donderdag 11 september 2014

Clive, de "Z" man! (deel 1)

Ik kwam vanmorgen voor het eerst weer eens op het werk, na een wel zeer welverdiende vakantie en ja, het was gaaf en leuk, bedankt. In de loop van de werkdag zette ik, zoals altijd, de nodige zooi buiten en opeens viel het me op! He, geen 'Z" verkoper. En: hè, ook al een tijd niet meer gezien, eigenlijk. Wie van jullie, geliefde lezers, weet nog wat dat was, de Z krant en de verkopers daarvan? Tot, iets geleden dan, ik weet het echt niet meer tot wanneer, vond je op iedere straathoek of in ieder geval bij elke ingang van een openbare gelegenheid, supers, bibliotheken, musea, ik noem maar wat op, van die vaak sjofel geklede mensen, die vaak ook nog eens uit andere landen dan de onze kwamen, die een blaadje van een bladzij of tweeëndertig, op gerecycled papier en op A4 formaat, stonden te verkopen. Over het algemeen waren het dak- of thuislozen, die zo een centje bijverdienden, naast hun uitkering. Dat blaadje kostte een euro vijftig en dat was een slimme marketing strategie. De 50 cent munten die je vaak, hetzij in je winkelkar of in je broekzak, jas- of vestzakje van dames, hebt, gebruik je voor je boodschappen kar bij die super. Vaak heb je wel een twee euromunt op zak, dan koop je zo'n blaadje en dan zeg je: 'Hier en laat maar zitten!' en vaak geef je de man/vrouw die dat ding verkoopt, het retour geld van dat karretje, zonder dus een krantje te kopen.
In het blaadje stonden veel artikelen die door socio- en plano- en psycho- en andere -logen waren geschreven om aan te geven waarom we het blaadje moesten aanschaffen en waarom het zo sneu was dat die mensen zo moesten leven. Maar! Ja, een maar! Ik kom er later op terug. Het is inderdaad waar dat heel veel van die verkopers, door allerlei trieste omstandigheden in een dergelijk tragisch lot waren beland. Ook in het zogenaamde "poepchique" Amstelveen, was er minimeus een Z krant verkoopster. Die stond dan aan de ingang van mijn lokale 'blauwe' winkel, op de hoek met de Bijenkorf en de "Nespreso store", ja dat soort toko's dus, haar blad te verkopen. Ik kocht het heel regelmatig. Vaak maakte ik dan een praatje, hetgeen ingewikkeld was, omdat zij, naar de klanken van haar spraak te oordelen, uit de Balkan of zo kwam. Maar we konden het wel vinden, zoals het heet. Ze zag er niet uit, als ik eerlijk ben. Grauw en grijs en met afgedragen kleding en ik had wel medelijden met haar. (Merken jullie hoe angstvallig ik de woorden "best wel" probeer te vermijden? Ik heb der een hekel aan, zeg) Op een dag, ze had een nieuwe editie in de hand, wenkte ze me. 'Koeme kaike, moete lese!' sprak ze. Ik nam het blad, gaf haar twee euro en wilde mijns weegs gaan, zoals dat hee, terwijl ik het blad afwimpelde, ik had vier bibliotheek boeken onder mijn arm en de kassabon van de Appie, dus genoeg te lezen, maar ze pakte mijn arm en zei: 'Moete kaike, nou, kaike.' Ze was aardig geagiteerd, dus nam ik maar even de tijd en ze sloeg het blad open. Er stond een aardige serie foto's in, ik ben niet zo een kenner van de fotografische kunst, maar dit waren fraaie portretten van een landschap dat me vaag bekend voorkwam. Ik keek en deed en was ook bewonderend en ze liet me een naam zien in het colofon van het blad. Ik zal die niet citeren, hoor, het was een teveel Oostblok naam, met z's en x'en en tz's en zo. 'Iesse iek, zijne mijne foto's', sprak ze met trots.
Dus luisterde ik naar haar, half Duits/half Engels/half Servisch, want daar kwam ze vandaan bleek, verhaal. Ze was afkomstig uit Servië, had daar die vreselijke oorlog meegemaakt, was gevlucht, had man en kinderen verloren, geen idee waar en/of waaraan en had haar werk, ze was beroepsfotografe geweest,  weer opgepakt in Albanië. Daarom kwamen die landschappen en die steden me ook zo verrot bekend voor, begreep ik opeens, ik was daar ooit geweest met onze grijze schoorsteenlijn, de KM dan, (via de VN) om daar mee te helpen aan het bestendigen van de vrede die er toen niet kwam en waarschijnlijk nooit zou komen in dat gebied.
Dus ja, ik keek wat, nu ja, wat? Ik keek wel heel anders naar haar. Een week of wat later was ze opeens verdwenen. Je weet hoe zulks gaat, nietwaar? Je denkt, Goh, ik ga navraag doen of ik zoek eens op andere plekken maar dan opeens ben je weer zoals je was: druk, druk, druk, met gezin en werk en places to see en people to go en zoeken naar anderen is even op de kleinste pit beland. 
 
De meeste mensen die dit Blog ooit/nooit lezen hebben waarschijnlijk geen idee meer wie "Clive" was en toch had hij, in de wijk, enige bekendheid en later in de 'lokale' krant, Het Parool. Dat kwam overigens pas na zijn dood, toen Aaf Brand Corstius, de dochter van, een column aan hem besteedde. Clive was due een verkoper van de "Z" krant,die dat blad bij ons voor de deur van De Keten uitventte. Clive was een vreemde vreemdeling, bleek.
En daar gaat die andere Blog over!
=Later meer over hem: "It's not the cough, that etc", "Can U lend me a tenner, me mom's ill, etc=
 

1 opmerking:

  1. Ahh moi Lucas.

    Jij bedoeld die economische vluchtelingen uit het Balkanse. Nou bij ons in Assen had 1 gezin het verkoop imperium. Daar kwam zoveel binnen dat ze 2x per jaar op vakantie gingen "in een Mercedes uit de duurdere klasse " op advies van de gemeentelijke socialedienst zijn ze toen maar verwijderd uit de provincie en aan gemeld bij de IND. Daarna nooit meer iets gehoord. Ik gaf altijd wat aan dat soort zielige mensen maar daar dus behoorlijk van genezen.

    tot zains mien jong . Grouten oet Assen

    BeantwoordenVerwijderen