woensdag 26 juni 2013

Op de fiets naar het werk, deel 1

Het was 2009. Hij leest in een aankondiging van zijn bedrijf dat de directie van de supermarkt keten waar hij bij in dienst is, een 'fietsenplan' heeft. De directie gaat, in overleg met een of ander ministerie, dat van financiën, waarschijnlijk, of misschien wel meerder ministeries, dat komt niet zo duidelijk naar voren uit de mededeling op het publicatiebord, mensen stimuleren om met de fiets naar het werk te komen. Dat is beter voor de werknemers en voor het milieu en kost minder kilometervergoeding voor de baas. 

Eindelijk wordt het dan weer eens zomer. Nu ja, eindelijk? Het is potverdikke eind juni. Het mag ook wel eens. De winter was lang en koud en ging met vrij veel sneeuwval gepaard. Die winter duurde tot bijna in april! Geen weer om er lekker op de fiets naar je werk te gaan. Wel met de auto natuurlijk, dat was nu eigenlijk wel het aangewezen vervoermiddel. Maar ja, glibberige wegen, vaak files en zo en daardoor oponthoud, nu ja, daar was ook niet veel aan. Bovendien koste hem het een smak geld, iedere keer. Af en toe ging hij wel eens met het openbaar vervoer, maar dat was nu ook helemaal niet zijn ding. Je moest lang wachten vaak op zo'n winderig en nat perron, waar je dan toch nog blootstond aan natte sneeuw of andere neerslag. En dan stapte je in en dan moest je met zo'n chipkaart voor zo'n klein kastje gaan bewegen. Vaak deden die kleine kastjes het niet eens en dan zat je toch wel zwart te rijden. Niet dat er, op het tijdstip dat hij het openbaar vervoer nam, controleurs instapten, hoor. Nee, die mensen van de controle waren natuurlijk ambtenaren en die begonnen pas na achten met hun werkdag. Nou, dan had hij er al twee uur hard werken er op zitten in zijn winkel.
Maar, doordat het OV pas ging rijden, nadat het tijdstip waarop hij al had aangevangen had moeten zijn met zijn werk, kwam hij dus vaak een half uur later binnen. Dat compenseerde hij dan wel, door geen pauzes te nemen, zodat hij toch weer op tijd thuis was, 's middags. Maar lekker voelde hij zich er niet bij. Hij had een beetje het idee dat hij zo wel tijd stal van zijn baas. Dat was hij van huis uit niet gewend.

Zijn ouders hadden hem altijd ingeprent dat op tijd komen niet genoeg was, vijf minuten vroeger, dat begon er op te lijken. Zijn pa, een hardwerkende molenaar, had een lijfspreuk: 'te laat, de ergste woorden die ik ken!' en daar hield hij zich dan ook aan. Zijn pa had altijd vroeg de molen open. Later werd dat een een fabriekje van veevoeder, maar altijd op tijd open. Ook hij hield zich strikt aan de tijdstippen die hij met mensen afsprak. Dat had hij zo geleerd en dat was prettig. Dan wist je waar je aan toe was.
Hij had wel een andere weg gekozen dan om in de zaak van zijn pa te gaan. Daar werkte zijn oudere broer ook al, immers. Hij kon goed met zijn ouwe en zijn broer overweg, daar niet van, maar hij begreep wel dat ;ie altijd de jongste zou blijven, in die firma en het minste te zeggen zou hebben en dat 'em altijd zou worden beschouwd als: de jonge man.
Nee, hij koos voor een andere job en een andere carrière. Hij deed nogal wat omzwervingen in zijn leven en reisde veel voor zijn vak en uiteindelijk settelde hij zich. Na jaren stopte hij met die carrière. Op wat latere leeftijd ging hij in dienst van een supermarkt. Niet echt voor de uitdaging, dacht hij aanvankelijk, maar na een tijdje bleek dat die uitdaging wel op zijn pad kwam. Aanvankelijk deed hij wat er van hem verwacht werd als vakkenvuller, namelijk: het vullen van vakken. Lekker simpel, niet nadenken en vooral: geen verantwoordelijkheden en geen vergaderingen. Die had hij, gedurende zijn werk, geleerd te haten als de P... Maar ja, zoals dingen gaan, zoals Ein Jungfrau zu Kind kommt, zoals de Duitsers zeggen, zo was het met zijn werk ook gegaan. Heel langzaam kwamen er dingen op hem af. Dingen die door collegae niet gedaan werden. Misschien interesseerden die dingen hen niet of vonden ze het vervelend om te doen of waren ze er te lui voor. Bepaalde verantwoordelijkheden die ze niet namen of zaken die ze niet uitvoerden.
Uit zich zelf ging hij er dus wat dingen bij doen. Onopvallend, dacht hij, althans hij werd niet geprezen door zijn chefs, dacht hij. Aanvankelijk deed hij alle diensten: ochtend, middag en avond en vooral de laatste twee vielen hem zwaar. Hij was een ochtendmens en voelde zich als een vis in het water als hij om zes uur in de ochtend in een bijna volledig lege winkel al aan het werk was. Als zijn afdeling 'verkoop gereed' zoals het hoofdkantoor schreef, om acht uur, als de winkel openging, er als een paradepaardje bij lag, gaf hem een enorme kick. Wat dan weer vreemd was, dacht hij, spotlachend in zich zelf. Hij had zo vaak, aan zoveel mensen, uit zoveel verschillende culturen leiding gegeven, die het met het presenteren van hun afdelingen of het op tijd aanwezig zijn, niet zo nauwkeurig namen, dat hij een beetje bang was dat hij ook met dat nare virus besmet zou zijn. Hij had dat dan een beetje aangezien, had wat afstand genomen en de chef van die mensen iets later eens apart genomen en hem of haar erop gewezen dat zijn manier van zaken doen en van presenteren ook hun standaard zou moeten zijn.
Die mensen hadden dan wat gegromd en 'gegriept', maar hadden dan uiteindelijk wel bakzeil gehaald en zo goed en kwaad als het ging, zijn inzichten overgebracht. Ze hadden gezien dat de standaard die hij met zijn mensen had behaald eigenlijk wel heel erg veel vruchten afwierp. Zo, met die inzichten en met die ethiek was hij dan uiteindelijk in de Super terecht gekomen.
Uiteindelijk had zijn toenmalige chef, hem gevraagd of hij de ochtenden wilde werken en zo toezicht wilde houden op het lossen en laden. Grif had hij ingestemd. Heerlijk, op tijd thuis en ruimte voor zijn gezin en zijn passies.
Hij pikte de mededeling over het 'fietsenplan' van het bord en liep er mee naar de rookruimte. Hij stak op, inhaleerde diep en schoot in een hoestkramp. F... it, k.. shag, stop met roken, man! dacht hij, maar las ondertussen de bekendmaking van het hoofdkantoor. Voor 750 euro een fiets van de baas, die die fiets in zoveel jaar via zijn vakantie uren terug zou halen op zijn salaris? Geen benzinekosten meer, geen gedoe meer met zwartrijden of chipkaarten? Even over nadenken, maar ja, wat een idee, zeg!


1 opmerking:

  1. Moi Lucas.
    WAt een mooi verhaal weer. Tja werk ethos is altijd voor de baas aanwezig zijn, koffie klaar en aan het werk. Niet lullen maar poetsen. Maar als je het werk ziet wordt er vanzelf meer van je gevraagd. Zo
    krijg je steeds meer zaakjes erbij en uiteindelijk sta je bij iedere vergadering je mannetje. Dan komt je nuchtere blik goed van pas (noordeling) en daar kan de KETEN zijn voordeel mee doen. Go on Lucas nog even en de keten luisterd naar een ouwe stip.

    Groet'n Huub

    BeantwoordenVerwijderen