woensdag 30 december 2015

Een logé

Sinds een dikke week hebben de geliefde en ik een logé. Een lieve logé, die bijna niets zegt. Een dertienjarige "hij" logé die inderdaad heel stil is en die je bijna niet ziet. Hij zit veel in zijn logeerkamer en we hebben er nauwelijks last van. Hij doet overigens ook niet veel op zijn logeerkamer, hoor, gewoon wat liggen, uit het raam staren en ja, veel slapen. 
Oh ja, hij komt geregeld in de woonkamer of de keuken, hij verkent het huis ook vaak en zo, maar soms zit hij uren, mijmerend, voor zich uit te staren in de brede vensterbank van onze woonkamer. Hij heeft het, geloven we, wel helemaal naar zijn zin bij ons. De geliefde van me probeert hem wel eens tot activiteit te bewegen, door wat met speeltjes te doen. Maar, hij speelt nauwelijks overigens, nu ja, soms even heel aarzelend met een balletje of een dingetje, maar niet fanatiek, niet dat we dat merken in ieder geval. Geluid maken doet ons logeetje ook nauwelijks. We horen hem amper. Maar: hij is gelukkig wel helemaal zindelijk en vraagt ook nauwelijks om aandacht. We kunnen gewoon de deur uitgaan en hem (zo goed als alleen) thuis laten, no problems. Als we dan terugkeren is het huis nog net zo als toen we weg gingen. Hij maakt er geen puinhoop van, heeft niets van plaats veranderd. Kortom een voorbeeldige logé. 
We hebben hem dan ook echt in ons hart gesloten en hebben er al een beetje spijt van dat hij, na oud en nieuw weer weggaat. Hij is ondertussen wel dertien en een half jaar oud, overigens. Hij heeft een IQ dat ook past bij zijn leeftijd, hoor, dus hij is absoluut niet achterlijk.
Nieuwsgierig, dat is 'ie wel. Hij trekt kastdeuren open, die niet eens zo makkelijk opengaan, om de zaken die daar, verhoopt, in liggen, te inspecteren en om te kijken of het van zijn gading is. Maar, hij is ook niet gepikeerd of bozig als wij zeggen dat dat niet mag en zo. Ja, het is natuurlijk moeilijk om hem de hele dag in de gaten te houden, maar eigenlijk is de logé heel lief en heeft begrip voor zijn geboden en verboden.
Nee, het is geen familielid, nu ja, heel in de verte, dan, moet ik zeggen. Hij is al eerder eens te logeren geweest, ergens in het voorjaar en dat ging toen ook al zo goed. Dus ja, hij mocht weer komen. Nu is het voor een wat langere periode, zoals al gezegd, maar het is niet zo van dat spreekwoord dat: "verse vis en gasten het eerste gaan ruiken", zoiets dan. 
We hebben het goed, met hem in huis. Geen klachten. Nou ja.., hij eet wel veel. Altijd is zijn maaltijd heel snel op. Schrokken brok, heet dat zo niet? Man, man man, je weet niet, je wilt niet weten, hoe snel hij zijn eten op heeft. En: nooit eens zeggen: 'Lekker, bedankt.' 

Maar ja, wat kun je van een kat verwachten? Geen gezellige gesprekken, geen dank je voor mijn eten en zo. Onze logé is natuurlijk, gis als jullie zijn, wisten jullie dat dus al, een kat. 
(Nee, nee, nee, ik geloof echt niet dat er een paar onder jullie waren die dachten dat we een mens(je) met Down syndroom of een "geestelijk uitgedaagd" kind onder onze hoede hadden. Ik gebruik "geestelijk uitgedaagd". Ik ben in de USA geweest, vaak, waar je enorme processen aan je togus kon krijgen als je een blinde een blinde noemde in plaats ven een "Visual Challenged" of dat je een "donker" iemand geen "Afro-American" noemde en ja, "Der Feind hort mit")
 
De kat heet "Toemba", da's het enige aparte aan hem en de rest is zoals ik vertelde. Katten zijn katten. Je houdt er van of je haat ze, er is geen tussenweg. Hij, Toemba dus, heeft een dubieuze afstamming, deels ras, deels: 'snelle kattenwip' in een achterafstraatje of - steegje. Ze heeft iets ven een Pers, geloven we. Ze is de huiskat van onze oudste dochter en haar vriend, die nu een week of twee naar diverse adressen in diverse buitenlanden zijn. Zaken en vakantie, zeg maar. Onze eigenste en jongste kat, Skippy, (de oudste is al meer dan een jaar geleden heengegaan, maar we missen haar nog steeds) kan 'aardig' met de gast door de bocht. Zoals katten dat kunnen. Afstand houden, loeren, vals kijken en elkaars voer op vreten. Dat doet Toemba overigens met verve. Zonder dat je er erg in hebt, schrokt ze ook het voer van Skip weg. Die kijkt dan treurig, maar vreet vervolgens het bakje van de ander leeg.
Maar: het is wel leuk, hoor. T. is een lief beest, die geen enkel kwaad in de zin heeft. Ja, wij zijn wel kattenmensen, eerlijk gezegd, maar dat hadden jullie vaker gehoord. 
Oh ja, dat moet ik nog vermelden, voor hen die geen katten hebben. Jij bent niet de baas van de kat, maar zijn personeel! Ja, dat vindt je leuk of niet! Wij vinden het wel grappig. (Soms ook weer helegaar niet.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten