zaterdag 4 maart 2017

Over steden in gedichten

Ik begrijp best dat jullie, lieve lezers, helemaal niet zitten te wachten:
op berichten 
over gedichten, 
in het oud en in het heden, 
over steden!
(Paco Saul)


Toch ga ik het doen en ja, dan lees je het maar niet, maakt me niet uit. Een beetje cultuur mag af en toe wel eens in mijn stukkies, vind ik. Ik doe het ook een beetje om het rare onbegrip tussen diverse steden, nu ja, tussen 010 en 020, wat aan te pakken.
Hoe kom je op dat dwaze idee dat je met dat stukje die sfeer zou kunnen verbeteren? Simpel. Ik lees graag gedichten, poëzie, segt maar, en dan vooral NL poëzie. Mijn lievelingsgedicht is dat van Van Eijck: De tuinman en de dood. Omdat het over het leven en de lotsbestemming gaat. Een tuinman stond op een gegeven dag de rozen van zijn 'meester' te snoeien en zag achter zich de dood staan. Hij vluchtte naar de stad Isfahan, maar de dood kwam hem toch achterhalen. ("Waarom heeft u mijn tuinman met de dood gedreigd?" "Ik was verrast dat ik hier nog aan het werk zag staan die ik 's avonds halen moest in Isfahan." vroeg de meester aan de dood en dat kreeg hij ten antwoord.) Goh, ik kan het gedicht nog letterlijk opzeggen. (Geleerd op de Mulo, in de derde klas of zo. De middelbare scholen van toen deden nog aan literatuur- en leesonderwijs. Ik wilde dat dat weer terugkwam. Een begin wordt gemaakt. Als het aan Buma ligt moeten alle kinderen, elke dag, staande, het Wilhelmus weer zingen. Dat ze het volkslied moeten leren vind ik oké, maar om der nu Amerikaanse toestanden van te maken? Daar zijn we weer te nuchter voor.)
Een ander gedicht, nee, een fragment van een gedicht is van de Vlaamse dichter/schrijver Willem Elsschot (A. de Ridder) waarin hij zegt: "Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.." Dat vind ik van een fraaiheid! Ook een mooie beginzin van Elsschot is: "De aarde is niet uit haar baan gedreven toen uw hartje stil bleef staan, de sterren zijn niet uitgegaan en het huis is overeind gebleven", dit naar aanleiding van de dood van een nichtje. Maar ook weer treffend.
Ja ontroerende regels, allemaal. Vondel had natuurlijk ook van dat soort gedichten. Hebben jullie op school nog over "Constantijntje, Cherubijntje, zalig keindje van omhoog" gelezen? Nou, da's een echte tearjerker, hoor.
Maar goed, der benne ook veel gedichten gemaakt over onze steden en landschappen. Bijvoorbeeld over Rotje... ja, ik krijg het niet uit mijn tikmachine. Nee, flauwekul, natuurlijk! 
Er is een heel mooi gedicht van ene Jan Prins.(1876-1948, een oud KM officier, overigens.)
Te Rotterdam ben ik geboren
onder den adem van de Maas
en liep ik, met mijne eigens stilte,
temidden van het straatgeraas
van zwaarbespannen sleperswagens
ben ik er passagier geweest
door heel de stad heb ik gezworven
maar aan de kaden toch het meest.

Kijk en dat vind ik dus een fraaie en sprekend gedicht, over onze eerste en grootste havenstad.
Ook over 020 zijn natuurlijk gedichten verschenen en liederen gezongen. Zoals: "Bij ons in de Jordaan" met een strofe als "hela, hola, houdt er de moed maar in." Tja, wat mot je der mee.Wel heel erg mooi is natuurlijk het lied: "Aan de Amsterdamse grachten", gecomponeerd door Pieter Goemans. De man overleed in 2000 en heeft zijn as laten uitstrooien in de Prinsengracht. Ik schrijf een regeltje tekst:
Aan de Amsterdamse Grachten
heb ik heel m'n hart voor altijd verpand
Amsterdam vult mijn gedachten
als de mooiste stad in ons land
Al die Amsterdamse mensen
al die lichtjes 's avonds laat op 't plein
niemand kan zich beter wensen
dan een Amsterdammer te zijn
couplet:
Er staat een huis aan de gracht, in oud
Amsterdam
waar ik als jochie van acht bij grootmoeder kwam
Nu zit een vreemde meneer in 't kamertje voor
En ook die heerlijke zolder werd tot kantoor
Alleen de bomen, dromen, hoog boven 't verkeer
En over 't water, gaat er, een bootje net als weleer.


Geef toe, lieve lezer(es) dat het veel romantischer is dan het stoere Rotj...... (k.. toetsenbord!) lied. Rotterdam gaat over werken, over rumoer en over handel en verkeer. Mokum gaat over woorden, chique, gebabbel, romantiek, grachtengordel gedoe. Maar juist daarin ligt de kracht van die beide steden! 
Stop nu eens met het gedoe om onderscheid te maken tussen die twee steden, waar ik me, daar ben ik me bewust van, ook aan bezondig. Ik hou van Rotterdam, ik vind het een heerlijke en bruisende stad met een fantastische haven en gewoon leuke mensen, fijn no nonsens volk. (Ik geef een voorbeeld: De Ballentent!) Amsterdam is dan wat frivoler, maar ook in die stad wordt hard gewerkt. De haven is kleiner, maar de stad is ook bruisend en heeft fraaie dingen om te laten zien. Ja, bewoners met grote smoelen, die denken dat ze allemaal ons lieve heer zijn. Ik geef het toe.
Maar: wat denk je van Auh, auh Den Haag, mooie stad achter de duinen? Fraai toch? En ja, over Utereg zijn natuurlijk ook fraaie liederen gezongen net als over Groningen en zo. Maar helaas: der zijn maar twee echte steden in ons land, beiden voornoemd. 
Soit, het zij zo. 
Mochten jullie nog fraaie liederen kennen dan houd ik me aanbevolen, hoor!

P.S. Het fraaiste lied over een stad gaat over een dorp. "Langs het tuinpad van mijn vader" heet het. Het gaat over Deurne, werd uit het Frans vertaald door de partner van Wim Sonneveld, Friso Wiegersma en gaat over: ja, eh, het tuinpad van zijn vader. Dat tuinpad bestaat echt, nog steeds, de bomen ook en zo. Ik ben het, een jaren of wat geleden al, afgelopen, met de racefiets aan de hand. Ik moet zeggen dat het een ontroerend moment was. 
(Of ben ik nu een softie?)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten