zondag 18 september 2016

Ziekenhuis crommunicatie (2)

(Crommunicatie: gejat van Koot en De Bie, waarvoor dank)
Korte inhoud van het voorafgaande: familielid p. had been gebroken en moest naar zh voor co. Opeens hoorden we dat p. geopereerd moest worden. 

Dus Balietrutje had geen idee dat p., zie allemaal vorig schrijfsel, opgenomen moest worden voor een operatie en zo. Een arts, nu ja, een stuudje in opleiding bracht een anamnese formulier en gezinslid p., die ondertussen in de gipskamer lag, moest dat invullen. Het gips werd verwijderd en er werd een nieuwe spalk aangebracht. Op onze vraag of dat nu wel handig was, omdat hij die middag toch geopereerd moest worden zei de functionaris dat hij ook alleen maar deed wat hem gezegd werd. Ja, waar ken ik die uitdrukking van? Als we met zijn allen eens wat kritischer na gingen denken over zaken als dit: moet je met de auto naar de bakker om de hoek? Moet je de tv de hele nacht stand bye laten staan? Moet je wel naar Brussel vliegen als je het met de trein kunt doen? Moet je al je groenten in plastic verpakken en zo, dan zouden we misschien wat meer bezuinigen op allerlei gebieden, denk ik.
Maar goed, de gipsmeester kreeg bezoek van wat gezellige collegae die foto's gingen bekijken van en over Borneo en daar het allemaal heel druk mee hadden en het krukje waarop de moeder van p. even was gaan zitten, omdat het allemaal maar duurde, opvorderde omdat hij die foto's op de pc wilde bekijken. 'Sorry hoor, mevrouw, die kruk is van het zh.' Ik bracht ondertussen het ingevulde anamnese formulier naar balietrutje, die vertelde dat we nu naar de poli anesthesie moesten gaan. Dat was dan met de lift naar beneden en dan helemaal naar achteren in het nieuwe gebouw. De tocht aanvaard. 
Daar aangekomen hoorden we van weer en dame van die balie, die met meer dan een half oog uitgebreid haar telefoon aan het bestuderen was of ze mogelijk geen berichtje van een vriendje of een vriendin gemist had, te horen dat we hier helemaal niets te zoeken hadden, maar naar de dagwacht of de dagbehandeling of iets dergelijks moesten gaan en dat die mensen haar dan maar even moesten bellen. 'Waar dat dan wel was', vroegen we nieuwsgierig. Het kind zuchtte diep, keek nog eens op haar telefoon of ze inderdaad de laatste drie seconden toch echt geen bericht van XI had gekregen, (XI = extreme importance) maar, helaas voor haar, gelukkig voor ons, was dat niet zo. 'Da's in de gele gang', zei ze een beetje bits. (Die toon waren we ondertussen al gewoon in het zh, overigens.) 'Goh', vroegen we, redelijk geïnteresseerd, 'welke gele gang, der zijn der zoveel hier, nu ja, alle gangen zijn bijna geel.' Ze zuchtte diep, heel diep alsof we een XI bericht onderbraken en wees ons, vagelijk, de weg. 
Dus, en route. Nu was het eigenlijk inderdaad niet zo moeilijk te vinden, als je onderweg wat mensen aanschoot, want de afdeling werd niet op borden aangegeven. De gele gang was inderdaad geel, onderbroken door veel grijs waar een nieuwe expositie van moderne kunst werd opgehangen in een galerij. Het ziekenhuis herbergt een grote kunstcollectie, die geregeld gewisseld wordt voor meer verse exemplaren. (Wat ons betrof mogen de baliedames vaker gewisseld worden voor meer verse exemplaren.)
De dagwacht of zoiets had twee loketten, waarbij aan beide loketten een mijnheer en een mevrouw heel druk waren met het staren op schermen. Dus wachtten we, tot we te woord werden gestaan. Ik zag teruggekaatst in de brillenglazen van de  mevrouw dat ze een fel gekleurd spelletje zat te spelen en de mijnheer voerde een ondertussen een telefoongesprek waarin ik de woorden: 'Doe dan maar spaghetti, vanavond' opving dus ja, voor 'dienst' zal het niet geweest zijn.
De mijnheer gaf het: ' Ik zie ze niet zitten of staan', het eerst op. Misschien werkte hij nog niet zolang in het zh of was hij lager in de pikorde dan de mevrouw, ik zal het hopelijk nooit te weten komen. En ja, hij kon inderdaad wat voor ons betekenen, beantwoorden we zijn, mag ik het zeggen, wat bits gestelde vraag. Zo en zo en dit en dat. We waren gestuurd door de poli anesthesie en ja, hier waren we, in verband met een opname. Hij slaakte een zucht, in kracht gelijk aan die van de dame van de eerder genoemde poli, nam de papieren die de lief hem lief aanreikte, bladerde er in, en nog eens en nog eens en na vier keer alles bekeken te hebben, spoedde zich ijlings derwaarts. 'Of u haar wilde gaan bellen? Haar van de ane..' riep ik hem na, maar hij was al gezwind weg.
We gingen maar wat zitten. P. had ondertussen behoorlijk veel pijn in zijn net gegipste been, vooral omdat dat op dat lu..... plankje van dat lu.... rolstoeltje moest rusten, maar hij hield zich flink.
Iets later kwam de mijnheer terug, gevolgd door iemand in het betrouwbare tenue van een verpleegkundige, haar naam plaatje vertelde dat ze Ina heette. Ze nam de zaak op zich. 'Jeetje, wat erg voor je', zei ze tegen p. Ze richtte zich naar ons: 'Sorry voor al het gedoe, maar het blijkt dat men u op het verkeerde been heeft gezet, no pun intended hoor', lachte ze tegen familielid, de p., weet je nog. 'Men heeft lopen klooien, maar ja, u moet helaas wel even terug naar de poli anesthesie, daar wordt p. dan verder bekeken. Ik weet dat we voor de ok een gaatje hebben om half drie. Dan zal ik er voor zorgen dat jij op die ok lijst staat. Als jullie dan terug komen zorg ik voor een bedje voor p. Ondertussen gaan jullie lekker naar huis, ontspan even. Wij zorgen voor hem, we bellen jullie na de operatie en laten weten hoe laat hij weer naar huis mag, is dat goed? Dat doen we toch nietwaar mijnheer dieendie?' Ze sprak bits, inderdaad, je raadt het, maar voor het eerst van de dag was het niet tegen ons, maar tegen de mijnheer dieendie. Hij knikte deemoedig. 'Goh' zei de zuster tegen mij, 'wat is er mis met uw oren?' 'Er is niets mis met mijn oren. Wat u ziet is de stoom die er uit komt. Ik zie u nu heel vaag, Ina!' (Nee, natuurlijk was dat niet zo, een flauw grapje, maar je begrijpt hoe we ons voelden?)
Wij gingen terug naar de poli van de 'gaspassers'. Mijnheer dieendie had trouwens, natuurlijk, zou ik willen zeggen, niet gebeld. Maar we moesten nu terug naar de dagbehandeling, zij het baliehuppeltrutje, die er een stuk ongelukkiger uitzag dan een tijdje eerder. Waarschijnlijk had zij nog steeds geen XI gehad of zoiets. Ze keek vagelijk naar al de papieren die we meebrachten en kon zowaar een tijdstip in een scherm noteren, zorgvuldig oplettend of ze de gemanicuurde vingertjes met aanplak nagels niet zou beschadigen. Minder bits als verwacht zei ze dat we terug mochten naar dagbehandeling. Voor de tigste maal liepen we door het ziekenhuis.
Die middag zaten we even op een terras waar het alleen maar toeven was. We waren toch gespannen, logisch toch? Ondanks alle goede verhalen over NL ziekenhuizen is een operatie van een familielid niet niets, toch?
Om zeven uur die avond haalden we p. op. Hij had geen pijn, vertelde hij, de operatie was goed gegaan, de artsen waren leuk geweest en hij was prima geholpen door de pleeg. Tja, artsen, pleeg en administratie, dat is een wereld van verschil.
Maar goed, morgen moeten we weer voor controle! Ik houd mijn hart nu al vast. Ik ga oefenen op een bits terug toontje, gaat me vast lukken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten