vrijdag 22 augustus 2014

Bizar (Een erfenis) nog even een keer dan.

(Na het overlijden van de "vader" van mijn kinderen, werden zij beiden  "opgescheept" met een erfenis. Aanvankelijk leek dat niet blij makend, als ik het zo mag zeggen. We gingen op de verhalen van de familie van hun vader af. 
Een dag of wat later gingen we, de beide kids en hun moeder, mijn E., en ik, naar de woonstee van hun overleden biologische vader. Daar hadden de kids (via allerlei telefonische overleggen) afgesproken met zijn broers en zussen, de ooms en tantes en aangetrouwd, ook van mijn kinderen. Ik kende zo goed als niemand van hen en ik wilde eigenlijk ook ..., nee, laat verder maar. Maar "hen", de hullie, (her)kenden E. wel en er was een begroetingsritueel, dat ik nu maar even over sla. Vervolgens werd door de familie het huis, nu ja, het krot, in mijn ogen dan, geïnspecteerd. Niet door mij hoor, ik hoorde er niet bij, ik wilde dat ook niet, op gevaar af een schatzoeker te worden genoemd of gevonden te worden en ging snel een boodschapje doen en een krantje lezen. Gestaag druilden regendruppels neer op het dak van onze Scenic en het duurde en het duurde..)

Maar gelukkig kwam E. het portier opendoen en kwam, haar plu uitschuddend, gezellig bij me aanschuiven. 'Even een sigaretje hoor!' We staken op, deden de raampjes open en ze vertelde over het pand. 'Weet je, ik ben er meer dan dertig jaar geleden voor het laatst geweest. Maar het is nog steeds helemaal hetzelfde! Toen woonden zijn ouders daar nog, maar de zooi en de rommel, daar is niets aan veranderd. En die stank! Loop voor de grap nu even mee en kijk en ruik eens wat en hoe het is.'
Ik ging, reluctant, zeggen de Engelsen en dat is een fraai woord voor aarzelend, met haar het pand binnen. Jullie kennen allemaal die programma's wel, die van de Tv, de mensen die in zooi en bende leven, figuren, soms net mensen, die stapels kranten hebben die al van dertig jaar geleden en langer bewaard zijn, de mensen die voorraad kasten vol hebben met blikken soep en zo, die tijdens de aanval op Twin Towers al jaren over datum waren, die mensen die meubels hebben die zo slecht en sleets zijn dat ze het woord meubel niet meer mogen voeren? Mensen die kleding hebben hangen in hun kasten die in de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog al verouderd was? Verzamelaars van alles wat echt ouder moet zijn dan dertig jaar en daar bedoel ik kranten en tijdschriften mee? Ok, herken je dat?
Nou, dan ben je heel erg koud. Dit was erger en veel erger. Ten eerste was de buitenkant van het huis in een staat die het woord krot niet eens zou kunnen beginnen te dekken. Goed, het pand had vier muren en een dak. Dat is het. Het was/is zo een oude Zaanse woning, nu ja, misschien Oud Noord Hollands, je kent ze wel. Groot, twee panden tegelijk met slechts een ingang, met een groot pannendak, twee schuine zijden voor/achter en aan beide zijkanten, met van die fraaie rood/zwarte pannen. Als ze onderhouden zouden zijn. Het huis was vierkant, was helemaal van hout en in het zo bekende Zaanse groen geschilderd. (Ooit) Dat hout was die benaming trouwens ook waard: Ooit. Nu was het Molm. Ik duwde, niet helemaal per ongeluk natuurlijk, met een vinger aan de kopkant van een van de planken die de zijkant van het huis uitmaakten. ik hoorde een enorm gegil en geschreeuw en gebrul. Nee, niet van de mensen die binnen waren, maar van de houtwurmen, kakkerlakken, rupsen, enge beesten en nare wezens met soms meer dan vier poten die zich in dat stukje plank bevonden en zich nu haastig uit de buurt maakten. Geschrokken haalde ik mijn vinger terug, net voordat een in paniek geraakte "Grote oneven getande zevenpotige houtekauw", of zuks, haar, mijn vinger, wilde afbijten.
Uiteindelijk trad ik dan toch maar binnen. Het eerste wat me opviel was de geur. Een geur die het midden hield tussen: Vuilbelt/vastgelopen riool/beerput/mummificatie/viezigheid. Heel oud dus en heel naar. De familieleden doolden rond, trokken dit opzij en verschoven dat, gingen trappen op en deuren in en mompelden en murmelden en waren eigenlijk op zoek naar de schat. Die schat zou dus moeten bestaan in bankafrekeningen van hun overleden familielid en eigenlijk, maar voornamelijk EN eigenlijk, een eventuele begrafenis polis. Want, dat de man begraven moest worden was natuurlijk overduidelijk. En dat hij dus helemaal geen begrafenispolis had, was en werd dat ook.

Ik sla nu wel en heel stuk over. Nadat op mijn en E.'s herhaalde aandringen de "erven",  zoals de kinderen worden genoemd, een notaris in de arm hadden genomen kwam er een behoorlijk aardig geldbedrag boven water. De "erflater". hun bio pa dus, had geen testament op gemaakt, dus al het geld en alle goederen vervielen aan zijn, biologische en zo, nu ja, gewoon, aan mijn (onze)! kinderen. (De begrafenis werd er ook van betaald, overigens, maar geen van beiden was daarbij aanwezig. Jij bent onze pa, hem hebben we nooit gekend man, zeiden ze beiden ongeveer in die woorden en dat deed me veel plezier (en nog) moet ik eerlijk zeggen.) 
Niet allen geld en zo kwamen boven water, maar ook een hoop goederen, dus. Ik ga geen lijsten opsommen, maar laat ik twee voorbeelden noemen. Originele Kick Wilstra strips, die per stuk al tegen de dertig euro aanhikken, en veel, heel veel klokken en klokjes, vaak eeuwen oud en origineel en de  prijzen? Nee, laat maar! Ik zou nu hebben kunnen stoppen met werken in mijn De Keten, als ik het zou hebben geërfd. (Heel cynisch zeg ik nu dat ik dat werk veel te graag doe om er opeens mee te stoppen, ondanks alles. Maar dat is misschien weer te sarcastisch.) 

Maar dat huis dan? En die grond? Oh ja, dat vertelde ik nog niet. (ook niet dat er een bedrijfsklare auto in de oprit stond en zo.) Dat grote, maar totaal verwaarloosde huis, dat geheel vrij op naam is, (heet dat zo?) staat op een enorme lap grond. Een enorme lap grond middenin de Randstad. In de driehoek die je tussen Amsterdam Noord en Zaanstad en Purmerend kunt maken. Daar staat het huis met een vierhonderd, meer? vierkante meter wildernis. Er is al twee ton geboden. 
Meer?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten