zaterdag 23 november 2013

Plaatsen van herinnering

Zoals ik in een van mijn laatste Blogs al aangaf zal ik niet meer alleen over het leven in de Super schrijven. Niet dat er niet genoeg gebeurd, of dat er te weinig te beleven valt in de winkel of zo hoor, denk dat niet. Er zijn steeds leuke en minder leuke dingen te beleven en die zal ik ook nog steeds op gaan schrijven. Maar het leven heeft natuurlijk meer smaken en er zijn meer sausjes om dat leven mee te overgieten. Dus zal er op dit Weblog af en toe wat ander, soms actueel, soms minder actueel nieuws te lezen zijn. "Da komp ook omdak eigenlijks" (zoals een Brabantse kennis zou zeggen) een Blog wil schrijven over mijn collegae en hun hebbelijkheden en hun onhebbelijkheden, maar dat is zo moeilijk om dat neutraal te doen, en zonder mensen te noemen en zo, dat ik daar nog een hele tijd over moet gaan nadenken. De titel van die Blogs heb ik al: "Supermannen en -vrouwen", origineel, hé? Maar, je leest ze nog wel eens.
In ieder geval, in dit verhaal wil ik het hebben over "plaatsen der herinnering." Ik ben met mijn 61 lentes, die langzaam aan gaan voelen als zomers, de oudste man in mijn filiaal (en misschien wel de oudste werknemer van De Keten) en ik heb redelijk veel meegemaakt in al die jaren.
Het zal jullie, lieve en aardige, en hopelijk nog steeds kritische lezers, niet ontgaan zijn dat het gisteren, de 22ste november, alweer vijftig jaar geleden is dat JFK, John Fitzgerald Kennedy, vermoord is in Dallas, een stad in de Amerikaanse staat Texas. Dat wordt redelijk groot herdacht in de U S of A en ook in Europa wordt er de nodige aandacht aan besteed. Het was dan ook wereldschokkend nieuws en is dat nog steeds. (Over die president later iets meer, maar de verhalen over hem zijn welbekend en ik kan en ga en wil daar dan ook geen ander licht op werpen.) Waar het me even over gaat, is dat het de eerste echte grote ramp of ook misschien wel dreiging in mijn (toen nog jonge) leven was. De koude oorlog woedde in die tijd wel al  volop. Ik heb zelf niet bewust de inval in Hongarije meegemaakt. Die brute inval in een land dat zich wat meer onafhankelijk van Moskou wilde opstellen, onder leiding van Imre Nagy, was de eigenlijke aanleiding tot die Koude Oorlog. Dat was in '56 en ik was vier of zo. WO II was net achter de rug. Mijn ouders hadden die jaren 'redelijk' doorstaan. Mijn pa had onderduikers en Joden verborgen in de kap van zijn molen, waar zelfs een Duits "Ueberfallkommando" hen niet durfden op te sporen. Hij was gearresteerd geweest door de Duitsers, was ontsnapt en had (met een paar ooms van ma's kant) ondergedoken gezeten, maar de oorlog was geen echt erg drama geweest in ons dorp.
De wereld was na de oorlog heel streng opgedeeld in het Oosten, dat was Rusland en vazalstaten als Polen en Hongarije en Bulgarije. Dat waren de communisten en zo en dat waren de slechten en dan was er ook nog het westen, Amerika en Engeland en Canada en Frankrijk en "wij" en dat waren de goeden, zoals ons werd verteld. Want, zeiden pa en ma en de schoolmeester en de dominee en de burgemeester van het dorp en onze premier en de Kamerleden en dat soort mensen streng: als de Russen de baas werden, dan zou de hele wereld verplicht moeten veranderen en moesten wij, rijken, zoals de Russen (en de CPN, de Communistische Partij Nederland, dat noemden) alle goed en geld in leveren, dat dan weer herverdeeld zou worden en zo zouden we geen eigen bezit meer hebben.
Daarna kwam, in '61, de kwestie van de Berlijnse muur. De Russen, die vermaledijde communisten, (dit lijkt sarcastisch, maar is het niet! Ik en veel generatiegenoten met mij hebben veel angstige jeugdherinneringen gehad in die jaren over het communisme), bouwden van de ene op de andere minuut zo maar een muur, dwars door Berlijn. Sterker nog, ze trokken een IJzeren Gordijn op, dat hun invloedssfeer in de Oostelijke landen moest afscheiden tegen het decadente westen. Die grens lag van de Oostzee, tot aan Joegoslavië.
Nog geen jaar later kwam de Cuba crisis. De USSR, de Sovjet unie, zoals die toen nog bestond, en de VS stonden lijnrecht tegen over elkaar en er dreigde zelfs een heuse atoomoorlog! De wereld hield de adem in. Ik was net tien en had natuurlijk nog geen idee van politiek, maar merkte aan de verhalen en de stemming thuis en op straat wel dat er iets heel ergs zou kunnen gebeuren. Ook de nieuwsberichten op de radio of in het Tv journaal, we hadden, geloof ik, net televisie en dan was er ook nog maar een zender en die had alleen maar een keer of twee per dag een journaal, meldden uur na uur de steeds moeilijk en precair wordende situatie, met de vrachtschepen waar je de raketten openlijk op de dekken zag liggen en die in volle vaart opstoomden naar Cuba. Daar zouden de kernraketten dan op de VS gericht worden en zo dat land gaan bedreigen. Dat werd gelukkig ook weer gesust en de wereld haalde weer opgelucht adem. En ging verder met de wederopbouw van een bijna totaal in puin liggend Europa. (Vooral in Duitsland was dat zo, maar dat vonden wij Nederlanders niet zo erg, toen!) Ergens in 1962 hoorde we verhalen en geruchten over een oorlog, ergens heel ver weg, in een land waar wij nog nooit van hadden gehoord, vjetnem of zoiets.
Toen werd het november 1963. Ik was elf, zat in de eerste klas van de MULO, deed MULO A met wiskunde, snaaide van dat laatste vak geen reet en ik begon net de meisjes leuk te vinden, maar niet echt helemaal, (tot aan het gaatje dus, no pun intended) want dat duurde nog een paar jaar.
Die befaamde en nog steeds in mijn herinnering geëtste avond was ons huis vol volk. We hadden een verjaardag, van mijn ma of van een kleinkind of zo. Maar ik zat, ik mocht langer opblijven vanwege het feest, het was een vrijdagavond, voor de tv in de woonkamer. Het verjaardagsfeest speelde zich af in de mooie, en daarvoor bestemde, voorkamer, waar ooms en tantes en oudere zussen en een broer met aanhang,onder het genot van koffie en gebak en "zeupies", zoals dat heette, dat waren borrels of bier en met sigaretten en sigaren, en hapjes "dreuge worst" of kaas, luidruchtig de verjaardag vierden.
Ik ben er, tot op de dag van vandaag, van overtuigd dat ik naar een Tv serie zat te kijken die "Mogul" heette, een serie over een olie maatschappij. Maar, hoe goed ik ook het net af zoek, kom ik die serie niet tegen in de tijdlijn die ik van die avond heb. Wel kom ik een soort serie tegen die er op lijkt, een prequell zoals dat heet en die "Troubleshooter" zou heten. In ieder geval, de serie werd bruut onderbroken, en ik heb het allemaal al eens opgeschreven, door een extra journaal. Dat journaal ver meldde zonder omhaal de dood van de Amerikaanse president. Dat was overigens al enkele uren nadat JFK was doodgeschoten. JFK, ja, die kende ik. Een jonge en flamboyante president, een man met een mooie vrouw, met een Franse naam en, volgens het publiek, een Franse uitstraling (maar zo Amerikaans als de pest), de man die ons tot twee of drie keer had behoed voor weer een wereldoorlog. Een man die zijn kop niet boog voor Chroetsjov, of al die andere moeilijke en stugge mannen met van die onuitspreekbare Russische namen. Ik was, zo jong als ik was, verbijsterd.
Ik weet nog dat mijn jongste zus net met een blad glazen en kopjes vanuit de voorkamer de woonkamer  binnenkwam en mij helemaal verbaasd en overdonderd, zag kijken.
=later meer=




Geen opmerkingen:

Een reactie posten