zondag 5 januari 2014

Super mannen en vrouwen, 2

=Lees eerst het vorige Blog, anders snap je der geen moer van=
En nu dan maar eens over daar waar het echt gebeurd, namelijk de werkvloer. Begrijp me goed, er moet een beleid uitgestippeld worden, er moeten mensen zijn die de spullen in het groot inkopen tegen scherpe prijzen en die spullen laten distribueren, die de processen beheren en al dat soort zaken meer en natuurlijk moet er een directie, (een admiraliteit) zijn. Da's duidelijk. Maar, zoals gezegd, is er dat gapende gat tussen hen naar de werkvloer. De werkvloer waar het geld verdiend wordt die die directie in staat stelt om hun, niet te geringe, salarissen op te strijken en hun zendgraven op pad te sturen. (En vaak nutteloze cursussen te geven, zie aldaar)
De leiding over de werkvloer, de filialen dus, heeft ook een duidelijke structuur. Aan het hoofd van een filiaal staat de FM. In KM termen, de commandant, CDT. Hij beveelt het filiaal (het schip) en zal in grote lijnen de strategie uitstippelen, beslissingen nemen en zijn personeel leiden in het gevecht om de klant (c.q. tegen de vijand.) Een goede 'ouwe' en dus ook een goede FM, kent ook de namen van zijn personeel en hun functie en (eigen) aardigheden. (Ik heb heel veel goeie 'ouwe's' meegemaakt en heel veel goede FM's. Dat waren goede schepen en goede filialen. Ik heb ook wel eens op een k.. schip gediend en een k.. filiaal gehad. Drama. Maar dat lag bijna altijd aan de CDT/FM)
Als je de KM structuur een beetje kent, valt de structuur met de werkzaamheden van een FM meer en meer op. Hygiƫnische- en veiligheid rondes, rondes over het aanzien van het pand/schip en hij/zij er dan ook op toe dat de discipline gehandhaafd blijft en het filiaal/schip steeds gereed is om zee te kiezen/spullen te verkopen.
Zijn vervanger is de Eerste Officier/ass FM. Die heeft dus ook de taken van de FM, maar is tevens belast met de personeelszorg, (KM term) en het maken van de diverse (marine) wachtlijsten of dienstroosters.
Daarna komen de afdelingschefs. Dat zijn de officieren die belast zijn met hun diensten. Een hoofd technische dienst, operationele dienst, logistieke dienst, nou noem maar op. Bij ons in De Keten zijn dat de chef, in ons geval cheffin, van de bakkerij, de chef van de AGF afdeling (Aardappelen/Groente/Fruit), de cheffin van de kaas/kip/ en de chef zuivel. De afdeling KW, (kruidenierswaren, zeg maar alle houdbare artikelen die je koopt in een winkel) is tevens de verantwoordelijkheid van de ass FM.
Deze 'officieren', doen de bestellingen, zijn belast met het behoud en onderhoud van hun afdelingen en dienen te zorgen dat hun personeel de afdeling goed bijhoudt en goed verzorgd achterlaat en zo. Die officieren doen, dit in strikte tegenstelling tot de KM officieren, wel vaak het gewone werk zoals vullen en opruimen, hoor. (Ik heb ze zelfs wel eens met een druppel water op het voorhoofd gezien. Even vreesde ik dat het zweet was, maar, phew, gelukkig, niet. Het was een druppel water van een lekkage uit het dak, na een overvloedige regenbui. Waar zou de wereld blijven, anders?)
Nee, dit is niet echt leuk. De afdelingschefs werken echt gewoon hard mee.De meeste dan.
Daaronder komen dan de onderofficieren, zeg maar: de 'full time' medewerkers. Dat zijn de mannen en vrouwen die 's morgens en 's middags de vracht lossen, die de vakken vullen, directe leiding geven aan hun medewerkers, (de matrozen, even vertalend) en hun mening en inbreng over voorraden, bestellingen, over het personeel en dat soort zaken hebben bij hun directe chefs.
En ik? Wat is mijn rol in het filiaal? Tja, ik sukkel daar wat tussen door. Ik ben een beetje een buitenbeentje, eigenlijk. Ik werk, bijna voor 100%, alleen op de DV afdeling en ook alleen. Ik leg verantwoordelijkheid af aan de FM en de ass FM en verder aan niemand. Ik zorg voor mijn afdeling, vind het prettig als die goed er bij 'staat' en loop te gallen als het weer eens een zooitje is, zoals vaak op de maandagmorgen. Ik zorg ook een beetje voor de buitenkant van de toko. Ik veeg shit op, zorg er (een beetje) voor dat de parkeergarage aangeharkt blijft, luister met een open oor naar collegae die een verhaal hebben over ziekte of narigheid. En ben zo terug in het werk dat ik 32 jaar met veel liefde heb gedaan: luisteren naar mensen en, misschien, hun wat hulp kunnen bieden.
Ik heb, op een heel enkel iemand na, bijna alleen maar fijne en prettige collegae, ik maak praatjes met hen en met de klanten en met deze of gene van het personeel die ik nauwelijks ken. Af en toe word ik met naam en toenaam gegroet door een van de jongere personeelsleden die ik niet eens van gezicht ken, trouwens. Ik doe dan maar beleefd terug en hum en hem wat en probeer, helaas vaak tevergeefs, hun namen te herinneren.

Ik ben de oudste medewerker van het filiaal. Men beschouwt mij een beetje als een Dino, heb ik het idee.
Dat geeft niets. Dat mag. Sterker, dat moet. De jeugd moet een ouder iemand hebben om zich tegen af te zetten. Dat had ik ook, vroeger, toen ik nog jong was en dacht dat ik de wereld beheerste en dat die aan mijn voeten lag en dat ik de wijsheid in pacht had. Maar, dat ik nog menig jongere collega het nakijken geef in de snelheid en de netheid waar mee ik mijn afdeling vul en achterlaat, en de activiteit waarmee ik help de vrachtwagens te lossen, doet me nog niet echt in die Dino rol vallen.
Nou ja, nog een goede drie jaar, dan.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten