zondag 20 september 2015

Hoe het nu allemaal gaat en zo?

Totaal uitgeput. Zowel lichamelijk als geestelijk. Zo voelt iemand zich met een burn-out. De vermoeidheid en uitputting beperken diegene in het dagelijks functioneren. Op het werk, thuis en/of in het sociale leven. Wat is het, wie krijgt het en hoe kunnen we er goed mee omgaan?
Wat is burn-out?
Een burn-out is het gevolg van langdurige stressklachten. Lichamelijke en psychische klachten die toenemen en waaraan vaak te weinig aandacht is besteed. Lichamelijk zijn bijvoorbeeld hoofdpijn, extreme vermoeidheid en duizeligheid. Onder psychisch vallen angstklachten, slechte concentratie, vergeetachtigheid, gebrek aan zelfvertrouwen en prikkelbaarheid.
Een burn-out is vaak werkgerelateerd, maar dit hoeft niet. De spanning kan verschillende oorzaken hebben. Denk aan constant te hoge werkdruk, problemen op het werk, financiƫle zorgen of spanning in het gezin.
Wie krijgt burn-out?
Of iemand een burn-out krijgt, hangt af van de persoon en de situatie. De omstandigheden alleen zijn niet doorslaggevend. Minstens zo belangrijk is hoe iemand hiertegen aankijkt en ermee omgaat. Dit heeft alles te maken met persoonlijkheid: iedereen reageert anders op stress. Een andere risicofactor is als omstandigheden zich opstapelen.

Burn-out en werk
Sommige persoonlijkheidskenmerken zijn een risicofactor. Bijvoorbeeld moeilijk om hulp kunnen vragen, lastig ‘nee’ kunnen zeggen en negatief zijn over eigen prestaties. Maar ook zich (te) sterk betrokken voelen bij werk, zeer gemotiveerd zijn en hoge eisen stellen aan zichzelf.

Ok, ik begin een beetje een zanik te lijken, of op iemand die een burn-out heeft, maar ja, het is wat het is. Het bovenstaande, gecursiveerde, stukje pluk ik nu pas, na een week of veel en meer, of zo, van het net. (Ik schijn overigens al twee maanden "uit de lucht te zijn", vertelde de lief me nog.) 
Heel veel van bovenstaande factoren heb ik/had ik. Ik had niet zozeer een lichamelijke uitputting, maar die geestelijke wel. Ik leed vooral aan "angst", nee, natuurlijk niet in het donker of zo, maar angst voor het "leven" om me heen. Ik durfde me nauwelijks meer op straat te vertonen, ging mijn oh zo geliefde fietstochten vermijden, met allerlei smoezen voor mezelf dan en zo. (Geen tijd, moet nog boodschappen doen, misschien gaat het regenen, ik moet de ketting nog smeren, allemaal flauwekul uitvluchten. Hopelijk herken je het niet, maar het hakte er behoorlijk in.) 
Vergeetachtigheid: Inderdaad, ik liep een week of wat geleden op de markt, slechts tweehonderd meter van mijn huis en had, nog geen drie minuten eerder, mijn meissie belooft iets te gaan kopen of te halen van haar verlanglijstje. Maar ik had geen idee meer wat dat nu was. Dus ja, ik wilde even naar huis bellen om dat te vragen, pakte mijn telefoon, maar was mijn huis telefoonnummer helemaal kwijt. Een nummer dat we al meer dan dertig jaar hebben en wat ik normaal blind in kon toetsen! 
Prikkelbaar? Nou en of. Ik reageerde azijnachtig op de meest normale situaties, vond mensen die plezier hadden in bepaalde dingen soms maar raar en zo. 
De oorzaken? Lees boven, ik heb het er vaker over gehad. Er is een discrepantie, ja, wat een woord, nietwaar, tussen mijn gevoel van discipline en mijn leven in die discipline en al wat daar mee te maken heeft en wat men daar in mijn "werkomgeving" mee bedoeld. Mijn "zelf motivatie" is erg hoog, mijn "zelfrespect" toch wel, ik stel inderdaad hoge eisen aan mezelf, maar die werden dan weer getorpedeerd door omstandigheden op de werkplek. 
Stom genoeg voelde ik al veel langer aan 'wat dat ik had, za'k maar segge'! Maar ja, niemand, en vooral een oud marineman en al helemaal een lid van de exclusieve RenP groep, wil toegeven dat 'ie een sociaal en zpychozologisch wrak kan zijn. Maar toch bleek ik dat te zijn. Nu ja, een beetje, dan, toch? 
Dus ging ik om hulp en assistentie. Ik kwam bij een hulpverlener terecht. Een capabele en aardige man. Die kon mij geen hulp verlenen, maar wel naar mij luisteren en zo. Hij kon het niet, dat hulpverlenen, omdat je die narigheid boven je wenkbrauwen gevestigd,, extra-orbitaal, zeiden we vroeger grappend, zelf moet uitzoeken, maar hij gaf me wel tips en "handvatten", ik schreef het al eerder.
Ondertussen ben ik dus al twee maanden "doelloos" aan het dwalen? Maar dan helemaal anders! Zo gauw het een beetje droog is, ga ik op mijn fiets de polders in. Ik durf me weer te vertonen onder de mensen. Nu ja, veel droog was het niet en zo, dus fietsen komt er niet echt van, maar ik durf weer naar de markt, kom weer bij de bakker, ik ga weer naar de bieb, kortom ik sta weer een meter en vijfentachtig centimeter rechtop en zonder hakken! 
Mijn geliefde en ik praten veel. Op haar vraag of ik het werk mis, verslikte ik me. Ik had net een slokkie bier in mijn mond, iets dat overigens niet veel voorkomt, hoor, dat slokkie bier dan! "Nee, nee, nee, ik mis der niets aan", antwoordde ik, nadat ik uit geniesd was. "ik heb vijfenveertig, (45) jaar gewerkt, langer dan mijn voormalige chefs tot nu toe hebben geleefd en zo. Dus nee, ik mis "werken" niet. Ik ben niet te beroerd om mijn handen uit te steken, begrijp me. Als ik wat kan doen, stel als vrijwilliger, dan doe ik dat graag. Maar ik mis mijn De Keten helemaal niet. Collegae en maten daar: ja, die wel!"

Na twee maanden thuis, heb ik, behalve in de eerste week, verder geen contact meer met de leiding van het filiaal, of zij met mij. Ze zijn me al vergeten denk ik, of doen hun best daarvoor. Ook het HRM doet niet vaak aan "kom even bijkletsen en we willen wat weten" begrijp ik, na al die weken/maanden. De ARBO dienst waar ik nu onder val, een hele nieuwe opeens, heeft de dossiers nog niet allemaal binnen en zo en kunnen nog niets met en voor me doen, begrijp ik.
Bij de marine heette dat "tussen kaai en schip" vallen. Contact met de werkgever is er verder ook niet, dus misschien vergeten ze dat ik besta. Nu ja, ik krijg nog wel een vorm van salaris overgemaakt. 

Maar: wat me wel geweldig geholpen heeft is de "matenclub:" waar ik deel van uit MAG maken. Een club ongeleide projectielen die af en toe bij elkaar komt, een glas drinkt, maar waarvan de leden elkaar helemaal aanvoelen, steunen en helpen. Die hebben me, op een manier waarop marine maten dat doen, gesteund en op het pad gestuurd.
ik zal hen altijd dankbaar zijn!
Dank aan allen!

We zijn een weekje pleiten nu, lekker doorademen in het Limlandse, vlak bij een brouwerij! Als dat maar goed gaat!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten