donderdag 25 februari 2016

Een afscheid, jolijt en herdenken.




Image

Vanmiddag heeft een goede maat van ons, van ons is het trouwe en exclusieve clubje Brothers In Arms van de R en P, afscheid genomen van een werkplek waar hij al dik dertig jaar werkte. (Vat dat Brothers overigens niet te letterlijk op, hoor. Er is ook een hele appetijtelijke dame bij, toepasselijk 'La Dame' genoemd, die gewoon tot de mannen wordt gerekend en een kreet waar ze helemaal mee door de deur kan, zeg maar.) Hij, het gewaardeerde medelid, diende, vooral in het begin met plezier bij zijn werkgever. Maar later, door allerlei veranderingen in de leiding, die niet ten goede kwamen van het bedrijf waar hij werkte, werd het werkplezier steeds minder. Nu ja, de naam van het bedrijf waar hij werkte is KM en de doelstelling daarvan is, om zonder winstbejag, in samenwerking met andere maritieme bedrijven, de zeeën veilig te houden van allerlei gespuis en dat soort zaken. (hierboven zie je overigens het hoofdkwartier van de RenP afgebeeld.) 
Wij, die tijd hadden en/of een dienst geruild hadden, togen natuurlijk naar dat afscheid, hetwelk op een fraai gelegen plek in de voormalige MKAD, de Marine Kazerne Amsterdam, werd gehouden. Fraai, want het was in de vroegere Gouden Bal, ofwel het verblijf van de Onderofficieren. Fraai, want de ligging van het stukje KM in Mokum is waarlijk uniek te noemen, door het uitzicht dat men vanaf deze plek heeft op de drukte en de fraaie panden van de stad. Fraai, want, in het oudste deel van de kazerne heerst nog de rust van de zeventiende eeuw, lijkt het haast wel.
Het was gezellig. De delegatie die was uitgezonden, niet iedereen had tijd, er werken nog velen van ons, verzamelden rond 1500 en wandelden, genietend van het flauwe bijna-voorjaarszonnetje, naar de, voor velen van ons, zo bekende locatie. De feestvierdert, M., stond ons al op te wachten, leek het. Het werd een leuke en genoeglijke middag waarbij het niet ontbrak aan versnaperingen in vloeibare of vaste vorm. Maar er waren vooral de prettige ontmoetingen met mensen die een beetje van mijn radar waren gegleden de laatste jaren. Oh ja, ik weet dat de sociale media veel goedmaken, maar een beriggie op Feestneuzen boek is toch wat anders dan dat je elkaar weer eens echt ziet, face-a-face. Zo zag ik mijn vriendin W., echtgenote van M., weer eens en ja, wij hadden samen het nodige meegemaakt. Doordat we "samen gevaren" gevaren hadden, zoals dat heet in jargon. Ik leerde W. toen kennen als een goede vakvrouw, een no-nonsense meid en iemand waar je heel veel mee kon lachen. (Ze bezit alle kwaliteiten nog, hoor.) Ook S. zag ik weer. Zij maakte overigens de fraaie foto op mijn Fb pagina, waarvoor dank, S. Ook al zo een bevlogen vakvrouw die het helemaal gaat maken, maar ook al zo een no-nonsense type. "Aanpakken en geen gedoe", zou haar parool kunnen zijn. Leuk mens, waar ik later nog wel eens een anekedote over vertel, ja anekdote, ok, gebbetje. Ook R., een Curaçaose arts was er. R., een goede en bevlogen dokter en ja, ook no-nonsense en dus ja, helemaal in mijn straatje. Een man met een aanstekelijke lach! Geen spat veranderd. C., ook niet, trouwens. C. was/is fysiotherapeut, toen en nog en een man met gauwe klauwe! Maar ook, zie boven. Ik groette en ontmoette, nu ja, net andersom geloof ik, die en die en schudde handen en "weet je nog"? J., zag ik weer eens, een heerlijk spontaan mens, die me aan een geliefde schoonzuster doet denken. Dus nee, der was weer helemaal nada, niks, noppes mis met deze middag. Niets? Niets. Nu ja, het ontbreken van nog wat van de R en P maten, natuurlijk, maar verder, helemaal niente.
Ik ging wat eerder weg, rond vijf uur, we kregen nog bezoek die avond.
Ik ben dan wel een fietser, maar een lekkere en stevige wandeling ga ik niet uit de weg, zie mijn Vierdaagse kruisje. (Ook bezit ik, naast een redelijk aantal door Hare Majesteit toegekende medallies, het Elfstedenkruis, dus, ja ik beweeg wel hoor.) Nu had ik die middag al vanaf het Leidseplein naar CS gewandeld, wat gesnuffeld in een boekenwinkel en daarna naar de MKAD getippeld, na afloop van de receptie wilde ik als voetpadder, naar de metro lopen op het Waterlooplein. Ik wist dat de herdenking van de Februaristaking die middag plaatsvond en ik vond het, sentimenteel, misschien, gepast om ook even langs te trekken. (Der huist Joods bloed in d'aderen, zeg maar.)
Jullie zijn vandaag misschien al dood gegooid met die herdenking, maar nog even dit: het is, bij mijn weten, de eerste keer ooit geweest dat een stad, nu ja een heel land bijna, want het was haast een landelijke staking geworden, in opstand kwam tegen de vervolging van Joodse medemensen of medeburgers of medelandgenoten, zo je wilt. Is daar uiteindelijk de verbondenheid van ons land met de staat Israël uit voortgekomen? Ik weet het niet. Nee, ik ben absoluut niet kritiekloos tegen over die staat, begrijp me goed. Dat land heeft ook haar fouten en doet dingen die natuurlijk niet helemaal correct zijn. Maar, ik zie welke haat er tegen de Joden is, nee niet alleen toen, maar het steekt weer, meer en meer de kop op. Niet alleen bij onze niet/nooit, of na jaren, nog steeds niet geëmancipeerde medelanders, die een totaal ander geloof voorstaan, waar vrouwen geen rechten hebben, behalve het recht om aangevallen en erger te worden, die de Joden haten. Maar ook hoor en zie ik de achterlijke uitingen en kreten en sis geluiden die er in voetbal stadions worden gebezigd. Dus ja, antisemitisme is niet alleen van ooit, het is van alledag! Helaas.
Gelukkig zag het zwart van de mensen op het J.D. Meijerplein. Niet alleen ouderen, gelukkig, ook veel jeugd. Gelukkig! Het verleden leeft nog!   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten