woensdag 6 november 2013

De sociale super, deel twee.

'Even een stukje geschiedenis, nu', zei de oude man, die, na zijn drukke dienst in De Keten was neergezegen achter zijn tekstverwerker.
De eerste zelfbedieningswinkels waren  er al in de Eerste Wereldoorlog, bijna honderd jaar geleden alweer. Daar zit dan wel een logica in. Veel van de mannelijke bedienden waren toen naar het front getogen en veel vrouwen werkten in die tijd de oorlogsindustrie of als verpleegster aan en achter het front. (Vanaf die jaren ging het ook hard met de vrouwen emancipatie en de gelijke beloning van vrouwen, maar dit terzijde.) Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam het fenomeen 'Supermarkt' in zwang. In 1948 werd er een eerste zelfbediening opgericht in Nijmegen, of all places. De broers Van Woerkom waren waarschijnlijk wel eens de grens overgestoken naar het buurland en hadden op een of andere Amerikaanse legerplaats waarschijnlijk zo'n prachtige PX store gezien en warren zo aan hun inspiratie gekomen, denk ik. Dirk van den Broek vestigde de eerste echte super in '53 al in Amsterdam en in 1955 volgde de DEKA in IJmuiden, plaats die een jaar of dertien later ook de zetel zou worden van het concern waar ik bij in dienst ben. Nee, AH, Appie, de blauwe mannen, waren niet de eersten hoor, zij volgden pas in '55 met hun eerste super in 010, geloof het of niet voor een Zaanse onderneming.Goed, tot zover dit stukje geleerdheid. Goed onthouden, want ik ga je morgen overhoren.
In elk geval, supers zijn nu niet meer weg te denken uit het stads-/dorpsbeeld. Ik weet en begrijp ook wel wat de bezwaren zijn tegen die grote shops: ze jagen de kleine en echte vakmensen weg en ze stoten het brood uit de mond van de kleinere winkeliers. Maar, dat verhaal is maar ten dele waar. In mijn woonplaats Amstelveen is er een heel actieve en vrij grote AH in het hart van de stad, maar er zijn ook een hele goed draaiende slagerij, visboer, bakkerij en een traiteur. We hebben twee sushizaken en een goed lopende horeca wand. Nee, die groenteman op het plein is weg. Maar dat was eigen schuld, dikke bult. Aanvankelijk verkocht hij ook gewoon de dingen die een groenteboer hoort te verkopen: groente en fruit en zuurkool, seizoen dingen en aardappelen en zo, maar deze winkel ging zich toen specialiseren in buitenissigheden. Allerlei fruit en vruchten uit de meest vreemde landen en heel specialistisch allemaal. Mispels voor vijf euro het stuk, vruchtensalades die heerlijk leken en misschien ook wel waren, maar die dan wel drie euro per 100 gram kostten. Ze verkochte biologische boerenkool, met de wormgaten er nog in voor vier euro per stronk en zuurkool uit het vat, die twee en een halve euro het ons kostte. En ja, dan prijs je jezelf uit de markt, natuurlijk.
Maar, zoals gezegd is een super niet alleen maar (of meer) een plek om je mandje of je kar vol te tiefen met zooi, maar ook een plek om de mensen uit je buurt te ontmoeten. Helaas moet ik daar bij zeggen dat dat niet zozeer opgaat voor de AH toko's. Kijk en vergelijk zelf maar eens. Bij de blauwen heb je wel een koffie automaat, maar die staat op een van de drukste hoeken van de winkel, zodat je al gauw in de weg staat met je kopje koffie en er is duidelijk niet gekozen voor een bankje of een paar stoelen of zo. Staande koffiedrinken is niet gezellig, heerlijk Nederlands woord dat en de bezoekers van de Appie lopen dus met die bekertjes door de toko. Klanten kennende gooien ze dat soms nog halve lege bekertje tussen de spullen in de rekken.  Ik shop natuurlijk (en een beetje helaas) bij die concullega (er is niks anders in de buurt, nog) en dan zie ik dat het personeel ook niet echt geneigd is om een praatje/babbeltje te maken met de klanten. (Overigens bij de DEKA die ik wel eens bezoek, in verband met het oppassen op de kleinkinderen, is men ook niet echt spraakzaam, trouwens.)
Niet zo in onze winkel. Het is niet zo dat we de hele dag staan te ouwehoeren met onze klanten, maar zoals ik al schreef, we hebben wel veel aandacht voor hen, de mensen die ons salaris betalen. Dat kan gaan van een 'mogge mijnheer, mevrouw', of 'alles kits?' tot een 'tijd niet gezien man, ben je net weer vrij?' (hoewel dat laatste natuurlijk alleen tegen klanten is die je heel goed kent. Het overkwam me dat een van die klanten inderdaad tegen me zei; 'Ja man, net drie maanden opgeknapt voor een dingetje op de Zeedijk, hoe wist je dat trouwens?')
Maar, ik heb het gevoel, nee ik weet bijna zeker, dat onze klanten graag in de winkel komen voor een praatje met ons, het personeel. Van hoog tot laag, overigens hoor, want FM en sectorchefs, die vaak en veel op de vloer aanwezig zijn, zie ik ook vaak in contact met het 'publiek', om het maar zo te zeggen.
Onze vaste staf bestaat uit een gemengde groep werknemers. Er is de jeugd tot, zeg 25, de middengroep, de grootste groep, tot 45, ongeveer en de groep met 'ouwe lu....', vanaf 45 tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Onze klanten bestrijken natuurlijk diezelfde leeftijdsgroepen en, in de laatste leeftijdsgroep, daar flink overheen. Die laatste groep is natuurlijk de rustigste. Ze hebben hun leven geleid en gewerkt en hebben nu de tijd om het wat rustiger aan te doen. Maar. die mensen zijn vaak ook alleenstaand geworden. De meeste 65+ ers, zijn vaak weduwe of weduwnaar, gescheiden soms, hebben vaker kwaaltjes dan de jongere mensen. En, omdat ze dus vaak alleenstaand zijn, hebben ze thuis geen uitlaatklep voor de verhalen over die kwalen en dingetjes zo. Dan is de super een aangewezen plek om de verhalen eens kwijt te raken. Oh nee, de mensen gaan niet bewust winkelen met het idee dat ze het verhaal over de steunkousen, of de maagoperatie of de overleden kat kwijt willen, maar als je, als personeelslid, gewoon eens aan hun vraagt hoe het gaat, dan hoor je die verhalen. Vaak kun je er geen moer aan doen, natuurlijk, maar, luisteren is altijd oké. (Moet je dat doen? Nee, niemand dwingt je, maar ja, je mens zijn, in mijn geval dan, zegt dat je het moet doen, simpel.) Nu zal het de jongste generatie geen moer interesseren dat de liesbreuk van Ome Piet zo een bloederig drama is geworden of dat de verzakking van Tante Sjaan nog steeds lekt of dat de kater van Nicht Trees weer krols is. Nee, dat begrijpt iedereen. Niet dat ik er heel erg mee inzit, maar ik weet dat Ome Piet en Tante Sjaan en Nicht Trees daar wel mee inzitten. Dus luister ik. Ondertussen doe ik wel zoveel mogelijk mijn werk, maar dat zeg ik dan wel tegen de ooms en tantes en de neven en de nichten. (nee, da's niet dubbel bedoeld, echt niet.)
Maar, omdat een winkel ook een soort van openbare gelegenheid is waar je zomaar naar binnen kunt stappen, een gratis bakje koffie kunt pakken en, in ons geval, vaak een gratis stuk fruit, zoals bananen, mandarijnen of tomaatjes, kunt scoren en, later in de week, tegen het weekend, allerlei proeverijen van bakker, kaas- en kip en vleesafdeling kunt snaaien, komen mensen dus ook naar de winkel.
We hebben een vast groepje senioren dat zich elke morgen tussen negen en half tien verzameld bij de 'koffiehoek'. (Daar waar de gratis koffie uit de automaat komt en er zelfs een soort 'zitje' is ingericht.) Dat groepje is altijd in bijna altijd dezelfde samenstelling, elke dag in de winkel te vinden. Altijd om dezelfde tijd. Dat gaat al een beetje zo sinds de verbouwing. Aanvankelijk druppelden ze een voor een binnen, namen een bekertje koffie en gingen dan weer, maar ondertussen is het een vaste afspraak en soms komen ze ook gegroepeerd binnen. Het zijn een stuk of vijf mannen en een of twee vrouwen, allemaal de pensioengerechtigde leeftijd al lang gepasseerd. Elke dag wordt er gepraat en koffie gelebberd. Waar de gesprekken over gaan? Ik heb geen idee, ik passeer de groep af en toe met mijn karren of zo en vang nooit echte flarden van de gesprekken op. (Je kent het wel: druk, druk, druk, places to go and people to see) Enfin, ze doen koffie drinken, ze doen praten en, vermoedelijk, roddelen en ze doen de winkel weer verlaten na een half uur of zo, zonder iets te kopen of, op zijn allerbest, een of twee dingetjes, zoals een halfje brood of een pizza, of zo. Nee, ze betalen onze salarissen niet of zo, op zo'n manier.
Er zal ongetwijfeld op een hoofdkantoor een directielid huizen dat een dergelijk gebruik van de koffieautomaat wil verbieden en er strenge regels voor wil opstellen. Nee, dat weet ik niet, hoor, maar ja, directieleden in hoge en dus vaak ivoren torens, hebben heel andere ideeën dan de mensen op de werkvloer. Moet je dus die mensen, nee niet de directieleden, verbieden om samen te scholen in een 'openbare gelegenheid met winstoogmerk', zoals wij zijn? Weet je, veel van die mensen zijn niet alleen alleenstaand, maar hebben vaak ook een mager inkomen. Naar buurthuizen gaan, waar ze andere 'lotgenoten' of beter gezegd, leeftijdsgenoten ontmoeten, kost geld. Je moet vaak lid zijn of worden of contributie betalen voor het lidmaatschap voor zo'n tehuis, zeker in deze tijd van snoeien en bezuinigen en dan moet je vaak ook nog, de mensen zijn niet altijd meer goed ter been en hebben geen van allen een auto of karretje, ook nog eens OV kosten maken. Daarbij is het sociale aspect nog een stap verder. En ik geloof dat zoiets een (on)afgesproken verhaal is bij de groep. Hoe vaak lees je niet dat er ouderen en alleenstaanden, soms al weken dood in hun woning liggen. (Vaak door een gebroken heup, waarbij ze door een sneller alarm vaak ontdekt zouden zijn geworden.) Misschien bewust of onbewust, komen die mensen dus hier samen om elkaar te zien. Mocht er eentje op het appel ontbreken dan weten ze door de gesprekken die ze hebben gevoerd, dat hij/zij niet met vakantie is, waar ze overigens vaak geen geld voor hebben, of niet bij kennissen of kinderen zijn, die ze in hun vereenzaamde leven vaak ook niet hebben, maar dat er iets 'loos' is. Dus kan er alarm worden geslagen en dat al in een vroeg stadium!
En nee, nee, ik ben ook niet altijd blij met het 'groepje', zoals wij ze noemen. Ze staan vaak heel erg storend in de weg als jij, die de zalige staat van het gepensioneerd zijn nog niet hebt bereikt moet voorbijgaan, en ze gaan vaak geen centimeter opzij als jij er, druk sjouwend, met een volle kar met vracht er al weer voor bij komt. En als ze dan nog eens gaan rommelen in de zogenaamde 'actiebakken' en er een koelerazooi achterlaten, dat maakt me ook niet blij, natuurlijk.
Maar, ja ik ben nu op de leeftijd dat je wat gaat denken aan later, als je (ik hoop ooit) zelf die leeftijd zal bereiken, en hoe blij je dan zou je zijn als er een nog vitale medewerker van een De Keten, eens lekker naar jouw verhaal over jouw ingegroeide teennagel gaat luisteren?
(grappig genoeg opende Dirk zestig jaar later weer een winkel in Mokum, vlak bij de onze. Of de mensen van Dirk zo sociaal zijn als wij?)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten