vrijdag 3 januari 2014

Over Super mannen en Super vrouwen (1)

Ik had het beloofd, ik zou nog eens een stuk schrijven over mijn collegae. Nee, klik dit nou niet meteen in de Bin of in waar je het ook wilt klikken, want over het algemeen is dit een heel superlief en positief stuk. (Dit in tegenstelling met mijn karakter, hoor ik jullie zeggen, thnx!) Ik ga in dit en de volgende stukken geen namen noemen en geen bijzonderheden vertellen, maar gewoon even wat op- en aanmerkingen over hoe het werkt in een groep als een super.
Moet je nu een bepaald slag mens zijn om in een super, zelfs in een top super als De Keten, te werken? Ik zou haast zeggen: helaas niet. Ik bedoel, er zijn geen selectieprocedures of criteria vastgelegd om aangenomen te worden. Niet in die mate als of je hersenchirurg of straaljager piloot wilt worden of bij Defensie of de politie wilt dienen. (Maar om politicus of minister te worden hoef je ook niet geselecteerd te worden, immers?)
Het aannemen van personeel in onze keten gebeurt op 'micro' niveau. Dat klinkt niet helemaal goed. Ik bedoel, de sectorchefs.., nee nu moet ik even over de structuur van een "super" uitweiden. Voor mij, als oud marineman, was (en is) die structuur heel duidelijk en heel erg vergelijkbaar met de structuur van (in mijn geval) de KM organisatie.
Helemaal bovenaan, helemaal ver weg, staat de directie. (De admiraliteit, bij de KM) En ik bedoel dus: helemaal ver weg. Jullie, werkenden (al dan niet in een super) herkennen dit. In een stad of plaats, zoals gezegd, vaak ver weg, je bent er misschien, ooit of nooit, geweest of je hebt er foto's van gezien, staat een chique kantoorpand, vaak met een distributiecentrum (DC) van ongekende afmetingen er aan gekoppeld.
En: daar begint het vaak al. Het kantoorpand, met mannen in pakken met stropdassen en vrouwen in kekke, maar beschaafde kledij, heeft een gezamenlijke kantine. Daar zouden de mensen van het DC en het 'opperwezen' elkaar kunnen ontmoeten en van gedachten kunnen wisselen of naar elkaars op- en aanmerkingen kunnen luisteren. Niets is minder waar. Kantoorpersoneel en DC personeel eten niet samen, nu ja, soms en individueel, maar niet structureel. Ze willen dat zelf niet, of de ene groep voelt zich beter of meer verheven dan de andere groep, nu ja, in elk geval, het gebeurt niet. Dus komt, zoals zou moeten gebeuren, er geen contact tot stand, geen communicatie, tussen eerste (kantoor) echelon en tweede, (DC) echelon en daar gaat dus informatie al verloren.
Na de top, de directie, die al niet helemaal 'in touch ' is met de werkvloer, volgen de, zoals in de tijd van Karel de Grote, nu 1300 jaar her al,"zendgraven", echelon 3. In ons jargon heten ze de Regio Managers. (RM) Dit zijn dan weer mannen (in pakken, ja, met stropdassen, ook, en er is zelfs een vrouw bij, in net mantelpak) die tussen directie en werkvloer heen en weer reizen. De RM is een geducht en gedoogd personage. Hij is niet gewaardeerd om zijn (of haar) kunnen of weten of sympathieke aanwezigheid ter plekke of om de ondersteuning die ze geven. Nee, vaak komen ze niet eens van uit een 'winkel' omgeving, (van de vloer om het maar weer zo te noemen) maar zijn het 'jobhoppers, die het nergens lang kunnen uithouden en dus geen moer verstand hebben van het reilen en zeilen in een grote winkel. Ik heb er een gekend die ooit als bankmanager had gewerkt, nou ja, dan weet je het wel. (Hij had enorme handen van het graaien, zal ik maar zeggen)
Nee, ze zijn niet geliefd, maar gevreesd. De RM is over het algemeen behept met en lijdt aan, het zogenaamde "Kokmeeuw Syndroom". Ik geloof dat ik het ooit wel eens verteld heb. Voor de willige lezertjes leg ik het nog eens uit. In tegenstelling tot de meeste syndromen die mensen kunnen hebben, waarbij het syndroom de 'besmette' of zieke mens zelf aantast of er aan doet lijden, (Ganser of  Korsakow*)  is het Kokmeeuw Syndroom alleen vervelend voor de mensen die het over zich heen krijgen, die dus direct contact hebben met de lijders aan dit syndroom. De mens met die ziekte/dat syndroom, is namelijk net als de befaamde witte zeevogel. Ze komen ongewild binnen, schreeuwen, krijsen, vreten de zaak op en laten, ten afscheid, een forse hoop onwelriekende uitwerpselen achter. Hebben jullie ooit wel eens een positieve en aardige kokmeeuw gezien?  Nee? Ik ook niet en dat geldt dan dus ook voor een type als de RM. Een collega van me heeft ze wel eens vergeleken met hyena's of gieren, allebei aaseters. Nou dat is niet netjes, natuurlijk want hyena's en gieren hebben namelijk wel hun nut.
In de vergelijkbare marine situatie waren dat overigens de diverse 'Hoofden' zoals dat genoemd werd. Hoofden van Dienst, om het helemaal te zeggen. Het rare van die mensen was, dat ze, zoals elke marineman/-vrouw wel eens op de werkvloer zouden hebben moeten zijn, bij de marine heet dat 'operationeel', maar dat die soort Kokmeeuwen allemaal wel eens een beschermer had gevonden die het voor hen mogelijk maakte om soms tot vijftien jaar lang op een functie te zijn en dan nog te worden bevorderd ook. Wij, de simpele  mannen en vrouwen, verwisselden elke twee tot drie jaar van werkplek.VariĆ«rend van CuraƧao naar Den Helder of van een schip naar een compagnie van de mariniers. Maar vaak, heel vaak lang weg van huis, maar zo niet onze zendgraven, dus.
Kijk en na de RM valt een enorm gat. Dan krijgen we namelijk de FM, de filiaalmanager, maar daar over en over de rest van de toko morgen weer.
* Google maar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten