donderdag 25 mei 2017

Waarom verliezen Nederlandse sporters (biijna) altijd een finale?

Hoewel ik geen voetjebol fan ben, heb ik, op de televisie, via TXT wel gevolgd dat Ajax, die club uit 020, afgestraft is in Stockholm. Ik weet niet of de tegenstander, Manchester, (even een geestelijke minuut stilte nu, na die afgrijselijke aanslag) nu zo goed was of Ajax zo slecht, ik heb der geen verstand van. Wat ik wel weet is dat onze Vaderlandse (sport) helden bijna altijd achter het net vissen als het op de finale aankomt, nu ja, de bijna finale dan. Gisteren was het dan weer zo een dag. De club uit Mokum werd met 2-0 verslagen.Triest, maar Manchester was de betere club, las ik overal.
Het is alweer wat jaren her sinds een NL voetbal ploeg iets won op een groot kampioenschap. Ik herinner me 1988, het EK, nog goed. Wij, gezin, waren op vakantie in een huisje in Ede en dat tijdens dat WK met die superploeg. De dag van de inhuldiging waren we net terug in Mokum en ja, wat we toen op de tv zagen grensde aan het ongelooflijke.
Maar, na dat kampioenschap en nadat ons aller Joop wereldkampioen wielrennen werd in '85, de dag nadat onze jongste dochter werd geboren, werd het allemaal heel stil rond het Nederlandse sportgebeuren. Nu ja, behalve in het schaatsen. Schaatsen is de Vaderlandse equivalent van het Belgische, Vlaamse eigenlijk, fietsen en met name het cyclocrossen. Onze NL schaatsers winnen altijd en overal, maar ja, het is dan ook zo een kleine sport. Noren en Nederlanders, een enkele, al dan niet gedrogeerde Rus en ja, dan houdt het op. Ja, korfbal, ja, ook al zo een wereld sport. Elke EK of WK finale is tussen België en Nederland, waarbij ons land vaak, beter gezegd, bijna altijd, wint!
Maar goed, in de grote sportwereld speelt ons land niet helemaal meer mee. Epke Zonderland doet alles heel goed, maar staat niet in het volle licht dat hem moet worden gegund. Over Youri van Gelder en zijn 'misser' in de Olympische spelen van het vorige jaar, wordt nog steeds gesproken en gespeculeerd. Ons 'Oranje' miste al helemaal de EK van het vorige jaar, Dumoulin werd op minuten gereden in de Vuelta, in de laatste etappe in 2015, Kruijswijk, in de leiderstrui, tuimelde in de sneeuw vorig jaar en miste zo de eindzege en ja, momenteel is het voor Tom Dumoulin ook zwaar om de leider te blijven in de GDI, na een zware aanval van 'maag' problemen, zeg maar.
(Ik begrijp dat hij momenteel heel sterk is. Mathieu van der Poel won overigens de rit in de Ronde van België, een opsteker.)
Maar, da's de hamvraag, hoe komt het nu dat onze nationale sporthelden op het moment suprême, de kans om te winnen, vaak niet kunnen aangrijpen? Heeft dat met onze nationale gesteldheid te maken? Met ons nationale karakter? Dat wat zegt: 'doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg? Dat karakter dat zegt: 'je moet/mag niet boven het maaiveld uitsteken?'
Ik zag het bij Jan Jansen in '68, bij zijn winst in de TDF. Ik zag hem zijn vrouw en dochter zoenen en door Fred Racke, was hij het, ik kan het niet meer terug vinden, worden geïnterviewd en dat was het. Jan reed nog jaren mee in de schaduw van het peloton. Ik overdrijf. Ik zag het bij Joop Zoetemelk toen hij in 1980 de TDF won. Daarna reed Joop nog jaren mee, in de schaduw  van het peloton, nogmaals, ik overdrijf.
Bescheidenheid is een, in mijn ogen, een te groot deel van ons nationale karakter. Nederlanders zijn niet uitbundig, maar vooral niet als het over zogenaamde bijzaken als 'sport' gaat. Het geloof is (helaas nog steeds) belangrijk, het werken en het zaken doen is al helemaal belangrijk. Daarom hebben nog steeds veel mensen bewondering voor figuren als Wouter Bosch, de ooitmalige PvdA MP, die nu superverdiener in het bankwezen is, om maar een iemand te noemen. En dus ook voor corrupte gasten als Teeuwen en zijn soort, zijn der genoeg banen en bewondering, natuurlijk. De 'gewone werkman/-vrouw' zoals ik en mijn lief, (maar ook al mijn kinderen en aanhang), nog steeds zijn en mijn maten ook allemaal nog zijn, tellen nog steeds niet mee. En ja, daar nemen wij, die gewone werkmensen, iets te veel en te gemakkelijk, genoegen mee. Wij zijn geen land van revoluties en omwentelingen en ja, soms wordt er gedemonstreerd. Gestaakt, soms. Maar de doorsnee vaderlander doet zijn ding, poldert voort en probeert in harmonie verder te leven met zijn, al dan niet, niet vaderlandse medeburgers. Zo is't.

Nee, ik ben ook liever bescheiden, net als de rest van ons volk. Nee, ja, ik weet het, wij, Nederlanders, hebben een heleboel historie, we waren ooit een groot land. Maar: we zijn nog steeds een groot land. We staan in de top zoveel van goede economieën en gelukkige en goeie landen. Ik ben daar trots op, hoor. En nee, we moeten nooit onze vaderlandse en ja, (misschien scheldwoord), patriottische gevoelens verlaten.

Na al dat gedoe nog even het volgende: ik hoop het wel, maar ik vrees het ergste voor Tom Dumoulin. Er zitten zoveel 'ratten' op zijn nek. Italiaanse en Colombiaanse ratten. Nog twee bergetappes volhouden man. De tijdrit, de laatste etappe, win je. 
Steek jij lekker je nek eens uit, als eerste potentiële Giro winnaar?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten