vrijdag 28 juni 2013

Op de fiets van de zaak/naar het werk 2

Hij neemt het bericht mee naar huis en gaat 's middags wat zitten rekenen en puzzelen. Zijn meisje is verdiept in een Belgische soap, Thuis. Hij kijkt daar ook wel eens naar, maar ja, echte kerels kijken niet naar soap series natuurlijk. Zijn rekenmachientje en z'n kladblok vol notities maken het duidelijk. Die zeven en een half honderd euro worden dan weer van zijn salaris afgetrokken, van het bruto gedeelte in ieder geval en dat over een periode van tien maanden. Maar op de een of andere manier kan hij dat dan weer claimen via de belasting. En, als hij nou eens zijn teveel aan vakantiedagen uit laat betalen? Hij krijgt die dagen toch niet op. Dan is het verschil gauw nihil en heeft hij dus bijna voor helemaal nop een helemaal nieuwe fiets! En kan hij er zelfs nog wat regenkleding bij aanschaffen.
De volgende dag laat hij het inschrijfpakket via Chris, zijn filiaalmanager bestellen en enkele dagen later heeft hij de vragenlijst ingevuld. Dat is allemaal heel eenvoudig. Hij moet aangeven hoeveel kilometer per dag hij aflegt van huis naar werk en dat mag niet meer dan vijftien zijn, enkele reis. Dat gaat van postcode naar postcode, maar in het rekenboekje dat er  bij geleverd is, ziet hij dat hij ruim aan die afstand komt. Nou, dat klopt, hij woont een kilometer of twaalf verderop, in een buurstad. En ja, hij is voor vast in dienst, dat ook en hij blijft zeker nog een jaar of wat in dienst. Ja, wat moet je anders, op zijn leeftijd? Er zijn geen banen voor het opscheppen meer, tegenwoordig. Sofinummer, hoe? Burgerlijk service nummer? Nu ja, dat heeft hij ook. Het pakket dichtvouwen en meegeven aan de interne post en: verdulleme, binnen een week heeft hij toestemming. Op naar de fietsenzaak. In een bijgesloten lijst vindt hij de zaken in zijn stad die meedoen aan dat plan. Sterk, een van die zaken ligt bij hem in de straat. De deal is gauw gesloten. Een capabele fietsenverkoper raad hem voor dat soort werk een zo en zo fiets aan en een week later belt de firma. 'Mijnheer, uw fiets staat gereed.'
Zijn 'meisje', zoals hij zijn vrouw nog steeds liefkozend noemt, is ook blij met zijn initiatief, want ze knijpt hem vaak wat plagerig in zijn buikje. 'Een goede haan is niet vet, schat', zegt ze dan plagerig, maar, beweert hij: 'Goed gereedschap hangt onder een afdakje.' En een paar dagen later fietst hij, trots als een pauw, maar ook vrij snel buiten adem, zijn eerste rondje door en langs de niet al te grote stad waar hij woont. Verrek, wat is dit leuk, denkt hij. Moet je kijken wat een leuke planten staan daar langs de weg en wat zien die bermen er fraai uit. Kijk dan, een roofvogel in het weiland. Een buizerd? Een sperwer? Konijntjes wippen, hij grinnikt om de woordspeling die in zijn hoofd opkomt, in de weilanden en, als hij terug fietst langs de rivier ziet hij dat de schippers van de pleziervaartuigen naar hem kijken en vriendelijk hun hand ter groet opsteken. Ook valt het hem op dat de andere fietsers die hij tegenkomt allemaal en vaak blij kijken. Behalve die gasten dan die op die racefietsen langs hem heen knallen. Die hebben vaak rood aangelopen koppen onder hun helmen en vaak hoort hij uit zo'n groepje gebrul: 'Opzij, pasterop', gaatje!' Met vaak irriterend geklik van hun rem hendeltjes. Nee, dat is maar niks, allemaal.
Tegen zijn FM heeft hij verteld dat hij maandag op de fiets komt en dus lekker vroeg zal zijn, 'Geen files, geen vertragingen door wegwerkzaamheden, Chris, dus lekker door gaan', vertelde hij blij. Chris had wat aarzelend geknikt. Hij was zelf een enorme liefhebber van auto's en met name van semi klassiekers. Zo had hij onder ander een oudere BMW en daar had hij een nummerbord op met als ondertiteling: Aus der reihe Derrick. Hij moest daar altijd om grinniken.Het was net zo'n wagen als die, die in de serie werd gebruikt: Harry, holt den Wagen.
De volgende dag, maandag, is het goed en stabiel weer. Hij heeft van een collega die op een racefiets naar het werk rijdt, wat tips gehad om naar het werk te fietsen. Keuze van versnellingen, een mooie route en zo. Die collega woont iets verderop in de stad en heeft aangeboden om ooit eens samen met hem op te rijden, maar dat aanbod ging vandaag niet door. De man is een hulpkracht, is al wat ouder en heeft een beren goede conditie. Hij heeft zelfs in de bergen gereden, kent de Ardennen en Limburg goed en hij vindt de man een beetje een fanaat op fietsgebied. De man rijdt soms wel 10.000 kilometer per jaar. Nou, nee, dat is niks voor hem. Omdat hij die dag om zeven uur moet beginnen, de oudere racefietscollega is die maandag vrij, besluit hij om om kwart over zes van huis te gaan. Hij staat vroeg op, wast en kleed zich aan, doet koffie en kijkt even naar het TXT nieuws. Om kwart over zoent hij zijn vrouw, die nog heerlijk ligt te slapen en erotisch warm aanvoelt. Hij ziet een van haar fraaie, blote borsten die niet bedekt worden door het laken. Even denkt hij dat hij nog wel even .., nee, naar het werk. De fiets staat in het schuurtje. Hij doet haar van het slot, doet zijn rugtas om, stapt op en gaat de straat uit. De verkeerslichten staan nog op 'knipperen' dus hij kan, goed uitkijkend, lekker opschieten. Hij bereikt de rivier, die vanaf zijn stad verder stroomt naar de stad waar hij werkt. De weg is leeg, hij schiet lekker op. De zon komt aarzelend door en hij ziet de natuur wakker worden. In de verte ziet hij de ringweg om de stad liggen en hij ziet de eerste files daar ontstaan. Hij grijnst. Vandaag niet voor hem, heerlijk, geen stress, zo. Zijn fietscomputertje geeft aan dat hij negentien per uur rijdt en dat is goed toch? Na vijfentwintig minuten is hij bij zijn werk. Hij stapt af en een gelukzalig gevoel gaat door hem heen. Verrek, denkt hij, man dit is lekker, ik ben niet eens moe, maar wat een kick zeg.
Onder de winkel ligt de parkeergarage. Daar ligt ook het 'fietsenhok', een aparte en afgesloten ruimte. Een stalen hek tot aan het plafond met een stalen deur zodat er niet gejat kan worden. Hij heeft, als tweede man van de winkel, natuurlijk een sleutel van die bergplaats. Hij haalt zijn sleutelbos uit zijn rugtas en opent de stalen deur. Dan weet hij het weer. Zijn racefiets collega mopperde vaak dat hij soms wel eens tien minuten bezig was om zijn  fiets kwijt te kunnen.
Nu ziet hij ook waarom. Voor het eerst realiseert hij zich dat wat men het 'fietsenhok' noemt, eigenlijk door hem en zijn mede afdelingschefs als 'rommelhok' wordt gebruikt. Er staan containers met kerstspullen. Er staan containers met voorraadbakken en containers met reclamemateriaal, zoals nep kazen en - hammen en
- worsten en oude folders en meer van allerlei bende. Nu begrijpt hij waarom zijn oudere collega de fiets vaak in het magazijn zelf zet. Mopperend begint hij troep op te ruimen, containers over te stapelen en ruimte te maken. Na een half uur kan hij eindelijk zijn fiets op slot zetten en hij is behoorlijk pissig. Vooral op zichzelf, want ook hij zet klakkeloos al die containers in dat hok. Maar hij heeft zijn les nu wel geleerd. Ook maar eens rekening houden met mensen die niet altijd met de auto komen.
Eenmaal boven, pakt hij koffie. Chris kijkt, niet om te controleren, zo werkt hij niet, maar zo terloops, op de klok.
'Ik dacht dat je op de fiets zou komen en dat je vroeger zou zijn?' vraagt hij.
Mopperend schenkt hij koffie in.

1 opmerking:

  1. Moi Lucas.
    Wij fietsers zien meer dan menig automobilist. Het is een waarheid als een koe dat de zgn chefs bepaalde delen van een ruimte die bestemd zijn voor iets anders gebruiken als opslag. Ik heb dat in mijn vorige leven (KM/KL)meerdere malen mee gemaakt. Ik had als oplossing, alles bij de chef of leiding gevende op het bureau zetten. Het was een beetje werk maar de dag erna was de voldoening groot. Een chef in paniek, hoe kwam dat spul op zijn bureau en waar stond het en wat moest die ermee. Voldoening, voldoening. Maw even wat energie er in steken en het probleem was voorbij.


    Groet'n Huub

    BeantwoordenVerwijderen