactie posten