zaterdag 25 januari 2014

Dus wel, allemaal tegelijk! (2)

=waarin dienstverlening en service niet ex aequo is met de genegenheid naar sommige klanten=

Der zijn van die dagen! Jullie kennen ze ook. Dan komt alles tegelijk. De auto moet voor zijn APK en dan belt de garagehouder: 'Het wordt iets duurder, mijnheer/mevrouw.' 'Hoeveel iets duurder is iets duurder, aardige garage mijnheer?' '....' '??!!' 'Ja, sorry, maar de..' En dan volgt een verhaal dat je niet meer volgt omdat je al aan het rekenen bent waar je die poen nu vandaan moet halen. Of: de wasmachine stort helemaal, maar dan ook echt helemaal, in elkaar, of: schoonmoeder belt en zegt: 'De woning wordt gerenoveerd en de andere kinderen moeten allemaal naar cursussen voor hun werk. Dus kom ik gezellig twee weken bij jullie! Leuk hè?'
Oh nee, geen schoonmoeder moppen, alsjeblieft. Ik kan er niet tegen. Mijn schoonmoeder is een vrouw met een gouden hart. Dus als een collega dan zegt: 'Mijn schoonmoeder heb een goed hart, het had alleen gekookt op der rug motten hangen en flink laag, dat de honden der bij kennen!', dan lach ik niet mee, dat begrijp je. En als een andere collega vraagt wat het Koreaanse woord voor schoonmoeder is en dan zegt: Stik-Bits-Stik, dan wordt ik wat droevig, dat begrijpen jullie wel, toch?

Maar goed er zijn dus van die dagen! Gisteren was het zo een dag. Ik heb me ondertussen al schrijvend lopen afvragen of je nu als superman/-vrouw ook van je klant moet "houden" en ben tot de conclusie gekomen dat dat dus niet zo is. Respect, ja, service natuurlijk en, laten we zeggen, toewijding, helemaal oké, maar "houden" (platonisch dan) nee, dat gaat te ver. 
Sommige van die klanten (en gelukkig is het een heel klein aantal) verdienen het ook niet of nauwelijks, dat je respect of dat fraaie begrip en woord toewijding aan hen geeft. Dat komt door hun manier van optreden naar jou, als supermens, toe. Als ik ergens aan iemand een vraag stel, waar of aan wie dan ook, begin ik, en wij beleefde mensen allemaal, geloof ik, met: 'Mag ik U..  en zo, of: heeft U even.. of, wilt U mij..' Nou ja, beleefdheid, niet waar?
Ik gaf het al aan, net zo als de ouder cabaretiers die ik al noemde, verval ik in herhaling, maar ik zeg het toch nog een keer. Al die mensen die hun uitgezochte, verse producten, zomaar klakkeloos in allerlei stellingen werpen, waarna je ze, als je die producten pas de volgende dag vindt (want dat is Murphy's wet) en dat je dus de hele zooi kan weggooien, krijgen bij mij de handen niet op elkaar. Of flessen wijn of bier en zo, in de vriesvakken dondert, waar ze uit elkaar knallen, nee, niet sympathiek. (zachies uitgedrukt, nietwaar.)
Dat er clientèle is, dat al skypend, twitterend, sms'end of bellend, jou vragen stelt terwijl ze ondertussen de handen of ogen niet van die idiote oplichtende kleine schermpjes af kunnen houden, is, op het minst gezegd, asociaal. Maar, daar heb je een verweer op, door zo zacht mogelijk hen een antwoord te geven, tot ze wel contact met je maken, omdat ze je niet horen.
Maar, dat zijn dan nog, heel vaak, jongeren en ja, ach, die moeten nog groeien, denk ik dan maar. De ergste categorie klanten zijn de echte onbeschofte en onbehouwen figuren. Helaas, en dat doet wel eens pijn, behoren die figuren tot mijn leeftijdgenoten, althans de periferie ervan. Er zijn er momenteel vier stellen waarvoor ik, als ik ze zie aankomen, uitwijk en even snel een werkje elders heb, het zij even roken, hetzij even naar het toilet. Het eerste alternatief verdiend de voorkeur, maar dat terzijde. In "Nare mensen" heb ik het eerste stel al besproken. Het zijn tachtigers, ze zijn niet gehuwd maar buren of zo in een huis, die continue, en ik bedoel continue, wat te zei..., eh, te zeuren hebben. Noem het en er is gedoe over. De melk is een cent verhoogd in prijs: gedoe. De melk is een cent verlaagd in prijs: gezeur. De actie van deze week: niet in orde want kroketten, bah! De actie van volgende week: niet in orde: vis? Bah. Waarom geen kroketten? En dat op luide toon, terwijl ze het werkvolk, wij dus, luid beschimpen. 'Sukkels, snappen er niks van, kunnen geen ander baan krijgen, wat een klootza....!' (Ik vroeg hem ooit of hij een cursus gevolgd had in het lomp zijn of dat hij zo geboren was, maar dat begreep de sukkelaar niet.)
Stel twee, niet in volgorde, overigens, maar toevallig ter bühne gevoerd.
In mijn boek De Berg heb ik ze al opgevoerd, trouwens. Mocht je dat 'meesterwerk' nog niet gelezen hebben, schaf het dan aan. (Ik verdien wel 35 cent aan zo'n boek, dus mij maak je niet rijk, maar het verruimt je denkwereld, zak maar zegge!) Het is een mooi verhaal over een club 'maten' die de Alp d'  Huez op gaan fietsen en de voorbereidingen daarvoor. (Ja, een van die mannen was ik. In mijn andere Blog: Lucasfietst kun je er veel meer over lezen.)
Dat stel is geen stel. Ik hoop dat je me begrijpt? Nee? Ok, ik leg uit. Stellen, m/v, m/m, v/v, meer smaken heb ik niet, hebben wat met elkaar. Vaak, heel vaak. Betrokkenheid, genegenheid, liefde, verliefdheid, passie, afhankelijkheid, nu ja, alle vormen die er maar bestaan, maar dit stel is dus geen stel. Allebei begin zeventig, halfweg die jaren, of zo. Hij: het dominante "raspaardje", vindt hij zelf dan, maar da's niet zo, hoor. Zij: een stille, wat piekerig en ondergesneeuwde vrouw die het al jaren niet meer met hem ziet zitten. Een voorbeeld, want het is al laat en mijn glas is zo goed als leeg, en da kan nie!
Op een gegeven ogenblik, staat monsieur "Chapelure-sur-Bien-Marie", ja, ja, ik leg nog uit, komt goed, bij de vrieskast met ijs en pakt een literpak roomijs (huismerk). Ik zeg het maar even, dat je niet denkt dat het mensen zijn die alleen maar A-merken kopen. 'Ja', kwaakte hij, 'dat at ik altijd vroeger, toen ik nog op de vaart zat.' Waar hij vermoedelijk mee bedoelde dat hij vroeger zeeman was geweest, begreep ik. Dat piekte mijn nieuwsgierigheid, ik had ommers (nee geen spellingfout, mooi oud woord) ook op de "vaart" gezeten?
Bij wie hij dan gevaren had, welke maatschappij? Kustvaart, grote- of wilde vaart? vroeg ik. Maar hij keek wat loens en weg en was ook weg. Zij vertelde: 'Nou ja, hij was bij de Amsterdamse pont. Hij verkocht kaartjes, maar hij vond het wel avontuurlijk, hoor!'

=De overige stellen en het feit dat ze allemaal tegelijk in De Keten kwamen en allemaal tegelijk tegen me begonnen te kwaken houdt je tegoed.==


Geen opmerkingen:

Een reactie posten