dinsdag 4 februari 2014

Huisbezoek part 3

= Over de dierenarts en over Tab en een heleboel andere zaken =

Dus ging Tabby een weekje in de kliniek. Ze werd daar prima verzorgd en wij deden een leuke en niet, door een paniekerig beest, verstoorde week vakantie. Ik fietste dagelijks, deed mijn kilometers, E. deed haar eigen sportieve ding, samen deden we ook nog aan sport, zak maar zegge, we pakten terrasjes mee en waren even helemaal niet met de poes bezig. (Skippy werd trouwens verzorgd door een van de kinderen, die in de buurt woonde.)
Na een week waren we terug, uitgerust en voldaan en ik was klaar om weer een jaar in de super te staan. (Goh, ik ben eigenlijk een dichter, merk ik nu.) Dezelfde middag waren we natuurlijk bij M. en zijn team om ons beestje op te halen. M. was er even niet, maar een van de assistentes had een heel verhaal. (Om te beginnen was T. helemaal opnieuw door de 'molen' geweest en was haar bloedsuikerwaarde helemaal bekeken en kregen we nu allerlei informatie mee, maar het ging allemaal goed.)
'Maar', vertelde ze, 'het is wel een apart beest hoor.' (Dat wisten we na al die jaren natuurlijk al, maar: "vertel, vertel!") 'Nou', zei de assistente, 'wat wij nog nooit hebben meegemaakt is dat een kat zijn hok, noem het maar een kooi, kan openmaken. Dat zit met een apart schuifje en grendeltje aan de buitenkant dicht en dat deurtje kan alleen maar van buiten af geopend worden. Maar, wat zagen we een dag of drie geleden toen we binnenkwamen? Tabby! Die had zich toch de vrijheid kunnen verschaffen en zat of lag prinsheerlijk geïnstalleerd op de zithoek die we in onze personeelsruimte hebben. Waarschijnlijk had ze nog honger ook, want ze heeft ook een zak met monsters van kattenvoer opengekrabd en daar lekker van zitten snacken!' Wij: 'Eh, Oh, Ach', nou ja je begrijpt wel hoe we reageerden. 'Maar', vervolgde zij, 'da's niet het enige, hoor. Diezelfde nacht dat zij ontsnapt moet zijn, is er een ramkraak uitgevoerd op onze praktijk.' Ze wees naar een zwaar beschadigd en geïmproviseerd dicht getimmerd raam aan de andere kant van de praktijk. 'Tab had er gewoon van tussen kunnen gaan, weet je, maar ze is gewoon lekker blijven ronddolen in de praktijk en is niet gevlucht. Misschien zijn de boeven wel voor haar gevlucht want ze hebben niets meegenomen.'(Tabby als Derrick? We keken vol bewondering naar haar. Ze stak ons haar staart toe.) Dat onze fraaie en dappere en slimme 'rooie' al een heleboel ramkraken had meegemaakt in de chique winkels beneden onze etage, vertelden we maar niet. (Ik ga daar nog wel eens op in.)
Waar het uiteindelijk op neer kwam was dat het poezenbeest nu helemaal onder controle was, helemaal opnieuw ingesteld en dat we af en toe nog eens terug moesten komen voor een check up.

Dat deden we geregeld. Jaren lang en nog steeds, trouwens. De ene keer troffen we M. als behandelend arts, de andere keer een nieuwe DA, soms een stagiaire, maar onze band met de praktijk bleef stevig en dus nog. Meestal gingen E. en ik samen, soms ging een van ons tweeën. Tab bleef het goed doen, ondanks de diabetes en haar voortschrijdende leeftijd. Er kwam een dag dat ik solo naar de praktijk ging. Daar zijn vaste tijdstippen voor, rond 1300 uur, want dan is haar bloedsuikerspiegel het beste te meten. De mensen in de praktijk hebben dan net hun lunchpauze maar onderbreken die graag voor ons beest. (Wat weer bewijst dat het een enorm goed gemotiveerde club mensen is.) Ik kom die dag de praktijk binnen en schud de miezer regen van mijn jas. Ook Tab is niet blij van al die vochtigheid en, hoewel ze een binnenkat is en dus niet gewend aan honden, wordt ze al helemaal niet blij als ze ziet dat de enige mededinger naar de gunsten van de DA een hond is. En, maar, want, niet zo maar een hond, no effing way. Het is een fraai en jong en enthousiast en een weledelgeleerd beest, want het is een KMAR hond, een hond van de Marechaussee. Een speurhond die dienst doet op Schiphol. Een drugs-, of wapen snuffelaar en ik bekijk het beest met veel respect en ook de begeleiders, twee jonge wachtmeesters van dat mooie wapen, een M en een V. Zoals dat gaat, praat je wat en zij vertellen dat, Toby, zoals het mooie beest heet, een ongeval gehad heeft, niets ernstigs, maar ja, die honden kosten klauwen vol geld en ze willen het zekere voor het onzekere hebben en nemen. M. komt de ruimte in, zoals altijd, helemaal M. Joviaal, bon vivant en overbruisend van liefde voor zijn werk en zijn patiënten. Hij nodigt me mee, maar ik wijs op Toby en zeg dat die eerder was en gewond en ook wel aan de beurt is. M. zegt dat daar aan gewerkt gaat worden en dat Tab even snel tussen door kan. De M/V KMAR gaan akkoord. Lang verhaal kort, Tab is ok, we moeten blijven spuiten, maar ze is niet overdreven ziek of zo.

Hoe komen mannen op gesprekken, die ergens over gaan? (mannen, let wel, vrouwen zijn anders)
Geen idee. Ik weet het echt niet. Maar op een gegeven moment hebben we het over katten/honden/speurhonden/KMAR/leger/dienstplicht en dan verteld M. dat hij een geweldig diensttijd heeft gehad. Mijn oren zijn gespitst. (Oud militair immers?) Ok, oh ja, hoe en waar? Het blijkt dat wij, tegelijkertijd in de zelfde kazerne hebben gediend. De Johan van Oudheusden kazerne, vroeger het MOKH, het Marine Opkomst Kamp Hilversum en veel later het opleidingscentrum voor de geneeskundige diensten van alle krijgsmachtdelen! (OCMGD, Opleiding centrum Militair Geneeskundige Diensten) Hij als dienstplichtig officier van de KL, ik als beroeps onderofficier van de KM, hetgeen mij natuurlijk boven hem verheft. Km en KL hebben een duidelijke hiërarchie. Km wint natuurlijk, we, hoor mij nu, maar de Km is het oudste en meest trotse onderdeel.
Dan, geloof het of niet, blijkt in het gesprek, dat we samen een hobby delen! Die eerste wereldoorlog heeft ons beider belangstelling. Terwijl Tabby soezerig in haar reismand ligt, praten wij met veel vuur over "De slag aan de Marne" "Passchendale", "Yperen", het "IJzerfront" en dat soort zaken meer. We kijken naar de klok en schrikken, shit, Toby zit daar nog ziek en zielig te zijn. We nemen afscheid. M. gaat nog even de KMAR mensen uitleggen dat er twee "oude stompen" hebben zitten kletsen en de KMAR M/V vinden een rustige middag allang goed, denk ik.
Ik breng, later, wat boeken over die oorlog bij hem aan de praktijk, die hij niet kende, vertelde hij.
En week of wat later gaat de bel. Ik ben net niet thuis. E. doet open en M. staat voor haar neus. E. schrikt een beetje. Goh, is dit een huisbezoek van de DA, om te zien hoe het met Tab is? Nee, M. brengt de geleende boeken terug. Hij was er blij mee en geeft, als dank, een fraaie en lekkere fles Merlot.

Ik zal haar open maken op de dag dat de Duitsers honderd jaar geleden België binnen vielen en zo twee wereldoorlogen ontketenden, waar tientallen miljoenen mensen de dood in vonden.
Geschiedenis? Die staat nog steeds op elke straathoek, hoor, op elk moment van je leven!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten