woensdag 29 januari 2014

Mustapha en de poezen

Ik weet het, Hubert Lampo schreef het fraaier. Hij schreef het prachtige korte verhaal "Clarissa en de poezen", wat een mooi staaltje is van zijn manier van schrijven en van zijn genre, het "magisch realistische". Hoewel het woord 'poezen' bij de eerste uitgave nog als 'poesen' werd gespeld.
In mijn vorige Blogs las je een heleboel kommer en kwel over allerlei klanten en hun (vooral) onaardigheden, maar ik moet, als tegenwicht, of als tegengif, ook een positief stuk schrijven. Als ik het goed doe, moet ik meerdere positieve stukken schrijven, want ik/we/ons hebben ook een heleboel hele prettige en aardige mensen die regelmatig in de winkel komen. Laat ik het zo zeggen: over mensen die aardig en "normaal", ja, wat is normaal? zijn, kun je haast geen "stukkies" schrijven, althans geen leuke stukkies.
Maar toch ga ik een poging wagen in die richting. Het gaat in dit geval over een mijnheer, van een wat onbekende leeftijd, maar van bekende herkomst. Een Marokkaanse mijnheer om precies te zijn. Hij komt al jaren in onze winkel en ik zie hem zodoende ook al jaren. Hij komt niet iedere dag, hoor, nou ja, ik zie hem niet iedere dag want ik werk natuurlijk maar een bepaald aantal uren van een werkdag en een werkweek. Het is een typisch traditionele Marokkaanse man. Gekleed in het wat saaie bruin dat de mannen van die leeftijd vaak dragen. Bruine broek, idem shirt of trui en een donkere jas en onopvallende schoenen. Hij loopt met zijn winkelwagen door de zaak, pakt zijn dingetjes en, als ik de inhoud van zijn wagentje wel eens bekijk, is hij alleen staand. Dat zie je gauw aan het aantal en soort boodschappen dat een mens mee pakt, nietwaar?
Zoals een goed en braaf mens, wat ik, diep in mijn hart echt wel ben, betaamt, groet je de klanten of knik je hen toe. De mijnheer in kwestie sprak niet al te goed verstaanbaar Nederlands, maar daar raak je aardig aan gewend in de wijk waar ik werk. Ik kan daar een hele filosofische boom over op zetten, maar ach, we weten allemaal wel dat zoiets geen hout (meer) snijdt. Vorige regeringen hebben het voor niet Nederlanders te gemakkelijk gemaakt om, zonder de taal te spreken of zonder in te burgeren, in ons land te verblijven, met alle voordelen van dien voor die mensen.
Nee, ik ga daar verder geen waardeoordeel over uit spreken, hoor, maar het feit, de feiten liggen er en nu, jaren in retrospectie, hebben we daar spijt van, hetgeen niet belet dat de mijnheer in kwestie gewoon zijn boodschappen doet in onze toko, ondanks zijn gebrekkige kennis van de taal, zowel in woord en geschrift.
Toen ik eenmaal "bevorderd" was tot Kapitein Iglo, zoals mijn bijnaam luidt, (ja ook opa, ouwe man en dat soort woorden natuurlijk, maar verrassend en verfrissend noemt FM1 me vaak: Luukie, hetgeen me dan weer vijfenvijftig jaar terug voert in de tijd en me vagelijk nostalgisch maakt) kwam ik hem vaker tegen, snuffelend tussen de dierenvoeding. De DV dierenvoeding dan. We hebben twee planken met DV dierenvoeding. Ik ga niet uitweiden, maar we hebben tien verschillende soorten. Van een merk hebben we vier verschillende smaken, waaronder hart. Nee, ik ga geen catalogus maken, nu, het gaat om dat product. Ik zie mijnheer geregeld rommelen en een pak of vijf in zijn kar stoppen en ik denk: dat ga je toch niet op eten? !!!!
 !!! Ja, die uitroeptekens passen wel een beetje nu. Ik trek het boetekleed aan, ik strooi as over mijn hoofd en beken schuld en ga in zakken lopen, om nu eens Bijbels te doen. Ik neem dus meteen aan, dat mensen van niet Nederlandse origine in staat zijn om voeding die "Niet voor menselijk consumptie" is, zoals duidelijk vermeld is op de verpakking, op te bakken of te warmen en op het bord te schuiven. Geen menselijke eigenschap is me vreemd en xenofobie en zijn uitwassen is daar ook een van, natuurlijk. Helemaal bevooroordeeld zie ik hem dus als een mens die dat soort voer eet. Waarom? Geen idee,  de hoofdverloofde van vriend en meelezer B. koopt ook vaak pens en hart voor de dieren en daar zou ik toch niet zo op gereageerd hebben?
Het is al weer een paar dagen of een week later en ik zie hem rommelen in het dierenvoeding vak. Ik ben druk, maar ik wil het nu toch weten, om gesterkt te zijn in dat vooroordeel dat ik, schandalig genoeg, een beetje koester en ik vraag op een gegeven moment wat hij nu eigenlijk zoekt. In een wat onbeholpen Nederlands, zie boven, vertelt hij me dat hij "hart" zoekt. Het vak waar dat product moet liggen is leeg, ik kijk toch even beneden voor hem, duikel een doos op en geef zes verpakking aan de mijnheer. Hij dankt me vriendelijk en, of hij aanvoelt wat ik me zit af te vragen zegt hij (en ik vertaal en dit is geen lu. opmerking, maar anders zit ik hem af te zeiken en dat wil ik absoluut niet): 'Het is voor de poezen. Ik heb zelf twee poezen en die beesten eten alleen maar dit hart, deze verpakte soort. Ik geef brokjes en blikjes, maar nee, dat vreten ze niet. Ik heb ook nog wat poezen die in de buurt wonen en bij mij komen eten en ook die willen allen maar dit. Alleen maar dit voer. Maf hè?'
Ik ben beschaamd. En terecht. Ok, iedereen mag een of meerdere vooroordelen hebben, net als dat iedereen een geloof mag hebben, maar nu blijkt dat geloven en vooroordelen alleen maar narigheid, in ieder geval, schaamte brengen. Voor hij wegloopt zeg ik: 'Ik zal zorgen dat ik elke week zes pakken hart voor U op zij leg, oké?'
'Is goed, dank je wel, dat vind ik aardig', zegt hij. Hij kijkt op mijn naambadge en steekt zijn hand uit. 'Jij heet Jan?' 'Nee, nee, geen Jan, ik heet Lucas.' 'Loekas, mooi, ik heet Mustapha, zullen we dat tegen elkaar zeggen?'
Dat doen we sinds die dag en ik voel me een stuk beter, nu.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten