zaterdag 15 maart 2014

Nu snap ik het even niet (meer)

Dit Blog had als werktitel "ouwe chagrijn" maar dat wilde ik die collega niet aandoen. Nee, nee, grapje, het ging niet over een collega, het ging eens een keer over mij. Hetgeen verwonderlijk is, want ik schrijf zo goed als nooit over me zelf. Daar ben ik te bescheiden voor, zoals jullie allemaal wel weten, ondertussen. Nee, de oorspronkelijke titel was bedoeld omdat ik die kreet, "ouwe chagrijn", in het Mokums auwe saggerein, toebedeeld kreeg van een mevrouw. Niet zomaar een mevrouw, maar een mevrouw die nogal verward was, in ieder geval een beetje in de war leek, ofwel het totale pad kwijt was. Het verhaal ging zo, ongeveer, want ik weet het niet meer helemaal. Als trouw werknemer van ons filiaal van De Keten, bezoek die winkel, was ik druk, druk, druk, met de DV. Mijn FM2 had alvast de DV acties van de volgende week besteld en mijn FM1 had, gezien het verwachte weer, extra ijs en ijsjes en zo daar ook nog eens overheen besteld. Daarin hadden ze niet overlegd. Het netto resultaat was dat ik zes containers diepvries producten voor mijn kanis kreeg op deze, fraai weer belovende, vrijdag. Nu doe ik over een zo een container, kar in het jargon genoemd, ongeveer een half uur. Ik ben geen Einstein, ik ben geen wiskundig genie, maar een beetje rekenen kan ik wel. Dus zes karren is zes keer een half uur. Makkelijker voor jullie: dat is drie uur. Dat is berekend door Archisoplopouplos, een Griekse wiskundige die in de tijd van Pythagoras leefde en de stelling: "De helft maal twee is een hele" heeft uitgevonden en met terugwerkende kracht, heeft de filosoof en redenaar Paco Saul ook nog eens gezegd dat de helft van de tijd meer is dan een kwart van de tijd en dat, ja, daar is die Paco Saul weer eens een geweldige redenaar in en heeft goede antwoorden.
(Ik geloof dat ik ooit eens een Blog aan die vergeten, maar door mij bewonderde, filosoof ga schrijven. Hij heeft fraaie stellingen en mooie antwoorden, dit terzijde.)
Dus en want, maar, omdat, zoals Koot en Bie ooit zeiden, stond ik dus met zes van die zware en kouwe karren te loeren. Het rekensommetje doortrekkend zou het betekenen dat ik pas om 1330 klaar zou zijn met mijn werk. Nu vind ik werk geen echte straf, maar het is dan wel zo, dat ik tot 1200 betaald krijg, want (over)uren bij De Keten zijn goud waard en worden dus niet uitbetaald. Ja, je moet ze compenseren in uren op andere dagen. Maar dan ben ik dus weer drie maal een half uur, of een maal anderhalf uur, eerder pleiten en blijft mijn vracht alsnog staan. Vat je hem? Nee, het is niet zo moeilijk, jij kunt het ook uitrekenen, hoor.
Ik begon dus, al met al wat mopperig en, ja, ik geef het toe, wat chagrijnig aan mijn taak. Ik vertelde wel vaker dat er van die thermohoezen, jargon, om die karren heen zitten. Die garanderen dat de -20 graden temperatuur minimaal vijf uur wordt behouden. Maar, door die hoezen, zie je natuurlijk niet, tot je ze van de containers afhaalt, wat voor artikelen op die kar staan.
Ik had wel een mazzeltje. De acties van de volgende week, pizza's en snacks van Van Dobben, stonden over de zes karren verdeeld. Die moest ik dus niet vullen maar overstapelen op een of twee karren. Maar dat is ook een bak werk en zo. Een van mijn (hele weinige) zwakheden is, dat ik een (heel klein beetje) een controle freak ben. Nou nee, dat is gewoon echt zo en ik maak er een beetje een geintje van, maar ik ben, net als de meest ouwe marine- en leger mensen graag in beheer van de situatie. Ik had dus zes van die karren om me heen staan en ja, dan is het overzicht wel weg. Dus stapelde ik al die acties zoveel mogelijk over en bracht alvast twee volle karren naar mijn opslagruimte, diep in de buik van de winkel. Dat scheelde een hoop ruimte op de werkplek en ik ging verder. Ondertussen was ik wel diep in gedachten, moet ik zeggen.
Zoals jullie misschien weten, fiets ik ook wel eens een stukje op de racefiets. Ik zat al te bedenken welke route ik de volgende (want droge) zondag zou gaan fietsen, ik dacht wat na over een manuscript van me dat ik had aangeboden bij een uitgever en waarop ik nog een antwoord moet krijgen en zo. Helaas is mijn gehoor, met het stijgen der jaren, er ook niet op vooruit gegaan en dat, gecombineerd met het accent van de mevrouw die me een vraag stelde, droeg er ook niet aan bij dat ik als een jonge hond reageerde op de vraag die ze me stelde. Nu ja, vraag? Het was eigenlijk een verward verhaal dat ze me vertelde en waar ze een antwoord op wilde.
Oh ja, ik ken haar al jaren. Ze is een stuk of wat jaren in de veertig. Waarschijnlijk al aan de verkeerde zijde van die leeftijd. Ze is niet al te groot, heeft een wat verwilderd uiterlijk en is niet al te appetijtelijk. Dat mag, je hoeft geen schoonheid te zijn, of een adonis zoals ik, zeg ik dan maar bescheiden, maar je kunt, wilt, als vrouw, zeg ik dan maar seksistisch, je toch wel een beetje presenteren?
Maar deze mevrouw doet daar niet veel moeite voor. Heur haar hangt sluik langs haar schedel, make-up of lippenstift of dingetjes die vrouwen nodig hebben zijn haar boodschappentas nooit ingegleden en een continue koortslip achtig aandoende vlek heerst al tijden op haar onderlip. Nee, ik oordeel niet over haar uiterlijk, verre is dat van mij.
Maar, ze ziet er warrig uit en zo gedraagt ze zich ook. Ze rommelde, zoals gewoonlijk, wat in het vis vak, zoals ik dat altijd noem. Ze heeft katten die ze tonijn steaks voert en ze neemt wekelijks een paar van die verpakkingen mee. Toen schoot ze me aan. 'Weet jij wat er met die Somalische schatjes van mij is gebeurd? Ik hoorde dat ze doodgereden waren door een scooter. Bij jullie voor de deur. Het waren twee schatjes, hoor. Ze werkten bij jouw in de winkel. Wat is er met hen aan de hand? Kan ik ze nog eens zien, denk je?'

=Ik was verward, gaf even geen antwoord en hoorde van haar dat ik een auwe sjagrein en rassenhater was.=

Geen opmerkingen:

Een reactie posten