donderdag 20 maart 2014

Efficient werken dus (deel 2)

=Dan wordt het tien uur ongeveer en dan slaat het noodlot toe en dan zie ik in beeld hoe efficiëntie niet gespeld of gespeeld wordt. Liander en Waternet komen voor de deur! Ambtenaren! Althans mensen in (semi) overheidsdienst=


Rond de klok van tienen wordt volgende vracht verwacht. Da's dan de tweede vrachtwagen van de in totaal ongeveer vijf, die die dag (en elke dag, 7/7) bij ons aan het filiaal zullen verschijnen. 'Kan dat dan niet wat minder?' hoor ik de GL stemmer (en iedere milieu actieve) roepen en ja, ik vind dat eigenlijk ook wel. Het zou allemaal beter voor de leefomgeving en voor de drukte op de wegen en de uitstoot van schadelijke stoffen zoals CO2 en zo zijn als er minder van dat drukke vooral vrachtverkeer was. Je zou kunnen verzinnen dat er maar drie volgeladen wagens per dag langs kwamen in plaats van vijf niet helemaal volle vrachtwagens. Nu is het tegenwoordig wel zo dat alle, nu ja, bijna alle, vrachtwagens in ons land met diverse filters rondrijden en dat wij het fenomeen SMOG en "fijnstof", in ons land bijna niet meer tegenkomen, dit in felle tegenstelling tot onze zuiderburen of tot de Parijzenaars, die zelfs een paar dagen nauwelijks gebruik van hun voertuigen mochten maken. Soit. Over efficiency ging het.

Rond tien uur in de morgen verwachten wij, van De Keten, zoals gezegd onze tweede vrachtwagen met verse spullen, en, voor mij belangrijk, de diepvries artikelen. Ik ga niet moeilijk doen, jullie begrijpen het zelf ook: hoe eerder mijn vracht binnen is, hoe eerder ik het werk af heb. (Ik werk tot 1200 uur, dat hadden jullie nog wel meegekregen toch?)
Maar, dinsdag rond 1000 uur, stond ik nog even wat spullen op te ruimen buiten. (Ik rookte er een sjekkie bij, maar vertel dat niet verder, als je wilt, want FM1 en idem 2 weten daar niks van dus dat moet geheim blijven, oké?) Ik zag opeens een wagen met een oplegger aankomen, van de kleine soort, overigens. Dat voertuig met aanhang stopte opeens recht voor onze winkel. De aanhangwagen had zo'n kleine dragline als last. Die kleine dragline werd afgeladen, echt helemaal recht voor onze voordeur, daar waar de klanten in en uitgaan en, voor ons werkers veel belangrijker, daar waar onze vrachtwagen over luttele (weer een mooi oud woord gevonden) tijd, ons zou gaan bevoorraden van allerlei dingen. (En van mijn DV artikelen) De graafmachine werd neergezet. Er kwamen enkele mannen bij in werk kostuum, van die moderne veelkleurige overalls aan en met helmen op. Die mannen begonnen, zonder boe of ba te zeggen of zonder enige uitleg of overleg, de straat open te wrikken en te ontdoen van de klinkers en tegels die de straat dekten, (of bedekten) of zulke woorden? In ieder geval, binnen vijf minuten was er een opening in de stoep ontstaan die je rustig een gat, sterker, een groot gat, mocht noemen. Ik zag het werk aan, zag onze vrachtwagen echter nog niet aankomen en vroeg aan de werkmensen of ze een schat zochten of zo. 'Die van Toetankhamon?' grapte ik nog, of zijn jullie de Schatgravers aan de Amstel? (Van die hele oude film, Rififi in Amsterdam? Nee, nou een oude film uit de jaren zestig, met onder andere Willy Alberti en Ton van Duinhoven.) maar nee, ze hadden van die oorkappen op onder hun helmen en gaven geen antwoord. (Waarom nu helmen op? Je werkt in de grond! Ben je bang dat een klinker uit pure verontwaardiging, omdat hij zijn laatste rustplaats verliest opeens de lucht inspringt en jou op je kop gaat treffen?)
Naarmate het gat groter en dieper werd, kwamen er meer mensen bij. Nee, geen publiek of zo, nee, van die werk figuren. Van die mannen met van die werk overalls aan en helmen op en met van die busjes met Waternet en Liander op de flanken geschilderd en zo. Collega R., helaas nu verdwenen, nee, niet in dat gat hoor, maar naar de andere locatie, verderop, die ik niet bij naam wil noemen omdat het toch wel concurrenten zijn, net als ik de stad  niet zal noemen waar die club speelt die 010 heet, vroeg nog eens wat er nu gebeurde en men, een of andere chef geloof ik, nu ja voorman, vertelde dat er iets met de kabel was of een net of een leiding. De man had een stompje sigaar in zijn mond en sprak nogal onduidelijk.
'Een hoelang dat dan ging duren?' vroegen we. 'Uren en uren of zo, tot we klaar zijn', mompelde de man met, ik geloof, een groene helm op.
FM2 kwam langs, keek en schrok. 'WTF?' vroeg hij (hij vroeg het anders hoor, hij is een nette, welopgevoede man en een voorbeeldige vader) en kreeg een antwoord als: 'Infrastructuur beheer, mijnheer, en ook het beheer van de lijnen en de kabelgoten, snel onderhoud van de gotistikke verbindingen (zoiets) en ja, dat is zo in deze stad en zo en betere en sneller verbindingen, bla, bla.'
FM2 deinsde wat terug en wist het ook even niet meer. We spraken af dat R. en ik het zouden oplossen.
Luid getoeter werd ons deel. Ja hoor, de vracht. De bekende auto in de kleuren van De Keten. Een wat verontwaardigde chauffeur, die, noodgedwongen, op de rijbaan van een van de drukste verbindingswegen van 020 (nee, gewoon Mokum, dat mag ik wel uitspreken, toch) moest parkeren, stapte uit en liep op ons toe. 'Waar mot ik nou me wage kwijt om te losse?' Ja, dat wisten R. en ik ook even niet want er stonden op dat moment zeven, 7, ik heb ze geteld, voertuigen van diverse bedrijven hun "plas op te houden" op de plek voor onze toko. Het kostte nogal wat overredings- en overtuigingskracht om al de bestuurders van al die voertuigen te bewegen om het spul ergens anders te parkeren. Maar: het gat, met van die schrikhekken, bleef. Dus moest de chauffeur met hand- en armseinen in de goede richting en naar de goede locatie worden geloodst. (Oei, ik heb het groene boekje even niet ter hand: geloodst? Ik weet het niet, Wilma: help!)
 

Een paar witregels om het gesteun, de scheldwoorden, het Gegriep en gevloek te verbloemen die aan dat lossen vooraf gingen. (Gegriep: nee, ik gebruik het K. woord niet meer. Lees nu Gegriep of G. woord. Dit als eerbetoon of -bewijs aan al die mensen, vrienden, collegae, familieleden van vrienden, die ik de afgelopen paar jaar heb zien verdwijnen ten gevolge van dat K woord.)

Een half uur later dan gewenst stonden we dan eindelijk te lossen. Met moeilijke hoeken voor de containers, met mopperende klanten en nog heviger mopperende passanten en fietsers die moeizaam de graaf machine en de grote combinatie konden ontwijken, maar eindelijk lukte het allemaal toch.
Ik ging rap aan mijn werk en het schoot goed op. Vlak voor twaalf uur was ik klaar en borg mijn spullen op en maakte "vierkant werk", zoals we in mijn vorige leven zeiden. Dat wil zeggen: ik maakte het werk af en zorgde voor netheid, zeg maar. Ik moest nog een paar containers buiten zetten en keek even naar de mannen in overalls en helmen. Het waren er ondertussen negen geworden, 9. Ik heb ze weer geteld. Acht man stonden toe te kijken, terwijl een man het graafwerk deed. Acht man met mokken koffie in hun hand, sjekkies in het hoofd, telefoons aan hun oor en opgewekt pratend over van alles.
Kijk, dat is nu pas efficiënt werken. Zeven voertuigen parkeren, negen man aan "het werk", voor een karwei dat door twee man kon worden gedaan.
In mijn uppie had ik het werk van drie man gedaan. En ik was nog op tijd op weg naar huis. Op de fiets, in het zonnetje.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten