zondag 3 februari 2013

De verbouwing is aanstaande

Jullie hebben al gelezen dat er op mijn ijs koude afdeling, de diepvries afdeling, vier van die koude kasten helemaal kapot waren? En dat de inhoud van die kasten over de resterende kasten of bakken verspreid waren, op een manier die weinig inzicht vertoonde? En dat ik daar niet blij over was? En dat ik dus maar moest woekeren met ruimte en plekken en dat ik moest oplossingen moest zoeken voor dit soort ruimte problemen en zo?
Gelukkig hielpen FM en Assistent FM wel hoor, door aan te geven dat ik moest woekeren met ruimte en oplossingen moest zoeken. Dat horende ademde ik zwaar in, maar niet ten gevolge van het roken van mijn Javaanse Jongens Tembago shaggie, toen ze dit zeiden. Ja, daar was ik me ook al van bewust. Ik moet ruimte maken of creëren, ja, Goh, ik ben niet helemaal achterlijk. Goed, ruimte maken dus. Nu heb ik in mijn 'eerste leven' zoals ik mijn 'carrière' bij de Koninklijke vaak betitel, ja de Koninklijke Marine, daar heb ik tweeëndertig jaar bij gediend maar dat schreef ik al, misschien tot vervelens toe, wel geleerd om zuinig om te gaan met ruimte. Voor het opbergen van je 'barang', da's een Indonesisch woord, wat zoveel betekent als; je spullen, had je op de Onderzeebootjagers vaak maar 1 'plunjekastje', dat ongeveer 20 bij 20 bij 30 centimeter was en waarin dan de inhoud van 2 volle plunjezakken moest gestouwd worden. Ja, je overjas, een palatot, heette dat ding en die woog een kilo of dertig of zo, kon je dan in een gemeenschappelijke ruimte hangen, maar je moest ook je burger kleding nog eens kwijt zien te raken. Kortom, een heel gedoe. Nu hadden wij het, wij van de bovenwatervloot, nog heel ruim in tegenstelling tot onze collegae die op de onderzeeboten dienden. Die mannen hadden ook wel zo'n plunjekastje, maar die was ongeveer de helft van die, die wij op de 'apenkano's' zoals de mannen van de onderwatervloot onze prachtige grijze schepen betitelden,hadden.Verder sliepen we, op die jagers, met een man of zestig in een slaapverblijf die de omvang had van de schuur waar ik nu drie fietsen in kwijt kan. Je sliep vier hoog, onder elkaar en het gezegde ging bij ons, dat als je een erectie had, je bovenbuurman zich aangerand voelde. De jongens van die onderzeeboten deelden hun bedden (tampatjes, ook Indonesisch) dat wil zeggen, als maat A opstond, schoof maat B zijn bed in, zonder het beddengoed te verschonen, overigens.
Aan het einde van mijn loopbaan diende ik nog een aantal jaren bij het Korps Mariniers en daar kreeg ik mijn 'huis op mijn rug' uitgereikt. Ik heb daar meer over geschreven in mijn boek Ter land, ter zee en op de fiets, overigens. In een rugzak, een Burgan, heette dat geloof ik, moest je je hele uitrusting dragen voor het verblijf in warme dan wel koude of gematigde streken. Zo'n Burgan woog dan wel 35 kilo of zoiets.
Maar goed, woekeren met ruimte is dus een tweede natuur geworden ongeveer.Dus ging ik afgelopen vrijdag maar eens passen en meten en meten en passen, trok hier verpakkingen vandaan die ik daar dan weer kwijt kon, zette pakken rechtop, die eerst op hun zijkant stonden, legde dingen plat en andere dingen op hun zij en, tussen al die wisselliggingen door kwam er ruimte in mijn grote bak.FM of Ass FM, )oké, ik blijf in gebreke, maar het verhaal over hen hoor je, ik beloof het je toch), hadden ondertussen prachtige A 4 tjes getikt met een tekst als: "Deze kasten zijn defect en gedurende de volgden weken vind U de goederen uit deze kasten in de groet diepvriesbak ACHTER U." Nou, hoe duidelijk kan je zijn? Ik bedoel: de lift in je flat is kapot. Er hangt dus een briefje: Lift defect, een ander voorbeeld, eh, de A 10 is afgesloten, er staat of hangt dus een bord: Weg afgesloten, alternatieve route is via.., Of: je trein of tram komt niet en er wordt dus omgeroepen, nee, da's een slecht voorbeeld, want dat gebeurt nooit. Even kijken, oh ja, je staat rood en je pinautomaat geeft aan: geen saldo beschikbaar, ik noem maar een paar ongenoegens  van het leven, nou, hoe moeilijk kunnen die mededelingen zijn? Je leest ze , en je wordt, in het geval van de lift pissig, k.. trappen lopen dus, in het geval van de A 10 wordt je nerveus, God dat sollicitatiegesprek dat ik over tien minuten heb, en nu? De tram of trein, nou ja, dat ben je al gewend, dus je reageert verder niet, je ademt toch ook zo veel maal per minuut en daar reageer je ook niet op, en je negatieve saldo verwijt je je echtgenote of andersoortige partner, want zelf geef je nooit te veel uit, toch?
Maar een A 4, kleur wit met lettertype Times Roman zwart, puntgrootte 18, dat zegt dat er vrieskasten defect zijn, nee, dat bestaat niet, dat is niet te lezen. Dus trek je als klant de glazen deuren van de kasten open en kijk je naar lege stellingen. Dus gooi je, na de negatief uitgevallen inspectie van dezelve planken, als klant die deuren boos dicht, wendt je tot de arme, kleumende en met ijs bedekte handschoenen dragende vakkenvuller van de vriesafdeling en zegt op barse toon: 'Waar zijn de bitterballen? Waar zijn de Mora kroketten, God, jullie kunnen ook niets goed vullen hé? Dit is de derde dag achter elkaar al, dat die kast leeg is!' De arme vakkenvuller in kwestie, een man van tegen de zestig die er, ondanks zijn kalende hoofd en zijn (nog) resterende grijze haardos nog steeds een jeugdige en vitale uitstraling heeft en aan wie George Clooney wel eens een jaloerse mail heeft geschreven hoe het nu kan dat hij zo'n jeugdig toonbeeld van de mensheid is, zucht berustend. Dit is de zoveelste vraag over dat onderwerp. Hij kalmeert je, als boze klant, neemt je, geestelijk, bij de hand en wijst op de voorraad die elders is opgeslagen en legt op een hele vriendelijke toon uit wat waar ligt en waarom dat zo is. Ook zegt de sympathieke en charmante, wat oudere man, dat de verbouwing van de VOMAR aanstaande is, 'Nog een weekje of vier", zegt hij geruststellend, zoals een wijze grootouder tegen een kleinkind.  'Oh, sorry', zeg jij als klant wat schaapachtig, 'ik dacht als, die VOMAR is altijd zo goed gevuld, ik dacht al..' Klant af, vakkenvuller, de wijsheid van zijn jaren betrachtend mompelt dan: 'Denken moet je aan een paard overlaten, die hebben veel grotere hoofden.'
Die avond is betreffende vakkenvuller terug in de boezem van zijn gezin, dat nu alleen nog maar bestaat uit E. De kinderen die uit hun nog steeds harmonische en actieve (op meerdere fronten) huwelijk stammen zijn volwassen en de deur uit, studeren, werken, verwekken kleinkinderen en bouwen aan carrières en dat soort zaken. Zijn gezin bezoekt/belt/mailt/faceboekt/semaphoord/faxt het ouderpaar  nog heel regelmatig en naar volle tevredenheid en vakkenvuller en zijn E. hebben helemaal geen last van het zogenaamde 'verlaten nest' syndroom.
Rond negen uur 's avonds gaat V., die net zijn boek: Madame Bovary heeft weggelegd, wat een heerlijk boek, heeft hij zijn E. toegevoegd, zijn pc opstarten en checkt zijn E-mail. Hij leest de mail van George C. en antwoordt de wat jaloerse acteur: Dear George, het succes is: een regelmatig leven. Ik drink, ik rook, ik fiets schrijf en lees, maar, ik drink geen Nespresso.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten