woensdag 4 november 2015

Ja, rare dagen.

Heb ik al verteld dat we aardig wonen? In Amstelveen? In een aardige flat? Boven een "poepchique" schoenenzaak? Dat ik, ja, lees eerdere Blogs, ook wel eens het "politiemannetje, nu ja, ik prefereer de Marineman van de straat", heb uitgehangen? Doordat ik bijvoorbeeld Ramkrakers die zich knarsend en piepend, diep in de etalage van die bovengenoemde schoenen winkel borend, in de vaak, nu ja, bijna immer, van Noord Afrikaanse afkomst zijnde kragen te hebben gevat? Nou, vast wel. Je weet het toch nog wel, ik heb het ooit verteld. Ik ben ooit eens gearresteerd geworden geweest omdat ik met mijn (ere) sabel, die je als adjudant-onderofficier van de Koninklijke Marine krijgt (en mag houden als je de dienst uitgaat) eens zo'n stel geluksgraaiers te lijf ben gegaan? Ja, dat weet je nog wel. Kom op nou, lees even terug. Niet? Nou ja, ik schrijf het nog wel eens op, zie lager. Nou ja, ik was die toenmalige nacht in T-shirt en "pendek", da's Maleis voor "unterhose", wat weer Duits is voor "pendek", gekleed de trap afgerend, na eerst mijn sabel met schede, nee, niet flauw gaan doen nu, uit een kast te hebben gegraaid. Ik had die twee rovers zo goed als te pakken, hoorde hen allemaal verwensingen uitstoten in een taal die niet Nederlands was en hield ze in toom met die sabel.
Ok, om dat jullie aandringen, kort dan, dan hoeven jullie niet zo te zoeken op de Blogs. 
Op een nacht, tegen drieën, werd ik wakker van een enorm gebonk en gekraak en keek uit het raam en zag een scootertje met draaiende motor staan. "Ik ga even beneden kijken", zei ik tegen de a.k.a. Lief, die ook net ontwaakte uit haar "beautysleep", die ze natuurlijk helemaal niet nodig heeft, maar ja, mensen slapen wel eens, van het enorme lawaai. Ik tastte naar een wapen, maar behalve een groot vleesmes heb ik geen wapens in de casa, maar een diepe gedachte liet me naar dat befaamde, net genoemde, sabel grijpen, die/dat al jaren in een hoek van en kledingkast stond. Ik deed de kast waar hij/zij/het verborgen stond te zijn open en greep het stevig in de vuist. In "pendek", da's marine-Indonesisch voor onderbroek en T-shirt gekleed denderde ik dus de twee trapjes vanaf onze woning naar de straat, af en zag ik twee gastjes, die er niet echt uit zagen als Amstelveners, zeg maar, de etalage van die winkel, die ze net hadden ingeslagen met hele zware voorhamers, het geluid waar we wakker van werden, leeg halen met vooral duur lederwerk en op hun scooter stapelend. Ik brulde dingen als: "Politie/Marine/Halt/Je bent derbij", zuks dan en zwaaide vervaarlijk met mijn sabel in het rond. Maar ja, de boeven zaten al meteen op de "plof" zoals een dergelijk vervoermiddel heet in het Grunnings en maakten zich dras uit de voeten.
E., de lief, was ondertussen al actief geweest in het bellen van de politie, die natuurlijk, weer te laat kwam. De gassies waren al ver weg, richting Mokum West, de pinguïn* buurt, zeg maar. Ik hoorde hen, bij hun vervroegde en nogal ongewilde afscheid, schelden in een vreemde taal met veel van die diepe Gg klanken, zoals kamelen die maken. Een taal die me nogal Noord Afrikaans aandeed. De buit hadden ze overigens niet mee kunnen nemen, dus waakte ik over schoenen en tasjes die per stuk al een maandsalaris van een werkend mens konden kosten. 
Maar, de politie arriveerde wel, met drie auto's tegelijk en met zeven of acht agenten. De a.k.a. had me een "beneden lijf bekleding" gebracht, zijnde een Jeans en ik had me natuurlijk decent gemaakt. De politie kwam, wapens in de hand en goed dus. Ik begreep dat ik er nogal spectaculair uitzag, T-shirt, Jeans, slippers en een slag of steekwapen in de hand hebbend, tegenover een ingeslagen etalage ruit, waar duidelijk dingen waren ontvreemd, die nu rond mijn voeten lagen. 
Heel even deed ik mee aan een film, leek 'et. Wouten zijn duidelijk en goed getraind. Ik hoefde geen uitleg dat ik het wapen voor mijn voeten moest neerleggen, dat deej ik ook, ik hoefde geen uitleg dat ik de nodige passen terug moest doen, dat deej ik ook en ik hoefde gen uitleg dat ik vooral mijn smoel moest houden. Dat deej ik dan wel niet. "Luister inspecteur", de man droeg een uitmonstering van een inspecteur en ik ging niet lopen slijmen om hem commissaris of zo te noemen. Dus ja, ik zee: "Luister inspecteur, ik woon hierboven en.." Ik vertelde in het kort de gebeurtenissen, maar de man luisterde niet. Wat ik enigzins begreep, maar om mij nu te verdenken? Ok, ik stond met een sabel in de hand, midden in de nacht, op blote poten, ik was mijn slippertjes vergeten aan te schieten,voor een ingerost raam. Een groot raam, de inbraak middelen lagen er nog binnen, er lagen allemaal lederwaren om me heen. Ja, alles pleitte tegen mijn! 
Tja, en wat nu?

=Je gaat het niet geloven hoe ik me hier weer uitl..! Vanaf een ramkraak naar een waterramp. Ik ben een goeje aan het worden...
*Pinguïn buurt:da;s de buurt in Mokum West waar de niet autochtone vrouwen alleen maar de eenvormige kleding dragen die ze doen leken op pinguïns. Allen dragen dezelfde lelijke en lange jurken en hoofddoeken, allemaal in het "somber". Pinguïns zijn overigens vrolijke vogels.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten